NL1012017C2 - Inrichting en werkwijze voor het scheiden van een stapel documenten in een gestaffelde reeks documenten. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het scheiden van een stapel documenten in een gestaffelde reeks documenten

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het scheiden van een stapel documenten in een gestaffelde reeks documenten, waarbij de inrichting is voorzien van een eerste transporteur waarvan het 5 transportvlak zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak uitstrekt en van een op een afvoereinde van de eerste transporteur aansluitende tweede transporteur, welke tweede transporteur is voorzien van een eindloze transportband waarvan het transportpart dat de documenten transporteert 10 zich, gezien in transportrichting schuin omhoog uitstrekt, waarbij de tweede transporteur is voorzien van middelen voor het creëren van een aanzienlijke wrijving tussen het de documenten transporterende transportpart van de transportband en de documenten.

15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het scheiden van een stapel documenten in een gestaffelde reeks documenten, waarbij de stapel documenten met behulp van een eerste, zich in een horizontaal vlak uitstrekkende transporteur wordt 20 getransporteerd naar een zich, gezien in transportrichting, schuin omhoog uitstrekkende tweede transporteur, welke tweede transporteur is voorzien van een eindloze transportband, en van middelen voor het creëren van een aanzienlijke wrijving tussen het de documenten 25 transporterende transportpart van de transportband en de documenten.

Een dergelijke inrichting en werkwijze zijn beschreven in de Europese octrooiaanvrage EP-A-0879 778. De bekende inrichting en met name het deel daarvan dat de 30 stapel documenten omvormt in een gestaffelde documentenstroom werkt onder sommige omstandigheden nog niet geheel naar volle tevredenheid. Zo komt het voor dat de gestaffelde documentenstroom niet het regelmatige 1012017 2 karakter heeft dat gewenst is voor de verdere verwerking van de gestaffelde documentenstroom.

De uitvinding beoogt dit probleem op te lossen waartoe de inrichting van het in de aanhef beschreven type 5 wordt gekenmerkt doordat ten behoeve van het verkrijgen van een goed gestaffelde documentenstroom de tweede transporteur is voorzien van een aandrijving die is ingericht voor het intermitterend aandrijven van de transportband van de tweede transporteur.

10 De werkwijze van het in de aanhef beschreven type wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat ter verkrijging van een gewenste staffeling van de documenten op de tweede transporteur de transportband van de tweede transporteur intermitterend wordt aangedreven.

15 Verrassenderwijs blijkt dat de door het intermitterend aandrijven van de tweede transporteur gecreëerde schokkende beweging leidt tot een aanzienlijk betere staffeling van de documenten. De intermitterende beweging verschaft op zeer efficiënte wijze de gewenste 20 gestaffelde documentenstroom. Het slip-stick gedrag tussen de documenten onderling wordt door de schokkende beweging aanzienlijk gereduceerd waardoor de separatie van de documenten sterk wordt verbeterd.

Overigens dient onder de intermitterende beweging 25 niet alleen een beweging te worden verstaan die is opgebouwd uit het opeenvolgend stilstaan en voortbewegen maar ook uit het opeenvolgend voortbewegen met een eerste snelheid en een tweede, van de eerste snelheid afwijkende snelheid. Tevens kan worden ingesteld: de frequentie, de 30 pulslengte, dat wil zeggen het aandeel van de hoge snelheid in een totale periode van hoge en lage snelheid, en de overgang tussen de hoge en lage snelheid, bijvoorbeeld een abrupte overgang of een lineaire overgang.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is 35 het bijzonder gunstig wanneer de frequentie van de intermitterende beweging tenminste circa 0,5 Hz bedraagt.

1012017 3

Bij frequenties van 0,5 Hz of hoger ontstaat een uitstekende staffeling terwijl toch een min of meer continue voortbeweging van de staffelstroom wordt gecreëerd.

5 Eventueel kan volgens een nadere uitwerking van de uitvinding met behulp van sensoren de mate van staffeling op de tweede transporteur worden gemeten en aan de hand van deze meetgegevens de snelheid van de eerste transporteur ten opzichte van de snelheid van de tweede transporteur 10 alsmede de frequentie van de intermitterende aandrijving worden bijgesteld, zodat de gewenste mate van staffeling wordt verkregen.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna, aan de 15 hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.

Figuur 1 toont een zij-aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; 20 figuur 2 toont een rechter zij-aanzicht van het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld; en figuur 3 toont een zij-aanzicht van een tweede uitvoeringvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

25 Het in figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is bestemd voor het scheiden van een stapel documenten in afzonderlijke documenten en is voorzien van zes achter elkaar opgestelde, op elkaar aansluitende, eindloze transporteurs 1-6, die tezamen een 30 transporttraject T vormen. Het transporttraject T omvat althans een eerste trajectdeel Tl en een tweede trajectdeel T2. In het eerste trajectdeel Tl, waar de onderhavige uitvinding met name betrekking op heeft, wordt van een stapel documenten die wordt aangevoerd op de eerste 35 transporteur 1 een gestaffelde documentenstroom gevormd. In het tweede trajectdeel T2 worden de documenten uit de 1019017 4 gestaffelde documentenstroom gescheiden in afzonderlijke documenten. Het eerste trajectdeel Tl omvat in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld een eerste, gezien in een transportrichting R in hoófdzaak horizontaal opgestelde 5 transporteur 1 en omvat een tweede transporteur 2 die hellend is opgesteld, zodat deze, gezien in de transportrichting R een stijgend transporttrajectdeel bepaalt. Een aanvoereinde 2a van de tweede transporteur sluit aan op een afvoereinde lb van de eerste transporteur 10 1. Ter vorming van de gestaffelde documentenstroom wordt transportband 20 van de tweede transporteur 2 intermitterend aangedreven. Door de aldus verkregen schokkende beweging wordt op zeer efficiënte en verrassende wijze een gestaffelde documentenstroom verkregen. De 15 frequentie van de intermitterende beweging bedraagt bij voorkeur 0,5 Hz of meer. Opgemerkt zij dat de intermitterenede beweging niet alleen kan zijn opgebouwd uit een stilstaan/voortbewegen-transport maar ook uit een langzaam,/snel-voortbewegen-transport. Teneinde een goed 20 gevormde staffelstroom te verkrijgen, zal de gemiddelde snelheid van een tweede transporteur 2 bij voorkeur altijd hoger zijn dan de snelheid van de stroomopwaarts gelegen eerste transporteur 1. Het tweede trajectdeel T2 is voorzien van een derde, gezien in de transportrichting R in 25 hoofdzaak horizontaal opgestelde transporteur 3, waarbij het tweede trajectdeel T2 tevens is voorzien van een vierde transporteur 4 die hellend is opgesteld, zodat deze, gezien in de transportrichting een stijgend transporttrajectdeel bepaalt, waarbij een aanvoereinde 4a van de vierde 30 transporteur 4 aansluit op een afvoereinde 3b van de derde transporteur 3. Ter scheiding van de documenten uit de gestaffelde documentenstroom is de transportsnelheid van de vierde transporteur 4 telkens hoger dan de transportsnelheid van de derde transporteur 3. Het 35 aanvoereinde 3a van de derde transporteur 3 sluit aan op het afvoereinde 2b van de tweede transporteur 2. Teneinde 1019017 5 te verhinderen dat de gestaffelde documentenstroom bij de overdracht van de twèede transporteur 2 naar de derde transporteur 3 wordt verstoord, stemt de transportsnelheid van de derde transporteur 3 telkens in hoofdzaak overeen 5 met de gemiddelde transportsnelheid van de tweede transporteur 2, althans is de verhouding tussen de snelheid van de tweede en de derde transporteur (2, resp. 3) bij voorkeur in hoofdzaak constant, waarbij deze verhouding instelbaar is. Het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is 10 voorzien van vier sensoren 7-10 die respectievelijk boven de eerste, de tweede, de derde en de vierde transporteur 1-4 zijn opgesteld. Bij het stroomafwaartse einde 2b van de tweede transporteur 2 is bovendien een hoogtedetector voorzien, die is ingericht voor het waarnemen van de hoogte 15 van de passerende documentenstroom. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de hoogtedetector uitgevoerd als een roteerbaar wiel 11 dat via een stang 14 met een zwenkas 15 is verbonden, welke zwenkas 15 is aangesloten op een potentiometer. De inrichting is verder voorzien van een 20 besturing 12, die, afhankelijk van een door de sensoren 7-10 en de hoogtedetector waargenomen documentenstroom de transportsnelheid van de verschillende transporteurs 1-6 regelt alsmede de frequentie van de intermitterende beweging van de tweede transporteur 2 en de gemiddelde 25 snelheid van de tweede transporteur. Vanzelfsprekend is ook de potentiometer van de hoogtedetector 11 aangesloten op deze besturing 12. De sensoren 7-10 kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als optische sensoren of andere op zichzelf bekende sensoren. De machinebediener kan eventueel via een 30 bedieningspaneel de parameters zoals de diverse snelheden, frequenties en dergelijke in de besturing beïnvloeden zodat een gewenste staffeling wordt verkregen.

Met behulp van de besturing 12 wordt, afhankelijk van onder meer de door de hoogtedetector 11 waargenomen 35 hoogte van de gestaffelde documentenstroom, de gemiddelde snelheid en/of de frequentie van de intermitterende 1012017 v>^ 6 voortbeweging van de tweede transporteur 2 geregeld. Overigens hangt de snelheid van de tweede transporteur 2 ook af van de door de overige sensoren 7-10 waargenomen documentenstroom. De besturing 12 is verder ingericht voor 5 het afhankelijk van de door de vierde sensor 10 waargenomen scheiding tussen de opeenvolgende documenten regelen van de snelheid van de derde transporteur 3.

Teineinde te verhinderen dat de documenten op de hellende trajecten gevormd door de tweede transporteur 2 en 10 de vierde transporteur 4 naar beneden glijden, zijn in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld in elk geval de hellend opgestelde transporteurs 2, 4 voorzien van een vacuümkamer en van een eindloze transportband die is voorzien van aanzuigopeningen waarbij de vacuümkamer is voorzien van een 15 aanzuigopening die aanligt tegen de van een transportoppervlak afgekeerde zijde van een bovenpart van de transportband 20. Door aanwezigheid van deze vacuümkamer worden de producten tegen het oppervlak van de hellende transportband 20 aangezogen. Bij een geschikte keuze van de 20 oppervlakteruwheid van de transportbanden 20 zal het verschuiven van de documenten D ten opzichte van de hellende transportbanden 20 worden verhinderd. Slechts verschuiving van de producten D ten opzichte van elkaar behoort dan tot de mogelijkheden, hetgeen juist de 25 bedoeling is om de documenten van elkaar te kunnen scheiden. De hellende opstelling alsmede de schokkende of intermitterende voortbewegingssnelheid van de tweede transporteur 2 draagt in belangrijke mate bij aan de beoogde scheiding van de producten.

30 In sommige gevallen is het van bijzonder voordeel wanneer althans één van de transporteurs 1-4 in een richting loodrecht op de transportrichting enigszins hellend is opgesteld, zodat de zich daarop bevindende documenten alle naar één langszijde van de betreffende 35 transporteur glijden.

tO 1 2 0 1 7 7

In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld, dat met name bestemd is voor het scheiden van documenten en het vervolgens waarnemen van de gescheiden documenten sluit op het afvoereinde 4b van de vierde transporteur 4 een vijfde 5 transporteur 5 aan, die de overgang van het hellende transporttrajectdeel van de vierde transporteur 4 naar een horizontaal transporttraject-einddeel Te vormt. De vijfde transporteur 5 is ter vorming van een geleidelijke overgang van het hellende transporttrajectdeel van de vierde 10 transporteur 4 naar een horizontaal transporttrajectdeel, dat wordt bepaald door een zesde transporteur 6, voorzien van een gebogen transportoppervlak 16. Boven het gebogen transportoppervlak van de vijfde transporteur 5 en het einddeel 4b van de vierde transporteur 4 kunnen eventueel 15 schuimrubberen wielen 17 zijn opgesteld die verhinderen dat de producten, die soms een aanzienlijke transportsnelheid kunnen hebben, bij de overgang van het hellende deel naar het horizontale deel van de transportband losraken. Boven het horizontale transporttraject-einddeel dat wordt gevormd 20 door de zesde transporteur 6 is in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld een camera 13 opgesteld voor het identificeren van de documenten. Met behulp van de camera 13 kunnen de afzonderlijke documenten onafhankelijk van de positie waarin deze zich bevinden worden geïdentificeerd, 25 zodat in een computer of dergelijke verwerkingseenheid kan worden bijgehouden hoeveel documenten van welk type zich in een stapel bevinden.

De werking van de inrichting uit figuren 1 en 2 is als volgt: 30 Op de eerste transporteur 1 wordt een stapel documenten gelegd. Zodra de eerste sensor 7 de stapel waarneemt wordt de transportsnelheid van de eerste transporteur 1 verlaagd en worden de tijdschriften die zich onderop de stapel bevinden door de tweede transporteur 2 35 naar boven getransporteerd waardoor de stapel in het algemeen achterover zal vallen en zich op de tweede 1012017 8 transporteur 2 een gestaffelde documentenstroom zal vormen. Deze gestaffelde documentenstroom wordt gevormd als gevolg van het feit dat de tweede transporteur 2 hellend is opgesteld. De vorming van de gestaffelde documentenstroom 5 wordt op efficiënte wijze bewerkstelligd doordat de tweede transporteur 2 intermitterend wordt aangedreven. Vervolgens wordt de gestaffelde documentenstroom verder getransporteerd naar de derde transporteur 3 waarna de vierde transporteur 4 die een hogere snelheid heeft dan de 10 derde transporteur 3 steeds het voorste document van de gestaffelde documentenstroom op de derde transporteur 3 wegtrekt ter vorming van een stroom afzonderlijke, van elkaar gescheiden documenten. De gescheiden documenten worden vervolgens via de vijfde transporteur 5 verder 15 getransporteerd naar de zesde transporteur 6 alwaar de camera 13 waarneemt welk type document passeert.

Afhankelijk van de door de sensoren 7-10 waargenomen aan-en/of afwezigheid van documenten worden de snelheden van de verschillende transporteurs 1-6 geregeld. Bovendien wordt 20 de snelheid en eventueel de frequentie van de intermitterende beweging nog beïnvloed door de door de hoogtedetector 11 waargenomen hoogte van de gestaffelde documentenstroom bij het aanvoereinde 3a van de derde transporteur 3.

25 Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding. De diverse onderdelen van het tweede uitvoeringsvoorbeeld die dezelfde functie hebben als de overeenkomstige onderdelen uit het eerste uitvoeringsvoorbeeld hebben een overeenkomstig 30 verwijzingscijfer vermeerderd met 100. De in figuur 3 weergegeven inrichting wijkt in wezen slechts van de in figuren 1 en 2 weergegeven inrichting af doordat de gestaffelde documentenstroom op een andere wijze verder wordt verwerkt. In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 35 wordt de gestaffelde documentenstroom door verdere transporteurs 4, 5 gescheiden in aparte documenten terwijl 10 12 0 17 9 vanaf de derde transporteur 103 in het tweede uitvoeringsvoorbeeld de gestaffelde documenten worden toegevoerd aan het magazijn 123 van een feeder 121 die deel uitmaakt van een verpakkingslijn 122 zoals die bijvoorbeeld 5 door aanvraagster in het verkeer worden gebracht. In figuur 3 is bij de tweede transporteur 102 gestippeld de vacuümkamer 104 weergegeven die de documenten D tegen de transportband 120 aantrekt, zodat de documenten D slechts onderling ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven en 10 niet of nauwelijks ten opzichte van de transportband 120. Opgemerkt zij dat een dergelijk effect ook kan worden door de transportband 2, 102 te voorzien van een oppervlak met een hoge wrijvingscoëfficiënt. Ook bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 3 zijn sensoren 107-110 15 aanwezig die in verbinding staan met een besturing 112.

Voor de werking van de sensor 110 zij verwezen naar de beschrijving van de hoogtedetector uit het eerste uitvoeringsvoorbeeld.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is 20 beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van uitvinding mogelijk zi jn.

1012017

Claims (9)

1. Inrichting voor het scheiden van een stapel (S) documenten (D) in een gestaffelde reeks documenten (D), waarbij de inrichting is voorzien van een eerste transporteur (1, 101) waarvan het transportvlak zich in 5 hoofdzaak in een horizontaal vlak uitstrekt en van een op een afvoereinde van de eerste transporteur (1, 101) aansluitende tweede transporteur (2, 102), welke tweede transporteur (2, 102) is voorzien van een eindloze transportband (20, 120) waarvan het transportpart dat de 10 documenten transporteert zich, gezien in transportrichting (R) schuin omhoog uitstrekt, waarbij de tweede transporteur (2, 102) is voorzien van middelen voor het creëren van een aanzienlijke wrijving tussen het de documenten (D) transporterende transportpart van de transportband (20, 15 120) en de documenten (D), met het kenmerk, dat ten behoeve van het verkrijgen van een goed gestaffelde documentenstroom (D) de tweede transporteur (2, 102) is voorzien van een aandrijving die is ingericht voor het intermitterend aandrijven van de transportband (20, 120) 20 van de tweede transporteur (2, 102).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de intermitterende beweging een frequentie heeft van ten minste ca. 0,5 Hz.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 25 kenmerk, dat de middelen voor het creëren van een aanzienlijke wrijving tussen het de documenten (D) transporterende transportpart van de transportband (3, 103) van de tweede transporteur (2, 102) en de documenten (D) een onder het genoemde transportpart opgestelde vacuümkamer 30 (104) omvatten, waarbij de eindloze transportband (20, 120) luchtdoorlatend is, zodat de zich daarop bevindende documenten (D) tegen het transportpart worden aangezogen. 10 17 0 17

4. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ter vorming van de middelen voor het creëren van een aanzienlijke wrijving tussen het de documenten (D) transporterende transportpart van de transportband van de 5 tweede transporteur (2, 102) en de documenten (D), de transportband (20, 120) van de tweede transporteur (2, 102) is voorzien van een oppervlak met een hoge wrijvingscoëfficiënt.

5. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 10 gekenmerkt door een besturing (12, 112) voor de aandrijving van althans de tweede transporteur (2, 102), waarbij sensoren (7-10; 107-110) zijn voorzien die althans de mate van staffeling op de tweede transporteur (2, 102) meten en deze meetgegevens doorgeven aan de besturing (12, 112), 15 waarbij de besturing (12, 112) is ingericht voor het zodanig intermitterend aandrijven van de transportband (20, 120) van de tweede transporteur (2, 102) dat de gewenste mate van staffeling wordt verkregen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 20 de sensoren (7-10; 107-110) optische sensoren zijn die zijn ingericht voor het meten van de dikte van de gestaffelde reeks documenten (D) of voor het meten van de onderlinge afstand tussen bijvoorbeeld de voorlopende randen van de opeenvolgende documenten (D).

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op een afvoereinde van de tweede transporteur (2, 102) een derde transporteur (3, 103) aansluit die zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak uitstrekt.

8. Werkwijze voor het scheiden van een stapel documenten (D) in een gestaffelde reeks documenten (D), waarbij de stapel (S) documenten (D) met behulp van een eerste, zich in een horizontaal vlak uitstrekkende transporteur (1, 101) wordt getransporteerd naar een zich, 35 gezien in transportrichting, schuin omhoog uitstrekkende tweede transporteur (2, 102), welke tweede transporteur (2, 1 o 1 ? o 1 7 102. is voorzien van een eindloze transportband (20, 120), en van middelen voor het creëren van een aanzienlijke wrijving tussen het de documenten (D) transporterende transportpart van de transportband (20, 120) en de 5 documenten (D), waarbij ter verkrijging van een gewenste staffeling van de documenten (D) op de tweede transporteur (2, 102) de transportband (20, 120) van de tweede transporteur intermitterend wordt aangedreven.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 10 de mate van staffeling op althans de tweede transporteur (2, 102) met behulp van sensoren (7-10, 107-110) wordt gemeten en dat de door de sensoren (7-10, 107-110) waargenomen signalen worden doorgegeven aan een besturing (12, 112) die in verbinding staat met de aandrijving van de 15 tweede transporteur (2, 102), waarbij aan de hand van de door de sensoren (7-10, 107-110) gemeten waarden de frequentie van de intermitterende aandrijving en de aandrijfsnelheid van de transportband van de tweede transporteur (2, 102) wordt aangepast, totdat de gewenste 20 staffeling wordt waargenomen. 1012017