NL1008893C2 - Inrichting voor het positioneren van objecten op een transporteur. - Google Patents

Inrichting voor het positioneren van objecten op een transporteur. Download PDF

Info

Publication number
NL1008893C2
NL1008893C2 NL1008893A NL1008893A NL1008893C2 NL 1008893 C2 NL1008893 C2 NL 1008893C2 NL 1008893 A NL1008893 A NL 1008893A NL 1008893 A NL1008893 A NL 1008893A NL 1008893 C2 NL1008893 C2 NL 1008893C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
sprocket
longitudinal plates
conveyor
steering
Prior art date
Application number
NL1008893A
Other languages
English (en)
Inventor
Steven Bosgraaf
Original Assignee
Bosgraaf B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bosgraaf B V filed Critical Bosgraaf B V
Priority to NL1008893A priority Critical patent/NL1008893C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1008893C2 publication Critical patent/NL1008893C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B43/00Forming, feeding, opening or setting-up containers or receptacles in association with packaging
    • B65B43/42Feeding or positioning bags, boxes, or cartons in the distended, opened, or set-up state; Feeding preformed rigid containers, e.g. tins, capsules, glass tubes, glasses, to the packaging position; Locating containers or receptacles at the filling position; Supporting containers or receptacles during the filling operation
    • B65B43/52Feeding or positioning bags, boxes, or cartons in the distended, opened, or set-up state; Feeding preformed rigid containers, e.g. tins, capsules, glass tubes, glasses, to the packaging position; Locating containers or receptacles at the filling position; Supporting containers or receptacles during the filling operation using roller-ways or endless conveyors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B59/00Arrangements to enable machines to handle articles of different sizes, to produce packages of different sizes, to vary the contents of packages, to handle different types of packaging material, or to give access for cleaning or maintenance purposes
    • B65B59/005Adjustable conveying means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Control Of Conveyors (AREA)

Description

Titel: Inrichting voor het positioneren van objecten op een transporteur.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het positioneren van objecten, in het bijzonder vulbakjes, op een drager, welke inrichting is voorzien van een eindloze transporteur voor het 5 voortbewegen van de vulbakj es.
In het bijzonder vulbakjes dienen op een nauwkeurig gedefinieerde plaats op een drager, die veelal deel uitmaakt van een eindloze tranporteur, te moeten worden gepositioneerd omdat in een aantal in de transportrichting 10 opeenvolgende vulbewerkingen bepaalde hoeveelheden van diverse produkten in de bakjes moet kunnen worden gedeponeerd. Wanneer de bakjes bijvoorbeeld moeten worden gevuld met salade's, dan zal eerst de basisvulling in de bakjes worden gedeponeerd en vervolgens de diverse 15 toevoegingen hierin, zoals sausen, stukjes groente en fruit, en dergelijke. De uitstroomopeningen van de onderscheiden produkten zijn veelal op vaste plaatsen boven de drager aangebracht. De bakjes dienen zich dan ook op het moment dat deze uitstroomopeningen worden vrijgegeven, 20 hetgeen in een vaste tijdcyclus gebeurt, onder de uitstroomopeningen te bevinden. Normaal worden daarbij steeds bakjes van dezelfde afmetingen gebruikt en met de hand in daartoe op de drager bepaalde posities neergezet. Wanneer bakjes van verschillende afmetingen, verschillende 25 vormen en met een verschillende inhoud moeten worden gevuld met diverse ingrediënten, is deze wijze van werken haast onmogelijk.
Het doel van de uitvinding is dan ook de bakjes snel en nauwkeurig op een door de grootte, vorm en inhoud van de 30 bakjes bepaalde plaats op de drager te kunnen positioneren.
Overeenkomstig de uitvinding heeft de inrichting voor het positioneren van objecten, in het bijzonder vulbakjes, op een drager, welke inrichting is voorzien van een eindloze transporteur voor het voortbewegen van de 1008893 2 objecten, het kenmerk, dat boven de drager twee langsplaten naar en van het midden daarvan toe, respectievelijk af beweegbaar zijn aangebracht, terwijl de transporteur voor elk op de drager te plaatsen object twee in de 5 transportrichting met deze transporteur meebewegende naar elkaar toe, respectievelijk van ’elkaar af beweegbare dwarselementen bezit.
Door de langsplaten en de dwarselementen wordt een in hoofdzaak rechthoekige ruimte bepaald waarvan de grootte is 10 afgestemd op de hierin te plaatsen vulbakjes, ook al zijn die van ronde, ovale of van wat voor vorm dan ook. In het bijzonder is de drager vast opgesteld en worden de hierop geplaatste objecten door het boven de drager gelegen deel van de transporteur meegenomen. De objecten, in het 15 bijzonder de vulbakjes worden tussen de dwarselementen van de transporteur in de transportrichting voortgeschoven.
Om een instelling van de langsplaten mogelijk te maken, zijn tussen de langsplaten en het frame van de inrichting koppelmiddelen aanwezig, welke worden gevormd 20 door ten minste twee glijsleuven en een hiermee samenwerkende, vast opgestelde pen met behulp waarvan de langsplaten heen en weer ten opzichte van de drager in dwarse richting beweegbaar zijn aangebracht. Alhoewel de glijsleuven in het frame kunnen worden aangebracht en de 25 pen in een desbetreffende langsplaat, is om constructieve redenen gekozen voor een oplossing waarbij de langsplaten ten opzichte van de langsrichting van de drager zijn voorzien van schuin verlopende glijsleuven. Voorts is daarbij een bedieningscilinder aanwezig met behulp waarvan 30 twee stangen zodanig in de langsrichting heen en weer kunnen worden bewogen dat zij met een aan de langsplaten gekoppeld gedeelte tevens gelijktijdig, doch in tegengestelde richting een beweging dwars op de transporteur kunnen uitvoeren. De richting van de 35 glijsleuven komt ongeveer overeen met de gemiddelde 1 008893 3 richting die de desbetreffende stangen bij het heen en weer . bewegen van de bedieningscilinder aannemen.
De langsplaten strekken zich bij voorkeur uit over een afstand die ten minste overeenkomt met de afstand 5 waarover aan de vulbakjes op de drager een vulling wordt toegevoerd. Met behulp van deze verstelbare langsplaten worden twee zijden van de voor de vulbakjes bestemde ruimten op de drager begrensd. De twee andere zijden van elk van deze ruimten wordt begrensd door twee, deel van de 10 transporteur uitmakende dwarselementen.
Overeenkomstig de uitvinding is elk van deze twee dwarselementen gekoppeld met een afzonderlijk kettingwielsysteem, waarbij de kettingwielsystemen met een instelbaar faseverschil ten opzichte van elkaar kunnen 15 worden aangedreven. Door instellen van het faseverschil waarmee de kettingwielsystemen worden aangedreven, worden de dwarselementen naar elkaar toe of van elkaar af bewogen.
In een gunstige uitvoering kunnen de beide kettingwielsystemen met behulp van een enkele 20 aandrijfketting door een motor worden aangedreven. In een praktische uitvoering daartoe zijn de aandrijfkettingwielen van elk van de kettingwielsystemen aangebracht om een aandrijfas, waarbij op elk van de beide aandrijfassen een stuurkettingwiel is aangebracht en de aandrijfketting over 25 ten minste deze beide stuurkettingwielen en een met de motoras gekoppeld kettingwiel loopt. Om het genoemde faseverschil in de aandrijving van de beide kettingwielsystemen teweeg te brengen, loopt de stuurketting tevens over een tussen de beide 30 stuurkettingwielen aangebracht eerste tussenkettingwiel, alsmede over een tweede tussenkettingwiel, waarbij de afstand tussen de hartlijn van dit tussenkettingwiel en de verbindingslijn tussen de hartlijnen van de beide stuurkettingwielen regelbaar is onder een corresponderende 35 gelijktijdige verplaatsing van het tweede tussenkettingwiel. Met behulp van een speciaal daartoe 1008893 4 aanwezige bedieningscilinder worden daarbij optredende kettinglengtevariaties opgevangen, terwijl met behulp van deze bedieningscilinder tevens de kettingspanning wordt gehandhaafd.
5
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. In deze tekening toont:
Fig. 1 op schematische wijze een bovenaanzicht op de inrichting overeenkomstig de uitvinding; 10 Fig. 2 op schematische wijze een zijaanzicht van deze inrichting;
Fig. 3 een dwarsdoorsnede volgens de lijn A-A in fig.
1;
Fig. 4 een dwarsdoorsnede volgens de lijn B-B in fig. 15 1; terwijl in
Fig. 5 een doorsnede volgens de lijn C-C in fig. 1 is weergegeven.
De in de figuren weergegeven inrichting 20 overeenkomstig de uitvinding omvat een frame 1, waarin vast opgesteld een drager 2 is aangebracht. De inrichting omvat voorts een transporteur 3, die is opgebouwd uit twee kettingwielsystemen 4 en 5. Het kettingwielsysteem 4 omvat een tweetal, op een in het frame 1 gelagerde aandrijfas 6 25 aangebrachte aandrijfkettingwielen 7 en 8 aan de ene zijde van het kettingwielsysteem en een tweetal, op in het frame 1 gelagerde respectieve assen 9 en 10 aangebrachte kettingwielcombinaties 11 en 12 aan de andere zijde van het kettingwielsysteem. Over de kettingwielen zijn 30 desbetreffende kettingen 13 en 14 geleid. Tussen de kettingen 13 en 14 bevinden zich dwarselementen 15. De aandrijfas 6 is in een zodanige richting aandrijfbaar, dat de dwarselementen 15 bijvoorbeeld in figuur l van links naar rechts in de transportrichting kunnen worden 35 verplaatst. Evenzo omvat het kettingwielsysteem 5 1008893 5 een tweetal, op een in het frame 1 gelagerde aandrijfas 16 aangebrachte aandrijfkettingwielen 17 en 18 aan de genoemde ene zijde van het kettingwielsysteem en een tweetal, op in het frame 1 gelagerde respectieve assen 19 5 en 20 aangebrachte kettingwielcombinaties 21 en 22 aan de genoemde andere zijde van het kettingwielsysteem. Ook hier zijn over de desbetreffende kettingwielen kettingen 23 en 24 geleid. Tussen de kettingen 23 en 24 bevinden zich dwarselementen 25. De aandrijfas 16 is weer in een zodanige 10 richting aandrijfbaar, dat de dwarselementen 25 in figuur 1 van links naar rechts in de transportrichting kunnen worden verplaatst. Afgezien van de lengte van de kettingen, zijn de kettingwielsystemen gelijk gedimensioneerd. Hierdoor blijft, wanneer de aandrijfassen 6 en 16 met dezelfde 15 snelheid worden aangedreven, de afstand tussen de dwarselementen 15 en 25 gelijk. Zouden de aandrijfassen 6 en 16 met een verschillende snelheid worden aangedreven, dan verandert de onderlinge afstand tussen de respectieve dwarselementen 15 en 25. Een dergelijke wijziging van deze 20 afstand doet zich uiteraard ook voor wanneer de assen niet worden aangedreven, doch wanneer in een stilstaande positie een van hen ten opzichte van de andere of beiden ten opzichte van elkaar worden verdraaid. Met andere woorden, de beide kettingwielsystemen 4 en 5 kunnen met een 25 instelbaar faseverschil ten opzichte van elkaar worden aangedreven.
In de onderhavige uitvoeringsvorm is telkens een kettingwiel van elke kettingwielcombinatie 11, 12, 21 en 22 voorzien van een kettingsspaninrichting 26.
30 De in fig. 1 weergegeven inrichting is voorts voorzien van twee langsplaten 27 en 28, waarin sleuven 29 zijn aangebracht. Deze langsplaten 27, 28 kunnen met deze sleuven 29 over hierin stekende en vast opgestelde nokken 30 worden bewogen. De nokken 30 zijn vast aangebracht op 35 een plaat die is gemonteerd op frameprofielen 31, die vast zijn verbonden met het frame 1. De sleuven 29 zijn zodanig p100889 3 6 gericht, dat, wanneer de langsplaten in de lengterichting worden bewogen, zij daarbij tevens in dwarse richting worden verplaatst. Met andere woorden, de positie in de langsrichting van de langsplaten 27, 28 bepaalt hun 5 onderlinge afstand. De langsplaten strekken zich verder uit over een lengte die ten minste overeenkomt met die van de produktielijn.
Om de langsplaten 27, 28 in de langsrichting te bewegen, is een bedieningscilinder 32 aanwezig, waarvan het 10 huis 33 vast is verbonden met het frame 1 en de bedieningsstang 34 met een verschuifbare plaat 35. Met behulp van scharnierbare stangen 36 is deze schuifplaat 35 verbonden met de beide langsplaten 27, 28. Tijdens het intrekken van de bedieningsstang 34 komen de stangen 36 van 15 de weergegeven stand in de door onderbroken lijnen 37 aangeduide stand. De gemiddelde stand van deze stangen 36 zal qua richting ongeveer overeenkomen mer die van de sleuven 29.
Met behulp van de bedieningscilinder 32 kan de 20 onderlinge afstand van de langsplaten 27, 28 worden ingesteld. Zoals hiervoor reeds is aangegeven, kan door instelling van een faseverschil tussen de aandrijving van de kettingwielsystemen de afstand tussen de dwarselementen 15, 25 worden ingesteld. De langsplaten 27, 28 en de 25 dwarselementen 15, 25 definiëren tezamen een naast elkaar gelegen reeks van ruimten voor daar precies tussen passende vulbakjes. Door verstelling van de afstand tussen de langsplaten en de dwarselementen, kunnen deze ruimten steeds worden afgestemd op het formaat en de vorm van de 30 vulbakjes.
De aandrijving van de kettingwielsystemen 4, 5 is weergegeven in fig. 5. Deze aandrijving omvat een nabij het uiteinde van de aandrijfassen 6, 16 hierop aangebracht stuurkettingwiel 38, respectievelijk 39. Beide 35 stuurkettingwielen worden via een stappenkast 40 aangedreven vanuit een motor 40' en wel met behulp van een 1008893 7 aandrijfketting 41 die over ten minste de beide stuurkettingwielen 38, 39 en een op de motoras aangebracht kettingwiel 53 loopt. De aandrijfketting 41 loopt verder over keerwielen 42 en 51 en over een tussen de beide 5 stuurkettingwielen 38, 39 aangebracht eerste tussenkettingwiel 43, alsmede over een tweede tussenkettingwiel 44, waarbij de afstand tussen de hartlijn van het tussenkettingwiel 43 en de verbindingslijn tussen de hartlijnen van de stuurkettingwielen 38, 39 regelbaar 10 is. De tussenkettingwielen 43, 44 zijn hiertoe aangebracht op zwenkbare armen 45, respectievelijk 46, waarvan het ene uiteinde scharnierbaar is verbonden met het frame 1 en het andere uiteinde is vastgezet op een bedieningsstang 47, respectievelijk 48 van een desbetreffende 15 bedieningscilinder 49, respectievelijk 50. De huizen van deze bedieningscilinders 49, 50 zijn vast verbonden met het frame 1. Wordt met behulp van de bedieningscilinder 49 de arm 45 verzwenkt, terwijl de arm 46 in zijn stand wordt vastgehouden, dan verdraait het stuurkettingwiel 39. De 20 daarbij optredende kettinglengtevariatie wordt opgevangen door de bedieningscilinder 56 via een verdraaiing van de arm 54 met het kettingwiel 52. De bedieningscilinder 56 zorgt daarbij niet alleen voor de opvang van de kettinglengtevariatie maar ook voor het handhaven van de 25 kettingspanning. Een verdraaiing van het stuurkettingwiel 39 heeft ten gevolge dat het dwarselement 25 verplaatst en dat daarmee de afstand tussen de dwarselementen 15 en 25 verandert en wel zodanig dat het midden tussen deze dwarselementen dan een verplaatsing ondergaat die de helft 30 is van de verplaatsing van het dwarselement 25 ten opzichte van het dwarselement 15. Om het midden tussen de dwarselementen 15 en 25 daarbij op zijn plaats te houden, wordt met behulp van de bedieningscilinder 49 de arm 46 verdraaid. Hierdoor verplaatst zich het kettingwiel 44 en 35 worden de beide stuurkettingwielen 38 en 39 tegelijkertijd in dezelfde richting verdraaid, zodat de beide 1008893 8 dwarselementen 15 en 25 worden verplaatst. Met behulp van de beide bedieningscilinders 49 en 50 kunnen derhalve de kettingwielen 38 en 39 ten opzichte van elkaar in fase worden verschoven, doordat deze in gelijke mate ten 5 opzichte van elkaar verdraaid worden. Deze faseverschuiving wordt via de assen 6 en 16 en de kettingwielen 7, 8, 17 en 18 overgebracht op de kettingen 13, 14, 23 en 24, waardoor de dwarselementen 15, 25 naar elkaar toe, respectievelijk van elkaar af worden verplaatst, terwijl hun middenpositie 10 daarbij onveranderd blijft. Zowel de voortgaande beweging van de dwarselementen, als hun onderlinge afstandinstelling geschiedt derhalve met slechts één motor 40', waarbij voor de afstandinstelling voorts nog gebruik wordt gemaakt van de bedieningscilinders 49 en 50.
15 De inrichting overeenkomstig de uitvinding staat onder computerbesturing. In het bijzonder worden, wanneer wordt aangegeven dat op een bepaald type vulbakje wordt overgegaan, de bedieningscilinders 32, 49 en 50 zodanig automatisch geactiveerd dat de langsplaten 27, 28 en de 20 dwarselementen 15, 25 worden ingesteld op dit type vulbakje en wel in die zin dat deze ingestelde langsplaten en dwarselementen een rechthoek of vierkant bepalen waarin het vulbakje kan worden geplaatst. De vulbakjes worden daarna over de drager 2 verschoven door de door de respectieve 25 kettingen voorwaarts bewogen dwarselementen. Om bij deze schuifbeweging zo weinig mogelijk weerstand op te veroorzaken, is de drager 2 uitgevoerd door langsstangen 57 (fig. 3 en 4).
De uitvinding is niet beperkt tot de hier aan de hand 30 van de tekening weergegeven uitvoeringsvorm, doch omvat allerlei modificaties hierop, uiteraard voor zover deze vallen binnen de beschermingsomvang van de hiernavolgende conclusies.
1008893

Claims (11)

1. Inrichting voor het positioneren van objecten, in het bijzonder vulbakjes, op een drager, welke inrichting is voorzien van een eindloze transporteur voor het voortbewegen van de objecten, met het kenmerk, dat boven de 5 drager twee langsplaten naar en van het midden daarvan toe, respectievelijk af beweegbaar zijn aangebracht, terwijl de transporteur voor elk op de drager te plaatsen object twee in de transportrichting met deze transporteur meebewegende naar elkaar toe, respectievelijk van elkaar af beweegbare 10 dwarselementen bezit.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drager vast is opgesteld en de hierop geplaatste objecten door het boven de drager gelegen deel van de transporteur worden meegenomen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tussen de langsplaten en het frame van inrichting koppelmiddelen aanwezig zijn, welke worden gevormd door ten minste twee glijsleuven en een hiermee samenwerkende, vast opgestelde pen met behulp waarvan de langsplaten heen en 20 weer ten opzichte van de drager in dwarse richting beweegbaar zijn aangebracht.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de langsplaten ten opzichte van de langsrichting van de drager zijn voorzien van schuin verlopende glijsleuven.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat een bedieningscilinder aanwezig is met behulp waarvan twee stangen zodanig in de langsrichting heen en weer kunnen worden bewogen dat zij met een aan de langsplaten gekoppeld gedeelte tevens gelijktijdig, doch in 30 tegengestelde richting een beweging dwars op de drager kunnen uitvoeren.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de richting van de glijsleuven ongeveer overeenkomt met de 1008893 gemiddelde richting die de desbetreffende stangen bij het heen en weer bewegen van de bedieningscilinder aannemen.
7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de langsplaten zich uitstrekken over 5 een afstand die ten minste overeenkomt met de afstand waarover met betrekking tot de op de drager aanwezige objecten produktiehandelingen moeten worden uitgevoerd.
8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk van de twee dwarselementen is 10 gekoppeld met een afzonderlijk kettingwielsysteem, waarbij de kettingwielsystemen met een instelbaar faseverschil ten opzichte van elkaar kunnen worden aangedreven.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de beide kettingwielsystemen met behulp van een enkele 15 aandrijfketting door een motor kunnen worden aangedreven.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de aandrijfkettingwielen van elk van de kettingwielsystemen zijn aangebracht om een aandrijfas, waarbij op elk van de beide aandrijfassen een stuurkettingwiel is aangebracht en 20 de aandrijfketting over ten minste deze beide stuurkettingwielen en een met de motoras gekoppeld kettingwiel loopt.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de stuurketting tevens over een tussen de beide 25 stuurkettingwielen aangebracht eerste tussenkettingwiel loopt, alsmede over een tweede tussenkettingwiel, waarbij de afstand tussen de hartlijn van dit tussenkettingwiel en de verbindingslijn tussen de hartlijnen van de beide stuurkettingwielen regelbaar is onder een corresponderende 30 gelijktijdige verplaatsing van het tweede tussenkettingwiel. 1008893
NL1008893A 1998-04-16 1998-04-16 Inrichting voor het positioneren van objecten op een transporteur. NL1008893C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008893A NL1008893C2 (nl) 1998-04-16 1998-04-16 Inrichting voor het positioneren van objecten op een transporteur.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008893 1998-04-16
NL1008893A NL1008893C2 (nl) 1998-04-16 1998-04-16 Inrichting voor het positioneren van objecten op een transporteur.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008893C2 true NL1008893C2 (nl) 1999-10-19

Family

ID=19766951

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008893A NL1008893C2 (nl) 1998-04-16 1998-04-16 Inrichting voor het positioneren van objecten op een transporteur.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1008893C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2714584A1 (de) * 1977-04-01 1978-10-05 Edmund Hirt Maschine zur bewegung von verpackungen entlang einer bewegungsbahn
EP0485762A1 (de) * 1990-11-16 1992-05-20 Robert Bosch Gmbh Fördereinrichtung in Verpackungsmaschinen
FR2695374A1 (fr) * 1992-09-10 1994-03-11 Nijal Dispositif de remplissage de barquettes.
EP0623514A1 (de) * 1993-05-04 1994-11-09 UHLMANN PAC-SYSTEME GmbH & Co. KG Fördereinrichtung für Gegenstände in Verpackungsmachinen, insbesondere für Faltschachteln

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2714584A1 (de) * 1977-04-01 1978-10-05 Edmund Hirt Maschine zur bewegung von verpackungen entlang einer bewegungsbahn
EP0485762A1 (de) * 1990-11-16 1992-05-20 Robert Bosch Gmbh Fördereinrichtung in Verpackungsmaschinen
FR2695374A1 (fr) * 1992-09-10 1994-03-11 Nijal Dispositif de remplissage de barquettes.
EP0623514A1 (de) * 1993-05-04 1994-11-09 UHLMANN PAC-SYSTEME GmbH & Co. KG Fördereinrichtung für Gegenstände in Verpackungsmachinen, insbesondere für Faltschachteln

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6141943A (en) Food article loading head and method
EP1731450B1 (de) Vorrichtung zum Aufteilen, Eintakten und Gruppieren von Stückgütern
EP2542490B1 (en) Carton stacking apparatus and methods
AU676830B2 (en) Continuous motion cartoner assembly
NL1014063C2 (nl) Inrichting voor het bij behoud van voorwaartse transportsnelheid herpositioneren van producten.
NL8006243A (nl) Met een verpakkingsmachine verbonden inrichting voor het vormen van stapeltjes van schijfvormige voorwerpen.
NL8003467A (nl) Inrichting voor het stapelen van met voorwerpen, zoals eieren, gevulde trays, dozen of dergelijke en werkwijze voor het stapelen van trays, dozen of dergelijke in een omdoos.
US5927053A (en) Case loader and method of loading
NL9401166A (nl) Werkwijze en inrichting voor het hanteren met transportonderstellen.
NL1008893C2 (nl) Inrichting voor het positioneren van objecten op een transporteur.
NL1004657C2 (nl) Inrichting voor het overdragen van in hoofdzaak ronde, kwetsbare voorwerpen, zoals bijvoorbeeld eieren.
US4917229A (en) Method and apparatus for stacking products
JPH0577923A (ja) 偏平な目的物の転回装置
GB2292926A (en) Endless conveyor having a continuously moving and an intermittently moving part
EP0608103B1 (en) Packaging machine with flight bar carton conveying system
US3712021A (en) Container closure apparatus
DE2402972A1 (de) Vorrichtung zur verteilung von gegenstaenden auf zwei foerderbahnen
NL8600225A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verpakken van eieren of soortgelijke kwetsbare voorwerpen.
DE102004015969A1 (de) Vorrichtung zum Überschieben von Verpackungseinheiten, insbesondere Kästen und Kartons zu Verteil- und Aussortierzwecken
NL1012876C2 (nl) Transportinrichting voorzien van een keerstation, alsmede motorophanging voor een transportinrichting.
JP3347731B2 (ja) カートン詰め装置における交差方向詰め込み装置
BE1010897A5 (nl) Inrichting voor het roteren van producten.
NL1014069C2 (nl) Grijper.
NL2026887B1 (nl) Transportinrichting voor eieren
NL1019157C2 (nl) Pendelvoertuig, in het bijzonder voor het vervoeren van kippen.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20041101