NL9100251A - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen alsmede kopschot en afdichtplaat. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen alsmede kopschot en afdichtplaat. Download PDF

Info

Publication number
NL9100251A
NL9100251A NL9100251A NL9100251A NL9100251A NL 9100251 A NL9100251 A NL 9100251A NL 9100251 A NL9100251 A NL 9100251A NL 9100251 A NL9100251 A NL 9100251A NL 9100251 A NL9100251 A NL 9100251A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
headboard
sealing plate
slots
wires
reinforcement
Prior art date
Application number
NL9100251A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Voorbij Groep Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Voorbij Groep Bv filed Critical Voorbij Groep Bv
Priority to NL9100251A priority Critical patent/NL9100251A/nl
Publication of NL9100251A publication Critical patent/NL9100251A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B23/00Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects
    • B28B23/02Arrangements specially adapted for the production of shaped articles with elements wholly or partly embedded in the moulding material; Production of reinforced objects wherein the elements are reinforcing members
    • B28B23/022Means for inserting reinforcing members into the mould or for supporting them in the mould
    • B28B23/024Supporting means
    • B28B23/026Mould partitionning elements acting as supporting means in moulds, e.g. for elongated articles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Manufacturing Of Tubular Articles Or Embedded Moulded Articles (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen alsmede kopschot en afdicht-plaat.
De uitvinding heeft betrekking op een kopschot voor het gebruik bij een werkwijze voor het gelijktijdig vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen, zoals palen, met gemeenschappelijke wapenings-draden, omvattende twee op afstand liggende platen voorzien van openin-gen voor het opnemen van de wapeningsdraden.
Bij het vervaardigen van bijvoorbeeld betonnen heipalen op industriële schaal wordt een aantal palen in langsrichting in het verlengde van elkaar liggend gelijktijdig vervaardigd. De gebruikte vorm bestaat uit een goot met aan de uiteinden inrichtingen voor het opnemen en spannen van wapeningsdraden, die zich over de gehele lengte van de goot uitstrekken. De begrenzing tussen de verscheidene te vormen palen wordt gevormd door zgn. kopschotten. Deze kopschotten volgens de stand der techniek bestaan uit twee op afstand van elkaar aangebrachte platen waarin gaten zijn geboord. Voor het vervaardigen van palen brengt men eerst dergelijke kopschotten in de goot aan in posities die overeenkomen met de gewenste lengte van de te vervaardigen palen. Vervolgens worden de wapeningsdraden vanaf een zijde door de gaten in de kopschotten geregen. Eventueel wordt voor het aanbrengen van deze langswapeningsdra-den een spiraalwapening aangebracht. Na het aanbrengen van de langswape-ningsdraden worden deze gespannen, worden de kopschotten tijdelijk aan de bovenzijde afgedekt en vervolgens wordt het beton gestort. Na het geheel of gedeeltelijk uitharden worden de wapeningsdraden in de tussenruimten tussen de platen van elk kopschot gescheiden en worden de palen uit de goten verwijderd.
Begrepen zal worden, dat het stuk voor stuk rijgen van de wapeningsdraden door de kopschotten arbeidsintensief en zeer zwaar werk is. De wapeningsdraden kunnen aanleiding geven tot verwonding en zijn verhoudingsgewijs stijf en moeilijk manoeuvreerbaar terwijl het afnemen van rollen en dergelijke eveneens kracht vereist. Bovendien moeten grote afstanden met de wapeningsdraden worden afgelegd tussen de verschillende kopschotten.
Het doel van de uitvinding is de bovenstaande nadelen te verbeteren en in het doelmatiger kunnen vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen te voorzien, waarbij tevens de zware lichamelijke werkzaamheden zoveel mogelijk worden weggenomen.
Dit doel wordt bij een hierboven beschreven kopschot verwezenlijkt doordat op de openingen sleuven aansluiten uitlopend naar tenminste een van de begrenzingsranden van het kopschot.
Thans is het mogelijk eerst de wapeningsdraden aan te brengen en daarna de kopschotten te plaatsen. Immers doordat de openingen thans niet meer een gesloten begrenzing hebben, maar zijn voorzien van sleuven die naar de randen van de kopschotten leiden, is het mogelijk na het aanbrengen van de wapeningsdraden de kopschotten over de wapeningsdraden te steken. Hierdoor kan het tijdrovende doorrijgen van wapeningsdraden door elk van de kopschotten worden weggenomen. Eveneens is het met deze werkwijze mogelijk meer dan één wapeningsdraad gelijktijdig vanaf de ene zijde van de vorm naar de andere zijde te transporteren. Hierdoor wordt eveneens een aanzienlijke besparing verkregen. Dit geldt in het bijzonder indien bovendien een spiraalbewapening aanwezig is. De moeilijkheden samenhangend met het door een spiraalwapening leiden van wapeningsdraden worden aanzienlijk beperkt door het gelijktijdig aanbrengen van alle (langs)wapeningsdraden.
Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding sluiten de sleuven in het kopschot zich zijdelings op de openingen in het kopschot aan. Zijdelings moet worden gezien als in de aangebrachte positie van het kopschot. Daarmee is het enerzijds eenvoudig mogelijk de kopschotten over de wapeningsdraden aan te brengen, maar wordt anderzijds door de kopschotten in ondersteuning van de wapeningsdraden voorzien. Ondanks de spanning, die aangebracht wordt op de wapeningsdraden, zal toch bij grote lengten enig doorzakken daarvan plaatsvinden, zodat het zinvol is deze ter plaatse van de kopschotten te ondersteunen.
Volgens een bijzonder eenvoudige uitvoering van de uitvinding is tenminste een sleuf op verscheidene openingen aangesloten. D.w.z. een sleuf strekt zich bijvoorbeeld over de hoogte van het kopschot uit en daaraan grenzend op openingen, die op verscheidene hoogten aangebracht zijn.
Om te voorkomen, dat beton door de sleuven volgens de uitvinding in de kopschotten tijdens het storten wegloopt, wordt bovendien voorgesteld in afdichtplaten te voorzien. Deze afdichtplaten omvatten een van insnijdingen voorziene plaat bestaande uit gemakkelijk deformeerbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld kunststofmateriaal, of een materiaal op papierbasis. Door het gemakkelijk deformeerbaar zijn behoeft geen brede sleuf aangebracht te worden met een vaste afstand tussen tegenoverliggende zijden, maar is een insnijding voldoende. Indien de afdichtplaat van niet-deformeeerbaar materiaal is, moeten sleuven aangebracht worden. Verrassenderwijs is gebleken, dat bij het gebruik van materiaal op papierbasis geen problemen ontstaan met het uit het beton afkomstige vocht. Om in optimale afdichting te voorzien, zijn de insnijdingen van de afdichtplaat bij voorkeur onder een hoek ten opzichte van de sleuven in het kopschot aangebracht. Daardoor wordt voorkomen, dat insnijdingen en sleuven elkaar overlappen.
Bij een uitvoering waarbij de insnijding wel evenwijdig is aan een sleuf wordt er de voorkeur aan gegeven, dat deze in aangebrachte positie versprongen ten opzichte daarvan geplaatst is.
Voorwerpen, zoals heipalen, hebben vaak een einde met bijzondere gedaante.
De hierboven beschreven afdichtplaat is in het bijzonder geschikt om een dergelijke bijzondere gedaante te verwezenlijken. Door deze afdichtplaat te profileren ontstaat bovendien stijfheid voor de afdichtplaat zelf.
Aanbrengen van de afdichtplaat vindt plaats na het spannen van de kabels en na het aanbrengen van de kopschotten volgens de uitvinding.
Een inrichting voor het doorrijgen van de wapeningsdraden omvat bij voorkeur volgens de uitvinding een lierkabel enerzijds verbonden met een slede met inklemmiddelen en anderzijds verbonden met een lierinrich-ting.
De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld nader verduidelijkt worden. Daarbij toont:
Fig. 1 schematisch een inrichting voor het vervaardigen van verscheidene in eikaars verlengde liggende betonnen heipalen;
Fig. 2 een kopschot volgens de uitvinding.
Fig. 3 een afdichtplaat volgens de uitvinding;
Fig. 4 in zijaanzicht een detail, die de plaatsing van kopschot, en afdichtplaten volgens de uitvinding bij een opstelling volgens fig. 1 toont; en fig. 5 een inrichting voor het aanbrengen van wapeningsdraden volgens de uitvinding.
In fig. 1 is een inrichting afgebeeld voor het vervaardigen van aan elkaar grenzende heipalen. Deze inrichting bestaat uit een aantal aan elkaar grenzende goten 1, die aan de kopse zijden worden begrensd door balken 2. Deze balken 2 zijn voorzien van openingen voor het daartussen opnemen van zich in de langsrichting uitstrekkende wapeningsdraden 3 waarvan slechts enkele vanwege de duidelijkheid is afgebeeld.
De lengte tussen twee delen 2 waartussen wapeningsdraden 3 gespannen worden kan wel 130 meter bedragen. De bevestigings- en spanmiddelen voor de wapeningsdraden zijn niet getoond, deze maken geen deel uit van de uitvinding. De begrenzing tussen de palen wordt gevormd door schematisch aangegeven kopschotten 4. Kopschotten 4 volgens de stand der techniek bestaan uit twee door afstandhouders van elkaar gehouden platen voorzien van openingen. Voor het maken van een vorm voor een bepaalde heipaal 6 en 7 is het noodzakelijk eerst het kopschot 4 te plaatsen waarna de wapeningsdraden 3 door de openingen in het kopschot geleid worden. Vervolgens worden de wapeningsdraden op spanning gebracht. Eventueel wordt een spiraalwapening 34 toegepast. Bij toepassing van een spiraal-wapening wordt eerst de spiraalwapening aangebracht en dan pas de langs-wapeningsdraden 3· Na het op spanning brengen van de langswapeningsdra-den 3 wordt de vorm met beton gevuld. Hierbij worden de kopschotten tijdelijk afgedekt, zodat geen beton tussen de platen 11 kan vallen. Na het uitharden worden in de ruimte tussen de platen van de kopschotten 4 de wapeningsdraden, bijvoorbeeld met een snijbrander, doorgesneden waarna de tenminste gedeeltelijk uitgeharde palen 6, 7 uit de goten worden verwijderd. Begrepen zal worden dat het rijgen van de wapeningsdraden door de goten en de kopschotten een verhoudingsgewijs arbeidsintensieve werkzaamheid is.
Daarom wordt volgens de uitvinding een kopschot 10 voorgesteld, dat in fig. 2 is afgebeeld. Dit bestaat uit platen 11, die door afs-tandhouders 12 van elkaar gescheiden worden. De openingen 13 voor het opnemen van de wapeningsdraden zijn zijdelings niet gesloten, maar daarop sluiten sleuven 14 aan. Zoals blijkt uit fig. 2 strekken de sleuven 14 zich in eerste instantie zijdelings ten opzichte van de openingen 13 uit en vervolgens naar beneden of naar boven. Platen 11 zijn van afschuiningen 15 voorzien. Met toepassing van dit kopschot is het mogelijk de aan de hand van fig. 1 weergegeven werkwijze fundamenteel te wijzigen. Thans is het mogelijk eerst de wapeningsdraden 3 aan te brengen en vervolgens te spannen en vervolgens het kopschot daaroverheen te plaatsen. De wapeningsdraden 3 zullen door de sleuven 14 glijden, Doordat de benedenbegrenzing van de openingen 13 gehandhaafd blijft, door het zijdelings aansluiten van de sleuven 14, wordt in ondersteuning van de wapeningsdraden en juiste positionering voorzien. Begrepen zal worden dat omdat het thans niet langer noodzakelijk is de wapeningsdraden door de kopschotten te rijgen een aanzienlijke besparing in tijd en zwaar werk verkregen wordt. Afschuining 15 aan de onderzijde van de platen 11 dient om aan de gerede paal een afschuining te geven, zoals bijvoorbeeld eveneens uit fig.4 blijkt.
Om te voorkomen, dat bij het storten van beton dit door de sleuven 14 wegloopt en de ruimte tussen de platen 11 op ontoelaatbare wijze vult, wordt voorgesteld na het plaatsen van de kopschotten afdichtplaten 20 aan te brengen, zoals in fig. 4 schematisch weergegeven is. Een voorbeeld van een dergelijke afdichtplaat 20 is in fig. 3 gegeven. Deze sleuven bestaan uit een gemakkelijk deformeerbaar materiaal, waarin insnijdingen 21 zijn aangebracht. Deze insnijdingen kunnen een groef begrenzen met een veel kleinere breedte dan de sleuven 14 vanwege het gemakkelijk deformeerbare karakter van de afdichtplaten. Eveneens is het mogelijk dat de begrenzingsranden van de groeven elkaar raken.
In fig. 3 is plaat 20 afgebeeld in de positie bij het aanbrengen.
Bij vergelijking met fig. 2 blijkt, dat in de aangebrachte positie afdichtplaat 20 alle sleuven 14 bedekt en slechts de openingen vrijlaat waardoor de wapeningsdraden 3 zich uitstrekken. De afdichtplaat 20 volgens fig. 3 kan om insnijding 21 gevouwen worden en is zo bijzonder aan te brengen. Uit fig. 3 blijkt dat afdichtplaat 20 van af geschuinde randen 23, 24 is voorzien om de uiteindelijke heipaal een vellingkant te < geven. Eveneens is een bol deel 25 aanwezig om de uiteindelijke heipaal de gewenste bolling te verstrekken, zoals in het bijzonder uit fig. 4 blijkt. Het is eveneens mogelijk de afdichtplaat uit een niet gemakkelijk deformeerbaar materiaal te vervaardigen. Dan moeten de insnijdingen door sleuven vervangen worden, die zo geplaatst zijn dat in aangebrachte toestand van de afdichtplaat de sleuven van het kopschot bedekt worden.
In fig. 4 is getoond hoe na het aanbrengen van de wapeningsdraden 3 het kopschot 10 volgens de uitvinding wordt geplaatst. Daarna worden de afdichtplaten 20 aangebracht en vervolgens wordt het beton gestort. Verrassenderwijs is gebleken, dat zelfs bij toepassing van een materiaal op papierbasis voor de afdichtplaten niet een zodanige vochtopname door het plaatmateriaal plaatsvindt, dat de afdichting voor beton naar de ruimte tussen de platen 11 van de kopschotten faalt.
Met de inrichting volgens de uitvinding is het mogelijk verscheidene wapeningsdraden gelijktijdig aan te brengen. Omdat de wapeningsdraden over een grote afstand getransporteerd zoals 130 m moeten worden, is het mogelijk dit transport aanzienlijk te vereenvoudigen. Een daartoe bestemde inrichting is in fig. 5 afgebeeld. Daar is de situatie getoond vóór het aanbrengen van de kopschotten. Vanaf een schematisch afgeheelde toevoer 30 worden de kabels door de openingen in de balk 2 geleid en vervolgens bevestigd aan inklemmiddelen 31· Deze inklemmiddelen 31 zijn bevestigd op een slede 32 waaraan een lierkabel 33 is bevestigd, die vanaf de andere zijde wordt bediend. Met 34 is een spiraalwapening aangegeven. Door het bedienen van de lierkabel kunnen de wapeningsdraden zeer snel over zeer grote afstanden worden getransporteerd. Hierdoor ontstaat een verdere aanzienlijke besparing.
Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, moet begrepen worden, dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken. Zo is het mogelijk andere voorwerpen dan heipalen met de verbeterde werkwijze en inrichting volgens de uitvinding te verwezenlijken. Het is slechts wezenlijk, dat een gemeenschappelijke wapening toegepast moet worden.
Eveneens het mogelijk het bovenstaande toe te passen bij andere gewapende voorwerpen dan beton/wapeningsdraden.

Claims (14)

1. Kopschot voor het gebruik bij een werkwijze voor het gelijktijdig vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen, zoals palen, met gemeenschappelijke wapeningsdraden, omvattende twee op afstand liggende platen voorzien van openingen voor het opnemen van de wape- . ningsdraden, met het kenmerk, dat op de openingen sleuven aansluiten uitlopend naar tenminste een van de begrenzingsranden van het kopschot.
2. Kopschot volgens conclusie 1, waarbij in de aangebrachte positie van het kopschot, de sleuven zich zijdelings op de openingen aansluiten.
3. Kopschot volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij tenminste een sleuf op verscheidene openingen is aangesloten.
4. Afdichtplaat voor een kopschot volgens een van de voorgaande conclusies, welke van sleuven voorzien is, zodanig geplaatst dat in aangebrachte positie tegen het kopschot de sleuven van het kopschot door de afdichtplaat bedekt zijn.
5. Afdichtplaat voor een kopschot volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een van insnijdingen voorziene plaat gemakkelijk deformeerbaar materiaal.
6. Afdichtplaat volgens conclusie 4 of 5. waarbij in de aangebrachte positie van de afdichtplaat tenminste een van de insnijdingen of sleuven van de afdichtplaat zich onder een hoek ten opzichte van de sleuven van het kopschot uitstrekt.
7· Afdichtplaat volgens een van de conclusies 4-6, waarbij de plaat is voorzien van tenminste een in de aangebrachte toestand van de afdichtplaat zich evenwijdig met de sleuven van het kopschot uitstrekkende insnijding of sleuf, waarop de loodrechte insnijdingen aansluiten.
8. Afdichtplaat volgens een van de conclusies 4-7, waarbij de afdichtplaat een met de gewenste vorm van het einde van het te vervaardigen voorwerp overeenkomende gedaante heeft.
9. Afdichtplaat volgens een van de conclusies 4-8, waarbij de plaat uit kunststofmateriaal bestaat.
10. Afdichtplaat volgens een van de conclusies 4-8, waarbij de plaat uit een materiaal op papierbasis bestaat.
11. Werkwijze voor het vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen, zoals palen, met doorgaande wapeningsdraden, omvattende het spannen van de wapeningsdraden, met het kenmerk, dat na het spannen van de wapeningsdraden een kopschot volgens een van de conclusies 1-3 wordt aangebracht.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij na het aanbrengen van het kopschot tenminste een afdichtplaat volgens een van de conclusies 4-10 wordt aangebracht.
13· Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij voor het aanbrengen van de wapeningsdraden een spiraalwapening wordt aangebracht en het aanbrengen van de wapeningsdraden omvat het met een kabel, waaraan een inkleminrichting is bevestigd, door de spiraalwapening transporteren van de wapeningsdraden.
14. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 13, omvattende een lierkabel, enerzijds verbonden met een sledeinrichting voorzien van inklemmiddelen voor de wapeningsdraden en anderzijds verbonden met een lierinrichting.
NL9100251A 1991-02-13 1991-02-13 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen alsmede kopschot en afdichtplaat. NL9100251A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100251A NL9100251A (nl) 1991-02-13 1991-02-13 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen alsmede kopschot en afdichtplaat.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100251 1991-02-13
NL9100251A NL9100251A (nl) 1991-02-13 1991-02-13 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen alsmede kopschot en afdichtplaat.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100251A true NL9100251A (nl) 1992-09-01

Family

ID=19858872

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100251A NL9100251A (nl) 1991-02-13 1991-02-13 Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen alsmede kopschot en afdichtplaat.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL9100251A (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9300605A (nl) * 1993-04-07 1994-11-01 Bonna Vianen Kopschot voor het vervaardigen van voorgespannen betonnen palen, alsmede werkwijze daarvoor.
NL1004064C2 (nl) * 1996-09-18 1998-03-19 Leenstra Machine En Staalbouw Inrichting voor het vervaardigen van heipalen.
EP3109021A1 (de) * 2015-06-12 2016-12-28 LEONHARD MOLL BETONWERKE GmbH & Co KG Verfahren und vorrichtung zur herstellung von spannbetonfertigteilen, insbesondere spannbetonschwellen oder spannbetonweichenschwellen

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9300605A (nl) * 1993-04-07 1994-11-01 Bonna Vianen Kopschot voor het vervaardigen van voorgespannen betonnen palen, alsmede werkwijze daarvoor.
NL1004064C2 (nl) * 1996-09-18 1998-03-19 Leenstra Machine En Staalbouw Inrichting voor het vervaardigen van heipalen.
EP3109021A1 (de) * 2015-06-12 2016-12-28 LEONHARD MOLL BETONWERKE GmbH & Co KG Verfahren und vorrichtung zur herstellung von spannbetonfertigteilen, insbesondere spannbetonschwellen oder spannbetonweichenschwellen

Similar Documents

Publication Publication Date Title
SE9002473D0 (sv) Vaeggorgan
NL9100251A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een aantal aangrenzende voorwerpen alsmede kopschot en afdichtplaat.
DE7919203U1 (de) Schalungstraeger mit sonderprofil
DE19638151A1 (de) Verschleiß- bzw. Tragstreifenanordnung für die Verwendung in einer Abwasserbehandlungsanlage
US5355786A (en) Strap guide for guiding strap through aligned openings in pallet stringers
DE2523301A1 (de) Vorrichtung zur ablage von stapelleisten zwischen uebereinanderliegenden bretterlagen zur bildung eines bretterstapels
EP1941102A1 (en) Method for pouring sleepers and formwork used therefore
DE2244596A1 (de) Kabelkanal fuer stark- und/oder schwachstrominstallationen
US2297952A (en) Supporting means for forming concrete floors
DE1293958B (de) Stranggiesskokille mit polygonalem Querschnitt
DE102004019275B4 (de) Systemschalung für Querfugen bei festen Fahrbahnen
DE7519507U (de) Platte zum Speichern und Transportieren von Waren wie papier
US4106743A (en) Adjustable bulkhead for concrete wall forms
DE4219355C3 (de) Verpackungsmaschine für insbesondere scheibenförmige, gestapelte Fleisch- und Käseprodukte
RU2405722C2 (ru) Обвязочная машина
DE29822372U1 (de) Spannvorrichtung zum Verspannen von Teilkettenbäumen auf einem Kettbaumträger
US20180355626A1 (en) Bulkhead assembly for use with a concrete form
US3439814A (en) Pipe bundling machine
EP1060116B1 (de) Überladebrücke mit verladebucht aus vorgefertigten stahlbetonteilen als verbundsystem
EP1785361B1 (de) Transportträger, insbesondere Transportpalette
US1210296A (en) False work for concrete construction.
NL1004064C2 (nl) Inrichting voor het vervaardigen van heipalen.
DE3609498A1 (de) Betonschalung
CN220247620U (zh) 一种建筑施工模板夹具
DE19700920C2 (de) Element einer Schalungsform

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed