NL1008842C2 - Mestverwerkingssysteem. - Google Patents

Description

Titel: Mestverwerkingssysteem.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een mestverwerkingssysteem voor veestallen en dergelijke, voorzien van een mesttransportband die geschikt is om althans een deel van de, door het vee daarop gedeponeerde 5 vloeibare en vaste uitwerpselen van elkaar gescheiden af te voeren, en van luchttoevoermiddelen waarmee een luchtstroom langs de uitwerpselen kan worden gevoerd om deze te drogen.

Een dergelijke inrichting is bekend uit EP-A-0 635 205. De luchttoevoermiddelen in deze publicatie vormen een 10 deel van een klimaatbeheersingssysteem voor een gesloten stal, waarbij lucht van boven af in de ruimte waar zich dieren bevinden wordt geblazen, welke lucht door de lichaamswarmte van de dieren wordt opgewarmd en afgezogen via de roosters in de stalvloer en langs de onder de 15 stalvloer lopende mesttransportband. Door deze luchtstroom wordt aldus bijgedragen aan het drogen van op de mesttransportband aanwezige uitwerpselen. Dit drogen kan voorts worden bevorderd door het aanbrengen van verwarmingsmiddelen onder de mesttransportband.

20 Om dit droogproces efficiënter te laten verlopen, heeft het mestverwerkingssysteem, zoals dit in de aanhef is omschreven, overeenkomstig de uitvinding het kenmerk, dat in de langsrichting van de mesttransportband boven althans dat deel van de mesttransportband waar zich de vloeibare 25 uitwerpselen verzamelen een, tezamen met de mesttransportband een tunnel vormend afdekelement is aangebracht, door welke tunnel de luchtstroom wordt geleid. Door deze constructie wordt de luchtstroom in een directer contact gebracht met de op de mesttransportband aanwezige 30 vloeibare uitwerpselen. Uiteraard kan het gunstig zijn om, indien de stal daartoe geschikt is, deze maatregel toe te passen naast de voornoemde in EP-A-0 635 205 aangegeven maatregelen voor het drogen van vloeibare uitwerpselen.

Om de vloeibare en vaste uitwerpselen, zodra deze op 35 de mesttransportband terecht komen, van elkaar te kunnen 1 Kj ·,· ., _ ·! 2 scheiden, bezit de mesttransportband in zijn dwarsrichting naar een zijkant toe een althans gedeeltelijk hellend oppervlak en is het afdekelement boven het laagst gelegen deel van de mesttransportband aangebracht. In EP-A-0 635 5 205 is de mesttransportband aan de bovenzijde concaaf uitgevoerd, zodat de vloeibare uitwerpselen zich in het middengedeelte verzamelen, terwijl de vaste uitwerpselen over de breedte van de mesttransportband verdeeld hierop blijven liggen, zodat slechts een beperkte scheiding tussen 10 vloeibare en vaste uitwerpselen wordt verkregen.

De mesttransportband en het afdekelement zijn gelegen onder de stalvloer, waarbij in de stalvloer roosters zijn aangebracht die bij voorkeur boven een hoger gelegen oppervlaktedeel van de mesttransportband liggen. Hierdoor 15 komen alle uitwerpselen op de mesttransportband zelf terecht en niet op het afdekelement en kunnen de vloeibare uitwerpselen naar het aan de zijkant van de mesttransportband aanwezige laagste gedeelte daarvan stromen.

20 Volgens een verder facet van de uitvinding is een ventilator aanwezig om met relatief hoge snelheid een turbulente luchtstroom door de tunnel te leiden. Juist door een dergelijke luchtstroom wordt een efficiënt wegdrogen van de vloeibare uitwerpselen verkregen. Het is daarbij van 25 voordeel wanneer de bewegingsrichting van de luchtstroom tegengesteld is aan die van de mesttransportband.

In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft de tunnel een hoogte van ongeveer 0,5 tot 10 cm, bij voorkeur ongeveer 2 tot 3 cm.

30

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening. In deze tekening toont:

Fig. 1 op schematische wijze een deel van een varkensstal met een dwarsdoorsnede van de mesttransportband 35 overeenkomstig de uitvinding; terwijl in 1008842 3

Fig. 2 op schematische wijze een lengtedoorsnede van de mesttransportband is weergegeven.

Fig. 1 toont op schematische wijze een deel van een 5 varkensstal met een verblijfplaats 1 voor een of meer varkens. De stalvloer 2 omvat roosters 3, waardoorheen de uitwerpselen van de varkens in de verblijfplaats kunnen vallen. Onder de stalvloer 2 en de roosters 3 bevindt zich een mesttransportband 4. Deze mesttransportband is 10 uitgevoerd als een eindloze transportband die zich door de gehele stal uitstrekt, althans onder de verblijfplaatsen van de varkens, en die in fig. 1 loodrecht op het vlak van de tekening verloopt. Om de hierop vallende vloeibare en vaste uitwerpselen van elkaar te scheiden, loopt het 15 bovenoppervlak van de transportband 4 schuin af naar de zijkant. De vaste uitwerpselen blijven op het hellende gedeelte 5 liggen, terwijl de vloeibare uitwerpselen naar de zijkant 6 van de transportband bewegen. Om te voorkomen dat deze vloeibare uitwerpselen zijdelings van de 20 transportband 4 vallen, is deze aan de laagst gelegen zijkant voorzien van een rand 7. Boven de laagst gelegen zijkant 6 is een afdekelement 8 aangebracht. Dit afdekelement 8 vormt tezamen met de transportband 4 een tunnel 9. De hoogte van deze tunnel ligt in de grootteorde 25 van ongeveer 0,5 tot 10 cm en bedraagt bij voorkeur ongeveer 2 tot 3 cm. De tunnel 9 strekt zich vrijwel over de gehele lengte van de transportband 4 uit, zoals is aangegeven in fig. 2, en in de weergegeven uitvoeringsvorm onder de stalvloer 2, zodat door de roosters 3 vallende 30 uitwerpselen op het hellende gedeelte 5 terecht komen en niet op het afdekelement 8. Door de tunnel 9 wordt door middel van een motorisch aangedreven ventilator 10 een luchtstroom geleid en wel met een zodanige snelheid dat zich in de tunnel luchtturbulenties voordoen. In het 35 bijzonder door de turbulente luchtstroom verloopt het drogen bijzonder snel. De bewegingsrichting van de 1008842 4 luchtstroom is tegengesteld aan die van de transportband 4. Door deze luchtstroom over de vloeibare uitwerpselen op het gedeelte 6 van de mesttransportband 4 te leiden doet zich een efficiënte droging voor. De daarbij verkregen dampen 5 worden aan het einde van de tunnel afgevoerd naar op zich bekende filterinstallaties. Door de in de tunnel verkregen snelle droging wordt tevens bereikt dat de vorming van ammoniak en verdere aromatische geuren in aanzienlijke mate wordt voorkomen, met het gevolg dat ook de filter-10 installaties minder worden belast. Desgewenst kan verder tot het drogen worden bijgedragen door een in de stal circulerende en door de lichaamswarmte van de dieren verwarmde luchtstroom en/of door verwarmings-elementen onder de mesttransportband, zoals is beschreven in de 15 hiervoor genoemde Europese octrooiaanvrage EP-A-0 635 205.

De aanvrage is niet beperkt tot het hier aan de hand van de tekening beschreven uitvoeringsvoorbeeld, doch omvat allerlei modificaties hierop, uiteraard voor zover deze vallen binnen de beschermingsomvang van de hiernavolgende 20 conclusies.

1008842

Claims (6)

1. Mestverwerkingssysteera voor veestallen en dergelijke, voorzien van een mesttransportband die geschikt is om althans een deel van de, door het vee daarop gedeponeerde vloeibare en vaste uitwerpselen van elkaar gescheiden af te 5 voeren, en van luchttoevoermiddelen waarmee een luchtstroom langs de uitwerpselen kan worden gevoerd om deze te drogen, met het kenmerk, dat in de langsrichting van de mesttransportband boven althans dat deel van de mesttransportband waar zich de vloeibare uitwerpselen verzamelen een, 10 tezamen met de mesttransportband een tunnel vormend afdek-element is aangebracht, door welke tunnel de luchtstroom wordt geleid.

2. Mestverwerkingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mesttransportband in zijn dwarsrichting 15 naar een zijkant toe een althans gedeeltelijk hellend oppervlak bezit en het afdekelement boven het laagst gelegen deel van de mesttransportband is aangebracht.

3. Mestverwerkingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de mesttransportband en het afdekelement zijn 20 gelegen onder de stalvloer, waarbij in de stalvloer roosters zijn aangebracht die boven een hoger gelegen oppervlaktedeel van de mesttransportband liggen.

4. Mestverwerkingssysteem volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een ventilator aanwezig is 25 om met relatief hoge snelheid een turbulente luchtstroom door de tunnel te leiden.

5. Mestverwerkingssysteem volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bewegingsrichting van de luchtstroom tegengesteld is aan die van de 30 mesttransportband.

6. Mestverwerkingssysteem volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tunnel een hoogte heeft 1008842 van ongeveer 0,5 tot 10 cm, bij voorkeur ongeveer 2 tot 3 cm. 1008842