NL1010165C2 - Inrichting voor het afdichtend leggen van buizen. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het afdichtend leggen van buizen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afdichtend leggen van buizen, leidingen of dergelijke langwerpige vormdelen door apparaatwanden of dergelijke bouwelementen, bestaande uit een nippel met een schroef-5 draadsteun en een gereedschapaanzetpunt, in het bijzonder in de vorm van een polygoon, alsmede een afdichtingsinzetstuk en een drukschroef.

Dergelijke inrichtingen zijn veelvuldig bekend uit de stand van de techniek. De elementen kunnen van metaal zijn, 10 maar zijn bij voorkeur vervaardigd uit kunststof. Het af dichtingsinzetstuk kan een klemkooi van kunststof of ook een rubberelastisch kunststofvormdeel of dergelijke zijn. Voor een bevestiging van de inrichting als doorgang door een huiswand of dergelijke wordt de nippel met zijn schroef-15 draadsteun naar voren in een overeenkomstig gat in de wand gezet, totdat het gereedschapaanzetpunt aan de ene zijde tegen de huiswand aanligt. Op de door de wand heen stekende schroefdraadsteun kan vervolgens een vastzetmoer geschroefd worden om de nippel op de wand vast te zetten. Het afdich-2 0 tingsinzetstuk en de drukschroef kunnen op een door te voeren kabel, buis of dergelijke worden opgestoken, zodat de kabel door de nippel geleid kan worden en de drukschroef op de schroefdraadsteun vastgeschroefd kan worden, zodat het afdichtingsinzetstuk in radiale richting samengeknepen 25 wordt, om het doorgevoerde element af te dichten en ook een trekontlasting te waarborgen. Voor bepaalde toepassingen, bijvoorbeeld indien zware werktuigen zoals bouwmachines of dergelijke verplaatsbare apparaten op een door de inrichting geleide kabel worden aangesloten, bestaat het gevaar dat bij 30 op de kabel of dergelijke in langsrichting optredende trekkrachten de trekontlasting niet toereikend is, die door de samenklemming van het afdichtingsinzetstuk door middel van de drukschroef is ingesteld. Uitgaande van deze stand van de techniek heeft de uitvinding tot doel een inrichting van het 1010165 ✓ - 2 - bovengenoemde type te verschaffen, waarmee een verbeterde trekontlasting mogelijk is.

Voor het bereiken van dit doel wordt voorgesteld, dat op de van de schroefdraadsteun afgekeerde zijde van de 5 nippel een trekontlastingsmiddel is aangebracht.

Door de extra aanbrenging van het trekontlastingsmiddel is het mogelijk een doorgevoerde kabel of dergelijke door middel van het extra trekontlastingsmiddel als onderdeel van de inrichting in radiale richting vast te zetten, zodat ook 10 dan, als zware werktuigen en in het bijzonder verplaatsbare apparaten zijn aangesloten op de overeenkomstige kabel, een doorglijden van de kabel of dergelijke door de trekontlasting niet meer mogelijk is.

Bij voorkeur is verder voorzien dat het trekontlas-15 tingsmiddel uit een aan de nippel gevormde en ten opzichte daarvan coaxiaal gerichte steun en een om de steun spanbaar, in gespannen stand de diameter daarvan verkleinend, spanmiddel bestaat.

Een andere voorkeursuitvoeringsvorm voorziet erin dat 2 0 de steun uit aan de nippel gevormde hiervan in axiale richting uitstekende vingers bestaat.

Bovendien is bij voorkeur voorzien dat het spanmiddel uit een spanband bestaat.

In het bijzonder kan zijn voorzien dat het spanmiddel 25 uit een samendrukbare of door middel van een schroef vast-zetbare slangklem bestaat.

Een samenklembare slangklem kan bijvoorbeeld een eindloze metaallus met zogenaamde oetiker-oren zijn, die door middel van een gereedschap samentrekbaar zijn om de radiale 30 diameter van de slangklem enger te maken en aldus de steun op de doorgevoerde kabel of dergelijke te drukken, zodat op eenvoudige wijze een uitstekende trekontlasting bereikt wordt.

Om een voorlopige plaatsborging van het spanmiddel op 35 de steun te bereiken, namelijk indien het spanmiddel nog niet gespannen is, is bovendien bij voorkeur voorzien dat de j steun een in hoofdzaak cilindrisch binnenmantelvlak en een j in het langsmiddengebied slankere en in zijn eindgebieden in 1010165 - 3 - diameter grotere buitenmantelvlakken heeft.

Hierbij vormt de steun in hoofdzaak een ton met ingetrokken (oftewel niet naar buiten toe gewelfde, maar naar binnen toe gewelfde) wandvlakken. Het spanmiddel, bijvoor-5 beeld in de vorm van een spanklem of een samenklembare eindloze klem, kan op de steun worden gestoken en is vervolgens onverliesbaar daaraan vastgehouden, totdat de overeenkomstige kabel of een dergelijk langwerpig vormdeel wordt doorgevoerd en het spanmiddel in zijn eindstand wordt aange-10 trokken respectievelijk aangespannen, in welke eindstand de trekontlastingsstand bereikt is.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is in de tekening weergegeven en wordt hieronder nader beschreven.

Hierin toont: 15 fig. 1 een inrichting volgens de uitvinding in doorsne de over het langsmidden in een bedoelde montagestand; en fig. 2 dezelfde inrichting met uiteengenomen delen.

De inrichting voor het afdichtend leggen van buizen, leidingen of langwerpige vormdelen 1 door wanden 2 van 20 apparaten of bouwelementen, bestaat in hoofdzaak uit een nippel 3 met een schroefdraadsteun 4 en een gereedschapaan-zetpunt 5, bij voorkeur in een polygoonvorm, alsmede een afdichtingsinzetstuk 6 van rubberelastisch materiaal, een drukschroef 7 alsook een vastzetmoer 8. Voor een montage 25 wordt de nippel 3 met zijn schroefdraadsteun 4 naar voren in een uitsparing in de huiswand 2 gezet, totdat het gereed-schapaanzetpunt tegen de huiswand aanligt. Aansluitend wordt de vastzetmoer 8 op de schroefdraadsteun 4 geschroefd, totdat de stand van de nippel op het huisdeel of dergelijke 30 geborgd is. Vervolgens kan dan het langwerpige vormdeel 1 door het afdichtingsinzetstuk 6 en de drukschroef 7 gevoerd worden. Na het bereiken van de gewenste positie wordt de drukschroef 7 op de schroefdraadsteun 4 geschroefd en daarmee het afdichtingsinzetstuk 6 samengedrukt, zodat een 35 afgedichte en grotendeels drukontlaste verbinding bereikt is.

Om de trekontlasting verder te verbeteren, is op de van de schroefdraadsteun 4 afgekeerde zijde van de nippel 3 een 1010165 - 4 - trekontlastingsmiddel 9 aangebracht. Het trekontlastingsmid-del 9 bestaat uit een aan de nippel 3 aangevormde en zich hiermee coaxiaal uitstrekkende steun 10 alsmede een om de steun 10 spanbaar en in een spanstand de diameter daarvan 5 verkleinend spanmiddel 11. In het uitvoeringsvoorbeeld bestaat de steun 10 uit aan de nippel 3 aangevormde daarvan in axiale richting uitstekende vingers. Het spanmiddel 11 bestaat uit een eindloze spanwand met aangevormde oetiker-oren (samendrukbare oren).

10 De steun 10 heeft een in hoofdzaak cilindrisch binnen- mantelvlak, terwijl zijn buitenmantelvlak in het langsmid-dengebied slanker is dan aan zijn eindgebieden, zodat een ingevallen tonvorm bereikt is, die ertoe dient het spanmiddel 11 voorafgaand aan het aanspannen relatief verliesbe-15 stendig op de steun 9 vast te houden.

De uitvinding is niet beperkt tot het uitvoeringsvoorbeeld, maar kent vele varianten binnen het raamwerk van deze openbaring.

Alle nieuwe, in de beschrijving en/of tekening geopen-20 baarde afzonderlijke en gecombineerde kenmerken worden als wezenlijk voor de uitvinding beschouwd.

j i 1010165

Claims (6)

1. Inrichting voor het afdichtend leggen van buizen, leidingen of dergelijke langwerpige vormdelen door apparaat-wanden of dergelijke bouwelementen, bestaande uit een nippel met een schroefdraadsteun en een gereedschapaanzetpunt, in 5 het bijzonder in de vorm van een polygoon, alsmede een afdichtingsinzetstuk en een drukschroef, met het kenmerk dat op de van de schroef draadsteun (4) afgekeerde zijde van de nippel (3) een trekontlastingsmiddel (9) is aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het trekontlastingsmiddel (9) uit een aan de nippel gevormde en ten opzichte daarvan coaxiaal gerichte steun (10) en een om de steun (10) spanbaar, in gespannen stand de diameter daarvan verkleinend, spanmiddel (11) bestaat. 15

3. Inrichting volgens één van de conclusies l of 2, met het kenmerk dat de steun (10) uit aan de nippel (3) gevormde hiervan in axiale richting uitstekende vingers bestaat.

4. Inrichting volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat het spanmiddel (11) uit een spanband bestaat.

5. Inrichting volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk dat het spanmiddel (11) uit een samendrukbare of 25 door middel van schroeven vastzetbare slangklem bestaat.

6. Inrichting volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk dat de steun (10) een in hoofdzaak cilindrisch binnenmantelvlak en een in het langsmiddengebied slankere en 30 in zijn eindgebieden in diameter grotere buitenmantelvlakken heeft. 1010165