NL1010114C2 - Wasinrichting voor een vaartuig alsmede werkwijze voor het wassen van een vaartuig. - Google Patents

Description

Wasinrichting voor een vaartuig alsmede werkwijze voor het wassen van een vaartuig.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een wasinrichting 5 voor een vaartuig, omvattende een het vaartuig aan ten minste de tegenoverliggende langszijden en onderzijde daarvan opnemende langwerpige constructie, voorzien is van reinigingsmiddelen voor de wand van dat vaartuig en nabij de onderzijde voorzien is van middelen om druk op de bodem van dat vaartuig uit te oefenen. Een dergelijke 10 wasinrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.046 095· Daarbij wordt een vaartuig in een constructie gevaren en tijdens het varen beweegt het vaartuig langs reinigingsmiddelen zoals roterende borstels. Daarbij zijn roterende borstels aanwezig die op het bodemvlak van het vaartuig aangrijpen en enerzijds het vaartuig 15 iets omhoog drukken en anderzijds de voortbeweging van het vaartuig bewerkstelligen. Positionering van het vaartuig vindt volgens het Amerikaanse octrooischrift plaats doordat de borstels naar de scheepsromp te bewegen.

Gebleken is dat op een dergelijke wijze een bijzonder onstabie-20 le ondersteuning van het vaartuig verschaft wordt. Door een dergelijke onstabiele ondersteuning zal het vaartuig tijdens het wassen bewegen. Dit is op te lossen door de druk op de scheepswand uitgeoefend door de borstels te vergroten maar daardoor is beschadiging van de scheepswand door de borstels niet uit te sluiten. Het wasresul-25 taat neemt eveneens af. Indien de afstand tussen de opsluitende borstels en de scheepsromp vergroot wordt neemt het wasresultaat weliswaar toe maar is de positionering van het vaartuig duidelijk minder. Daardoor kan het vaartuig zich in verschillende posities bevinden en zal het wasresultaat eveneens niet optimaal en gelijkma-30 tig zijn.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding de hierboven beschreven wasinrichting zodanig verder te verbeteren dat het wasresultaat geoptimaliseerd wordt bij het minimaliseren van beschadigingen aan romp en dergelijke. Bovendien wordt beoogd in een wasinrich-35 ting te voorzien waarmee het mogelijk is de hele romp van het vaartuig te wassen.

Dit doel wordt bij hierboven beschreven wasinrichting verwezenlijkt doordat de middelen voor het uitoefenen van druk op die bodem 1010114 2 van dat vaartuig omvatten ten minste twee in dwarsrichting tegenoverliggende delen van de bodem van het vaartuig aangrijpende stuurbare hefinrichtingen waarmee het vaartuig permanent ten minste 10 cm opgelicht wordt en waarbij de reinigingsmiddelen ten opzichte van 5 die constructie en het vaartuig verplaatsbaar aangebracht zijn. Volgens de uitvinding beweegt het vaartuig zich niet langer door de constructie maar wordt door het enigszins oplichten zeer stabiel in een bepaalde positie gefixeerd. Daardoor is het mogelijk zeer nauwkeurig verschillende washandelingen uit te voeren hetzij onder, het-10 zij op, hetzij boven de waterlijn. Daarbij bewegen de reinigingsmiddelen zich ten opzichte van de constructie. Deze reinigingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld roterende borstels omvatten die met behulp van een langs rails geleide wagen langs de romp bewegen en in een reinigend effect voorzien. Door de stabiele positionering van het vaar-15 tuig heeft het bewegen van de borstels langs de romp geen enkel effect op de positie van het vaartuig en kan de afstand borstel-vaartuig uitsluitend gericht op een optimaal wasresultaat bepaald worden.

De hierboven beschreven hefinrichtingen kunnen alle voorstelba-20 re hefinrichtingen omvatten zoals hydraulische systemen die van onderen af tegen de romp van het vaartuig drukken. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding wordt het naar boven en naar beneden bewegen van de hefinrichtingen veroorzaakt door daarin aanwezige kamers waar water al dan niet ingébracht kan worden. In-25 dien dergelijke kamers zich in een met lucht gevulde toestand bevinden zal het vaartuig omhooggedreven worden. Door het al dan niet verwijderen van water uit de betreffende kamers kan op bijzonder milieuvriendelijke wijze heffen en dalen van het vaartuig verwezenlijkt worden.

30 Voor optimale aangrijping van de onderzijde respectievelijk zijkant van het vaartuig zijn de hefinrichtingen bij voorkeur voorzien van steunblokken die op het betreffende deel van het vaartuig aangrijpen. Deze steunblokken kunnen van min of meer meegevend aangrijpend deel voorzien zijn. Dergelijke rompsteunen kunnen al dan 35 niet scharnierend zijn ten opzichte van de eigenlijke hefinrichting.

Tijdens het wassen worden mogelijkerwijs reinigingsstoffen gebruikt en komen allerlei stoffen vrij. Door de constructie te voorzien van een afvoersysteem met leidingen, die het materiaal 1010114 3 afvoert, en een dergelijk leidingsysteem met een pompsysteem te verbinden waarin een filter is aangebracht, kan het daardoor afgezogen water weer gebruikt worden voor verder wassen of zonder milieubezwaar geloosd worden.

5 De hierboven genoemde reinigingsmiddelen kunnen alle in de stand der techniek van bijvoorbeeld autowasstraten gebruikte reinigingsmiddelen omvatten, zoals roterende borstels en/of waterstralen onder verhoogde druk. Allerlei type borstels zijn mogelijk zoals komborstels, cilindrische borstels en dergelijke.

10 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het wassen van een vaartuig, omvattende het in een constructie varen van dat vaartuig, het in die constructie heffen van dat vaartuig, en het bewegen van reinigingsmiddelen ten opzichte van die constructie en het vaartuig voor het reinigen daarvan.

15 De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekeningen afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch in zijaanzicht de wasinrichting volgens de onderhavige uitvinding met daarin opgenomen een vaartuig; 20 Fig. 2 een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1 in toestand waarin het vaartuig de wasinrichting binnenvaart;

Fig. 3 de wasinrichting volgens fig. 2 in een toestand waarin het vaartuig ten opzichte van de wasinrichting gefixeerd is; en

Fig. 4 een doorsnede volgens de lijn IV-IV in fig. 1.

25 De wasinrichting volgens de uitvinding is in het geheel met 1 aangegeven. Zoals uit de verschillende figuren blijkt bestaat deze uit een frame 2 dat geheel of gedeeltelijk op de bodem 3 van een haven of dergelijke afgezonken is of vastgemonteerd is, bijvoorbeeld tussen twee kademuren. De waterlijn is met 4 aangegeven.

30 Zoals uit fig. 4 blijkt zijn over het frame 2 vier rolgeleidin- gen 5 voor twee wagens 6 aanwezig. Deze wagens 6 zijn aan de bovenzijde geleid in geleidingen 12 en kunnen in langsrichting van het frame heen en weer bewegen. Daarop zijn aangebracht eventueel afzonderlijk te bedienen bovenborstels 7 onderborstels 8 en waterlijnbor- 35 stels 9· Met behulp van vijzels 10 die op niet nader afgebeelde wijze bediend kunnen worden kunnen deze borstels meer of minder ver naar te wassen delen van het vaartuig 20 gebracht worden. Met 21 is het dek van het vaartuig aangegeven terwijl met 22 de kiel aangege- 10101 14 4 ven is. Met 11 is een in deze uitvoering stationaire sproei-inrichting aangegeven waarmee het dek 21 gespoeld kan worden. Het is echter mogelijk, dat de sproeiinrichting 11 vast verbonden is met wagen 6.

5 In fig. 2 is de hef inrichting 19 voor het vaartuig af geheeld.

Fig. 2 toont de positie waarin het vaartuig het frame 2 binnenvaart. Dat wil zeggen de borstels 7 en borstels 8 en 9 bevinden zich in een verwijderd verband van het vaartuig om onbelemmerde doorgang daarvan mogelijk te maken. Indien het vaartuig op de plaats van bestemming 10 aangekomen is worden de hefinrichtingen 19 naar boven gebracht. Dit gebeurt door het afvoeren van water uit de kamers 25 via leidingen 23· Met 24 is een regelklep aangegeven. Dat wil zeggen het water aanwezig in kamers 25 wordt vervangen door lucht waardoor deze als hefinrichtingen 19 drijfvermogen krijgen. Dit drijfvermogen wordt 15 via stangen 16 en 17 via scharnier 18 verbonden met rompsteun 13 overgebracht naar de romp van het vaartuig 20. Tussen rompsteun 13 en het vaartuig bevindt zich aan de rechter zijde van fig. 2 een gegolfd oppervlak uit meegevend materiaal dat enigszins inveert bij het naar boven bewegen van de betreffende rompsteun. Aan de linker 20 zijde van fig. 2 is een variant met 15 aangegeven. Dit bestaat uit een antislipmateriaal.

Uit verschillende figuren blijkt dat een leiding 26 aanwezig is. Deze is op niet nader afgebeelde wijze verbonden met een filter en pomp en het daaruit afkomstige gereinigde water kan toegevoerd 25 worden via de sproeimondstukken 11 of toegevoerd worden aan de borstels of op gebruikelijke wijze geloosd worden.

De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt:

In de in fig. 2 getoonde toestand wordt het vaartuig 20 het frame 2 binnen gevaren. Daarbij bestaat geen gevaar voor belemmering 30 door de borstels 7-9 of de rompsteunen 13. In deze toestand zijn de kamers 25 met water gevuld.

Indien het vaartuig op juiste wijze gepositioneerd is, wordt via afsluiter 24 water door lucht vervangen waardoor hefinrichtingen 19 heffend vermogen krijgen en de rompsteunen 13 tegen het vaartuig 35 gedrukt worden. Vervolgens zal het vaartuig ten minste 10 cm uit het water gelicht worden en, wat belangrijk is, in een stabiele positie komen. Vervolgens worden verschillende borstels 7-9 dichter bij het : vaartuig gebracht en bij het roteren (via een niet afgebeeld mecha- 1010114 5 nisme) langs het vaartuig bewogen door verplaatsing van de wagens 6 over rolgeleidingen 5· Bij het naderen van een van de rompsteunen 13 zullen de borstels 8 vanzelfsprekend terugbewogen worden en na het passeren weer tegen de kiel 22 gedrukt worden. Dat is in fig. 3 5 getoond.

Doordat het vaartuig enigszins boven de waterlijn getild is, is het goed mogelijk het kritische gebied nabij de waterlijn te reinigen. Dit gebeurt in de hier getoonde uitvoering met behulp van borstels 9· 10 Echter is een uitvoering denkbaar waarbij de borstels 8 en 9 niet aanwezig zijn en alleen de "zichtbare" zijwand van de romp gereinigd met behulp van borstels 7· In een dergelijke uitvoering kan door het enigszins naar boven bewegen van het vaartuig ook het gebied nabij de waterlijn met deze borstels 7 gereinigd worden zodat 15 na het weer laten zakken van het vaartuig een "optisch" schoon uiterlijk verkregen wordt. Sturing van de borstels en beweging van de wagen 6 gebeurt op enige in de stand der techniek bekende wijze. Bijvoorbeeld kan verwezen worden naar autowasstraten waarin technieken voor het bewegen van borstels langs voertuigen en het naderen 20 van borstels tot voertuigen algemeen bekend is op zodanige wijze dat enerzijds optimaal reinigen en anderzijds elke beschadiging van het betreffende vaartuig voorkomen wordt. Daarbij wordt opgemerkt dat het oppervlak van een vaartuig aanzienlijk minder discontinuïteit vertoont dan dat van een voertuig.

25 Nadat het vaartuig op deze wijze gereinigd is, wordt de toe stand volgens fig. 2 hersteld en kan het vaartuig zijn baan in gereinigde toestand vervolgen. Tijdens het wassen zal daarbij vrijkomend water en vuil via de leiding 26 afgepompt worden en gereinigd worden.

30 Volgens een variant van de uitvinding is het mogelijk niet de kamers 25 al dan niet met lucht te vullen, maar ruimte 27· In een dergelijke geval ontstaat een soort 'dok' dat meer of minder diep in het water ligt.

Volgens een verdere variant is het mogelijk constructie 2 aan 35 de voor- en achterzijde (gezien in de bewegingsrichting van het vaartuig 20) van afsluitbare deuren en dergelijke te voorzien. Daardoor ontstaat een gesloten 'bak'. Op deze wijze is het mogelijk het water dat tijdens het wassen vrijkomt en verontreinigd is, op opti- 1010114 6 male wijze te onderwerpen aan een reinigingshandeling zonder dat vermenging van het omgevende water plaatsvindt. Bovendien wordt op deze wijze invloed van uitwendige krachten, zoals golfslag en/of wind, zoveel mogelijk beperkt. Tevens ontstaat daarbij de mogelijk-5 heid bij het verder laten zakken van het waterniveau ook lagere delen van de wand eenvoudig voor reinigingsdoeleinden en andere activiteiten te bereiken. In het uiterste geval is het zelfs mogelijk de bak als dok uit te voeren voor het verrichten van onderhoudswerkzaamheden en dergelijke. Het is bovendien mogelijk de stro-10 ming van het water in een gesloten constructie van voor naar achteren te laten plaatsvinden waarbij allerlei filterconstructies aanwezig kunnen zijn om het opgevangen water te reinigen.

Begrepen moet worden dat behalve het reinigen van de romp het eveneens mogelijk is met de onderhavige uitvinding deze romp in de 15 was te zetten en deze was uit te poetsen. Bovendien is het mogelijk een droogstap in te lassen.

Met de uitvinding is het mogelijk om op milieuvriendelijke wijze arbeidsintensief werk eenvoudig te mechaniseren.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeurs-20 uitvoering beschreven is zal begrepen worden dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken. Zo is het mogelijk in plaats van borstels andere reinigingsmiddelen toe te passen. Eveneens kunnen de borstels bijvoorbeeld geknikt of anderszins gecompliceerd uitgevoerd 25 zijn. Technologieën al bekend in autowasstraten kunnen voor zover mogelijk ook bij de hier bovenbeschreven wasinrichting toegepast worden. Eveneens is het mogelijk het vaartuig slechts aan één kant omhoog te brengen, bijvoorbeeld kantelen om de langsas. Deze zijde kan vervolgens gereinigd worden waarna door het kantelen in een 30 andere richting of door het omgekeerd invaren van het vaartuig de andere zijde gereinigd kan worden. Dergelijke wijzigingen worden alle geacht binnen het bereik van de onderhavige conclusies te liggen.

3 1010114

Claims (9)

1. Wasinrichting (1) voor een vaartuig (20), omvattende een het vaartuig aan ten minste de tegenoverliggende langszijden en onder-5 zijde daarvan opnemende langwerpige constructie, die voorzien is van reinigingsmiddelen (7_9) voor de wand van dat vaartuig en nabij de onderzijde voorzien is van middelen om druk op de bodem van dat vaartuig uit te oefenen, met het kenmerk, dat de middelen voor het uitoefenen van druk op die bodem van dat vaartuig omvatten ten min- 10 ste twee in dwarsrichting tegenoverliggende delen van de bodem van het vaartuig aangrijpende stuurbare hefinrichtingen (9) waarmee het vaartuig permanent ten minste 10 cm opgelicht wordt en waarbij de reinigingsmiddelen ten opzichte van die constructie en het vaartuig verplaatsbaar aangebracht zijn.

2. Wasinrichting volgens conclusie 1, waarbij die hefinrichtin gen kamers (25,27) omvatten, die met lucht of water vulbaar zijn.

3· Wasinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die hefinrichtingen omvatten, een scharnierbaar daarmee verbonden rompsteun (13)·

4. Wasinrichting volgens conclusie 3. waarbij die rompsteun van een de scheepsromp aangrijpende, enigszins meegevende bekleding (14) is voorzien.

5. Wasinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die reinigingsmiddelen omvatten zich boven het waterniveau 25 uitstrekkende reinigingsmiddelen (7).

6. Wasinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de reinigingsmiddelen roterende borstelmiddelen omvatten.

7. Wasinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die reinigingsmiddelen zich onder het waterniveau uitstrek- 30 kende reinigingsmiddelen (8) omvatten.

8. Wasinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij nabij die reinigingsmiddelen een afvoersysteem (26) is aangebracht.

9. Werkwijze voor het wassen van een vaartuig, omvattende het 35 in een constructie varen van dat vaartuig, het in die constructie heffen van dat vaartuig, en het bewegen van reinigingsmiddelen ten opzichte van die constructie en het vaartuig voor het reinigen daarvan. 1010114