NL1011101C2 - Honingraat paneel. - Google Patents

Description

-1 -

HONINGRAAT PANEEL

De uitvinding heeft betrekking op uittrekbare en samenvouwbare honingraat pa-5 nelen waarbij ten minste een van de langwerpige buisvormige cellen waaruit het samenvouwbare honingraatpaneel bestaat zelf meercellig is.

Het is bekend dat celpanelen uitstekende afschermingen zijn voor bouwkundige openingen. Bij voorbeeld, het Amerikaanse octrooischrift US 5.482.750 beschrijft een meercellig honingraat isolatiepaneel. Een ander tvpe samenvouwbaar celpaneel wordt 10 beschreven in het Amerikaanse octrooischrift US 4.603.072, welke publicatie hierbij als referentie wordt ingevoegd. Weer een ander type honingraat isolatiepaneel wordt beschreven in de Amerikaanse octrooischriften US 4.795.515 en 4.871.006. In de '515 en '006 octrooischriften verbindt een veelvoud hechtstroken twee vellen textiel langs met elkaar corresponderende vouwlijnen die in elk van de twee stroken gevormd 15 zijn. Het Amerikaanse octrooischrift US 5.228.936 beschrijft weer een ander isolerend paneel waarbij een strook naast elkaar liggende vellen textiel met elkaar verbindt.

Er zijn diverse machines bekend die celpanelen met grote snelheid kunnen vervaardigen. Het Amerikaanse octrooischrift US 4.450.027 bij voorbeeld, welke publicatie hierbij als referentie wordt ingevoegd, beschrijft een machine voor de vervaardiging 20 van celpanelen. Het gerelateerde Amerikaanse octrooi no. 4.631.108 welke publicatie hierbij wordt ingevoegd als referentie, is verleend op een "continuation-in-part" van de aanvrage die uiteindelijk verleend is als het '027 octrooi.

Tot nu toe zijn honingraatcelpanelen vervaardigd waarbij een veelvoud cellen naast elkaar geplaatst zijn, zodat licht of warmte in een lijn, loodrecht op het paneel, 25 meer dan één cel moet passeren om door het paneel te gaan. Een dergelijk paneel wordt beschreven in bovengenoemd '750 octrooi. Deze panelen hebben uitstekende isolerende eigenschappen maar kunnen tamelijk dik zijn.

Het paneel volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat elk van de cellen voorzien is van een inwendige buisvormige cel, ten minste gedeeltelijk ingebed in een uit-30 wendige buisvormige cel, de omsloten buisvormige celeenheden worden bovenop el- 1011101 -2- kaar, onderling bevestigd, elk van de omsloten buisvormige celeenheden heeft een voorzijde en een achterzijde, en elk van de omsloten buisvormige celeenheden bestaat uit tenminste een enkele strook vouwbaar en plooibaar materiaal, en dat ten minste een van de respectievelijke voorzijde en achterzijde van elk van de omsloten buisvormi-5 ge celeenheden een veelvoud lagen van het materiaal omvat.

Met de constructie volgens de uitvinding zal licht of warmte meer dan één buisvormige cel tegen komen als het het paneel loodrecht passeert, maar de dikte van het paneel is vergelijkbaar met de dikte van een isolerend honingraatpaneel met slechts één enkele buisvormige cel.

10 Voor een beter begrip van de uitvinding wordt onderstaande beschrijving slechts als voorbeeld gegeven en wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen, waarin:

Figuur 1 is een dwarsdoorsnede van een langwerpige buisvormige cel, gebruikt om een honingraatpaneel volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding te vor- 15 men.

Figuur 2 is een dwarsdoorsnede van een veelvoud langwerpige buisvormige cellen volgens figuur 1.

Figuur 3 is een aanzicht in perspectief van een deel van een honingraatpaneel gevormd met langwerpige buisvormige cellen volgens figuur 1.

20 Figuur 4 is een dwarsdoorsnede van een langwerpige buisvormig cel, gebruikt om een honingraatpaneel volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding te maken.

Figuur 5 is een dwarsdoorsnede van een veelvoud langwerpige buisvormige cellen volgens figuur 4.

25 Figuur 6 is een aanzicht in perspectief van een deel van een honingraatpaneel, gemaakt uit langwerpige buisvormige cellen volgens figuur 4.

Figuur 7 is een dwarsdoorsnede van een langwerpige buisvormige cel gebruikt om een honingraatpaneel volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding te maken.

1011101 -3-

Figuur 8 is een dwarsdoorsnede van een veelvoud langwerpige buisvormige cellen volgens figuur 7.

Figuur 9 is een aanzicht in perspectief van een deel van een honingraatpaneel gemaakt van langwerpige buisvormige cellen volgens figuur 7.

5 Figuur 10 is een dwarsdoorsnede van een eerdere langwerpige buisvormige cel, gebruikt om een honingraatpaneel volgens een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding te maken.

Figuur 11 is een dwarsdoorsnede van een veelvoud eerdere langwerpige buisvormige cellen volgens figuur 10.

10 Figuur 12 is een aanzicht in perspectief van een deel van een honingraatpaneel gemaakt uit langwerpige eerdere buisvormige cellen volgens figuur 10.

Figuur 13 is een aanzicht in perspectief van een samenvouwbare afscherming voor een bouwkundige opening, voorzien van een honingraatpaneel gemaakt uit langwerpige, eerdere buisvormige cellen volgens figuur 10.

15 Figuur 14 is een dwarsdoorsnede van een langwerpige buisvormige cel, gebruikt om een honingraatpaneel volgens een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding te maken.

Figuur 15 is een dwarsdoorsnede van een veelvoud langwerpige buisvormige cellen volgens Figuur 14.

20 Figuur 16 is een aanzicht in perspectief van een deel van een honingraatpaneel gevormd met langwerpige buisvormige cellen volgens figuur 15.

Figuur 17 is een dwarsdoorsnede van een langwerpige buisvormige cel, gebruikt om een honingraatpaneel volgens een zesde uitvoering van de uitvinding te maken.

Figuur 18 is een dwarsdoorsnede van een veelvoud langwerpige buisvormige 25 cellen volgens figuur 17, en

Figuur 19 is een aanzicht in perspectief van een deel van een honingraatpaneel gemaakt van langwerpige buisvormige cellen volgens figuur 17.

Verschillende uitvoeringen van een celpaneel 10 worden beschreven welke een veelvoud langwerpige, omsloten buisvormige celeenheden 12 omvatten, elke cel heeft 30 ten minste een wand beschikkend over ten minste twee lagen materiaal. Een voordeel 1011101 -4- van deze uitvinding is dat zij met dezelfde afmetingen als een eencellig product, een betere isolatie verschaft. De meerlaagse wand of wanden volgens de uitvinding geven ook een betere lichtregeling, iets wat nog sterker verbeterd kan worden door gebruik te maken van een verduisteringsmateriaal voor één of meer wandlagen. Een verder voor-5 deel van de beschreven uitvinding is dat de meerlaagse wanden van de beschreven omsloten buisvormige celeenheden een verbeterd plooibehoud laten zien.

Onder verwijzing naar de figuren 1 tot en met 3 wordt een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding beschreven. Figuur 1 is een dwarsdoorsnede van een omsloten buisvormige celeenheid 12 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. In 10 deze uitvoeringsvorm wordt een enkele strook vouwbaar en plooibaar materiaal 14 in zich zelf gevouwen. Het vouwbare en plooibare materiaal 14 kan van plastic, MYLAR®, polyester of een ander dun filmmateriaal zijn dat bij voorkeur in staat is een plooi vast te houden. Een alternatief kan zijn een gebreid, geweven of non-woven materiaal zoals gesponnen polyester. Door de strook materiaal 14 in zichzelf te vouwen, 15 ontstaat een omsloten buisvormige celeenheid 12. Het resultaat, de buisvormige celeenheid 12, heeft een voorzijde 16 en een achterzijde 18.

Het maken van de omsloten buisvormige celeenheid 12 vereist het ondergaan van een reeks vouw- en lijmstappen. In de uitvoering zoals getoond in figuur 1 wordt een eerste stompe vouw 20 gevormd in de strook materiaal 14, dichtbij een eerste 20 vrije einddeel 22 van de strook 14. In deze uitvoering wordt naar het materiaal dat zich tussen de eerste stompe vouw 20 en het eerste vrije einddeel 22 bevindt, verwezen als het eerste deel 24. Beweegt men in figuur 1 met de klok mee, langs het eerste vrije einddeel 22 van het materiaal 14, dan is de eerste scherpe vouw of plooi 26 het volgende deel. Aan de voorzijde 16 van de inwendige buisvomrige cel is de eerste scherpe 25 vouw 26 de belangrijkste grens tussen het eerste deel 24 en het tweede deel 28. Verder in de richting van de klokn bewegend, is, vanaf de eerste scherpe vouw 26 het volgende deel de tweede stompe vouw 30. Een derde stompe vouw 32 komt als volgende en begrenst het tweede deel 28 tussen de tweede stompte vouw 30 en de derde stompe vouw 32. Deze derde stompe vouw 32 van de inwendige buisvormige cel 1011101 -5- omvat tevens de derde stompe vouw 32' van de uitwendige buisvormige cel welke onderstaand verder beschreven wordt.

Verder het materiaal 14 in de richting van de klok volgend vanaf de derde stompe vouw 32 (of 32') volgt vervolgens de tweede scherpe vouw of vouw 34. Deze 5 tweede scherpe vouw of plooi 34 van de inwendige buisvormige cel omvat tevens de tweede scherpe vouw of plooi 34' van de uitwendige buisvormige cel zoals onderstaand verder beschreven. Aan de achterzijde is de tweede scherpe vouw 34 (of 34') de belangrijkste grens tussen het tweede deel 28 van de inwendige buisvormige cel en het eerste deel 24' van de uitwendige buisvormige cel. Het materiaal 14 volgend met 10 de klok mee, vanaf de tweede scherpe vouw 34 (of 34'), komt als het volgende onderdeel een vierde stompe vouw 36. Deze vierde stompe vouw 36 van de inwendige buisvormige cel omvat tevens de vierde stompe vouw 36’ van de uitwendige buisvormige cel, zoals verder onderstaand beschreven. De inwendige buisvormige cellen omvatten dus vier stompe vouwen 20, 30, 32, 36 en twee scherpe vouwen 26, 34.

15 De uitwendige buisvormige cel omvat ook vier stompe vouwen 20', 30', 32', 36'en en twee scherpe vouwen 26', 34'. In deze eerste uitvoeringsvorm zijn de derde en vierde stompe vouwen 32, resp. 36 en de tweede scherpe vouw 34 van de inwendige buisvormige cel hetzelfde als de derde en vierde stompe vouwen 32' resp. 36' en de tweede hoofdvouw 34' van de uitwendige buisvormige cel. Dus, in de eerste uit-20 voeringsvorm, zoals het beste te zien is in de figuren 1 en 2, omvat alleen de voorzijde 16 van elke omsloten buisvormige celeenheid 12 meer lagen. In deze uitvoeringsvorm omvat de achterzijde 18 van de twee ingebedde cellen hetzelfde deel van de strook materiaal 14.

De eerste respectievelijk tweede scherpe vouwen 26, 34 (of 26', resp. 34') zijn 25 in hoofdzaak verantwoordelijk voor het celvormig uiterlijk van de uiteindelijke omsloten buisvormige celeenheid 12. Dit geldt voor elke buisvormige cel uit de groep van naburige buisvormige cellen die elke omsloten buisvormige celeenheid 12 omvat. De eerste en tweede scherpe vouwen 26, 34 (of 26', 34') kunnen het eerste deel 24 (of 24') een voorkeurneiging geven naar het tweede deel 28 (of 28') van elke omsloten ce-30 leenheid 12 deel uitmakende buisvormige cel. Hoewel de beschrijving van deze eerste 1011101 - 6 - uitvoering en van de overige uitvoeringen verwijst naar "plooien” of “vouwen” is dit niet vereist voor de onderhavige uitvinding. Plooien of vouwen kunnen gunstig zijn voor bepaald gebruik van de uitvinding en worden in deze beschrijving gebruikt voor illustratieve doeleinden, maar zijn niet vereist en hoeven niet strak of sterk afgebakend 5 te zijn.

In de eerste uitvoering (figuren 1 tot en met 3) is de buitenzijde van het eerste deel 24 van de inwendige buisvormige cel met een lijmkraal 38 bevestigd aan de binnenzijde van het eerste deel 24’van de uitwendige buisvormige cel. Het zal duidelijk zijn dat meer dan één lijmkraal gebruikt kan worden in plaats van de afgebeelde enkele io lijmkraal 38. Het kleefmiddel dat gebruikt wordt om de diverse delen van een omsloten buisvormige celeenheid 12 te hechten kan bijvoorbeeld door warmte geactiveerd worden, of een ander soort kleefmiddel, of dubbelzijdig kleefband. Een aanvaardbaar kleefmiddel is een alifatisch kleefmiddel. De buitenzijde van het tweede deel 28 van de inwendige buisvormige cel wordt, indien bevestigd, bevestigd aan de binnenzijde van 15 het tweede deel 28’ van de uitwendige buisvormige cel door kleefmiddelrupsen 40 en 42.

In de figuren 2 en 3 wordt getoond hoe een honingraatpaneel gevormd wordt door het vastmaken van aangrenzende omsloten buisvormige celeenheden 12, elke celeenheid is gemaakt zoals boven beschreven. Aangrenzende omsloten buisvormige 20 celeenheden 12 worden bevestigd met kleefmiddelrupsen 44 en 45. Wanneer de buitenzijden van aangrenzende omsloten buisvormige celeenheden 12 op deze manier met kleefmiddelrupsen 44 zijn vastgekleefd, ontstaat een isolerend honingraatpaneel 10 met een meerlaagse voorzijde 16 en een enkellaags achterzijde 18.

De afmeting van het resulterende honingraatpaneel 10 is een functie van de 25 dwarsdoorsnede van elke omsloten buisvormige celeenheid 12, het aantal omsloten buisvormige cellen 12 aan elkaar bevestigd om het honingraatpaneel 10 te vormen, en de lengte van elke omsloten buisvormige celeenheid 12 genomen over de langsas. Wanneer het resulterende honingraatpaneel 10 (figuur 3) ontworpen is om verticaal uitgetrokken en samengevouwen te worden, bepaalt de lengte van elke omsloten buis-30 vormige cel eenheid 12 de breedte van het resulterend paneel 10. De hoogte van het 1011101 -7- paneel 10 is een functie van zowel de hoogte van elke omsloten buisvormige celeen-heid 12 (d.w.z. de afstand tussen het eerste deel 24' en het tweede deel 28' van de uitwendige buisvormige cel) en het aantal omsloten buisvormige celeenheden 12, aan elkaar bevestigd om het honingraatpaneel 10 te vormen.

5 Onder verwijzing naar de figuren 4 t/m 6 wordt een tweede uitvoering van de uitvinding beschreven. In deze uitvoering omvat de voorzijde 16 van het uiteindelijke honingraatpaneel 10 drie lagen materiaal, en de achterzijde 18 omvat twee lagen materiaal. In deze uitvoeringsvorm omvat honingraatpaneel 10 omsloten buisvormige celeenheden 12 die elk een groep van drie aangrenzende buisvormige cellen omvatten. 10 Elk lid van de groep omvat vier stompe vouwen, bij voorbeeld 20, 30, 32, 36 en twee scherpe vouwen, bij voorbeeld 26, 34. De tweede scherpe vouw 34" van de uitwendige buisvormige cel omvat ook de scherpe vouw 34' van het tussenliggende buisvormige cel.

In zowel de tweede uitvoering afgebeeld in figuur 4 als in de eerste uitvoering 15 afgebeeld in figuur 1 kan de buitenzijde van het eerste vrije einddeel 22 bevestigd worden aan de binnenzijde van het tweede deel 28 van de inwendige buisvormige cel. Als dit bijvoorbeeld in de eerste uitvoering (figuren 1-3) gedaan wordt, en de buitenzijde van het eerste vrije einddeel 22 zou bevestigd worden aan de binnenzijde van het tweede deel 28 van de inwendige buisvormige cel door een kleefmiddelrups 38, zou-20 den zowel de voorzijde 16 als de achterzijde 18 twee lagen materiaal omvatten die een derde uitvoering vormen (figuren 7-9). Als dit in de tweede uitvoering gedaan zou worden (figuren 4-6) zouden bijvoorbeeld zowel de voorzijde 16 als de achterzijde 18 drie lagen materiaal omvatten.

Na het zien van de uitvoeringen volgens de figuren 1 tot en met 9, kan een des-25 kundige het aantal lagen aan voorzijde 16 en achterzijde 18 aanpassen door het aantal keren en hoe ver de strook materiaal 14 in zichzelf gevouwen wordt, te veranderen. Door bijvoorbeeld het strookmateriaal 14 in een uitvoering zoals afgebeeld in de figuren 4-6 een extra keer in zichzelf te vouwen zou het resulterende celpaneel 10 vier lagen hebben aan de voorzijde 16 en drie lagen aan de achterzijde 18.

1011101 -8- ln de figuren 10 tot en met 13 wordt een vierde uitvoering van de uitvinding beschreven. In de vierde uitvoering worden eerste en tweede stroken materiaal 48 resp. 50 in elkaar gevouwen. De uitvoering van figuur 10 omvat een eerste strook materiaal 48, gevouwen tot een inwendig buisvormig celhalffabrikaat die vervolgens inge-5 bed wordt in een uitwendige buisvormig celhalffabrikaat gevormd uit de tweede strook materiaal 50. Het resultaat, de omsloten buisvormige celeenheid 12 kan alvorens als halffabrikaat vastgekleefd te worden aan een volgende aangrenzende omsloten buisvormige celhalffabrikaateenheid 12 van een honingraatpaneel 10, geopend worden over de eerste en tweede binnenranden (bijv. 52, 56 en 52' en 56') van elke omsloten 10 buisvormige celhalffabrikaat en laat de inwendige van de omsloten buisvormige celeenheid 12 zien, vandaar de toevoeging "halffabrikaat".

In de vierde uitvoering wordt de binnenste cel gevormd uit de eerste strook materiaal 48 en omvat vier stompe vouwen 20, 30, 32, 36 en twee scherpe vouwen 26, 34. Tussen de eerste stompe vouw 20 en de vierde stompe vouw 36 en langs de on-15 derzijde van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat bevindt zich het eerste deel 24. Tussen de tweede stompe vouw 30 en de eerste binnenrand 52 bevindt zich een voorste tweede deel 54. Op gelijke manier bevindt zich tussen de derde stompe vouw 32 en de tweede binnenrand 57 een achterste tweede deel 58. Zoals uit de figuren 10 en 11 duidelijk naar voren komt, benaderen de binnenranden 52, 56 van de voorste en 20 achterste tweede delen 54, resp. 58 elkaar maar overlappen zij elkaar niet in deze uitvoering. De uitwendige buisvormige celhalffabrikaat omvat eveneens vier stompe vouwen 20', 30', 32', 36', en twee scherpe vouwen 26', 35'. Bovendien heeft de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat een voorste tweede deel 54', een achterste tweede deel 58' en eerste en tweede binnenranden 52' resp. 56'.

25 In deze uitvoering wordt de buitenzijde van het eerste deel 24 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat bevestigd aan de binnenzijde van het eerste deel 24' van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat door kleefmiddelrupsen 60, 62. Zoals hiervoor vermeld kan een willekeurig aantal kleefmiddelrupsen gebruikt worden om de twee buisvormige celhalffabrikaten met elkaar te verbinden om als resultaat de omslo-30 ten buisvormige celhalffabrikaateenheid 12 te verkrijgen. De buitenzijde van het voors- 1011101 -9- te tweede deel 54 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat wordt door kleefmid-delrups 64 bevestigd aan de binnenzijde van het voorste tweede deel 54' van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat, naast de eerste binnenranden 52, 52' van de inwendige resp. uitwendige buisvormige celhalffabrikaten. Op gelijke wijze wordt de 5 buitenzijde van het achterste tweede deel 58 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat bevestigd door kleefmiddelrups 66 aan de binnenzijde van het achterste tweede deel 58' van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat naast de tweede binnenranden 56, 56' van de inwendige en uitwendige buisvormige celhalffabrikaten. In de vierde uitvoering omvatten daarom zowel de voorzijde 16 als de achterzijde 18 van de uitein-10 delijke omsloten buisvormige celhalffabrikaateenehid 12 twee lagen materiaal.

Onder verwijzing naar de figuren 11 en 12 wordt een honingraatpaneel 10 gemaakt door het aan elkaar vastmaken van een veelvoud omsloten buisvormige celhalffabrikaten 12. In deze uitvoering worden kleefmiddelrupsen 44, 46 aangebracht op de buitenzijde van het voorste tweede deel 54 en het achterste tweede deel 58' van de 15 uitwendige buisvormige celhalffabrikaten van elke omsloten buisvormige celeenheid 12 om bevestigd te kunnen worden teneinde een honingraatpaneel 10 te maken. Vervolgens worden twee aangrenzende omsloten buisvormige celhalffabrikaateenheden 12 boven op elkaar uitgelijnd en samengedrukt zodat de kleefmiddelrupsen 44, 45 op de eerste en tweede delen 54', 58' van één omsloten buisvormige celhalffabrikaat-20 eenheid 12 vastkleven aan de buitenzijde van het eerste deel 24' van een eerstvolgende omsloten buisvormige celhalffabrikaateenheid 12. Nadat zo een stapel omsloten buisvormige celhalffabrikaateenheden 12 op deze manier aan elkaar zijn bevestigd met als resultaat een isolerend honingraatpaneel 10 van de gewenste afmeting, kan een stijve bovenlat 68 (figuur 13} vastgekleefd worden op de bovenste buisvormige cel, 25 en een stijve onderlat 70 kan vastgekleefd worden aan de onderste buisvormige cel. Figuur 13 toont een complete samenvouwbare afscherming 88, klaar om te worden bevestigd vóór een bouwkundige opening.

Onder verwijzing naar de figuren 14 tot 16 wordt een vijfde uitvoering beschreven. Deze uitvoering lijkt sterk op de zojuist beschreven vierde uitvoering. In de vijfde 30 uitvoering grenzen echter het eerste deel 24 van de inwendige buisvormige celhalffa- 1011101 - 10- brikaat aan de voorste en achterste delen 54'en 58' van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat. Op gelijke wijze grenzen de voorste en achterste tweede delen 54, 58 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaten aan het eerste deel 24' van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat. Met andere worden, de inwendige buisvormige cel-5 halffabrikaat wordt 180° over zijn langsas gedraaid ten opzichte van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat. Dit verschilt van de vierde uitvoeringsvorm afgebeeld in figuren 10-13, waarin het eerste deel 24 van een aangrenzend groepslid wordt bevestigd aan het eerste deel 24'van een eerstvolgend groepselement. Uit figuur 14 is duidelijk dat in de vijfde uitvoering de binnenzijde van het voorste tweede deel 54' van de 10 uitwendige buisvormige celhalffabrikaat door kleefmiddelrups 64 wordt bevestigd aan de buitenzijde van het eerste deel 24 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat naast de eerste stompe vouw 20 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat en grenzend aan de eerste binnenrand 52' van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat. Op dezelfde manier wordt de binnenzijde van het achterste tweede deel 58' van de 15 uitwendige buisvormige celhalffabrikaat door kleefmiddelrups 66 bevestigd aan de buitenzijde van het eerste deel 24 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat naast de vierde stompe vouw 36 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat en naast de tweede binnenrand 56' van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat.

Het onderste deel van figuur 14 toont dat de buitenzijde van het voorste tweede 20 deel 54 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat is bevestigd door een kleefmiddelrups 62 aan de binnenzijde van het eerste deel 24' van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat. Kleefmiddelrups 60 bevindt zich naast de eerste binnenrand 52 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat, en kleefmiddelrups 62 bevindt zich naast de tweed binnenrand 56 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat.

25 In de figuren 17 tot en met 19 wordt een zesde uitvoering van de uitvinding be schreven. In deze zesde uitvoering omvat de groep naburige buisvormige halffabrikaat cellen, een omsloten buisvormige celhalffabrikaateenheid 12 bestaande uit uit drie delen: een inwendige buisvormige celhalffabrikaat, een tussenliggend buisvormig celhalffabrikaat en een uitwendig buisvormige celhalffabrikaat. Gelijkaardig als bij de naburi-30 ge groepsleden in de vijfde uitvoering volgens de figuren 14 tot en met 16 zijn de na- 1011101 - 11 - burige groepsleden uit de zesde uitvoering niet elk ten opzichte van hun langsas in dezelfde richting uitgelijnd. Bijvoorbeeld, de inwendige buisvormige celhalffabrikaat is met zijn voorste en achterste tweede delen 54, 58 gericht naar het naburige eerste deel 24' van het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat. De voorste en achterste tweede 5 delen 54" en 58" van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat grenzen aan het eerste deel 24' van het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat. Dus, net als bij de vijfde uitvoering, wordt elke buisvormige celhalffabrikaat in een omsloten buisvormige celeenheid 12 in de zesde uitvoering 180° gedraaid over de langsas ten opzichte van de eerstvolgende naburige cel of cellen binnen dezelfde groep van naburige buisvormi-10 ge celhalffabrikaten die een enkele omsloten buisvormige celeenheid 12 omvatten.

Onder verwijzing naar figuur 17 wordt de opbouw van de uit drie elementen bestaande, omsloten buisvormige celeenheid 12 van de zesde uitvoering besproken. De inwendige buisvormige celhalffabrikaat wordt bevestigd aan het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat. Het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat wordt zowel 15 aan de inwendige buisvormige celhalffabrikaat als aan de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat bevestigd. In de zesde uitvoering wordt de inwendige buisvormige celhalffabrikaat bevestigd aan het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat door vier kleefmiddelrupsen 72, 74, 76, 78. Kleefmiddelrups 72 kleeft de buitenzijde van het voorste tweede deel 54 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat aan de binnen-20 zijde van het eerste deel 24' van het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat. Op dezelfde manier kleeft kleefmiddelrups 74 de buitenzijde van het achterste tweede deel 58 van de inwendige buisvormige conceptcel aan de binnenzijde van het eerste deel 24' van het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat. Kleefmiddelrups 76 kleeft de buitenzijde van het eerste deel 24 van de inwendige buisvormige conceptcel aan de 25 binnenzijde van het voorste tweede deel 54' van het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat naast de eerste binnenrand 52' van het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat. Kleefmiddelrups 78 kleeft de buitenzijde van het eerste deel 24 van de inwendige buisvormige celhalffabrikaat aan de binnenzijde van het achterste tweede deel 58' van het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat naast de tweede binnen-30 rand 56' van het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat.

l 0 11 1 0 1 3; -12-

De combinatie van inwendig buisvormig celhalffabrikaat en het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat wordt vervolgens bevestigd aan de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat door kleefmiddelrupsen 80, 82, 84, 86. Kleefmiddelrups 80 kleeft de buitenzijde van het eerste deel 24' van het tussenliggende buisvormige celhalffabri-5 kaat aan de binnenzijde van het voorste tweede deel 54" van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat. Op dezelfde wijze kleeft kleefmiddelrups 82 de buitenzijde van het eerste deel 24' van het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat aan de binnenzijde van het achterste tweede deel 58" van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat. Kleefmiddelrups 84 kleeft de buitenzijde van het voorste tweede deel 54' van het 10 tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat aan de binnenzijde van het eerste deel 24" van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat. Als laatste kleeft kleefmiddelrups 86 de buitenzijde van het achterste tweede deel 58' van het tussenliggende buisvormige celhalffabrikaat aan de binnenzijde van het eerste deel 24" van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat. De resulterende omsloten buisvormige celeenheid 12 heeft drie 15 lagen materiaal aan zowel voorzijde 16 als achterzijde 18.

In de figuren 18 en 19 wordt een isolerend honingraatpaneel 10 afgebeeld, gemaakt door omsloten buisvormige celeenheden 12 volgens de zesde uitvoering aan elkaar te kleven. Het in figuren 18 en 19 afgebeelde celpaneel 10 wordt gemaakt door aangrenzende omsloten buisvormige celeenheden 12 aan elkaar te kleven met kleef-20 middelrupsen 44, 46. In figuur 18 bijvoorbeeld wordt kleefmiddelrups 44 aangebracht op de buitenzijde van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat van de onderste omsloten celeenheid 12 bij het voorste tweede deel 54". Kleefmiddelrups 46 wordt aangebracht op de buitenzijde van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat van dezelfde omsloten buisvormige celeenheid 12, bij het achterste tweede deel 58" daar-25 van. Wanneer kralen 44 en 46 op hun plaats zijn, wordt vervolgens de buitenzijde van het eerste deel 24" van de uitwendige buisvormige celhalffabrikaat van de bovenste omsloten buisvormige celeenheid 12 uit figuur 18 tegen de kleefmiddelrupsen 44 en 56 van de onderste omsloten buisvormige celeenheid 12 gedrukt. Hoewel slechts twee omsloten buisvormige celeenheden 12 samengevoegd zijn in het isolerend ho-30 ningraatpaneel 10 getoond in de figuren 18 en 19, kan een willekeurige hoeveelheid 1011101 - 13- omsloten buisvormige celeenheden 12 aan elkaar bevestigd worden om een honing-raatpaneel 10 van elke gewenste afmeting te maken.

In de vijfde uitvoering (figuren 14-16) en de zesde uitvoering (figuren 17-19) kan een afzonderlijke omsloten buisvormige celeenheid 12 niet open gemaakt worden 5 om het interieur ervan te tonen, zelfs niet voor het bevestigd wordt aan naastgelegen omsloten buisvormige celeenheden 12 om een isolerend honingraatpaneel 10 te vormen. De afwisselende configuratie van deze uitvoeringen, waarbij de richting van elke buisvormige cel in de omsloten buisvormige celeenheid 12 over zijn langsas 180° ten opzichte van zijn buur of buren gedraaid is, voorkomt dat de omsloten buisvormige 10 celeenheid 12 over een lijn, evenwijdig aan zijn langsas, geopend kan worden. Met andere woorden, in de vijfde en zesde uitvoeringen wordt elke andere buis uit een bepaalde groep aangrenzende omsloten buisvormige cellen 180° om zijn langsas gedraaid. Dit geeft aanvullende structurele integriteit aan elke afzonderlijke omsloten buisvormige celeenheid 12.

15 Hoewel 6 uitvoeringen van deze uitvinding hierboven zijn beschreven, zal het voor de deskundigen duidelijk zijn dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder van de geest of reikwijdte van de uitvinding af te wijken. Bijvoorbeeld, de enkele strook materiaal 14, die in zichzelf gerold is om de omsloten buisvormige celeenheden 12 van de eerste, tweede en derde uitvoeringen te maken, kan een willekeurig 20 aantal malen in zichzelf gerold zijn om de gewenste lichtblokkering- of isolatie-eigenschappen te verschaffen. Op gelijke wijze kan het aantal buisvormige cellen in een groep naburige buisvormige cellen beschikkend over een omsloten buisvormige celeenheid 1 2 gewijzigd worden, om de gewenste lichtblokkerende en isolerende eigenschappen te verkrijgen. Een belangrijk aspect van deze uitvinding is dat een meer-25 laags celpaneel gemaakt kan worden met, in vergelijking met een enkellaags honingraatpaneel, superieure isolerende of lichtblokkerende eigenschappen, en met ongeveer hetzelfde ruimtebeslag. Deze kenmerkende eigenschap kan ook bereikt worden door meer vellen materiaal te gebruiken om het enkele vel in bovengenoemde uitvoeringen te vervangen. Bijvoorbeeld, in de vierde uitvoering (figuren 10-12) kan de tweede 30 strook materiaal 50 langs zijn eerste deel 24' gesneden worden, tussen de kleefmiddel- 1011101 - 14- rupsen 60 en 62, tot twee afzonderlijke vellen materiaal. Eén daaruit voortkomend afzonderlijk vel kan worden bevestigd aan het eerste strook materiaal 48 door kleefmid-delrupsen 60 en 64 en het andere daaruit voortkomende vel kan worden bevestigd aan het eerste vel materiaal 48 door kleefmiddelrupsen 62 en 66. De intentie is dat de 5 daaruit voortkomende uitvoeringen hoewel hierin niet specifiek afgebeeld en beschreven, zouden vallen binnen de geest van de hierbij gaande conclusies.

Een ander voorbeeld van een uitvoering welke bedoeld is te vallen onder de bijgaande conclusies wordt gevormd door het licht wijzigen van de eerste uitvoering (figuren 1-3). Er kan bijvoorbeeld een langssnede gemaakt worden in het eerste deel 24' 10 van de uitwendige buisvormige cel aan de rechterzijde van kleefmiddelrups 38 in figuur 1. Vervolgens kan het resterende gedeelte van eerste deel 24' naast de vierde stompe vouw 36, 36' bevestigd worden aan het eerste vrije einddeel 22. Hoewel elke daaruit voortkomende omsloten buisvormige cel 12 niet langer een enkele strook materiaal 14 zou omvatten, zou de daaruit voortkomende omsloten buisvormige cel lijken op de 15 eerste uitvoering, boven getoond en beschreven, met een meerlaags voorzijde. Het belangrijkste verschil zou zijn dat deze uitvoering twee vellen materiaal in plaats van één zou omvatten.

Indien de meerlaags omsloten buisvormige celeenheden 12 geplooid of gevouwen worden zoals in de bovenvermelde uitvoeringen beschreven, dan heeft elke omslo-20 ten buisvormige celeenheid 12 van het daaruit voortkomende honingraat isolatiepaneel 10 superieure plooi- of vouwhoudende eigenschappen, daar meer lagen materiaal het gewicht van het honingraatpaneel 10 ondersteunen. Opgemerkt moet echter worden dat hoewel een plooi of vouw de voorkeur geniet, dit niet noodzakelijk is, en de geest van de uitvinding moet uitgelegd worden als omvattende ongevouwen structuren en 25 gedeeltelijk gevouwen structuren. Ook moet opgemerkt worden dat hoewel zeskantige structuren getoond worden, elke vorm mogelijk is.

Hoewel het honingraatpaneel 10 afgebeeld in de figuren 2, 3, 5, 6, 8, 9, 11, 12, 13, 15, 16, 18 en 19 zo gericht is dat de omsloten buisvormige celeenheden 12 zich horizontaal uitstrekken (dat wil zeggen, hun langsassen strekken zich horizontaal 30 uit) kan het honingraatpaneel zodanig opgehangen worden dat de omsloten buisvor- 1011101 -15- mige cellen verticaal gericht zijn, zonder af te wijken van de geest van de onderhavige uitvinding. In een verticale configuratie zou het honingraatpaneel 10 zich eerder horizontaal uitstrekken en samenvouwen dan verticaal.

Het is de intentie dat al hetgeen boven omschreven wordt en getoond wordt in 5 de bijgaande tekeningen, uitgelegd moet worden als voorbeeld alleen, en zeker niet beperkend.

1011101

Claims (15)

1. Uitrekbaar en samenvouwbaar honingraad paneel voorzien van een veelvoud naburige buisvormige celeenheden (12), die bovenop elkaar onderling bevestigd zijn, 5 elk van de buisvormige celeenheden heeft een voorzijde (16) en een achterzijde (18) en is gevormd uit ten minste een enkele strook vouwbaar en plooibaar materiaal (14) met het kenmerk dat elk van de celeenheden (12) een omsloten buisvormige celeenheid is, die beschikt over een inwendige buisvormige cel die tenminste gedeeltelijk is ingebed in een uitwendige buisvormige cel en dat ten min-10 ste een van de genoemde respectievelijke voorzijde (16) en achterzijde (18) van elke omsloten buisvormige celeenheid beschikt over meervoudige lagen van het genoemde materiaal.

2. Een paneel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de ten minste enkele strook 15 vouwbaar en plooibaar materiaal (14) uit plastic , MYLAR®, of polyester bestaat.

3. Een paneel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat elke omsloten buisvormige celeenheid verder ten minste een tussenliggende buisvormige cel tussen de inwendige buisvormige cel en de uitwendige buisvormige cel omvat. 20

4. Een paneel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk dat in elke omsloten buisvormige celeenheid, een enkele strook materiaal in zichzelf is gevouwen om de ten minste ene meerlaagse zijde te vormen.

5. Een paneel volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de voorzijde (16) van elke omsloten buisvormige celeenheid meer lagen van het materiaal omvat, waarbij de inwendige buisvormige cel een eerste deel omvat, met een buitenzijde, en een tweede deel omvat met een buitenzijde, waarbij de uitwendige buisvormige cel een eerste deel omvat met een binnenzijde en een tweede deel met een binnen-30 zijde, waarbij de buitenzijde van het eerste deel van de inwendige buisvormige cel 1011101 -17- is bevestigd aan de binnenzijde van het eerste gedeelte van de uitwendige buisvormige cel en waarbij de buitenzijde van het tweede deel van de inwendige buisvormige cel is bevestigd aan de binnenzijde van het tweede deel van de uitwendige buisvormige cel. 5

6. Een paneel volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het materiaal een eerste vrije einddeel omvat met een buitenzijde, waarbij het tweede deel van de inwendige buisvormige cel een binnenzijde omvat, en waarbij de buitenzijde van het eerste vrije einddeel is bevestigd aan de binnenzijde van het tweede deel van de 10 inwendige buisvormige cel.

7. Een paneel volgens conclusie 5 of 6 met het kenmerk dat kleef middel gebruikt is om het veelvoud aangrenzende, omsloten buisvormige celeenheden aan elkaar en bovenop elkaar vast te maken, waarbij kleefmiddel is gebruikt om de buitenzij- 15 de van het eerste deel van de inwendige buisvormige cel vast te maken aan de binnenzijde van het eerste deel van de uitwendige buisvormige cel, en waarbij kleefmiddel is gebruikt om de buitenzijde van het tweede deel van de inwendige buisvormige cel vast te maken aan de binnenzijde van het tweede deel van de uitwendige buisvormige cel. 20

8. Een paneel volgens conclusie 1, 2, of 3, met het kenmerk dat voor elke omsloten buisvormige celeenheid een enkele strook materiaal in zichzelf is gevouwen om de ten minste ene enkellaags zijde te maken, waarbij de inwendige cel een eerste deel omvat met een buitenzijde en een tweede deel met een buitenzijde, waarbij 25 het tussenliggende buisvormige cel een eerste deel omvat met een binnenzijde en een tweede deel met een buitenzijde, waarbij de buitenzijde van het eerste deel van de inwendige buisvormige cel is bevestigd aan de binnenzijde van het eerste deel van het tussenliggende buisvormige cel, en waarin de buitenzijde van het tweede deel van de inwendige buisvormige cel is bevestigd aan de binnenzijde 30 van het tweede deel van het tussenliggende buisvormige cel. »^ n 1 o 1 - 18-

9. Een paneel volgens conclusie 8, met het kenmerk dat kleefmiddel is gebruikt om het veelvoud omsloten buisvormige celeenheden aan elkaar en bovenop elkaar vast te maken, waarbij kleefmiddel is gebuikt om de buitenzijde van het eerste 5 deel van de inwendige buisvormige cel vast te maken aan de binnenzijde van het eerste deel van het tussenliggende buisvormig cel, en waarbij kleefmiddel is gebruikt om de buitenzijde van het tweede deel van de inwendige buisvormige cel vast te maken aan de binnenzijde van het tweede del van het tussenliggende buisvormige cel. 10

10. Een paneel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat voor elke omsloten buisvormige celeenheid, een veelvoud stroken materiaal is gevouwen, de een binnen de ander, om de ten minste enkele meerlaags zijde te maken.

11. Een paneel volgens conclusie 10, met het kenmerk dat elke omsloten buisvormi ge celeenheid verder ten minste een tussenliggende buisvormige cel omvat tussen de inwendige buisvormige cel en de uitwendige buisvormige cel.

12. Een paneel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk dat elke omsloten 20 buisvormige celeenheid een groep aangrenzende buisvormige cellen omvat, de een binnen de ander gelegen, de groep met inbegrip van haar leden omvat de uitwendige buisvormige cel en de inwendige buisvormige cel, waarbij elk lid van de groep aangrenzende buisvormige cellen een voorste tweede deel omvat met een binnenrand, een achterste tweede deel met een binnenrand, en een eerste 25 deel met een voorzijde en een achterzijde, waarbij voor elk lid van de groep aan grenzende buisvormige cellen, het voorste tweede deel gedeeltelijk over de voorzijde van het eerste deel is gevouwen, en het achterste tweede deel gedeeltelijk over de achterzijde van het eerste deel is gevouwen, zodanig dat de respectievelijke binnenranden van de voorste en achterste tweede delen elkaar benaderen 30 maar elkaar niet overlappen, waarbij permanente vouwen bestaan tussen het eer- 1011101 -19- ste deel en de binnenranden van de voorste en achterste tweede delen die respectievelijke voorste en achterste tweede delen van het eerste deel scheidt, op een wijze waardoor de tweede delen een voorkeursneiging hebben naar het eerste deel, en waarbij elk lid van de groep aangrenzende buisvormige cellen is be-5 vestigd aan tenminste één eerstvolgend aangrenzend lid van de groep.

13. Een uittrekbaar en samenvouwbaar honingraatpaneel voorzien van een veelvoud aangrenzende aan elkaar en bovenop elkaar bevestigde buisvormige cellen, met het kenmerk dat elke buisvormige celeenheid een groep aangrenzende buisvormi-10 ge cellen omvat, waarbij de een zich binnen de ander bevindt, de groep met haar leden omvat een uitwendige buisvormige cel en een inwendige buisvormige cel, waarbij elk lid van de groep aangrenzende buisvormige cellen een eerste deel omvat met een voorzijde en een achterzijde, een tweede voorzijde met een eerste binnenrand en gedeeltelijk over de voorzijde van het eerste deel gevouwen, een 15 achterste tweede deel met een tweede binnenrand en gedeeltelijk over de achter zijde van het eerste deel gevouwen, op zodanige wijze dat de eerste binnenrand van het voorste tweede deel en de tweede binnenrand van het achterste tweede deel elkaar benaderen maar elkaar niet overlappen, en permanente vouwen tussen het eerste deel en de respectievelijke binnenranden van de voorste en achter-20 ste tweede delen scheiden de respectievelijke tweede delen en het eerste deel op een wijze waardoor de tweede delen een voorkeursneiging naar de eerste delen hebben, en waarbij elke lid van de groep aangrenzende buisvormige cellen aan een eerstvolgend aangrenzend lid van de groep is bevestigd.

14. Een paneel volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat elk lid van de groep naburige buisvormige cellen zodanig gerangschikt is dat het eerste deel van elk naburig groepslid is bevestigd aan het eerste deel van een eerstvolgende naburig groepslid. 1011101 -20-

15. Een paneel volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk dat elk lid van de groep naburige buisvormige cellen zodanig gerangschikt is dat het eerste deel van elk naburig groepslid is bevestigd aan de tweede delen van een eerstvolgend naburig groepslid. 5 1011101