NL1010574C2 - Inrichting voor het vervaardigen van vormstukken van gewapend beton. - Google Patents
Inrichting voor het vervaardigen van vormstukken van gewapend beton. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1010574C2 NL1010574C2 NL1010574A NL1010574A NL1010574C2 NL 1010574 C2 NL1010574 C2 NL 1010574C2 NL 1010574 A NL1010574 A NL 1010574A NL 1010574 A NL1010574 A NL 1010574A NL 1010574 C2 NL1010574 C2 NL 1010574C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- mold
- tensioning
- frames
- wires
- walls
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B28—WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
- B28B—SHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
- B28B23/00—Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
- B28B23/02—Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects wherein the elements are reinforcing members
- B28B23/04—Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects wherein the elements are reinforcing members the elements being stressed
- B28B23/043—Wire anchoring or tensioning means for the reinforcements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Ceramic Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Manufacturing Of Tubular Articles Or Embedded Moulded Articles (AREA)
Description
Korte aanduiding: Inrichting voor het vervaardigen van vorm- stukken van gewapend beton.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van vormstukken van gewapend beton volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke inrichting is bekend uit NL-A-9002531.
5 De inrichting omvat een vormmal en een buiten de vormmal opgestelde voorspaninrichting voor het op spanning brengen van een set wapeningsdraden die zich uitstrekt door de vormmal. De wapeningsdraden worden hierbij aan hun uiteinden gegrepen door kammen van de voorspaninrichting. De kammen 10 zijn hydraulisch beweegbaar in langsrichting van de wapeningsdraden zodat de draden op een gewenste voorspanning kunnen worden gebracht. De vormmal bestaat uit een vormmal-bodem, twee langswanden en twee kopse wanden die als een geheel star met elkaar zijn verbonden. De inrichting omvat 15 een bewegingsmechanisme voor het op en neer bewegen van de vormmal. Tijdens een ontkistingshandeling komt een voldoende uitgehard vormstuk te rusten op penvormige draagorganen. De draagorganen vormen tijdens het vervaardigen een deel van de vormmalbodem, maar blijven tijdens de ontkistingshandeling 2 0 op hun plaats, terwijl het overige deel van de vormmal naar beneden bewogen wordt. Hiermee wordt het vormstuk op zijn plaats gehouden, terwijl de vormmal ontkist wordt. Tijdens het naar beneden bewegen van de vormmal worden de wapeningsdraden op spanning gehouden door de voorspaninrichting. In 25 het bijzonder is deze bekende inrichting bestemd voor het vervaardigen van een vormstuk dat is opgebouwd uit meerdere in langsrichting met elkaar verbonden dwarsliggers voor spoorrails. Nadat het langwerpige vormstuk voldoende is uitgehard wordt de vormmal verwijderd en worden de dwars-30 liggers van elkaar gescheiden door middel van doorzagen.
Nadelig bij deze bekende inrichting is dat de voorspaninrichting duur is. Dit geldt in het bijzonder bij het spannen van een set wapeningsdraden met een beperkte lengte.
j G ; 0 o 7 4 ^ - 2 -
Dit vereist relatief weinig voorspankracht, waarvoor een voorspaninrichting met hydraulisch in langsrichting beweegbare kammen niet nodig is. Verder is het nadelig dat een vormstuk verklemd kan raken in de vormmal. Hierdoor is het 5 niet altijd mogelijk om de vormmal te verwijderen tijdens een ontkistingshandeling. Het vormstuk kan hierdoor beschadigd raken. Zo kunnen er bijvoorbeeld scheuren in het vormstuk ontstaan.
De uitvinding heeft tot doel bovenstaande nadelen te 10 ondervangen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een inrichting te verschaffen waarbij spanmiddelen zijn voorzien die wapeningsdraden op spanning houden tijdens ten minste een eerste deel van een ontkistingshandeling, zonder dat daarbij het gevaar van verklemming bestaat.
15 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een inrichting volgens conclusie 1. De vormmal is opgebouwd uit een vormmalbodem en vormmalzijwanden die onafhankelijk ten 1 opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn. Voor het verwijderen van de vormmalbodem tijdens een ontkistingshandeling is een 20 bewegingsmechanisme voorzien. De inrichting omvat scharnier-baar opgestelde spanframes. Ten minste twee tegenover elkaar liggende vormmalzijwanden zijn aangebracht op dergelijke spanframes. De spanframes kunnen zodanig scharnieren dat de daarmee verbonden vormmalzijwanden tijdens een ontkistings-25 handeling zijdelings weg kunnen scharnieren van een vormstuk. Op enige afstand van de scharnierpunten van de spanframes zijn begrenzingselementen aangebracht waartegen de spanframes in een gesloten stand van de vormmalzijwanden af-steunen. De vormmalzijwanden zijn voorzien van geschikte 30 uitsparingen waardoorheen wapeningsdraden kunnen steken. Er zijn spanmiddelen voorzien die aangrijpen op de wapeningsdraden en die tijdens een vervaardigingsproces en tijdens het verwijderen van de vormmalbodem bij een ontkistingshandeling afsteunen tegen de spanframes of de daarmee verbonden 3 5 vormma1z i j wanden.
Met voordeel wordt aldus een constructie met scharnier-baar opgestelde spanframes en daarmee samenwerkende spanmiddelen verschaft die goedkoop en betrouwbaar is. De vormmal- 1010b? 4 ~ - 3 - bodem kan tijdens de ontkistingshandeling afzonderlijk worden verwijderd terwijl de set wapeningsdraden op spanning blijft en de vormmalzijwanden op hun plaats blijven zitten. Door de op spanning blijvende wapeningsdraden wordt bereikt 5 dat het vormstuk niet onderhevig is aan krimp terwijl de vormmalbodem verwijderd wordt. Dit is in het bijzonder van belang indien de vormmalbodem geprofileerd is uitgevoerd, omdat dan het gevaar voor verklemming als gevolg van krimp het grootst is. Verklemming van het uitgeharde vormstuk 10 tussen de vormmalzijwanden is evenmin mogelijk, omdat deze tijdens een volgende stap van de ontkistingshandeling zijdelings weg kunnen bewegen door een scharnieren van de spanframes. Hiertoe dient wel eerst de spanning van de wapeningsdraden te worden weggenomen, opdat de spanframes en de 15 daarmee verbonden vormmalzijwanden de vrijheid krijgen om naar de open stand te scharnieren.
Voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn vastgelegd in conclusies 2-10.
De inrichting volgens de uitvinding wordt met voordeel 2 0 toegepast voor het vervaardigen van een samenstel van met elkaar verbonden dwarsliggerplaten. Afzonderlijke dwarslig-gerplaten zijn op zichzelf bekend voor het leggen van spoorrails en zijn elk opgebouwd uit bijvoorbeeld tien naast elkaar liggende met elkaar verbonden dwarsliggerelementen. 25 Bij deze toepassing worden twee loodrecht op elkaar staande sets voorgespannen wapeningsdraden gebruikt voor het verschaffen van extra sterkte aan de dwars1iggerplaat. Na een voldoende uitharden van een vormstuk van met elkaar verbonden dwarsliggerplaten dienen deze van elkaar te worden 30 gescheiden, bijvoorbeeld door middel van doorzagen. In het bijzonder de set wapeningsdraden in dwarsrichting van de vormmal wordt hierbij gespannen met behulp van spanframes en daarmee samenwerkende spanmiddelen volgens de uitvinding.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 35 van de bijgaande tekening, waarin: fig. l een aanzicht is in doorsnede van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een zijaanzicht is op vergrote schaal van fig.
Λ ^ ~ - 4 - 1, waarbij alleen de spanframes en de vormmalzijwand zijn weergegeven; fig. 3 een bovenaanzicht is op vergrote schaal ter plaatse van de vormmalzijwand in fig. 1;
5 fig. 4 een aanzicht is in doorsnede over de lijn IV-IV
in fig. 2; fig. 5 een aanzicht is in doorsnede over de lijn V-V in fig. 3; fig. 6 een afzonderlijk aanzicht is van een borgelement 10 in fig. 5; fig. 7 een aanzicht is op vergrote schaal van het onderste vormmalzijwanddeel in fig. 4; fig. 8 een bovenaanzicht is van een variant met een langwerpige vormmal; 15 fig. 9 een bovenaanzicht is van een dwarsliggerplaat die vervaardigd is met de inrichting in fig. 8.; en fig. 10 een aanzicht is in doorsnede over de lijn X-X in fig. 9.
De inrichting in fig. 1 heeft een vormmal 1 die een 20 geprofileerde vormmalbodem 2 en tegenover elkaar liggende vormmalzijwanden 3 omvat. De vormmalbodem 2 is voorzien van uitsparingen 5 waarin diverse soorten inzetstukken kunnen worden geplaatst, en is aan de onderzijde versterkt met kokerprofielen 11. De vormmalbodem 2 steunt op meerdere 25 naast elkaar liggende steunpilaren 10 die middels een ge- . schikt bewegingsmechanisme op en neer kunnen worden bewogen.
De vormmalbodem 2 kan middels het mechanisme op en neer worden bewogen tussen een open en een gesloten stand, waarvan in fig. 1 de gesloten stand is weergegeven.
30 Zijdelings van de vormmalbodem 2 zijn spanframes 14 opgesteld. Een spanframe 14 bestaat uit een metalen profiel-stuk dat in hoofdzaak een C-vorm heeft. Het ene uiteinde van het spanframe 14 heeft een scharnierpunt 16, terwijl het andere uiteinde verbonden is met een vormmalzijwand 3. Een 35 scharnieren van het spanframe 14 rondom zijn scharnierpunt 16 zorgt ervoor dat de vormmalzijwand 3 beweegt tussen een open en een gesloten stand. In fig. 1 is aan de linkerzijde de open stand en aan de rechterzijde de gesloten stand - 5 - weergegeven. In de gesloten stand sluiten de vormmalbodem 2 en de vormmal zij wanden 3 op elkaar aan en definiëren een vormruimte. Ongeveer naast het midden van het spanframe 14 is een begrenzingselement 20 voorzien waartegen het spanfra-5 me 14 aanligt in de gesloten stand van de vormmal zijwanden 3. Met voordeel wordt het begrenzingselement 20 gevormd door een drukstang 21 die zich over de gehele breedte van de inrichting uitstrekt, zodat twee tegenover elkaar liggende spanframes 14 gebruik kunnen maken van hetzelfde begren- 10 zingselement. De door de tegenover elkaar liggende spanframes 14 op de drukstang 21 uitgeoefende krachten zijn hierbij tegengesteld aan elkaar gericht hetgeen voordelig is voor de belasting van de drukstang 21.
De scharnierpunten 16 van twee tegenover elkaar liggen-15 de spanframes 14 zijn verbonden met een trekstang 24 die zich uitstrekt over de gehele breedte van de inrichting. Ook hier geldt dat de door de tegenover elkaar liggende spanframes 14 op de trekstang 24 uitgeoefende krachten tegengesteld aan elkaar gericht zijn, hetgeen voordelig is voor de belas-20 ting van de trekstang 24.
De inrichting volgens de uitvinding is bestemd voor het vervaardigen van betonnen vormstukken met ten minste één set voorgespannen wapeningsdraden. De vormmalzijwanden 3 zijn voorzien van geschikte uitsparingen 27 voor het daar door-25 heen laten steken van wapeningsdraden 30. In de rechterzijde van fig. 1 is een deel van een dergelijke wapeningsdraad 30 weergegeven. In fig. 3 is te zien dat de vormmalzijwand 3 geprofileerd is uitgevoerd en voorzien is van zes uitsparingen 27 waardoorheen zes uiteinden van wapeningsdraden 30 30 steken. De wapeningsdraden 3 0 strekken zich uit tussen de twee tegenover elkaar liggende vormmalzijwanden 3. Teneinde de wapeningsdraden 30 op een gewenste voorspanning te kunnen brengen zijn spanmiddelen 32 voorzien (zie fig. 3 en 5) . De spanmiddelen 32 grijpen aan op de uiteinden van de wape-35 ningsdraden 30 en steunen af op de vormmalzi jwand 3. Zoals te zien in fig. 2 en 3 is de vormmalzij wand 3 verbonden met twee naast elkaar geplaatste spanframes 14. De door de spanmiddelen 32 via de vormmalzijwanden 3 op de spanframes - 6 - 14 uitgeoefende krachten worden opgevangen door de trek- en drukstangen 24 respectievelijk 21.
Tijdens een vervaardigingsproces worden de vormmalbodem 2 en de vormmalzijwanden 3 in de gesloten stand geplaatst.
5 Vervolgens worden de wapeningsdraden 30 in de vormmal l gelegd en middels de spanmiddelen 32 op een gewenste voor-spanning gebracht. Naast de genoemde set voorgespannen wapeningsdraden 30 kunnen nog één of meerdere sets voorgespannen wapeningsdraden in andere richtingen worden aange-10 bracht. Ook is het mogelijk om wapeningsmatten en dergelijke in de vormmal 1 te leggen. Deze wapeningsmatten worden niet voorgespannen en behoren tot de zogenaamde "zachte wapening" . In een volgende stap wordt de vormmal volgestort met beton. Nadat het beton voldoende is uitgehard vangt de 15 ontkistingshandeling aan. De ontkistingshandeling begint met het naar beneden toe bewegen van de vormmalbodem 2. Hierbij komt het voldoende uitgeharde vormstuk te liggen op een aantal draagorganen 35. Deze draagorganen 35 worden bijvoorbeeld gevormd door steunpennen 36 die zich direct onder de 20 vormmalbodem 2 bevinden. De vormmalbodem 2 schuift over de draagpennen 35 naar beneden. Tijdens het naar beneden bewegen van de vormmalbodem 2 blijven de vormmalzijwanden 3 in de gesloten stand staan. Tegelijkertijd blijven de wape ningsdraden 30 op spanning. Het op spanning houden van de 25 wapeningsdraden 30 zorgt ervoor dat het vormstuk nog niet onderhevig is aan vervormingen die optreden zodra de spanmiddelen op de wapeningsdraden 30 worden vrijgegeven. Dit vergemakkelijkt het naar beneden toe wegnemen van de vormmalbodem 2. In het bijzonder bij een sterk geprofileerde 30 vormmalbodem leiden vervormingen van het vormstuk tot ver-klemmingen, waardoor het verwijderen van de vormmalbodem niet mogelijk is of gepaard gaat met beschadigingen.
De wapeningsdraden 30 worden bijvoorbeeld gevormd door schroefdraadstangen. De spanmiddelen 32 omvatten van 35 schroefdraadboringen voorziene elementen die aangrijpen op de schroef draadstangen. In fig. 5 is te zien dat elk spanmiddel 32 bestaat uit een van een schroefdraadboring voorziene kop 51 waarop een bouteind 52 aansluit. Het bouteind . ^ - 7 - 52 steekt aan de achterzijde uit door een uitsparing 53 in een met de vormmalzijwand 3 verbonden kokerprofiel 54. Het kokerprofiel 54 strekt zich over de gehele lengte van de vormmalzijwand 3 uit. Op het bouteind 52 is een moer 55 5 geschroefd die afsteunt tegen het kokerprofiel 54. Aandraaien van de moer 55 zorgt ervoor dat de schroefdraadstang op een gewenste voorspanning kan worden gebracht.
De uitsparing 27 in de vormmalzijwand 3 wordt met voordeel gevormd door een naar boven toe open sleuf. Hier-10 door is het mogelijk de wapeningsdraad 3 0 van bovenaf in de sleufvormige uitsparing 27 te leggen. De in de uitsparing 27 gelegde wapeningsdraad 30 wordt aan de bovenzijde afgedekt door een borgelement 60 (zie ook fig. 6).
In fig. 4 is het spanframe 14 meer in detail weerge-15 geven. Het spanframe 14 is verbonden met een stuurmechanisme voor het bewegen van het spanframe 14 tussen een open en een gesloten stand. Met voordeel wordt het stuurmechanisme gevormd door een opblaasbaar lichaam 70. In de opgeblazen stand drukt het lichaam 70 het spanframe 14 omhoog in de 20 gesloten stand. De gesloten stand van het spanframe 14 is tevens de gesloten stand van de vormmalzijwand 3. Dit maakt het mogelijk om vervolgens de wapeningsdraden 30 aan te brengen en voor te spannen. Door het op spanning brengen van de wapeningsdraden 30 wordt het spanframe 14 automatisch in 25 de gesloten stand gehouden. Het is dan mogelijk het lichaam 70 leeg te laten lopen. Aldus is een voordelig stuurmechanisme verkregen waarin geen veerenergie blijft opgeslagen. Met voordeel worden de stuurmechanismen van de twee naast elkaar liggende spanframes 14 tegelijk aangestuurd, teneinde 30 ongewenste vervormingen van de vormmalzijwand 3 te voorkomen. Ook is het mogelijk het stuurmechanisme uit te voeren als opblaasbare slang die zich onder meerdere spanframes uitstrekt.
Het scharnierpunt 16 van het spanframe 14 is zijdelings 35 van het zwaartepunt van het spanframe 14 geplaatst. Dit heeft tot gevolg dat het spanframe 14, mits het daartoe de vrijheid heeft, als gevolg van zwaartekracht automatisch in de open stand gaat staan. Het spanframe 14 heeft hiertoe de 't r '\ ’· ' t·· ' j ( - 8 - vrijheid indien het lichaam 70 zich niet in de opgeblazen toestand bevindt en indien de spanmiddelen 32 niet in gespannen stand aangrijpen op de vormmalzijwand 3. Met voordeel vormt het lichaam 70 een dempingsmiddel indien het 5 spanframe 14 automatisch als gevolg van zwaartekracht van de gesloten naar de open stand valt. Dit kan eenvoudig worden bereikt door lucht in een opgeblazen lichaam 70 weg te laten stromen via een smoorklep.
Teneinde een goede afdichting te verkrijgen tussen de 10 onafhankelijk van elkaar beweegbare vormmalbodem 2 en vorm-malzijwanden 3, zijn de vormmalzijwanden 3 aan de onderzijde voorzien van een flexibel afdichtingselement 75 (zie fig. 7). De C-vorm van het spanframe 14 is zodanig dat de arm met het scharnierpunt 16 korter is dan de arm met de vormmalzij-15 wand 3. Deze specifieke uitvoeringsvorm zorgt ervoor dat de vormmalzijwand 3 tijdens de laatste fase van het van de open naar de gesloten stand bewegen enigszins in verticale richting naar beneden beweegt. Hiermee wordt een extra goede afdichting tussen de vormmalzijwand 3 en de vormmalbodem 2 20 verkregen.
De inrichting volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt om te worden toegepast op inrichtingen voor het vervaardigen van langwerpige vormstukken van gewapend beton. De scharnierbaar opgestelde spanframes en de daarmee samen-25 werkende spanmiddelen kunnen dan worden toegepast voor een set voor te spannen wapeningsdraden die zich in dwarsrich-ting van de ene naar de andere zijde van de vormmal uitstrekken. Voor deze wapeningsdraden is bij geringe afmetingen een relatief kleine spankracht vereist.
30 In fig. 8 is een uitvoeringsvorm van een in het midden onderbroken langwerpige vormmal weergegeven. Te zien is dat de vormmal in hoofdzaak is opgebouwd uit meerdere naast elkaar gelegen en met elkaar verbonden inrichtingselementen 80 zoals beschreven aan de hand van fig. 1-7. In de praktijk 35 worden soms wel langwerpige vormmallen toegepast die tot meer dan vijfentwintig van dergelijke inrichtingselementen 80 bevatten. In dwarsrichting van de vormmal strekt zich een eerste set voor te spannen wapeningsdraden 82 uit, die per - 9 - inrichtingselement 80 bestaan uit zes naast elkaar liggende schroefdraadstangen. In langsrichting van de vormmal strekt zich een tweede set voor te spannen wapeningsdraden 81 uit die hier bestaat uit tien bundels van elk zes wapeningsdra-5 den. Bij een grote lengte van de tweede set wapeningsdraden 81 omvat de inrichting ten minste één in langsrichting van de vormmal beweegbare voorspaninrichting 84. Deze in langsrichting beweegbare voorspaninrichting, die slechts zeer schematisch is aangegeven, is bij voorkeur hydraulisch 10 bediend. De tweede set wapeningsdraden 81 strekt zich in langsrichting van de ene naar de andere zijde van de langwerpige vormmal uit door uitsparingen in de kopse wanden 86. De wapeningsdraden 81 zijn in het bijzonder voorzien van een gestuikte kop en worden door een kam van de voorspaninrich-15 ting 84 gegrepen. Door de voorspaninrichting 84 vervolgens in langsrichting te bewegen wordt de tweede set wapeningsdraden 81 op een gewenste voorspanning gebracht.
De in fig. 8 getoonde inrichting is bestemd voor het vervaardigen van een samenstel van meerdere met elkaar 20 verbonden dwarsliggerplaten 90. Elk inrichtingselement 80 komt hierbij overeen met één te vervaardigen dwarsligger-plaat. In fig. 9 is een dergelijke dwarsliggerplaat 90 weergegeven. Elke dwarsliggerplaat 90 is opgebouwd uit tien naast elkaar liggende met elkaar verbonden dwarsliggerele-25 menten 91 (zie ook in fig. 10) . Na een ontkistingshandeling worden de meerdere met elkaar verbonden dwarsliggerplaten 90 bijvoorbeeld door middel van zagen van elkaar gescheiden. Hierbij wordt ook telkens de tweede set wapeningsdraden 81 doorgezaagd. De eerste set wapeningsdraden 82 steekt aan 30 weerszijden uit van elke dwarsliggerplaat 90. De uiteinden van de wapeningsdraden 82 worden met voordeel gebruikt voor het aan elkaar koppelen van dwarsliggerplaten 90 tijdens het leggen van spoorrails. De wapeningsdraden 30 omvatten bij voorkeur een van schroefdraad voorzien uiteinde. De uitvin-3 5 ding bereikt aldus dat de schroefdraad op de eerste set wapeningsdraden 82 een dubbele functie heeft, te weten het samenwerken met de spanmiddelen tijdens het vervaardigen en het verschaffen van een koppelmogelijkheid bij het leggen - 10 - van spoorrailstrajecten. Bovendien verschaft de eerste set wapeningsdraden 82 extra sterkte aan de dwarsliggerplaat 90. De tweede set wapeningsdraden 81 (niet getoond in fig. 9 en 10) die zich in bundels door elk dwarsliggerelement 91 uit-5 strekken zorgen er voor dat elk dwarsliggerelement 91 na ontkisting een geschikte drukspanning meekrijgt.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de langsrich-ting 87 van de vormmal bij fig. 8 overeenkomt met de dwars-richting 98 van de dwarsliggerplaten 90 c.q. de langsrich-10 ting 99 van de dwarsliggerelementen 91.
- De uitvinding is toepasbaar op diverse vormen en afme tingen van vormmallen. In het bijzonder is het ook mogelijk om meerdere paren tegenover elkaar liggende vormmalzijwan-den, die zich in verschillende richtingen uitstrekken, aan 15 te brengen op scharnierbare spanframes en daar meerdere sets wapeningsdraden op voor te spannen.
In plaats van de getoonde uitvoeringsvorm van de spanmiddelen met schroefdraad zijn ook andere spanmiddelen toepasbaar die aangrijpen op de wapeningsdraden en zich 20 afzetten tegen het spanframe c.q. de daarop aangebracht vormmalzijwand. Te denken valt aan spanmiddelen die zijn voorzien van een deel dat zich vastklemt om een wapenings-draad. Hiertoe kan de wapeningsdraad zijn voorzien van een gestuikte kop.
25 Aldus verschaft de uitvinding een constructie met scharnierbaar opgestelde spanframes en daarmee samenwerkende spanmiddelen die constructief eenvoudig en sterk is en waarmee meerdere wapeningsdraden eenvoudig op een gewenste voorspanning kunnen worden gebracht en ook tijdens een deel 30 van een ontkistingshandeling kunnen worden gehouden.
Claims (10)
1. Inrichting voor het vervaardigen van vormstukken van gewapend beton, omvattende: een vormmal (1) met een vormmalbodem (2) en ten minste een paar tegenover elkaar liggende vormmalzijwanden (3) die 5 verplaatsbaar zijn tussen een open en een gesloten stand; spanmiddelen (32) voor het op spanning brengen van een set wapeningsdraden (30) die zich uitstrekken tussen twee tegenover elkaar liggende vormmalzijwanden (3) , waarbij de vormmalzijwanden (3) zijn voorzien van uitsparingen (27) 10 voor het daar doorheen laten steken van de wapeningsdraden (30) ; een bewegingsmechanisme voor het tijdens een ontkis-tingshandeling verwijderen van de vormmalbodem (2) ; draagorganen (35) voor het tijdens een ontkistingshan-15 deling dragen van een vormstuk; waarbij de spanmiddelen (32) de wapeningsdraden (30) op spanning houden indien tijdens een ontkistingshandeling de vormmalbodem (2) verwijderd wordt, met het kenmerk, dat de vormmalbodem (2) onafhankelijk verplaatsbaar is van ten 20 minste een paar tegenover elkaar liggende vormmalzijwanden (3), waarbij de inrichting verder omvat: ten minste twee spanframes (14) met elk een scharnierpunt (16), waarbij de genoemde tegenover elkaar liggende vormmalzijwanden (3) elk zijn aangebracht op een spanframe 25 (14), en waarbij elk spanframe (14) zodanig scharnierend is opgesteld dat de erop aangebrachte vormmalzijwand (3) zijdelings weg kan scharnieren naar de open stand tijdens een ontkistingshandeling; op afstand van de scharnierpunten (16) liggende begren-30 zingselementen (20) waartegen de spanframes (14) aanliggen indien de vormmalzijwanden (3) in de gesloten stand staan; waarbij de spanmiddelen (32) tijdens een vervaardi-gingsproces af steunen op de spanframes (14) dan wel op de daarop aangebrachte vormmalzijwanden (3) , waarbij de op de 35 spanframes (14) uitgeoefende spankrachten worden opgevangen door de begrenzingselementen (20). - t -·* - 12 -
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het spanframe (14) in hoofdzaak een C-vorm heeft, waarvan het ene uiteinde is voorzien van het scharnierpunt (16) en het andere uiteinde is verbonden met de vormmalzijwand (3). 5
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij een stuurmechanisme is voorzien voor het vanuit de open naar de gesloten stand scharnieren van het spanframe (14).
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij het stuurmecha nisme een opblaasbaar lichaam (70) omvat.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij het scharnierpunt (16) zodanig zijdelings van het zwaartepunt van het 15 spanframe (14) geplaatst is, dat het spanframe (14) als gevolg van zwaartekracht automatisch in de open stand gaat staan indien het stuurmechanisme niet bediend is.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, 20 waarbij de begrenzingselementen (20) van twee tegenover elkaar liggende spanframes (14) worden gevormd door een daartussen aangebrachte drukstang (21).
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, 25 waarbij de scharnierpunten (16) van twee tegenover elkaar liggende spanframes (14) zijn aangebracht op een daartussen aangebrachte trekstang (24).
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, 30 waarbij de set wapeningsdraden (30) in hoofdzaak bestaat uit van schroefdraadeinden voorziene stangen, en de spanmiddelen (32) met schroefdraadboringen aangrijpen op de schroefdraad-einden.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vormmal langwerpig is en twee langswanden en twee kopse wanden omvat, waarbij ten minste de langswanden (85) zijn aangebracht op scharnierbaar opgestelde spanframes » - 13 - waarop een eerste set wapeningsdraden (82) , die zich in dwarsrichting van de ene naar de andere zijde van de vormmal door uitsparingen in de langswanden (85) uitstrekken, middels spanmiddelen kan afsteunen. 5 10. inrichting volgens conclusie 9, waarbij de inrichting verder een in langerichting van de vormmal beweegbare voorspaninrichting (84) omvat voor het spannen van een tweede set wapeningsdraden (81) die zich in langsrichting van de 10 ene naar de andere zijde van de vormmal door uitsparingen in de kopse wanden (86) uitstrekken.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vormmal geprofileerd is uitgevoerd voor het 15 vervaardigen van een samenstel van meerdere met elkaar verbonden dwarsliggerplaten (90) die elk zijn opgebouwd uit meerdere achter elkaar liggende met elkaar verbonden dwars-liggerelementen (91) voor spoorrails, waarbij de langsrichting (89) van de vormmal overeenkomt met de dwarsrichting 20 (98) van de dwarsliggerplaten (90).
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1010574A NL1010574C2 (nl) | 1998-11-17 | 1998-11-17 | Inrichting voor het vervaardigen van vormstukken van gewapend beton. |
PCT/NL1999/000674 WO2000029182A1 (en) | 1998-11-17 | 1999-11-03 | Device for the manufacturing of moulded products of reinforced concrete |
AU11894/00A AU1189400A (en) | 1998-11-17 | 1999-11-03 | Device for the manufacturing of moulded products of reinforced concrete |
EP99972146A EP1140449A1 (en) | 1998-11-17 | 1999-11-03 | Device for the manufacturing of moulded products of reinforced concrete |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1010574 | 1998-11-17 | ||
NL1010574A NL1010574C2 (nl) | 1998-11-17 | 1998-11-17 | Inrichting voor het vervaardigen van vormstukken van gewapend beton. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1010574C2 true NL1010574C2 (nl) | 2000-05-18 |
Family
ID=19768157
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1010574A NL1010574C2 (nl) | 1998-11-17 | 1998-11-17 | Inrichting voor het vervaardigen van vormstukken van gewapend beton. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1140449A1 (nl) |
AU (1) | AU1189400A (nl) |
NL (1) | NL1010574C2 (nl) |
WO (1) | WO2000029182A1 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2883591B1 (fr) * | 2005-03-25 | 2020-09-11 | Armand Francois Santonja | Coffrage en forme de peigne a dents pivotantes pour abouts de poutres en beton arme ayant des armatures depassant aux extremites et pouvant etre desalignees verticalement |
EP1857241A1 (fr) * | 2006-05-16 | 2007-11-21 | Armand Santonja | Coffrage d'abouts |
WO2011008783A1 (en) * | 2009-07-14 | 2011-01-20 | 21St Century Structures, Llc | Movable pallet and method of use |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1632286A (en) * | 1923-12-10 | 1927-06-14 | Graham Willie | Concrete-molding machine |
GB645449A (en) * | 1948-04-05 | 1950-11-01 | Ernest Roland Hole | Improvements in and relating to prestressing reinforcement for moulding concrete beams and the like |
US3305612A (en) * | 1964-06-05 | 1967-02-21 | Conodec Inc | Method for forming a prefabricated truss deck |
GB1377189A (en) * | 1971-03-05 | 1974-12-11 | Hollandsche Betongroep Nv | Mould for casting concrete |
FR2152604B1 (nl) * | 1972-09-01 | 1974-08-19 | Saret |
-
1998
- 1998-11-17 NL NL1010574A patent/NL1010574C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1999
- 1999-11-03 AU AU11894/00A patent/AU1189400A/en not_active Abandoned
- 1999-11-03 EP EP99972146A patent/EP1140449A1/en not_active Withdrawn
- 1999-11-03 WO PCT/NL1999/000674 patent/WO2000029182A1/en not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2000029182A1 (en) | 2000-05-25 |
EP1140449A1 (en) | 2001-10-10 |
AU1189400A (en) | 2000-06-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1010574C2 (nl) | Inrichting voor het vervaardigen van vormstukken van gewapend beton. | |
US20240175301A1 (en) | Mobile Modular Foundation Systems and Methods for Transporting Same. | |
EP3486053B1 (de) | Verfahren und anlage zur herstellung von beton-hohlelementen | |
US5393033A (en) | Adjustable side form concrete mold | |
US4240776A (en) | Process and apparatus for continuously prestressing concrete products | |
NL1014387C1 (nl) | Vorminrichting voor de vervaardiging van dekplaten van voorgespannen gewapend beton. | |
DE4143190A1 (de) | Giessform aus stahl zum herstellen von vorgespannten betongleisschwellen | |
EP1941102A1 (en) | Method for pouring sleepers and formwork used therefore | |
NL2004438C2 (nl) | Inrichting voor het produceren van betonnen elementen voorzien van wapening. | |
CZ289071B6 (cs) | Způsob a zařízení pro vzájemné oddálení řad obdélníkových plastických pórobetonových těles | |
EP0558590B1 (en) | Apparatus for manufacturing prestressed concrete railway ties, and ties manufactured using such apparatus | |
US3799490A (en) | Portable slatted animal pen floor forming apparatus | |
RU2158196C2 (ru) | Стенд формы для изготовления предварительно напряженных железобетонных элементов | |
EP0439399B1 (fr) | Module de fabrication de produits en béton précontraint | |
EP0082190A1 (en) | Apparatus for molding concrete articles and the like | |
WO1997018070A1 (de) | Verfahren und vorrichtung zum herstellen länglicher formkörper aus einem giessbaren material, insbesondere sturzbretter | |
NL8000601A (nl) | Intrekbare tunnelbekisting. | |
NL1004064C2 (nl) | Inrichting voor het vervaardigen van heipalen. | |
SU1454703A1 (ru) | Форма дл изготовлени железобетонных плит с преднапр женной арматурой | |
RU1838549C (ru) | Способ изготовлени предварительно напр женных железобетонных изделий и устройство дл его осуществлени | |
NL9100251A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen alsmede kopschot en afdichtplaat. | |
NL7905834A (nl) | Spanbank voor voorgespannen betonliggers e.d. | |
KR200163719Y1 (ko) | 교량의보도(步道)블럭시공용거푸집장치. | |
NL7905833A (nl) | Spanbank voor voorgespannen betonliggers e.d. | |
DE19916884C2 (de) | Vorrichtung zur Herstellung von Spannbetonteilen |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050601 |