NL1009354C2 - Installatie voor verplaatsbare elektrische verbruikers in een ruimte zoals een tuinbouwkas. - Google Patents

Installatie voor verplaatsbare elektrische verbruikers in een ruimte zoals een tuinbouwkas. Download PDF

Info

Publication number
NL1009354C2
NL1009354C2 NL1009354A NL1009354A NL1009354C2 NL 1009354 C2 NL1009354 C2 NL 1009354C2 NL 1009354 A NL1009354 A NL 1009354A NL 1009354 A NL1009354 A NL 1009354A NL 1009354 C2 NL1009354 C2 NL 1009354C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
installation according
guide rail
distribution
rail
leg
Prior art date
Application number
NL1009354A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1009354A1 (nl
Inventor
Jozef Gerardus Marie Van Rens
Jacobus Christiaan Pete Rutten
Original Assignee
J J Agrotech B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19767279&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1009354(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by J J Agrotech B V filed Critical J J Agrotech B V
Priority to NL1009354A priority Critical patent/NL1009354C2/nl
Priority to AU42935/99A priority patent/AU4293599A/en
Priority to PCT/NL1999/000355 priority patent/WO1999064786A1/en
Publication of NL1009354A1 publication Critical patent/NL1009354A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1009354C2 publication Critical patent/NL1009354C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/34Supporting elements displaceable along a guiding element
    • F21V21/35Supporting elements displaceable along a guiding element with direct electrical contact between the supporting element and electric conductors running along the guiding element
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R41/00Non-rotary current collectors for maintaining contact between moving and stationary parts of an electric circuit
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/002Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips making direct electrical contact, e.g. by piercing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Greenhouses (AREA)
  • Guiding Agricultural Machines (AREA)

Description

Korte aanduiding: Installatie voor verplaatsbare elektrische verbruikers in een ruimte zoals een tuinbouwkas.
De uitvinding heeft betrekking op een installatie voor 5 het in een ruimte, zoals een tuinbouwkas of warenhuis, verschaffen van verplaatsbare elektrische verbruikers, zoals bijvoorbeeld groei lampen.
Installaties van deze soort, in het bijzonder voor gebruik in de tuinbouw zijn bekend uit de Australische octrooiaanvrage 9733171, de Nederlandse octrooiaanvrage 7613233 en het Amerikaanse octrooi 10 4.441.145.
Bi-nnen de glastuinbouw wordt steeds vaker gebruik gemaakt van zogeheten assimilatieverlichting. Voor een aantal teelten, zoals bijvoorbeeld de rozenteelt, is het toepassen van assimilatie-verlichting welhaast een noodzakelijke voorwaarde voor het bereiken van 15 een economisch verantwoorde productie. Ook in bijvoorbeeld de gerberateelt lijkt met een gestuurd lichtsysteem een productieverhoging van 40 tot 50% mogelijk. Omdat een betreffende teelt niet continu hoeft te worden bel icht, kan een mobiel of verplaatsbaar verlichtingssysteem worden toegepast om de investeringen in de relatief dure assimilatielampen en armaturen te 20 beperken, alsmede schaduwwerking door vast opgestelde armaturen bij invallend zonlicht.
Het door de genoemde Australische octrooiaanvrage 9733171 voorgestelde systeem omvat een frame met geleidingsbuizen voor het hierlangs verplaatsen van 1ichtarmaturen. De armaturen worden 25 verplaatst door middel van een systeem van kabels en katrollen aangedreven onder invloed van contragewichten en een bak die afwisselend met water wordt gevuld en waaruit water kan wegstromen. De verlichtingsarmaturen worden doormiddel van aan het frame bevestigde flexibele kabels elektrisch gevoed.
30 Het genoemde Amerikaanse octrooi schrift 4.441.145 beschrijft een verplaatsbaar bel ichtingsarmatuur voorzien van een tamel ijk gecompliceerde en storingsgevoelige kettingaandrijving. Er worden geen bijzonderheden genoemd omtrent de wijze waarop de bel ichtingsarmaturen elektrisch worden gevoed.
35 De in de Nederlandse octrooiaanvrage 7613233 beschreven bel ichtingsinstallatie veronderstelt het beschikbaar zijn van verwarmings- 1 009 354 2 buizen over de gehele lengte van een te belichten gebied van een cultuur-kas, waarbij voor de elektrische installatie een uitgebreid kabelsysteem voor het aansluiten van de belichtingsarmaturen noodzakelijk is.
Uit de Franse octrooiaanvrage 2.162.610 is een plafond-5 verlichtingssysteem bekend voor sporthallen, zwembaden, tentoonstellingsruimten en dergelijke, waarbij de verlichtingsarmaturen voor onderhouds-doeleinden in groepen langs stroomgeleidingsrails verplaatsbaar zijn. Voor het verplaatsen van de armaturen worden door één of meer motoren aangedreven tandwieloverbrengingen en kabelsystemen voorgesteld.
10 Deze systemen zijn geenszins geschikt voor het verlichten van tuinbouwkassen of andere ruimten met een oppervlakte van bijvoorbeeld 1 ha of meer. Naast de gevoeligheid voor mechanische storingen, zullen bij grotere percelen lange elektrische voedingskabels nodig zijn die in pakketten van bijvoorbeeld 2,5 tot 3 m aan het begin 15 van de kas bij elkaar komen te hangen, wanneer de lampen aan het begin van de kas staan. Doordat deze kabel pakketten een relatief grote ruimte in beslag zullen nemen, zal dit als zeer hinderlijk worden ervaren.
Aan de uitvinding ligt daarom de opgave ten grondslag een installatie te verschaffen met verplaatsbare elektrische verbruikers 20 die zowel in kleine als relatief grote ruimtes zoals een tuinbouwkas efficiënt en doelmatig kan worden geïnstalleerd, zonder hinderlijke kabel pakketten of ingewikkelde, mechanische aandrijfsystemen.
Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost door het verschaffen van een distributierailsysteem voor het in de ruimte 25 distribueren van elektrische energie, een geleidingsrailsysteem ingericht voor het mechanisch geleiden en van elektrische energie voorzien van een verplaatsbare gebruiker en een aftaksysteem, waarbij het geleidingsrailsysteem door middel van het aftaksysteem elektrisch met het distributierail systeem is verbonden.
30 De installatie volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door een modulaire opbouw waarbij naar behoefte het geleidingsrailsysteem kan worden uitgebreid middels aftakkingen, via het aftaksysteem, op het distributierailsysteem.
Het geleidingsrailsysteem omvat daarbij in het algemeen 35 één of meer geleidingsrails. Echter ook het distributierailsysteem kan uit één of meer distributierails worden opgebouwd. In de praktijk, 1009354 3 bijvoorbeeld bij gebruik in een tuinbouwkas, wordt een efficiënte opbouw van het systeem daardoor gekenmerkt, dat de gel ei d i ngsrai1s zo veel mogelijk dwars op de distributierails in de ruimte zijn gemonteerd.
In het geval van een tuinbouwkas kunnen de geleidings-5 rails met voordeel in een nok of nokken van de kap of het dak worden gemonteerd, dan wel aan één of meer van de dakspanten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de installatie volgens de uitvinding is het geleidingsrai 1 systeem opgebouwd uit koppelbare geleidingsrails met een bij benadering I-vormige doorsnede, waarbij het 10 onderste dwarsbeen aan zijn uiteinde schuin naar het middenbeen toelopende loopvlakken bezit en-een tegenover, deze loopvlakken gevormde uitsparing voor het opnemen van elektrische geleiders, waarbij het bovenste dwarsbeen een voor het bevestigen van de geleidingsrail geschikte vorm bezit en waarbij de naar elkaar toegekeerde zijden van het bovenste been en het 15 onderste been zijn ingericht voor het hiertussen opnemen van koppelstukken voor het in 1 angsrichting koppelen van geleidingsrails.
Mede met het oog op gewichtsbesparing, is het van voordeel om de geleidingsrails in de vorm van een geëxtrudeerd aluminium profiel te verschaffen.
20 Het bovenste dwarsbeen van het profiel kan daarbij een voor hangmontage geschikte vorm bezitten. Deze vorm kan zijn afgestemd voor het hangend bevestigen daarvan aan de nokspanten van een tuinbouwkas of dergelijke. Zonodig kan het bovenste dwarsbeen, overeenkomstig de uitvinding, geschikt zijn gevormd voor het tevens vervullen van de functie 25 van nokspant van een tuinbouwkas, voor het dragen van glaspanelen e.d.
Voor het koppelen van geleidingsrails, middels een snapverbinding, zijn de dwarsbenen aan de naar elkaar toegekeerde zijden voorzien van bij voorkeur hal feil indervormige uitsparingen voor het hierin opnemen van koppelstukken met overeenkomstig cilindrisch gevormde 30 uiteinden. De koppelstukken bezitten bij voorkeur een licht gebogen vorm voor het met enige veerkracht in de cilindervormige uitsparingen houden daarvan.
Voor het langs een geleidingsrail verplaatsen van de elektrische verbruikers, is voorzien in een door de geleidingsrail 35 mechanisch ondersteunde wagen met een elektromotor.
Voor toepassing bij een aluminium profiel zoals boven- 1 009354 4 beschreven, is de wagen in een uitvoeringsvorm voorzien van loopwielen die aangrijpen op de loopvlakken van het onderste dwarsbeen van een geleidingsrail, welke loopwielen zodanig zijn geplaatst dat deze de wagen tevens op de rail houden. Voor het van elektrisch energie voorzien van 5 de elektromotor en de elektrische verbruikers zijn in het onderste dwarsbeen van de geleidingsrail op een zodanige wijze elektrische geleiders opgenomen, dat deze doormiddel van sleepcontacten elektrisch kunnen worden gecontacteerd. Door de elektrische geleiders verzonken te monteren wordt, in een weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding, aan de naar buiten 10 gekeerde zijde van het onderste dwarsbeen, een loopvlak voor een aandrijf-wiel of aandrijfwielen van de wagep verschaft.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de wagen gevormd door de motorbehuizing, die bijgevolg voorzien is van loopwielen, sleepcontacten en zonodig één of meer aandrijfwielen.
15 In een uitvoeringsvorm van de installatie volgens de 3 uitvinding kan het distributierailsysteem eveneens uit één of meer langwerpige distributierails bestaan, omvattende een behuizing met ten minste twee in 1angsrichting evenwijdig lopende uitsparingen voor het hierin opnemen van elektrische geleiders.
20 In een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de distributierail drie evenwijdige uitsparingen waarin door middel van een kunststofmantel geïsoleerde elektrische geleiders zijn opgenomen. Deze geleiders komen dan overeen met de drie fasen van een driefasig elektrisch voedingssysteem. Begrepen dient te worden dat ook enkelfasige 25 distributiesystemen kunnen zijn verschaft en dat bij een driefasig systeem desgewenst een vierde nulgeleider kan zijn voorzien.
Voor het, met het distributierailsysteem elektrisch koppelen van het geleidingsrailsysteem omvat het aftaksysteem in een uitvoeringsvorm van de uitvinding een aftakelement dat een met het aantal 30 elektrische geleiders van een distributierail overeenkomend aantal op afstand van elkaar gerangschikte puntvormige contactpennen bezit voor het dwars door de isolatie van een elektrische geleider van het distributiesysteem heen contacteren daarvan. De contactpennen zijn daarbij elk met een ader van een aftakkabel verbonden die elektrisch met de door een 35 geleidingsrail ondersteunde elektrische geleiders is verbonden.
De contactpennen en de verbinding hiervan met de aders f 008 3 54 5 van de aftakkabel zijn bij voorkeur in een elektrisch isolerende gietmassa ingegoten. In een voorkeursuitvoeringsvorm is het aftakelement voorzien van haakvormige delen voor aangrijping hiervan in corresponderend gevormde uitsparingen van een distributierail, voor het op de distributierail houden 5 van het aftakelement.
Bij voorkeur omvat het distributierail systeem eveneens een geëxtrudeerd aluminium profiel voor het houden van de elektrische geleiders evenals het aftakelement.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een dergelijk 10 aftakelement alsmede een tuinbouwkas, voorzien van een installatie volgens de uitvinding.
De installatie met zijn samenstellende delen wordt in het navolgende meer gedetailleerd beschreven aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm hiervan, toegepast in een tuinbouwkas.
15 Figuur 1 toont schematisch, perspectivisch een gedeelte van een tuinbouwkas voorzien van een installatie volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont schematisch, meer in detail, de koppeling van het distributierailsysteem, het geleidingsrailsysteem en het aftak-systeem in de installatie volgens de uitvinding.
20 Figuur 3a, b, c tonen schematisch kopse aanzichten van verschillende geleidingsrails van het geleidingsrailsysteem volgens de uitvinding.
Figuur 4 toont schematisch een aanzicht tegen de kopse zijde van een koppelstuk voor het in 1angsrichting koppelen van de in 25 figuur 3 getoonde geleidingsrails.
Figuur 5 toont schematisch in doorsnede een houder voor elektrische geleiders voor gebruik in een geleidingsrail volgens figuur 3.
Figuur 6 toont schematisch een verplaatsbare verbruiker 30 gekoppeld met een geleidingsrail volgens de uitvinding.
Figuur 7 toont schematisch, in langsaanzicht, een uitvoeringsvorm van een verplaatsbare verbruiker in de vorm van een wagen volgens de uitvinding.
Figuur 8 toont schematisch, perspectivisch een 35 uitvoeringsvorm van een distributierail met een daarop gemonteerd aftakelement van het aftaksysteem in de installatie volgens de uitvinding.
1 009 3 54 6
Figuur 9 toont schematisch, in doorsnede, het in figuur 8 getoonde aftakelement.
De in figuur 1 getoonde tuinbouwkas, of ook warenhuis genoemd, bijvoorbeeld ingericht voor het kweken van groenten of bloemen, 5 omvat een aantal verticale staanders 2 die door een aantal horizontale dakspanten 3 zijn verbonden. Op de staanders 2 rust een dakconstructie 4, waarbij zich zowel tussen de staanders 2 als de dakconstructie 4 glaspanelen 5 bevinden. Voor het begrip van de uitvinding zijn verdere constructieve details van een tuinbouwkas niet van belang. Het door een 10 tuinbouwkas omvatte oppervlak kan zonodig I ha of meer bedragen.
Overeenkomstig ,de uitvinding is in de kas 1 een installatie aangebracht omvattende een distributierailsysteem 7, een geleidingsrailsysteem 8, 9 en een aftaksysteem 10. Voorts zijn in langs-richting van het geleidingsrailsysteem 8, 9 verplaatsbare elektrische 15 verbruikers 11 getoond.
Zoals uit de figuur is te zien, is het distributie-railsysteem 7 op een dakspant 3 gemonteerd, terwijl het geleidingsrailsysteem 8, 9 zich dwars hierop uitstrekt. Het geleidingsrailsysteem 8 is daarbij dwars op de dakspanten 3 hieraan bevestigd terwijl het geleidings-20 railsysteem 9 in de nok 12 van de kap- of dakconstructie 4 van de kas 1 is gemonteerd.
Figuur 2 toont meer gedetailleerd het geleidingsrailsysteem 8, bevestigd aan een dakspant 3. Het aftaksysteem 10 omvat een aftakkabel 13 welke aan een einde elektrisch met het geleidingsrailsysteem 25 8 is gekoppeld en aan het andere einde door middel van een aftakconnector of aftakelement 14 elektrisch met het distributierailsysteem 7 is verbonden.
De elektrische verbruiker 11 bestaat in de getoonde uitvoeringsvorm uit een drager of wagen 15 met één of meer daaraan 30 gemonteerde assimilatieverlichtingsarmaturen 16.
Het geleidingsrailsysteem 8, 9 volgens de uitvinding, in het bijzonder voor het overbruggen van langere afstanden, is opgebouwd uit afzonderlijke geleidingsrails met bijvoorbeeld een lengte van 4 m. Afhankelijk van een praktische toepassing, kunnen geleidingsrails met een 35 specifiek profiel zijn verschaft, zoals onder andere de geleidingsrails 17, 18 en 19 waarvan een aanzicht op de kopse zijden in de figuren 3a, 1 009 3 Ui 7 3b en 3c is getoond.
De geleidingsrails 17, 18, 19 bezitten allen een in wezen I-vormige doorsnede met een middenbeen 20 en een, in het vlak van de tekening gezien, onderste dwarsbeen 21 en een bovenste dwarsbeen 22.
5 De onderste dwarsbenen 21 bezitten aan hun uiteinden schuin in de richting van het middenbeen toelopende loopvlakken 23 en een tegenover de loopvlakken 23 gevormde uitsparing 24.
Het bovenste dwarsbeen 22 bezit een voor montage c.q. bevestiging van een betreffende geleidingsrail 17, 18, 19 geschikte vorm. 10 Figuur 3b toont een uitvoeringsvorm waarbij het bovenste dwarsbeen 22 uit twee evenwijdige delen 25, 26 bestaat waarvan de uiteinden zich schuin ten opzichte van het middenbeen 20 naar beneden uitstrekken. Tussen de evenwijdige delen kunnen glaspanelen worden gehouden, zodat de geleidingsrail 18 direct als nokprofiel kan worden gebruikt in bijvoorbeeld 15 nieuw te bouwen kassen of bij kasrenovaties. In deze uitvoeringsvorm is de functie van geleidingsrail en nokprofiel met voordeel gecombineerd.
Figuur 3c toont een bovenste dwarsbeen 22 met een zwaluwstaartvormige uitsparing 27 voor het opnemen van een bevestigings-element.
20 In de naar elkaar toegekeerde zijden, zijn het onderste dwarsbeen 21 en het bovenste dwarsbeen 22 in de getoonde uitvoeringsvormen van cilindrische uitsparingen 28 voorzien voor het hierin opnemen van corresponderend cilindrisch gevormde uiteinden 29 van koppelstukken 30, zoals getoond in figuur 4.
25 Met behulp van deze koppelstukken 30 kunnen geleidings rails 17, 18, 19 in langsrichting gekoppeld worden, waarbij de koppelstukken 30 via een snapverbinding in de cilindrische uitsparingen 28 aangrijpen. Bij voorkeur bezitten de koppelstukken 30 een licht gebogen vorm, zoals getoond in figuur 4, voor het met enige veerkracht in de 30 uitsparingen 28 houden daarvan.
In de uitsparingen 24 van de geleidingsrails 17, 18, 19 wordt een elektrisch isolerend, bijvoorbeeld kunststofprofiel 31 opgenomen, met uitsparingen 32 voor het hierin elektrisch geïsoleerd en verzonken ten opzichte van de naar buiten gekeerde zijde 33 van het 35 kunststofprofiel 31 monteren van elektrische geleiders 37 (zie figuur 6).
Karakteristieke afmetingen van de geleidingsrails 17, /. u w - 8 18, 19 zijn bijvoorbeeld een hoogte van 50 mm en een breedte van 30 mm. Bij voorkeur worden de geleidingsrails 17, 18, 19 van geëxtrudeerde aluminium profielen vervaardigd, met een lengte van bijvoorbeeld 4 m. Dit om een zo licht mogelijke railconstructie te verschaffen.
5 Figuur 6 toont een verplaatsbare elektrische verbruiker 11 bevestigd aan een geleidingsrailsysteem bestaande uit in 1 angsrichting gekoppelde geleidingsrails 19, zoals getoond in figuur 3c. De geleidingsrail 19 is door middel van een in de zwaluwstaartvormige uitsparing 27 van het bovenste dwarsbeen 22 aangrijpend bevestigingselement 34 aan een 10 frame, zoals een kasconstructie, opgehangen.
De-verplaatsbare elektrische gebruiker 11 bestaat uit een wagen 35 voorzien van gelagerde loopwielen 36 die aangrijpen op de loopvlakken 23 van het onderste dwarsbeen 21 van de geleidingsrail 19. De loopwielen 36 zijn zodanig geplaatst, dat zij in de gebruikstoestand 15 de wagen 35 ondersteunen op de geleidingsrail 19. De wagen 35 kan hierbij in 1 angsrichting van de geleidingsrail 19 bewegen.
In de uitsparing 24 van het onderste been 21 van de geleidingsrail 19 zijn schematisch drie platte elektrische geleiders 37 getoond met daarop aangrijpende sleepcontacten 38. Voor het doel van de 20 uitvinding geschikte vlakke elektrische geleiders 37 en sleepcontacten 38 zijn op zichzelf in de praktijk bekend. Via de sleepcontacten 38 kan ook de verlichting 16 worden gevoed.
De elektrische geleiders 37 worden in de praktijk bij voorkeur pas na het monteren en koppelen van de geleidingsrails 17, 18, 25 19 in de kunststofprofielen 31 aangebracht, bijvoorbeeld geschoven, voor het op deze wijze verschaffen van een ononderbroken elektrische stroomtoevoer over de gehele lengte van een gemonteerde geleidingsrail 17, 18, 19.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, zoals 30 getoond in figuur 7, wordt de wagen 35 gevormd door de behuizing van een elektromotor die een aandrijfwiel 39 aandrijft dat op een loopvlak 33 van het kunststofprofiel 31 en de zijranden van het onderste dwarsbeen 21 van een geleidingsrail 17, 18, 19 ter weerszijden van de uitsparing 24 aangrijpt. De assimilatie-armatuur 16 is dan direct met de behuizing van 35 de motor verbonden (niet getoond).
Hoewel de sleepcontacten 38 en het aandrijfwiel 39 1 009 3 54 9 buiten de behuizing van de motor zijn getoond, kunnen deze ook door deze behuizing worden omvat. Uiteraard kan ook een aandrijving met meer dan één aandrijfwiel of een aandrijving via op de loopvlakken 23 van een geleidingsrail 17, 18, 19 aangrijpende aandrijfwielen/loopwielen plaats-5 vinden.
De voor het sturen van de motor noodzakelijke stuursignalen kunnen eveneens via de elektrische geleiders 37 en de sleep-contacten 38 aan op de drager 35 c.q. de motorbehuizing aanwezige stuur-elektronica worden toegevoerd. Voor dit doel geschikte signalerings- c.q. 10 modulatietechnieken zijn in de praktijk bekend. Uiteraard is het ook mogelijk om voor signaleringsdoeleinden aparte elektrische geleiders met bijbehorende sleepcontacten te verschaffen (niet getoond). Ook radiografische besturing of besturing door middel van infrarood of ultrasone overdracht behoren tot de moge! ijkheden. Voor de besturing kan met voordeel 15 gebruik worden gemaakt van reeds in de ruimte, zoals een tuinbouwkas, aanwezige of hiermee gekoppelde computer- of besturingsapparatuur.
Figuur 8 toont schematisch een deel van een distributie-rail 40 van het distributierailsysteem 7 van de installatie volgens de uitvinding.
20 De distributierail 40 omvat een behuizing 41 van bijvoorbeeld geëxtrudeerd aluminium met in langsrichting hiervan gevormde evenwijdige uitsparingen 42 waarin door een isolatiemantel 44 elektrisch geïsoleerde geleiders 43 zijn opgenomen. De afmetingen van de uitsparingen 42 zijn zodanig op de buitenomtrek van de isolatiemantel 44 afgestemd, 25 dat de elektrische geleiders 43 klemmend in de uitsparingen 42 worden gehouden. In de praktijk worden bijvoorbeeld elektrische geleiders 43 met een doorsnede van 94 mm2 toegepast.
Voor het van een distributierail 40 aftakken van elektrische energie wordt een aftakelement 14 met de distributierail 40 30 gekoppeld, zoals schematisch in figuur 8 is getoond.
Figuur 9 toont een dwarsdoorsnede door het aftakelement 14 zoals getoond in figuur 8.
De aftakconnector of het aftakelement 14 bezit puntvormige elektrisch geleidende contactpennen 45 die elk met een ader 45 35 van een aftakkabel 13 zijn verbonden, zoals schematisch getoond. De contactpennen 45 en de aders 46 zijn bij voorkeur ingegoten in een ί 0 03 3 5 4 10 elektrisch isolerende kunstharsmassa 47 in een behuizing 48. De behuizing 48 is aan weerszijden van haakvormige uitsteeksels 49, 50 voorzien die in gemonteerde toestand aangrijpen in overeenkomstig gevormde uitsparingen 51, 52 van de distributierail 40.
5 Voor het aftakken van elektrische energie van de geleiders 43 wordt het aftakelement 14 eerst met zijn uitsteeksels 50 in de uitsparing 52 van de distributierail gebracht en vervolgens in de richting van de distributierail 40 geroteerd, zodanig dat het haakvormige uitsteeksel 49 aangrijpt in de uitsparing 51 van de distributierail 40. 10 Hierbij dringen de contactpennen 45 door de isolerende mantel 44 heen en maken de contactpennen 45 contact met de geleiders 43. Doordat het uitsteeksel 49 als een haakvormig deel is gevormd, wordt het aftakelement 14 op de distributierail 40 mechanisch vastgehouden.
Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze eenvoudig en 15 snel een gel ei di ngsrai 1 met een distributierail kan worden gekoppeld, zonder dat hiervoor bijzondere deskundigheid noodzakelijk is.
Ter beveiliging kan het aftakelement 14 van elektrische veiligheden zoals smeltveiligheden of andere zoals elektromagnetisch werkende overbelastings- en/of kortsluitstroombeveiligingen 53 worden 20 voorzien. Bij voorkeur worden alle aders 46 van de aftakkabel 13 afzonderlijk beveiligd.
Hoewel de uitvinding in het voorgaande is beschreven aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm, zal het voor een deskundige 25 duidelijk zijn dat vele wijzingen en aanvullingen hierop mogelijk zijn, onder andere voor wat betreft het profiel van de geleidingsrails, de opbouw en positionering van de verplaatsbare wagen voor de elektrische verbruikers, etc.
De installatie is voorts niet beperkt tot gebruik met 30 assimilatielampen, maar kan ook worden toegepast voor elektrische kranen, als transportsysteem en dergelijke en in kassen of andere ruimten.
1 ^ Λ'·' -r, ü' ê, I -j o-ο ^ (

Claims (28)

1. Installatie voor het in een ruimte zoals een tuinbouwkas verschaffen van verplaatsbare elektrische verbruikers, zoals bijvoorbeeld 5 groeilampen, gekenmerkt door een distributierailsysteem voor het in de ruimte distribueren van elektrische energie, een geleidingsrailsysteem ingericht voor het mechanisch geleiden en van elektrische energie voorzien van een verplaatsbare gebruiker en een aftaksysteem, waarbij het geleidingsrailsysteem door middel van het aftaksysteem elektrisch met het 10 distributierailsysteem is verbonden.
2. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleidingsrail systeem één of meer geleidingsrails en het distributierailsysteem één of meer distributierails omvat, waarbij de geleidingsrails zoveel mogelijk dwars op de distributierails in de ruimte zijn gemonteerd.
3. Installatie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de geleidingsrails in een nok of nokken van een, door een dak begrensde ruimte zoals een tuinbouwkas zijn gemonteerd.
4. Installatie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de geleidingsrails aan één of meer dakspanten van een, door een dak 20 begrensde ruimte zoals een tuinbouwkas zijn bevestigd.
5. Installatie volgens elk van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het geleidingsrailsysteem is opgebouwd uit koppelbare geleidingsrails met een bij benadering I-vormige doorsnede, waarbij het onderste dwarsbeen aan zijn uiteinde schuin naar het middenbeen toelopende 25 loopvlakken bezit en een tegenover deze loopvlakken gevormde uitsparing voor het opnemen van elektrische geleiders, waarbij het bovenste dwarsbeen een voor het bevestigen van de geleidingsrail geschikte vorm bezit en waarbij de naar elkaar toegekeerde zijden van het bovenste been en het onderste been zijn ingericht voor het hiertussen opnemen van koppelstukken 30 voor het in 1angsrichting koppelen van geleidingsrails.
6. Installatie volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het bovenste dwarsbeen aan zijn naar buiten gekeerde zijde een zwaluwstraatvormige uitsparing bezit.
7. Installatie volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 35 het bovenste dwarsbeen zich onder een hoek ten opzichte van het middenbeen uitstrekkende einden bezit. 1 0 09 3 54
8. Installatie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het bovenste dwarsbeen uit twee in langsrichting van de geleidingsrail evenwijdig gelegen delen bestaat met zich onder een hoek ten opzichte van het middenbeen uitstrekkende uiteinden.
9. Installatie volgens conclusie 5, 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de dwarsbenen aan de naar elkaar toegekeerde zijden van hal feil indervormige uitsparingen zijn voorzien voor het door middel van een snapverbinding hierin opnemen van koppelstukken met overeenkomstig cilindrisch gevormde uiteinden.
10. Installatie volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de koppelstukken tussen de cilindrische uiteinden een licht gebogen vorm bezitten.
11. Installatie volgens elk van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verplaatsbare elektrische verbruikers op een door 15 de geleidingsrail mechanisch ondersteunde wagen zijn gemonteerd, welke wagen van een elektromotor is voorzien voor het langs de rail verplaatsen daarvan.
12. Installatie volgens conclusie 11, in afhankelijkheid van een of meer van de conclusies 6-10 met het kenmerk, dat de wagen van 20 loopwielen is voorzien die aangrijpen op de loopvlakken van het onderste dwarsbeen van een geleidingsrail voor het langs de rail verplaatsen en hieraan houden van de wagen, waarbij in de uitsparing van het onderste dwarsbeen elektrische geleiders zijn opgenomen, ingericht voor het door middel van sleepcontacten elektrisch contacteren hiervan.
13. Installatie volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de motor een aandrijfwiel aandrijft dat op een loopvlak van een geleidingsrail aangrijpt voor het hier langs verplaatsen van de wagen.
14. Installatie volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het aandrijfwiel aangrijpt op de naar buiten gekeerde zijde van een 30 kunststofprofiel voor het verzonken ten opzichte van deze zijde hierin houden van de elektrische geleiders, welke kunststofprofiel aangrijpt in de uitsparing van het onderste dwarsbeen van de geleidingsrail.
15. Installatie volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de elektrische geleiders zich in ononderbroken vorm in de kunststof- 35 profielen van gekoppelde geleidingsrails uitstrekken. 1 039 3 54
16. Installatie volgens conclusie 11, 12, 13, 14 of 15, met het kenmerk, dat op de wagen één of meer groei lampen van hetzelfde of verschillend type zijn gemonteerd en die via sleepcontacten elektrisch zijn verbonden met door de geleidingsrail ondersteunde elektrische 5 geleiders.
17. Installatie volgens elk van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het distributierailsysteem bestaat uit één of meer langwerpige distributierails omvattende een behuizing met ten minste twee in 1angsrichting evenwijdig lopende uitsparingen voor het hierin opnemen 10 van elektrische geleiders.
18. Irrstallatie volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat in de uitsparingen van een distributierail door middel van een kunststof-mantel geïsoleerde elektrische geleiders zijn opgenomen.
19. Installatie volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk. 15 dat een distributierail is voorzien van middelen voor het mechanisch hieraan bevestigen van een aftakelement van het aftaksysteem.
20. Installatie volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het aftakelement een met het aantal elektrische geleiders van een distributierail overeenkomend aantal op afstand van elkaar gerangschikte 20 puntvormige contactpennen bezit voor het dwars door de isolatie van een elektrische geleider heen contacteren daarvan, waarbij de contactpennen elk met een ader van een aftakkabel zijn verbonden.
21. Installatie volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de contactpennen en de verbinding hiervan met de aders van de aftak- 25 kabel in een elektrisch isolerende gietmassa zijn ingegoten.
22. Installatie volgens conclusie 19, 20 of 21, met het kenmerk, dat het aftakelement aan tegenoverliggende zijden van haakvormige delen is voorzien voor aangrijping hiervan in met deze haakvormige delen corresponderend gevormde uitsparingen van een distributierail.
23. Distributierail voor gebruik in een installatie volgens één of meer van de voorgaande conclusies, in het bijzonder volgens conclusie 17, 18, 19 of 22, met het kenmerk, dat de rail een geëxtrudeerd aluminium profiel is.
24. Geleidingsrail voor gebruik in een installatie volgens 35 één of meer van de conclusies 1 tot en met 22, in het bijzonder volgens conclusie 5, 6, 7, 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat de geleidingsrail een Ί w -· 5 4 * geëxtrudeerd aluminium profiel is.
25. Wagen voor gebruik in een installatie volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 22, in het bijzonder volgens conclusie 11, 12, 13, 14 of 16, met het kenmerk, dat de behuizing van de motor als 5 wagen voor het monteren van elektrische verbruikers is ingericht.
26. Tuinbouwkas, voorzien van een installatie volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 22.
27. Tuinbouwkas volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat deze kas is voorzien van nokspanten omvattende middelen voor het dragen 10 van glaspanelen en elektrische geleiders in de vorm van een geleidingsrail.
28. Aftakorgaan, in het bijzonder voor gebruik in een installatie volgens een of meer van de conclusies 1 tot en met 22, met de kenmerkende eigenschappen van één of meer van de conclusies 20 tot en met 22. 1 009 354
NL1009354A 1998-06-09 1998-06-09 Installatie voor verplaatsbare elektrische verbruikers in een ruimte zoals een tuinbouwkas. NL1009354C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009354A NL1009354C2 (nl) 1998-06-09 1998-06-09 Installatie voor verplaatsbare elektrische verbruikers in een ruimte zoals een tuinbouwkas.
AU42935/99A AU4293599A (en) 1998-06-09 1999-06-07 Installation for movable electrical power consumers in an area such as a greenhouse
PCT/NL1999/000355 WO1999064786A1 (en) 1998-06-09 1999-06-07 Installation for movable electrical power consumers in an area such as a greenhouse

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009354 1998-06-09
NL1009354A NL1009354C2 (nl) 1998-06-09 1998-06-09 Installatie voor verplaatsbare elektrische verbruikers in een ruimte zoals een tuinbouwkas.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1009354A1 NL1009354A1 (nl) 1999-12-15
NL1009354C2 true NL1009354C2 (nl) 2000-01-04

Family

ID=19767279

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009354A NL1009354C2 (nl) 1998-06-09 1998-06-09 Installatie voor verplaatsbare elektrische verbruikers in een ruimte zoals een tuinbouwkas.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU4293599A (nl)
NL (1) NL1009354C2 (nl)
WO (1) WO1999064786A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1433375A1 (en) 2002-12-24 2004-06-30 J.J. Agrotech B.V. Improved automized apparatus for illuminating greenhouse plants

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2816034B1 (fr) * 2000-10-26 2004-01-30 Arteque Source modulaire d'eclairage, module d'eclairage utilisant une telle source modulaire d'eclairage et meuble utilisant un tel module d'eclairage
FR2834139A1 (fr) * 2001-12-21 2003-06-27 Minville Alain Dispositif de profiles polyvalent pour cymaise electrique
NL1024482C2 (nl) * 2003-10-08 2005-04-11 Hortilux Schreder B V Lichtsysteem met verplaatsbare verlichting, alsmede een samenstel van ten minste twee lichtsystemen met verplaatsbare verlichting, alsmede een werkwijze voor het kweken van een gewas.
KR100555743B1 (ko) * 2004-02-07 2006-03-07 (주)엔티뱅크 트랙 이동식 조명 시스템
NL1027796C2 (nl) 2004-12-16 2006-06-19 Hortilux Schreder B V Kas voor het kweken van gewas en draagconstructie voor een kas.
NL1030306C2 (nl) * 2005-10-31 2007-05-03 Hortilux Schreder B V Kasverlichtingssterkstroomkabel voor toepassing in een kas, systeem voor het toevoeren van elektrische energie aan assimilatielampen in een kas.
DE102011000245A1 (de) * 2011-01-20 2012-07-26 Demag Cranes & Components Gmbh Stromabnehmerwagen
US10738953B2 (en) * 2018-10-30 2020-08-11 Contemporary Visions, LLC Lighting system including a truss structure or a platform of power bars

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3391377A (en) * 1965-09-10 1968-07-02 Insul 8 Corp Electrical distribution system
FR2162610A1 (nl) * 1971-12-10 1973-07-20 Eisemberg Hans
NL7613233A (nl) * 1976-11-26 1978-05-30 Geest Verwarmingstechniek B V Belichtingsinstallatie voor cultuurkassen.
US4441145A (en) * 1982-08-23 1984-04-03 Aqua Culture, Inc. Tracking means for moving a light source across a planter surface to simulate sunlight
AU3317197A (en) 1996-08-05 1998-02-12 Baktrack Pty. Ltd. An apparatus to facilitate plant growth

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3391377A (en) * 1965-09-10 1968-07-02 Insul 8 Corp Electrical distribution system
FR2162610A1 (nl) * 1971-12-10 1973-07-20 Eisemberg Hans
NL7613233A (nl) * 1976-11-26 1978-05-30 Geest Verwarmingstechniek B V Belichtingsinstallatie voor cultuurkassen.
US4441145A (en) * 1982-08-23 1984-04-03 Aqua Culture, Inc. Tracking means for moving a light source across a planter surface to simulate sunlight
AU3317197A (en) 1996-08-05 1998-02-12 Baktrack Pty. Ltd. An apparatus to facilitate plant growth

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1433375A1 (en) 2002-12-24 2004-06-30 J.J. Agrotech B.V. Improved automized apparatus for illuminating greenhouse plants

Also Published As

Publication number Publication date
WO1999064786A1 (en) 1999-12-16
NL1009354A1 (nl) 1999-12-15
AU4293599A (en) 1999-12-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1009354C2 (nl) Installatie voor verplaatsbare elektrische verbruikers in een ruimte zoals een tuinbouwkas.
DE60036855D1 (de) Vertikales kabelverteilersystem mit rippengerüstkonstruktion
US5993030A (en) Travelling lighting system
AU2286600A (en) Light-band system and method for mounting a light-band system
DE69736348D1 (de) Roboterkraftsteversystem mit visuellem sonsor für zusammenfügungsarbeiten
US20060150479A1 (en) Powered garden or lawn edging assembly
NL1024482C2 (nl) Lichtsysteem met verplaatsbare verlichting, alsmede een samenstel van ten minste twee lichtsystemen met verplaatsbare verlichting, alsmede een werkwijze voor het kweken van een gewas.
MXPA01011037A (es) Enrejado electrificado para techos.
NL1022260C1 (nl) Verbeterde geautomatiseerde inrichting voor het belichten van kasplanten.
KR100337434B1 (ko) 시설원예용 레일 시스템
DE69712440T2 (de) Verkehrsampel mit Beleuchtungsvorrichtungen im Boden
US20040086333A1 (en) Illuminated snowboard railway track
NL1027796C2 (nl) Kas voor het kweken van gewas en draagconstructie voor een kas.
SU936143A1 (ru) Воздушна лини электропередачи
DE59906934D1 (de) Hebezeug für Einschienenhängekatze mit niedriger Bauhöhe
RU2021919C1 (ru) Устройство для сочленения основного и дополнительного стержней фиксатора контактной сети
DE29608033U1 (de) Aufhängevorrichtung mit Kabelwagen
NL2030886B1 (en) Holder for a catenary carrier cable supporting an overhead contact wire
RU46074U1 (ru) Опора освещения
NL8701689A (nl) Zwakstroomgeleider.
RU2075406C1 (ru) Устройство для подвески проводов воздушной стрелки контактной сети
SU1282249A1 (ru) Монтажное устройство дл перемещени по проводам воздушной линии электропередачи
SU950884A1 (ru) Гибка траверса опоры трехфазной линии электропередачи
JP3019813U (ja) ソケット付き分岐ケーブル
US20050197004A1 (en) Equipment for suspending light fittings from a ceiling or similar structure and for electrically powering them

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070101