NL1008522C2 - Doorvoerinrichting. - Google Patents

Description

DOORVOERINRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op een doorvoerinrichting voor het onder beveiliging tegen elektromagnetische 5 overspanning en/of interferentie doorvoeren van ten minste één kabel in een opening van een muur en dergelijke.

Een dergelijke doorvoerinrichting is bekend uit het 10 Nederlandse octrooischrift NL 173.226. Deze bekende doorvoerinrichting bevat een elektrisch geleidende wanddoorvoerbus met een daarin opgenomen overspannings-beveiligingsschakeling die voor elke van buiten af aan te sluiten toe-en afvoerkabelader ten minste twee 15 afleidingscomponenten bevat, en die eindigt in aansluit-kontaktpunten voor die toe- en afvoerkabeladers. Een met de wanddoorvoerbus verbonden dwarsschot verdeelt de genoemde componenten in twee afdelingen, waarbij alle componenten van de beveiligingsschakeling en de 20 aansluitkontaktpunten van de toe- en afvoerkabeladers zijn aangebracht op een elektrisch isolerende print-plaat. Deze printplaat is als een vooraf vervaardigde inzeteenheid in de holte van de wanddoorvoerbus aangebracht, en daaraan tezamen met het dwarsschot 25 vastgezet.

Een bezwaar van de bekende doorvoerinrichting is dat deze niet chemisch bestendig, brandwerend, gas- en waterdicht is. Tevens geldt als bezwaar dat de construc-30 tie van de bekende doorvoerinrichting ingewikkeld en duur is. Verder biedt deze bekende doovoerinrichting nauwelijks de mogelijkheid om in gemonteerde toestand daarvan gemakkelijk de beveiligingsschakeling te inspecteren.

35

Het is het doel van de uitvinding een doorvoerinrichting met een beveiliging tegen elektromagnetische overspanning en/of interferentie te verschaffen, die eenvoudig, 1 008522 2 goedkoop, chemisch bestendig, brandwerend, gas- en waterdicht is, en waarvan de beveiliging in gemonteerde toestand gemakkelijk kan worden geïnspecteerd.

j 5 Een doorvoerinrichting van de in de aanhef vermelde soort heeft daartoe volgens de uitvinding het kenmerk dat de doorvoerinrichting een uit elastisch materiaal vervaardigde en in de opening van de muur afdichtend • aanbrengbare afdichtmanchet bevat voorzien van ten 10 minste één doorlopend kanaal voor het daar doorheen afdichtend doorvoeren van de kabel, welke afdichtmanchet = elektrisch geleidend is uitgevoerd en in bedrijfstoe- stand van de doorvoerinrichting met een elektrische _ geleidende kabelafscherming van de kabel in kontakt 15 staat. Elektrische installaties en machines, waarbij bijvoorbeeld ten behoeve van besturing en registratie veelal hooggevoelige componenten zijn toegepast, kunnen gemakkelijk door diverse uitwendige, elektromagnetische :: velden en punten worden gestoord. Deze uitwendige, 20 elektromagnetische velden en pulsen kunnen bijvoorbeeld zijn opgewekt door radarinstallaties, onweersbuien, kernexplosies en elektrische/elektronische apparatuur.

Om dergelijke storingen te verminderen, worden in de praktijk vaak staalconstructies, fungerend als een kooi 25 van Faraday, rondom een voor elektronische apparatuur bestemde ruimte geplaatst. Elektrische kabels, die in een dergelijke afgeschermde ruimte worden ingevoerd, kunnen echter alsnog ongewenste, elektromagnetische velden en pulsen tot in de elektronische apparatuur 30 geleiden. Deze geleiding zal in de regel over de elektrisch geleidende afscherming ("braiding") van de betreffende doorgevoerde kabels plaatsvinden. Volgens de uitvinding nu zullen deze uitwendige, ongewenste, elektromagnetische velden en pulsen langs de elektrisch 35 geleidende afscherming van een doorgevoerde kabel, via de elektrisch geleidend uitgevoerde afdichtmanchet naar aarde wegvloeien. Aldus wordt op eenvoudige wijze b1 008522 3 voorkomen dat genoemde storingen in elektronische apparatuur optreden. Verder is het gebleken dat de onderhavige doorvoerinrichting tevens zeer geschikt is voor het doorvoeren van een kabel door een stalen dek of 5 schot van een schip.

Opgemerkt wordt dat in het kader van de uitvinding onder de term "kabel" ook wordt begrepen een elektrisch geleidende leiding, buis, pijp of dergelijke, bijvoor-10 beeld een metallische buis of leiding, waarbij de onderhavige afdichtmanchet in bedrijfstoestand daarmee in elektrisch geleidend kontakt staat.

In een uitvoeringsvorm van een doorvoerinrichting 15 overeenkomstig de uitvinding ligt de afdichtmanchet in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting althans gedeeltelijk tegen de elektrisch geleidende kabelaf-scherming van de kabel aan. Hierdoor kan de afdichtmanchet gemakkelijk en stevig rondom de elektrisch 20 geleidende kabelafscheming worden aangebracht.

In een verdere uitvoeringsvorm van een doorvoerinrichting volgens de uitvinding is de afdichtmanchet vervaardigd uit (massief) rubber met daaraan toegevoegd 25 koolstofdeeltjes in de vorm van roet (Engels: "carbon black"). Bij voorkeur is de rubber EPDM-rubber, terwijl de koolstofdeeltjes in het bijzonder hol schaalvormig zijn, bij voorkeur van het type "Ketjenblack" EC 300J of 600JD™. Deze onder de handelsnaam "Ketjenblack" bekende 30 roetsoorten hebben een unieke morfologie vergeleken met conventionele roetsoorten, hetgeen deze uitzonderlijk geschikt maakt voor de onderhavige elektrisch geleidende toepassing. De afkorting EPDM staat overigens voor Ethyleen/Propyleen/Diëen/Monomeer.

35

In een verdere uitvoeringsvorm van een doorvoerinrichting overeenkomstig de uitvinding bezit de afdichtman- p1 008522 4 chet rondlopende buitenribben en rondlopende binnenribben, welke buitenribben een grotere buitendiameter hebben dan de binnendiameter van de opening van de muur bedraagt, en waarbij de binnendiameter van de binnenrib-5 ben althans ten hoogste nagenoeg gelijk is aan de ; buitendiameter van de kabel. Aldus wordt een betrouwbare ; afdichting gerealiseerd tussen afdichtmanchet en muuropening enerzijds en afdichtmanchet en kabel ^ anderzijds.

: 10

In een verdere uitvoeringsvorm van een doorvoerinrich-ting volgens de uitvinding zijn de in de inschuifrichting achterliggende flanken van de buitenliggende, zaagvormige ribben radiaal gericht en de binnenliggende 15 ribben telkens paarsgewijze in het radiale gebied van de uitwaarts gerichte spitsen van de buitenliggende = zaagtandribben aangebracht. Bij voorkeur zijn daarbij de binnenliggende ribben, gezien in de richting van een axiale langsdoorsnede, trapeziumvormig. Hierdoor wordt 20 een optimale afdichting gerealiseerd, waarbij de zaagvormige ribben eningszins tegen de muuropening worden ingedrukt.

In een verdere uitvoeringsvorm van een doorvoerinrich-25 ting overeenkomstig de uitvinding is de afdichtmanchet uit één stuk vervaardigd.

In een verdere uitvoeringsvorm van een doorvoerinrich-ting volgens de uitvinding bevat de afdichtmanchet twee 30 schaaldelen waarvan de tegen elkaar liggende grensvlakken althans nagenoeg axiaal zijn gericht. In bedrijfs-toestand ontstaat daarbij zodanige druk op de axiale grensvlakken dat een betrouwbare afdichting tussen deze "Ί grensvlakken optreedt, i 35 . De uitvinding refereert tevens aan een werkwijze ter vervaardiging van een doorvoerinrichting overeenkomstig : P1 008522 5 de uitvinding, waarbij de afdichtmanchet uit elektrisch geleidend rubber wordt vervaardigd door in het rubber hol schaalvormige koolstofdeeltjes in te vulkaniseren. Het rubber is in het bijzonder EPDM-rubber, terwijl de 5 koolstofdeeltjes bij voorkeur van het type "Ketjenblack EC" 300J of 600JD™ zijn.

De uitvinding zal nu verder worden beschreven aan de hand van in een tekening weergegeven figuren van een 10 voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarbij figuur 1 een axiale doorsnede toont van een door een opening in een muur met behulp van een afdichtmanchet 15 volgens de uitvinding afdichtend doorgevoerde kabel volgens de lijn I-I in figuur 2; figuur 2 een aanzicht weergeeft volgens de lijn II-II in figuur 1; en 20 figuur 3 de kabel van figuur 1 afzonderlijk in perspectief laat zien.

In figuur 1 is een muur met een opening weergegeven, 25 waardoor een kabel 2 is doorgevoerd. De afdichting van de muuropening en de kabel met een afdichtmanchet overeenkomstig de uitvinding geschiedt als volgt: een uit twee helften 3 en 4 bestaande manchet 5, welke uit een hard-veerkrachtig rubber materiaal vervaardigd kan 30 zijn, wordt om de kabel 2 heen geplaatst, zoals in stippellijnen in figuur 1 is weergegeven, en wordt vervolgens in de richting van de pijlen p naar binnen gebracht in de opening tussen de muur 1 en de kabel 2.

De manchethelften bezitten aan de buitenkant in 35 dwarsdoorsede als rechthoekinge driehoeken uitgevoerde rillen 7 en trapeziumvormige rillen 8 aan de binnenzijde. De manchet 5 wordt nu met kracht, bijvoorbeeld door »1 008522 6 kloppen op het front 9 van de flens 20 op verschillende plaatsen van de omtrek binnengedreven in de opening 6. Hierbij worden de rillen 7 ingedrukt door de muur 1, hetgeen bewerkstelligt dat het telkens tegenover de 5 rillen 7 gelegen rillen 8 een diameterverkleining willen ondergaan waardoor zijn krachtig en afsluitend op de buitenzijde van de kabel 2 gaan drukken. De aldus veroorzaakte drukkrachten in de rubber hebben tevens tot gevolg dat de scheidingsvlakken 10 en 11, 12 en 13 10 afdichtend op elkaar worden gedrukt. De afdichting is nu tot de optredende drukken doelmatig gasdicht en blijft door de klemming van de rubber betrouwbaar op zijn plaats. Men kan eventueel ter plaatse de kontaktvlakken van manchet en muur/kabel met water bevochtigen, of met 15 een ander geschikt glijmiddel, waardoor de montage efficiënter kan plaatsvinden.

Zoals in figuur 1 is weergegeven, ligt de afdichtmanchet 5 aan tegen de elektrisch geleidende kabelafscherming 21 20 ("braiding") van de kabel 2. Hiertoe is de kabel 2 ter plekke ontdaan van zijn metalen en elektrisch isolerende afschermingen, zoals nog nader aan de hand van figuur 3 zal worden toegelicht. De afdichtmanchet 5 is door invulkanisering van hol schaalvormige koolstofdeeltjes 25 van het type "Ketjenblack" EC 300J of 600JD™ elektrisch geleidend uitgevoerd, waardoor uitwendige, ongewenste, elektromagnetische velden en pulsen langs de elektrisch geleidende afscherming van de doorgevoerde kabel 2, via de elektrisch geleidend uitgevoerde afdichtmanchet 5 30 naar aarde wegvloeien.

Figuur 3 toont in perspectief de kabel 2 met de "braiding" 21, een elektrisch isolerende afscherming 22, alsmede een metalen afscherming 23.

η *1 008522 i

Claims (14)

1. Doorvoerinrichting voor het onder beveiliging tegen elektromagnetische overspanning en/of interferentie 5 doorvoeren van ten minste één kabel in een opening van een muur en dergelijke, met het kenmerk dat de doorvoerinrichting een uit elastisch materiaal vervaardigde en in de opening van de muur afdichtend aanbrengbare afdichtmanchet bevat voorzien van 10 ten minste één doorlopend kanaal voor het daar doorheen afdichtend doorvoeren van de kabel, welke afdichtmanchet elektrisch geleidend is uitgevoerd en in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting met een elektrische geleidende kabelafscherming van 15 de kabel in kontakt staat.

2. Doorvoerinrichting volgens conclusie 1, waarbij de afdichtmanchet in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting althans gedeeltelijk tegen de elektrisch 20 geleidende kabelafscherming van de kabel aanligt.

3. Doorvoerinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afdichtmanchet is vervaardigd uit (massief) rubber met daaraan toegevoegd koolstof- 25 deeltjes in de vorm van roet (Engels: "carbon black”).

4. Doorvoerinrichting volgens conclusie 3, waarbij de koolstofdeeltjes hol schaalvormige deeltjes zijn. 30

5. Doorvoerinrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de koolstofdeeltjes van het type "Ketjen-black EC" 300J of 600JD™ zijn.

6. Doorvoerinrichting volgens conclusie 3,4 of 5, waarbij de rubber EPDM-rubber is. »10 08522

7. Doorvoerinrichting volgens een de voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij de afdichtman-chet rondlopende buitenribben en rondlopende binnenribben bezit, welke buitenribben een grotere 5 buitendiameter hebben dan de binnendiameter van de ; opening van de muur bedraagt, en waarbij de ] binnendiameter van de binnenribben althans ten hoogste nagenoeg gelijk is aan de buitendiameter van de kabel. : 10

8. Doorvoerinrichting volgens conclusie 7, waarbij de in de inschuifrichting achterliggende flanken van de buitenliggende, zaagvormige ribben radiaal zijn = gericht en de binnenliggende ribben telkens 15 paarsgewijze in het radiale gebied van de uitwaarts ~ gerichte spitsen van de buitenliggende zaagtandrib- ben zijn aangebracht.

9. Doorvoerinrichting volgens conclusie 7 of 8, 20 waarbij de binnenliggende ribben, gezien in de richting van een axiale langsdoorsnede, trapeziumvormig zijn.

10. Doorvoerinrichting volgens een der voorgaande 25 conclusies 1 tot en met 9, waarbij de afdichtman- chet uit één stuk is vervaardigd.

11. Doorvoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 9, waarbij de afdichtman- 30 chet twee schaaldelen bevat waarvan de tegen elkaar liggende grensvlakken althans nagenoeg axiaal zijn gericht.

12. Werkwijze ter vervaardiging van een doorvoerinrich- 35 ting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 11, waarbij de afdichtmanchet uit elektrisch j 1 geleidend rubber wordt vervaardigd door in het »1 008519 rubber hol schaalvormige koolstofdeeltjes in te vulkaniseren.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij bij het 5 rubber wordt uitgegaan van EPDM-rubber.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, waarbij de koolstofdeeltjes van het type "Ketjenblack EC" 300J of 600JD™ zijn. 10 p1 0 085 22