NL1011438C2

NL1011438C2 - Oortelefoon-Microfoon-Adapter.

Info

Publication number: NL1011438C2
Application number: NL1011438A
Authority: NL
Inventors: Bill Yang
Original assignee: Cotron Corp
Priority date: 1998-07-21
Filing date: 1999-03-03
Publication date: 2000-09-05
Also published as: CN1092465C; AU2129399A; TW397314U; JP2000059878A; GB2346760A; US6198821B1; CA2262272C; DE19909806A1; FR2781636A1; CN1244093A; CA2262272A1; GB9903275D0; FR2781636B1; JP3349449B2; GB2346760B; DE19909806C2

Description

OORTELEFOON-MICROFOON-ADAPTER Achtergrond van de uitvinding 5 Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een adapter. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een adapter die fungeert als een koppeling tussen een oortelefoon-micro-10 foon en een mobiele telefoon.

Beschrijving van de stand van de techniek

Aangezien draadloze communicatie zich steeds verder ontwikkelt en 15 halfgeleiderfabricage-technieken steeds beter worden, worden mobiele telefoons lichter in gewicht, compacter en multifunctioneler. In feite is de mobiele telefoon een stuk onmisbare communicatie-apparatuur in ons dagelijkse leven geworden. In een aantal situaties echter is het vasthouden van een mobiele telefoon met één hand hinderlijk of zelfs 20 gevaarlijk. Het gebruik van een hand om naar een mobiele telefoon te reiken tijdens het besturen van een auto kan bijvoorbeeld zeer riskant zijn. Daarom hebben de meeste mobiele telefoons een contactvoetje voor de verbinding met een externe oortelefoon-microfoonset.

Figuur IA is een schematische tekening van een conventionele 25 oortelefoon-microfoonset en een mobiele telefoon. Figuur 1B is een schakelschema dat de elektrische verbinding binnen de oortelefoon-microfoonset toont zoals getoond in figuur IA.

Zoals getoond in de figuren IA en 1B omvat de oortelefoon-microfoonset 100 een oortelefoon 120, een microfoon 130 en een contactpen 30 110. De contactpen is een contactpen die drie aansluitklemmen 111, 112 en 113 omvat. Eén einde van de microfoon 130 is verbonden met de aan-sluitklem 111 van contactpen 110, terwijl het andere einde van de microfoon 130 is verbonden met de aansluitklem 112 van contactpen 110.

De contactpen 110 is gemaakt om in het contactvoetje 13 van een mobie-35 le telefoon 10 te passen. Het contactvoetje 13 heeft interne contactpunten (niet getoond in de figuren) voor de verbinding met de drie corresponderende aansluitklemmen van de contactpen 110. Daarom worden, wanneer de contactpen 110 in het contactvoetje 13 wordt gestoken, de 1011438 2 oortelefoon 120 en de microfoon 130 verbonden met de interne schakeling van de mobiele telefoon 10.

Wanneer de oortelefoon-microfoonset gebruikt moet worden, kan de gebruiker de oortelefoon 120 in zijn oor plaatsen. De microfoon 130 is 5 in het bijzonder zodanig gepositioneerd dat hij zich dicht bij de mond van de gebruiker bevindt wanneer de oortelefoon in het oor is gestoken. Daarom kan de gebruiker de mobiele telefoon gebruiken zonder deze met een hand te moeten vasthouden.

Hoewel de bovengenoemde conventionele oortelefoon-microfoonset 10 100 de gebruiker van de mobiele telefoon veel gemak en veiligheid kan verschaffen, wordt de mobiele telefoon gewoonlijk ergens uit het zicht geplaatst. De meeste gebruikers dragen hun mobiele telefoon bijvoorbeeld om hun middel. Daarom moet, wanneer er een inkomende oproep is, de gebruiker naar de knoppen op het telefoonpaneel grijpen, en de 15 correcte knop indrukken voordat hij in staat is de oproep te ontvangen, Deze werkwijze voor het ontvangen van oproepen leidt tot grote ongemakken, in het bijzonder wanneer de gebruiker een auto bestuurt, omdat een gebruiker zijn of haar blik van het verkeer moet afwenden om naar de mobiele telefoon te zoeken. Derhalve hebben fabrikanten van 20 mobiele telefoons besloten om nieuwe functies aan de conventionele oortelefoon-microfoonset toe te voegen.

Figuur 2A is een schets van een nieuwere versie van een conventionele oortelefoon-microfoonset en een mobiele telefoon. Figuur 2B is een schakelschema dat de elektrische verbinding met de oortelefoon-25 microfoonset toont zoals getoond in figuur 2A.

Zoals getoond in de figuren 2A en 2B heeft de microfoon 200 op soortgelijke wijze een oortelefoon 220, een microfoon 230 en een con- tactpen 210. Er is echter tevens een aanvullende oproep-ontvangende schakelaar 2^0 op een geschikte plaats geïnstalleerd voor het ontvan-30 gen van inkomende oproepen, zodat een contactpen 210 met vier aan- sluitklemmen wordt gebruikt. De contactpen 210 heeft vier aansluit-klemraen, waaronder 211, 212, 213 en 21k. De verbinding van de aan-sluitklemmen met de oortelefoon en microfoon is zeer soortgelijk aan de bovengenoemde oortelefoon-microfoonset 100 in de figuren IA en 1B.

35 Met andere woorden, de twee einden van de microfoon 230 zijn verbonden met de aansluitklemmen 211 respectievelijk 213 van de contactpen 210. De twee einden van de oortelefoon 220 zijn verbonden met aansluitklem 212 respectievelijk aansluitklem 213 van de contactpen *011438 3 210. De twee einden van de oproep-ontvangende schakelaar 240 zijn verbonden met de aansluitklem 213 respectievelijk de extra aansluit-klem 21*4 van de contactpen 210. De contactpen 210 kan in het contact-voetje 23 van een mobiele telefoon 20 worden gestoken. Nadat de con-5 tactpen 210 in het contactvoetje 23 is gestoken, worden de vier aan-sluitklemmen van de contactpen 210 verbonden met de corresponderende interne contactpunten (niet getoond) binnen de mobiele telefoon 20.

Daarom worden de oortelefoon 220 en de microfoon 230 beide verbonden met de interne schakeling van de telefoon 20. De mobiele tele-10 foon 20 heeft speciale schakelingen voor het detecteren van elke willekeurige toestandsverandering in de schakelaar 240 die parallel tussen aansluitklemmen 213 en 214 is verbonden. Als de gebruiker de schakelaar 240 van de open naar de gesloten positie klapt, reflecteert dit de behoeften van de gebruiker om een inkomende oproep aan te nemen.

15 Hoewel de tweede conventionele oortelefoon-microfoonset 200 in staat is inkomende oproepen met gemak aan te nemen, heeft de set 200 nog steeds geen dempingsfunctie. Daarom bestaat er nog steeds enig ongemak tijdens bedrijf. Wanneer bijvoorbeeld een gebruiker communiceert met een tweede persoon aan het andere einde van een mobiele 20 telefoon, en als de gebruiker tevens privé of vertrouwelijke zaken met een derde nabije persoon wil bespreken en niet wil dat hun conversatie wordt gehoord door de tweede persoon, moet de gebruiker de oortelefoon-microfoonset uit zijn oor halen en het op een plaats ver weg laten liggen.

25 Wanneer de gebruiker het gesprek met de derde partij heeft beëin digd, moet de gebruiker de oortelefoon-microfoonset pakken en deze terug in zijn oor plaatsen. Bovendien kan, zelfs als de oortelefoon-microfoonset zich ver weg van de gebruiker bevindt, de zeer gevoelige microfoon nog steeds een aantal signalen opvangen en deze uitzenden 30 naar de andere zijde van de mobiele telefoon. Verder kan het oudere type oortelefoon-microfoonset niet worden hergebruikt. Als de nieuwe oproep-ontvangende functie op de oortelefoon-microfoonset noodzakelijk is, moet men de gehele oortelefoon-microfoonset kopen. Derhalve wordt er niet alleen geld verspild, maar gaan de oude oortelefoon-microfoon-35 sets eveneens verloren.

Daarom hebben, samenvattend, de twee typen conventionele oortele-foon-microfoonsets de volgende nadelen: 1. Zonder een dempingsfunctie is het gebruik van de mobiele tele- 1011438 4 9 foon storend. Het is moeilijk te verhinderen dat de andere partij asm de andere zijde van de mobiele telefoon een privé conversatie kan afluisteren.

2. Nieuwere functies kunnen niet aan de oude oortelefoon-micro-5 foonset worden toegevoegd. Derhalve moet een complete oortelefoon-microfoonset worden gekocht, en moet de oude oortelefoon-microfoonset worden weggegooid. Dit is een verspilling van geld en middelen van de gebruiker.

In het licht van het bovenstaande bestaat er een behoefte aan het 10 verschaffen van een adapter om het bedrijf van de oortelefoon-microfoonset te verbeteren.

Samenvatting van de uitvinding 15 Derhalve is het de doelstelling van de onderhavige uitvinding een oortelefoon-microfoon-adapter te verschaffen die een oortelefoon-microfoonset met een mobiele telefoon koppelt. De adapter heeft een oproep-ontvangende schakelaar voor het ontvangen van inkomende oproepen en een dempingsschakelaar voor gedempt bedrijf van de oortelefoon-20 microfoonset. Bovendien kunnen oude oortelefoon-microfoonsets tevens worden hergebruikt door de oude set in één einde van de adapter te steken.

Om deze en andere voordelen en overeenkomstig de doelstelling van de uitvinding te bereiken, zoals belichaamd en globaal hier beschre-25 ven, verschaft de uitvinding een adapter voor het verbinden van een oortelefoon-microfoonset met een mobiele telefoon. De oortelefoon-microfoonset omvat een oortelefoon, een microfoon en een eerste con-tactpen, waarbij de contactpen een eerste, een tweede en een derde aansluitklem heeft. De microfoon is verbonden tussen de eerste aan-30 sluitklem en de derde aansluitklem van de eerste contactpen, terwijl de oortelefoon is verbonden tussen de tweede aansluitklem en de derde aansluitklem van de eerste contactpen.

De adapter omvat een tweede contactpen, een contactvoetje, een dempingsschakelaar en een oproep-ontvangende schakelaar. De tweede 35 contactpen heeft vier aansluitklemmen omvattende een eerste, een tweede, een derde en een vierde aansluitklem voor de verbinding met de mobiele telefoon. Het contactvoetje heeft een eerste contactpunt, een tweede contactpunt en een derde contactpunt. Het tweede contactpunt is 1011438 « 5 verbonden met de tweede aansluitklem van de tweede contactpen, en het derde contactpunt is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen. Het contactvoetje dient voor de ingrijping met de eerste contactpen van de oortelefoon-microfoonset. Wanneer de eerste contact-5 pen in het contactvoetje wordt gestoken, zijn het eerste contactpunt, het tweede contactpunt en het derde contactpunt van het contactvoetje in contact met de eerste aansluitklem respectievelijk de tweede aansluitklem respectievelijk de derde aansluitklem van de eerste contactpen.

10 Eén einde van de dempingsschakelaar is verbonden met de eerste aansluitklem van de tweede contactpen, terwijl het andere einde van de dempingsschakelaar is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje. Nadat de oortelefoon-microfoonset via de adapter met de mobiele telefoon is verbonden, wordt de dempingsschakelaar ook aange-15 sloten. Wanneer de dempingsschakelaar wordt geactiveerd, wordt de verbinding van de microfoon met de mobiele telefoon verbroken.

Eén einde van de oproep-ontvangende schakelaar is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen, terwijl het andere einde van de oproep-ontvangende schakelaar is verbonden met de vierde 20 aansluitklem van de tweede contactpen. Nadat de oortelefoon-microfoonset via de adapter met de mobiele telefoon is verbonden, kunnen alle inkomende oproepen worden ontvangen door kort op de oproep-ontvangende schakelaar te drukken.

Volgens een ander aspect verschaft de onderhavige uitvinding een 25 adapter voor het verbinden van een oortelefoon-microfoonset met een ander type mobiele telefoon. De oortelefoon-microfoonset omvat een oortelefoon, een microfoon en een eerste contactpen, waarbij de eerste contactpen drie aansluitklemmen heeft waaronder een eerste aansluitklem, een tweede aansluitklem en een derde aansluitklem. Eén einde van 30 de microfoon is verbonden met de eerste aansluitklem van de eerste contactpen, terwijl het andere einde van de microfoon is verbonden met de derde aansluitklem van de eerste contactpen. Eén einde van de oortelefoon is verbonden met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen, terwijl het andere einde van de oortelefoon is verbonden met 35 de derde aansluitklem van de eerste contactpen.

De adapter omvat een tweede contactpen, een contactvoetje, een dempingsschakelaar en een oproep-ontvangende schakelaar. De tweede contactpen heeft drie aansluitklemmen waaronder een eerste, een tweede 101 1438 9 6 en een derde aansluitklem voor de verbinding met de mobiele telefoon.

Het contactvoetje heeft een eerste contactpunt, een tweede contactpunt en een derde contactpunt. Het tweede contactpunt is verbonden met de tweede aansluitklem van de tweede contactpen, terwijl het derde con-5 tactpunt is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen. Het contactvoetje dient voor de ingrijping met de eerste contactpen van de oortelefoon-microfoonset. Wanneer de eerste contactpen van de oortelefoon-microfoonset is verbonden met het contactvoetje, is het eerste contactpunt van het contactvoetje in contact met de eerste 10 aansluitklem van de eerste contactpen, is het tweede contactpunt van het contactvoetje in contact met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen en is het derde contactpunt van het contactvoetje in contact met de derde aansluitklem van de eerste contactpen.

Eén einde van de dempingsschakelaar is verbonden met de eerste 15 aansluitklem van de tweede contactpen, terwijl het andere einde van de dempingsschakelaar is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje. Nadat de oortelefoon-microfoonset via de adapter met de mobiele telefoon is verbonden, is de dempingsschakelaar tevens aangesloten op de mobiele telefoon. Wanneer de dempingsschakelaar wordt 20 geactiveerd, wordt de verbinding van de microfoon met de mobiele telefoon verbroken.

Eén einde van de oproep-ontvangende schakelaar is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje, terwijl het andere einde van de oproep-ontvangende schakelaar is verbonden met het derde con-25 tactpunt van het contactvoetje. Nadat de oortelefoon-microfoonset via de adapter met de mobiele telefoon is verbonden, kunnen alle inkomende oproepen worden ontvangen door kort op de oproep-ontvangende schakelaar te drukken.

Volgens één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is een 30 beveiligingsinrichting tussen het eerste contactpunt en het derde contactpunt van het contactvoetje eveneens verschaft. Het beveili-gingselement wordt gebruikt voor het beveiligen van de schakelingen binnen de mobiele telefoon ten opzichte van eventuele beschadingen als gevolg van externe spanningsstoten. In het algemeen kan het beveili-35 gingselement een Zenerdiode zijn waarvan de positieve aansluitklem is verbonden met het eerste contactpunt van de het contactvoetje, terwijl de negatieve aansluitklem is verbonden met het derde contactpunt van het contactvoetje.

1101 14 38 f 7

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de dempingsschakelaar een schuifschakelaar. Wanneer de schuif-schakelaar naar één einde wordt bewogen, wordt de schakelverbinding gesloten. Wanneer, aan de andere kant, de schuifschakelaar in een 5 tegengestelde richting terug wordt bewogen, wordt de schakelverbinding geopend. Verder omvat de oproep-ontvangende schakelaar een drukknop-schakelaar. Wanneer de drukknopschakelaar omlaag wordt gedrukt, sluit de schakelaar. Wanneer de knop echter wordt losgelaten, opent de schakelaar opnieuw.

10 Het zal duidelijk zijn dat zowel de bovenstaande algemene be schrijving als de volgende gedetailleerde beschrijving bij wijze van voorbeeld zijn gegeven, en bestemd zijn om een verdere uiteenzetting van de uitvinding zoals deze is gedefinieerd te verschaffen.

15 Korte beschrijving van de tekeningen

De begeleidende tekeningen zijn opgenomen om een verder begrip van de uitvinding te verschaffen, en zijn opgenomen in en maken deel uit van deze specificatie. De tekeningen illustreren uitvoeringsvormen 20 van de uitvinding en dienen, samen met de beschrijving, voor het uiteenzetten van de principes van de uitvinding.

Figuur IA is een schematische schets van een conventionele oor-telefoon-microfoonset en een mobiele telefoon;

Figuur 1B is een schakelschema dat de elektrische verbinding 25 binnen de oortelefoon-microfoonset toont zoals getoond in figuur IA;

Figuur 2A is een schematische schets van een nieuwere versie van de conventionele oortelefoon-microfoonset en een mobiele telefoon;

Figuur 2B is een schakelschema dat de elektrische verbinding binnen de oortelefoon-microfoonset toont zoals getoond in figuur 2A; 30 Figuur 3A is een schematische schets van een oortelefoon-micro foonset, een adapter, en een mobiel telefoonsysteem overeenkomstig de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding;

Figuur 3B is een schakelschema dat de elektrische verbinding binnen de adapter en bijbehorende contactpen van de oortelefoon-micro-35 foonset toont zoals getoond in figuur 3A;

Figuur ^A is een schematische schets van een oortelefoon-microfoonset, een adapter, en een mobiel telefoonsysteem overeenkomstig de tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; en 1011438 f 8

Figuur 4b is een schakelschema dat de elektrische verbinding toont binnen de adapter en de bijbehorende contactpen van de oortele-foon-microfoonset zoals getoond in figuur 4A.

5 Beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen

Er zal nu in detail worden verwezen naar de thans de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen van de uitvinding, waarvan voorbeelden zijn geïllusteerd in de begeleidende tekeningen. Steeds wanneer dit 10 mogelijk is worden dezelfde verwijzingscijfers gebruikt in de tekeningen en de beschrijving om naar dezelfde of soortgelijke delen te verwijzen.

Figuur 3A is een schets van een oortelefoon-microfoonset, een adapter, en een mobiel telefoonsysteem volgens de eerste voorkeursuit-15 voeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Figuur 3B is een schakelschema dat de elektrische verbinding toont binnen de adapter en de bijbehorende contactpen van de oortelefoon-microfoonset zoals getoond in figuur 3A.

Zoals getoond in de figuren 3A en 3B wordt de adapter 300 ge-20 bruikt voor de verbinding van de oortelefoon-microfoonset 100 met een mobiele telefoon 20, zodat de oortelefoon-microfoon zowel een oproep-ontvangende functie als een dempingsfunctie heeft. De oortelefoon-microfoonset 100 omvat een oortelefoon 120, een microfoon 130 en een contactpen 110. De contactpen 110 heeft drie aansluitklemmen waaronder 25 aansluitklemmen 111, 112 en 113· De twee einden van de microfoon 130 zijn verbonden met de respectieve aansluitklemmen 111 en 113 van de contactpen 110, terwijl de twee einden van de oortelefoon 120 zijn verbonden met de respectieve aansluitklemmen 112 en 113 van de contactpen 110.

30 De adapter 300 omvat een contactpen 310, een dempingsschakelaar 331. een oproep-ontvangende schakelaar 332 en een contactvoetje 3^0.

De contactpen 310 heeft vier aansluitklemmen waaronder aansluitklemmem 3II, 312, 313 en 314 voor de verbinding met een vier-aansluitklem- contactvoetje 23 van de mobiele telefoon 20.

35 De mobiele telefoon 20 is een nieuwer type dat is staat is de oproep-ontvangende toestand van een gebruiker te detecteren en vast te stellen of de gebruiker wel of niet heeft besloten de oproep aan te nemen.

10114 38 9

Het contactvoetje 340 heeft drie contactpunten, namelijk contactpunten 341, 342 en 343. Het contactvoetje 3^0 is gemaakt om de con-tactpen 110 op te nemen. Wanneer de contactpen 110 in het contactvoetje 340 is gestoken, zijn verscheidene contactpunten van het contact-5 voetje 340 in contact met de corresponderende aansluitklemmen van de contactpen 110. Met andere woorden, het contactpunt 3^1 is in contact met de aansluitklem 111, het contactpunt 3^2 is in contact met de aansluitklem 112, en het contactpunt 343 is in contact met de aansluitklem 113· 10 Het contactpunt 3^1 van het contactvoetje 3^0 is verbonden met de aansluitklem 311 van de contactpen 310 door middel van de dempings-schakelaar 331· Aan de andere kant is het contactpunt 3**2 van het contactvoetje 340 direct verbonden met de aansluitklem 312 van de contactpen 310. Het contactpunt 343 is ook direct verbonden met de 15 aansluitklem 313 van de contactpen 310· De aansluitklem 313 van de contactpen 310 is echter via de oproep-ontvangende schakelaar 332 verbonden met zijn aansluitklem 31^·

Schakelaar 331 is een dempingsschakelaar. Wanneer de oortelefoon-microfoonset 100 via de adapter 300 is verbonden met de mobiele tele-20 foon 20, is de dempingsschakelaar 331 eveneens verbonden. Daarom is, steeds wanneer de dempingsschakelaar 331 is gesloten, de microfoon 130 verbonden met de mobiele telefoon 20. Aan de andere kant is, steeds wanneer de dempingsschakelaar 331 is geopend, de verbinding van de microfoon 130 met de mobiele telefoon verbroken. Derhalve is de ge-25 bruiker vrij om te praten met iemand dichtbij zonder zich zorgen te hoeven maken dat hij wordt afgeluisterd door iemand aan de telefoon. Aangezien de gebruiker normaliter eist dat de dempingsschakelaar in ofwel de open toestand ofwel de gesloten toestand is, kan de dempingsschakelaar 331 een schuifschakelaar zijn. Bijvoorbeeld, zoals getoond 30 in figuur 3B» verbreekt de schakelaar 331 de verbinding met de microfoon wanneer hij in de richting schuift die door de pijl is getoond. Alternatief wordt, wanneer de schakelaar 331 terugschuift in de tegengestelde richting, de verbinding met de microfoon opnieuw tot stand gebracht.

35 Schakelaar 332 is een oproep-ontvangende schakelaar. Steeds wan neer de oortelefoon-microfoonset 100 via de adapter 300 met de mobiele telefoon 20 is verbonden, kan de oproep-ontvangende schakelaar 332 kort worden ingedrukt om een inkomende oproep te ontvangen. Aangezien 1011438 10 de mobiele telefoon 20 interne schakelingen heeft om de overgang van toestanden tussen aansluitklem 313 en aansluitklem 314 van de contact-pen 310 te detecteren, kan een drukknopschakelaar worden gebruikt. Daarom wordt, wanneer de knop van schakelaar 332 wordt ingedrukt, de 5 schakelaar geleidend. Aan de andere kant begint, wanneer de knop wordt losgelaten, weer een nullast-toestand.

Aangezien de adapter 300 kan fungeren als een koppeling tussen een oortelefoon-microfoonset 100 en een vier-aansluitklemmen-contact-voetje van de mobiele telefoon 20, kan elke willekeurige oudere versie 10 van een oortelefoon-microfoonset nog steeds worden gebruikt. Daarom kan het gemak van het hebben van een dempingsschakelaar 331 en een oproep-ontvangende schakelaar 332 worden verkregen zonder geld te hoeven verspillen aan het kopen van een gloednieuwe oortelefoon-microfoonset.

15 In de figuren 3A en 3B zijn zowel dempingsschakelaar 331 als oproep-ontvangende schakelaar 332 aanwezig in de adapter 300. In de prakijk kan het zijn dat slechts één van de twee schakelaars nodig is. In dat geval kan een adapter die slechts een dempingsschakelaar 331 heeft of een adapter die slechts een oproep-ontvangende schakelaar 332 20 heeft worden ontworpen. Als bijvoorbeeld alleen de dempingsschakelaar 331 nodig is, kan de oproep-ontvangende schakelaar 332 worden weggelaten en kan dan een nullast-toestand worden gehandhaafd tussen aansluitklem 313 en 31^ van de contactpen 310. Als, ter alternatief, alleen de oproep-ontvangende schakelaar 332 nodig is, kan de dempings-25 schakelaar 331 worden vervangen door directe bedrading zodat het contactpunt 3^1 van het contactvoetje 3^0 direct is verbonden met de aansluitklem 331 van de contactpen 310.

Figuur ^A is een schets van een oortelefoon-microfoonset, een adapter, en een mobiel telefoonsysteem overeenkomstig de tweede voor-30 keursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Figuur 4B is een schakelschema dat de elektrische verbinding binnen de adapter toont en de bijbehorende contactpen van de oortelefoon-microfoonset zoals getoond in figuur ^A.

Zoals getoond in de figuren ^A en wordt de adapter ^00 ge-35 bruikt voor de verbinding van de oortelefoon-microfoonset 100 met een mobiele telefoon 30, zodat de oortelefoon-microfoon zowel ontvangende als dempende functies heeft. De oortelefoon-microfoonset 100 omvat een oortelefoon 120, een microfoon 130 en een contactpen 110. De contact- *01 14 38’ « 11 pen 110 heeft drie aansluitklemmen waaronder aansluitklemmen 111, 112 en 113· De twee einden van de microfoon 130 zijn verbonden met de respectieve aansluitklemmen 111 en 113 van de contactpen 110, terwijl de twee einden van de oortelefoon 120 zijn verbonden met de respectie-5 ve aansluitklemmen 112 en 113 van de contactpen 110.

De adapter 400 omvat een contactpen 410, een dempingsschakelaar 431, een oproep-ontvangende schakelaar 432, een beveilingselement 435 en een contactvoetje 440. De contactpen 410 heeft aansluitklemmen 411, 412 en 413 voor de verbinding met een drie-aansluitklemmen-contact- 10 voetje 33 van de mobiele telefoon 30. De mobiele telefoon 30 is een ander type telefoon dat in staat is de oproep-ontvangende toestand van een gebruiker te detecteren en vast te stellen of de gebruiker daadwerkelijk wel of niet de inkomende oproep heeft opgenomen. De werkwijze van het detecteren van inkomende oproepen zal hieronder uiteen 15 worden gezet samen met de werking van de oproep-ontvangende schakelaar 432.

Het contactvoetje 440 heeft drie contactpunten, namelijk contactpunten 441, 442 en 443. Het contactvoetje 440 is gemaakt voor het opnemen van de contactpen 110. Wanneer de contactpen 110 in het con-20 tactvoetje 440 is gestoken, zijn verscheidene contactpunten van het contactvoetje 440 in contact met de corresponderende aansluitklemmen van de contactpen 110. Met andere woorden, contactpunt 441 is in contact met de aansluitklem 111, het contactpunt 442 is in contact met de aansluitklem 112, en het contactpunt 443 is in contact met de aan-25 sluitklem 113·

Het contactpunt 44l van het contactvoetje 440 is verbonden met de aansluitklem 411 van de contactpen 410 door middel van de dempingsschakelaar 431. Aan de andere kant is het contactpunt 442 van het contactvoetje 440 direct verbonden met de aansluitklem 412 van de 30 contactpen 410. Het contactpunt 443 van het contactvoetje 440 is ook direct verbonden met de aansluitklem 413 van de contactpen 410. De oproep-ontvangende schakelaar 432 is echter verbonden tussen aansluitklem 44l en aansluitklem 443 van het contactvoetje 440. Verder is ook een beveiligingselement 435 parallel geïnstalleerd tussen aansluitklem 35 441 en aansluitklem 443 van het contactvoetje 440. Het beveiligings element 435 is een inrichting voor het verhinderen van eventuele schade aan interne schakelingen van de mobiele telefoon 30 wanneer een spanningsstoot wordt gegenereerd door de schakelaar 432 om te klappen.

1011438 12

In het algemeen kan het beveiligingselement 432 een Zenerdiode zijn. Wanneer een Zenerdiode wordt gebruikt als het beveiligingselement 432, wordt de positieve aansluitklem van de Zenerdiode verbonden met het contactpunt 44l van het contactvoetje 440. De negatieve aan-5 sluitklem van de Zenerdiode is verbonden met het contactpunt 443 van het contactvoetje 440 omdat het contactpunt 443 gewoonlijk met een aardschakeling is verbonden.

Schakelaar 431 is een dempingsschakelaar. Wanneer de oortelefoon-microfoonset 100 via de adapter 400 met de mobiele telefoon 30 is 10 verbonden, is de dempingsschakelaar 431 eveneens verbonden. Daarom is, steeds wanneer de dempingsschakelaar 431 is gesloten, de microfoon 130 met de mobiele telefoon 30 verbonden. Aan de andere kant is, steeds wanneer de dempingsschakelaar 431 is geopend, de verbinding van de microfoon 130 met de mobiele telefoon verbroken. Derhalve is de ge-15 bruiker vrij om met iemand vlakbij te praten zonder zich zorgen te hoeven maken dat hij wordt afgeluisterd door iemand aan de telefoon. Aangezien de gebruiker normaliter eist dat de dempingsschakelaar ofwel in de open toestand ofwel in de gesloten toestand is, kan de demping-schakelaar 431 een schuifschakelaar zijn. Bijvoorbeeld, zoals getoond 20 in figuur 4b, verbreekt de schakelaar 431 de verbinding met de microfoon wanneer hij in de richting schuift die door de pijl is getoond. Alternatief wordt, wanneer de schakelaar 431 terug schuift in de tegengestelde richting, de verbinding met de microfoon opnieuw tot stand gebracht.

25 De schakelaar 432 is een oproep-ontvangende schakelaar. Steeds wanneer de oortelefoon-microfoonset 100 via de adapter 400 met de mobiele telefoon 30 is verbonden kan de oproep-ontvangende schakelaar 432 kort worden ingedrukt om een inkomende oproep te ontvangen. De twee einden van de oproep-ontvangende schakelaar 432 zijn verbonden 30 met respectief contactpunt 441 en contactpunt 443 van het contactvoet-je 440. Met andere woorden, de oproep-ontvangende schakelaar 432 is parallel met de microfoon 130 verbonden. Wanneer de microfoon 130 externe audiosignalen ontvangt, is de reactantie-variatie aan zijn twee aansluitklemmen tamelijk klein.

35 De oproep-ontvangende schakelaar 432 dwingt de twee aansluitklem men echter in een kortsluitings- of een nullasttoestand. Met andere woorden, wanneer de oproep-ontvangende schakelaar wordt omgeklapt, verandert de reactantie tussen de twee aansluitklemmen van nul tot 1011438 ( 13 oneindig of vice versa. Derhalve is, door het detecteren van de verandering in potentiaal aan deze twee einden, de mobiele telefoon 30 in staat te detecteren of de gebruiker de oproep-ontvangende schakelaar 432 wel of niet heeft omgeklapt. Bovendien is, door het parallel ver-5 binden van de oproep-ontvangende schakelaar 432 en de microfoon, de bovengenoemde mobiele telefoon 20 die een vier-aansluitklemmen-con-tactvoetje heeft niet noodzakelijk. Een mobiele telefoon die slechts een drie-aansluitklemmen-contactvoetje heeft is eveneens mogelijk.

Daarom kan een contactpen 410 die slechts drie aansluitklemmen heeft 10 in deze uitvoeringsvorm worden gebruikt. Aangezien de mobiele telefoon 30 interne schakelingen heeft voor het detecteren van de overgang van toestanden tussen aansluitklem 313 en aansluitklem 314 van de contactpen 3IO, kan een drukknopschakelaar worden gebruikt. Wanneer de knop van de schakelaar 332 wordt ingedrukt, geleidt de schakelaar. Aan de 15 andere kant begint, wanneer de knop wordt losgelaten, de nullast weer.

Aangezien de adapter 400 kan fungeren als een koppeling tussen een oortelefoon-microfoonset 100 en een drie-aansluitklem-contactvoet-je van de mobiele telefoon 30, kan elke willekeurige oudere versie van een oortelefoon-microfoonset nog steeds worden gebruikt. Daarom kan 20 het gemak van het hebben van een dempingsschakelaar 431 en een oproep-ontvangende schakelaar 432 worden verkregen zonder geld te hoeven verspillen aan het kopen van een gloednieuwe oortelefoon-microfoonset.

In de figuren 4A en 4B zijn zowel dempingsschakelaar 431 als oproep-ontvangende schakelaar 432 aanwezig in de adapter 400. In de 25 prakijk kan het zijn dat slechts één van de twee schakelaars nodig is.

In dat geval kan een adapter die slechts een dempingsschakelaar 431 heeft of een adapter die slechts een oproep-ontvangende schakelaar 432 heeft worden ontworpen. Als bijvoorbeeld alleen de dempingsschakelaar 431 nodig is, kan de oproep-ontvangende schakelaar 432 worden weggela-30 ten. Als, ter alternatief, alleen de oproep-ontvangende schakelaar 432 nodig is, kan de dempingsschakelaar 431 worden vervangen door directe bedrading zodat het contactpunt 441 van het contactvoetje 440 direct is verbonden met de aansluitklem 4ll van de contactpen 410.

Samenvattend heeft de adapter van de onderhavige uitvinding in 35 combinatie met een conventionele oortelefoon-microfoonset de volgende voordelen: 1. Een dempingsfunctie is verschaft zodat de microfoon kan worden uitgeschakeld wanneer de dempingsschakelaar wordt omgeklapt. Daardoor 1011438 » in kunnen gebruikers vrij met een ander persoon praten zonder dat ze zich zorgen hoeven te maken dat ze worden afgeluisterd door iemand aan de telefoonlijn.

2. Een oude oortelefoon-microfoonset kan worden gebruikt door een 5 oude set in de adapter te steken. Het is niet nodig om een nieuwe oortelefoon-microfoonset aan te schaffen, waardoor geld en hulpmiddelen worden bespaard.

Het zal de vakman duidelijk zijn dat verscheidene modificaties en variaties ten opzichte van de structuur van de onderhavige uitvinding 10 bewerkstelligd kunnen worden zonder af te wijken van de reikwijdte of geest van de uitvinding. Met het oog op het voorafgaande is het de bedoeling dat de onderhavige uitvinding modificaties en varaiaties van de onderhavige uitvinding dekt mits ze binnen de reikwijdte van de volgende conclusies en hun equivalenten vallen.

1011438

Claims

1. Adapter voor het koppelen van een oortelefoon-microfoonset met een mobiele telefoon, waarbij de oortelefoon-microfoonset een oortele-5 foon, een microfoon en een eerste contactpen omvat, zodanig, dat de eerste contactpen een eerste aansluitklem, een tweede aansluitklem en een derde aansluitklem omvat, waarbij één einde van de microfoon is verbonden met de eerste aansluitklem van de eerste contactpen terwijl het andere einde van de microfoon is verbonden met de derde aansluit-10 klem van de eerste contactpen, en één einde van de oortelefoon is verbonden met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen terwijl het andere einde van de oortelefoon is verbonden met de derde aansluitklem van de eerste contactpen, waarbij de adapter omvat: een tweede contactpen die een eerste aansluitklem, een tweede 15 aansluitklem, een derde aansluitklem en een vierde aansluitklem heeft voor de verbinding met de mobiele telefoon; een contactvoetje dat een eerste contactpunt, een tweede contactpunt en een derde contactpunt heeft, waarbij het tweede contactpunt is verbonden met de tweede aansluitklem van de tweede contactpen, waarbij 20 het derde contactpunt is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen, en het contactvoetje wordt gebruikt voor het opnemen van de eerste contactpen van de oortelefoon-microfoonset zodat, wanneer de eerste contactpen in het contactvoetje wordt gestoken, het eerste contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de eerste 25 aansluitklem van de eerste contactpen, het tweede contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen, en het derde contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de derde aansluitklem van de eerste contactpen; een dempingsschakelaar waarvan één einde is verbonden met de 30 eerste aansluitklem van de tweede contactpen terwijl het andere einde is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje, zodat, wanneer de oortelefoon-microfoonset via de adapter met de mobiele telefoon wordt verbonden, door het sluiten van de dempingsschakelaar de microfoon met de mobiele telefoon wordt verbonden terwijl door het 35 openen van de dempingsschakelaar de verbinding van de microfoon met de telefoon wordt verbroken; en een oproep-ontvangende schakelaar waarvan één einde is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen terwijl het andere 1011438 einde is verbonden met de vierde aansluitklem van de tweede contact-pen, zodat, wanneer de oortelefoon-microfoonset via de adapter met de mobiele telefoon is verbonden, het activeren van de oproep-ontvangende schakelaar het een gebruiker korte tijd mogelijk maakt een inkomende 5 oproep te ontvangen.

2. Adapter volgens conclusie 1, waarbij de dempingsschakelaar een schuifschakelaar omvat zodat een verbinding tot stand wordt gebracht wanneer de schuifschakelaar zijdelings in een eerste richting wordt bewogen, en de verbinding wordt verbroken wanneer de schuifschakelaar 10 terug naar zijn originele positie wordt bewogen.

3· Adapter volgens conclusie 1, waarbij de oproep-ontvangende schakelaar een drukknopschakelaar omvat zodat een verbinding tot stand wordt gebracht wanneer de knop wordt ingedrukt, en de verbinding wordt verbroken wanneer de knop wordt losgelaten.

4. Adapter voor het koppelen van een oortelefoon-microfoonset met een mobiele telefoon, waarbij de oortelefoon-microfoonset een oortele-foon, een microfoon en een eerste contactpen omvat, waarbij de eerste contactpen een eerste aansluitklem, een tweede aansluitklem en een derde aansluitklem omvat, waarbij één einde van de microfoon is ver-20 bonden met de eerste aansluitklem van de eerste contactpen, terwijl het andere einde van de microfoon is verbonden met de derde aansluitklem van de eerste contactpen, en één einde van de oortelefoon is verbonden met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen terwijl het andere einde van de oortelefoon is verbonden met de derde aan-25 sluitklem van de eerste contactpen, waarbij de adapter omvat: een tweede contactpen die een eerste aansluitklem, een tweede aansluitklem, en een derde aansluitklem heeft voor de verbinding met de mobiele telefoon; een contactvoetje dat een eerste contactpunt, een tweede contact-30 punt en een derde contactpunt heeft, zodanig dat het tweede contactpunt is verbonden met de tweede aansluitklem van de tweede contactpen, het derde contactpunt is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen, en dat het contactvoetje wordt gebruikt voor het opnemen van de eerste contactpen van de oortelefoon-microfoonset zo-35 dat, wanneer de eerste contactpen in het contactvoetje wordt gestoken, het eerste contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de eerste aansluitklem van de eerste contactpen, het tweede contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de tweede aansluitklem van de 1011438 » eerste contactpen, en het derde contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de derde aansluitklem van de eerste contactpen; een dempingsschakelaar waarvan één einde is verbonden met de eerste aansluitklem van de tweede contactpen terwijl het andere einde 5 is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje, en wanneer de oortelefoon-microfoonset via de adapter met de mobiele telefoon wordt verbonden, door het sluiten van de dempingsschakelaar de microfoon met de mobiele telefoon wordt verbonden terwijl door het openen van de dempingsschakelaar de verbinding van de microfoon met de 10 telefoon wordt verbroken; en een oproep-ontvangende schakelaar waarvan één einde is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje terwijl het andere einde is verbonden met het derde contactpunt van het contactvoetje, en inkomende oproepen kunnen worden ontvangen door de oproep-ontvangende 15 schakelaar kort in te schakelen.

5. Adapter volgens conclusie 4, waarbij de adapter verder een beveiligingselement omvat waarvan één einde is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje terwijl het andere einde is verbonden met het derde contactpunt van het contactvoetje om zo even- 20 tuele schade aan de interne schakeling van de mobiele telefoon als gevolg van spanningsstoten te verhinderen.

6. Adapter volgens conclusie 5. waarbij het beveiligingselement een Zenerdiode omvat, waarvan de positieve aansluitklem is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje en waarvan de nega- 25 tieve aansluitklem is verbonden met het derde contactpunt van het contactvoetje.

7. Adapter volgens conclusie 4, waarbij de dempingsschakelaar een schuifschakelaar omvat zodat een verbinding tot stand wordt gebracht wanneer de schuifschakelaar zijdelings in een eerste richting wordt 30 bewogen, en de verbinding wordt verbroken wanneer de schuifschakelaar terug naar zijn originele positie wordt bewogen.

8. Adapter volgens conclusie k, waarbij de oproep-ontvangende schakelaar een drukknopschakelaar omvat zodat een verbinding tot stand wordt gebracht wanneer de knop wordt ingedrukt, en de verbinding wordt 35 verbroken wanneer de knop wordt losgelaten.

9. Adapter voor het koppelen van een oortelefoon-microfoonset met een mobiele telefoon, waarbij de oortelefoon-microfoonset een oortele-foon, een microfoon en een eerste contactpen omvat, zodanig, dat de 101 1438 9 eerste contactpen een eerste aansluitklem, een tweede aansluitklem en een derde aansluitklem omvat, waarbij één einde van de microfoon is verbonden met de eerste aansluitklem van de eerste contactpen terwijl het andere einde van de microfoon is verbonden met de derde aansluit-5 klem van de eerste contactpen, en één einde van de oortelefoon is verbonden met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen terwijl het andere einde van de oortelefoon is verbonden met de derde aansluitklem van de eerste contactpen, waarbij de adapter omvat: een tweede contactpen die een eerste aansluitklem, een tweede 10 aansluitklem, een derde aansluitklem en een vierde aansluitklem heeft voor de verbinding met de mobiele telefoon; een contactvoetje dat een eerste contactpunt, een tweede contactpunt en een derde contactpunt heeft, zodanig, dat het tweede contactpunt is verbonden met de tweede aansluitklem van de tweede contactpen, 15 het derde contactpunt is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen, en het contactvoetje wordt gebruikt voor het ontvangen van de eerste contactpen van de oortelefoon-microfoonset zodat, wanneer de eerste contactpen in het contactvoetje wordt gestoken, het eerste contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de eerste 20 aansluitklem van de eerste contactpen, het tweede contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen, en het derde contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de derde aansluitklem van de eerste contactpen; en een dempingsschakelaar waarvan één einde is verbonden met de 25 eerste aansluitklem van de tweede contactpen terwijl het andere einde is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje, en wanneer de oortelefoon-microfoonset via de adapter met de mobiele telefoon wordt verbonden, door het sluiten van de dempingsschakelaar de microfoon met de mobiele telefoon wordt verbonden terwijl door het 30 openen van de dempingsschakelaar de verbinding van de microfoon met de telefoon wordt verbroken.

10. Adapter volgens conclusie 9. waarbij de dempingsschakelaar een schuifschakelaar omvat zodat een verbinding tot stand wordt gebracht wanneer de schuifschakelaar zijdelings in een eerste richting 35 wordt bewogen, en de verbinding wordt verbroken wanneer de schuifschakelaar terug naar zijn originele positie wordt bewogen.

11. Adapter voor het koppelen van een oortelefoon-microfoonset met een mobiele telefoon, waarbij de oortelefoon-microfoonset een 1011438 oortelefoon, een microfoon en een eerste contactpen omvat, zodanig dat de eerste contactpen een eerste aansluitklem, een tweede aansluitklem en een derde aansluitklem omvat, waarbij één einde van de microfoon is verbonden met de eerste aansluitklem van de eerste contactpen terwijl 5 het andere einde van de microfoon is verbonden met de derde aansluitklem van de eerste contactpen, en één einde van de oortelefoon is verbonden met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen terwijl het andere einde van de oortelefoon is verbonden met de derde aansluitklem van de eerste contactpen, waarbij de adapter omvat: 10 een tweede contactpen die een eerste aansluitklem, een tweede aansluitklem, een derde aansluitklem en een vierde aansluitklem heeft voor de verbinding met de mobiele telefoon; een contactvoetje dat een eerste contactpunt, een tweede contactpunt en een derde contactpunt heeft, zodanig dat het tweede contact-15 punt is verbonden met de tweede aansluitklem van de tweede contactpen, het derde contactpunt is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen, en het contactvoetje wordt gebruikt voor het ontvangen van de eerste contactpen van de oortelefoon-microfoonset zodat, wanneer de eerste contactpen in het contactvoetje wordt gestoken, het 20 eerste contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de eerste aansluitklem van de eerste contactpen, het tweede contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen, en het derde contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de derde aansluitklem van de eerste contactpen; en 25 een oproep-ontvangende schakelaar waarvan één einde is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen terwijl het andere einde is verbonden met de vierde aansluitklem van de tweede contactpen, en waarbij, wanneer de oortelefoon-microfoonset via de adapter met de mobiele telefoon is verbonden, het activeren van de oproep-30 ontvangende schakelaar het een gebruiker korte tijd mogelijk maakt een inkomende oproep te ontvangen.

12. Adapter volgens conclusie 11, waarbij de oproep-ontvangende schakelaar een drukknopschakelaar omvat zodat een verbinding tot stand wordt gebracht wanneer de knop wordt ingedrukt, en de verbinding wordt 35 verbroken wanneer de knop wordt losgelaten.

13. Adapter voor het koppelen van een oortelefoon-microfoonset met een mobiele telefoon, waarbij de oortelefoon-microfoonset een oortelefoon, een microfoon en een eerste contactpen omvat, zodanig dat 1011438 » de eerste contactpen een eerste aansluitklem, een tweede aansluitklera en een derde aansluitklem omvat, waarbij één einde van de microfoon is verbonden met de eerste aansluitklem van de eerste contactpen terwijl het andere einde van de microfoon is verbonden met de derde aansluit-5 klem van de eerste contactpen, en één einde van de oortelefoon is verbonden met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen terwijl het andere einde van de oortelefoon is verbonden met de derde aansluitklem van de eerste contactpen, waarbij de adapter omvat: een tweede contactpen die een eerste aansluitklem, een tweede 10 aansluitklem, en een derde aansluitklem heeft voor de verbinding met de mobiele telefoon; een contactvoetje dat een eerste contactpunt, een tweede contactpunt en een derde contactpunt heeft, zodanig dat het tweede contactpunt is verbonden met de tweede aansluitklem van de tweede contactpen, 15 waarbij het derde contactpunt is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen, en het contactvoetje wordt gebruikt voor het opnemen van de eerste contactpen van de oortelefoon-microfoonset zodat, wanneer de eerste contactpen in het contactvoetje wordt gestoken, het eerste contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de 20 eerste aansluitklem van de eerste contactpen, het tweede contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen, en het derde contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de derde aansluitklem van de eerste contactpen; een dempingsschakelaar waarvan één einde is verbonden met de 25 eerste aansluitklem van de tweede contactpen terwijl het andere einde is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje, en wanneer de oortelefoon-microfoonset via de adapter met de mobiele telefoon wordt verbonden, door het sluiten van de dempingsschakelaar de microfoon met de mobiele telefoon wordt verbonden terwijl door het 30 openen van de dempingsschakelaar de verbinding van de microfoon met de telefoon wordt verbroken.

14. Adapter volgens conclusie 13, waarbij de dempingsschakelaar een schuifschakelaar omvat zodat een verbinding tot stand wordt gebracht wanneer de schuifschakelaar zijdelings in een eerste richting 35 wordt bewogen, en de verbinding wordt verbroken wanneer de schuifschakelaar terug naar zijn originele positie wordt bewogen.

15. Adapter voor het koppelen van een oortelefoon-microfoonset met een mobiele telefoon, waarbij de oortelefoon-microfoonset een 1011438 « oortelefoon, een microfoon en een eerste contactpen omvat, zodanig dat de eerste contactpen een eerste aansluitklem, een tweede aansluitklem en een derde aansluitklem omvat, waarbij één einde van de microfoon is verbonden met de eerste aansluitklem van de eerste contactpen terwijl 5 het andere einde van de microfoon is verbonden met de derde aansluit-klera van de eerste contactpen, en één einde van de oortelefoon is verbonden met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen terwijl het andere einde van de oortelefoon is verbonden met de derde aansluitklem van de eerste contactpen, waarbij de adapter omvat: 10 een tweede contactpen die een eerste aansluitklem, een tweede aansluitklem, en een derde aansluitklem heeft voor de verbinding met de mobiele telefoon; een contactvoetje dat een eerste contactpunt, een tweede contactpunt en een derde contactpunt heeft, zodanig dat het tweede contact-15 punt is verbonden met de tweede aansluitklem van de tweede contactpen, het derde contactpunt is verbonden met de derde aansluitklem van de tweede contactpen, en het contactvoetje wordt gebruikt voor het opnemen van de eerste contactpen van de oortelefoon-microfoonset zodat, wanneer de eerste contactpen in het contactvoetje wordt gestoken, het 20 eerste contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de eerste aansluitklem van de eerste contactpen, het tweede contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de tweede aansluitklem van de eerste contactpen, en het derde contactpunt van het contactvoetje contact maakt met de derde aansluitklem van de eerste contactpen; en 25 een oproep-ontvangende schakelaar waarvan één einde is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje terwijl het andere einde is verbonden met het derde contactpunt van het contactvoetje, en een inkomende oproep kan worden ontvangen door kort de oproep-ontvangende schakelaar in te schakelen.

16. Adapter volgens conclusie 15, waarbij de adapter verder een beveiligingselement omvat waarvan één einde is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje terwijl het andere einde is verbonden met het derde contactpunt van het contactvoetje om zo eventuele schade aan de interne schakeling van de mobiele telefoon als 35 gevolg van spanningsstoten te verhinderen.

17. Adapter volgens conclusie 16, waarbij het beveiligingselement een Zenerdiode omvat, waarvan de positieve aansluitklem is verbonden met het eerste contactpunt van het contactvoetje en waarvan de nega- 1011438 tieve aansluitklem is verbonden met het derde contactpunt van het contactvoetje. l8. Adapter volgens conclusie 15. waarbij de oproep-ontvangende schakelaar een drukknopschakelaar omvat zodat een verbinding tot stand 5 wordt gebracht wanneer de knop wordt ingedrukt, en de verbinding wordt verbroken wanneer de knop wordt losgelaten. ****** 1011438