NL1008638C2

NL1008638C2 - Doorvoerinrichting.

Info

Publication number: NL1008638C2
Application number: NL1008638A
Authority: NL
Inventors: Johannes Alfred Beele
Original assignee: Beele Eng Bv
Priority date: 1998-03-06
Filing date: 1998-03-19
Publication date: 1999-09-07
Also published as: EP1060549A1; DE69911383D1; AU2643699A; DE69911383T2; WO1999045619A1; EP1060549B1; ES2204106T3; KR20010041245A; JP2002506185A; CA2321850A1

Description

DOORVOERINRICHTING

De uitvinding heeft betrekking op een doorvoerinrichting voor het afdichtend doorvoeren van een kabel, buis of 5 dergelijke, door een wand, bestaande uit een in een in de wand aangebrachte opening afdichtend aanbrengbaar raam uit stijf materiaal, voorts uit één of meer, uit twee onderling identieke helften samengestelde, parallellepipedumvormige blokken uit veerkrachtig materiaal, 10 zoals rubber, welke blokken in samengestelde toestand een, aan de vorm en dimensies van een door te voeren kabel met geringe toleranties aangepaste boring vertonen, welke blokken in bedrijfstoestand nauwkeurig passend in de raamopening geplaatst worden, waarbij de 15 helften telkens omsluitend om een kabel heen gebracht worden, terwijl er voorts aandrukmiddelen met een aandrukplaat aanwezig zijn, die de in de raamopening geplaatste blokken in bedrijfstoestand samenpersen in het vlak van de raamopening, zodanig dat er afdichtende 20 aandrukking ontstaat tussen de helften van de blokken onderling, tussen de buitenvlakken van de blokken onderling, tussen de wand van de boringen en de buitenzijde van de daarin liggende kabels, alsook tussen de buitenvlakken van de blokken en de binnenwanden van 25 het raam, terwijl voorts een sluitstuk aanwezig is dat boven de aandrukplaat in het raam aangebracht wordt.

Een dergelijke doorvoerinrichting is bekend uit GB-A-2,186,440, alsmede uit EP-A-0 183 300.

30

Een bezwaar van de bekende doorvoerinrichting is dat deze niet is beveiligd tegen elektromagnetische overspanning en/of interferentie.

35 Het is het doel van de uitvinding een doorvoerinrichting met een beveiliging tegen elektromagnetische overspanning en/of interferentie te verschaffen, die eenvoudig, goedkoop, chemisch bestendig, brandwerend, gas- en 1008638 2 waterdicht is.

Een doorvoerinrichting van de in de aanhef vermelde soort heeft daartoe volgens de uitvinding het kenmerk 5 dat de blokken elektrisch geleidend zijn uitgevoerd en in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting met een elektrische 'geleidende kabelafscherming van de kabel in kontakt staan. Elektrische installaties en machines, waarbij bijvoorbeeld ten behoeve van besturing en 10 registratie veelal hooggevoelige componenten zijn toegepast, kunnen gemakkelijk door diverse uitwendige, elektromagnetische velden en punten worden gestoord.

Deze uitwendige, elektromagnetische velden en pulsen kunnen bijvoorbeeld zijn opgewekt door radarinstalla-15 ties, onweersbuien, kernexplosies en elektrische/elek-tronische apparatuur. Om dergelijke storingen te verminderen, worden in de praktijk vaak staalconstructies, fungerend als een kooi van Faraday, rondom een : voor elektronische apparatuur bestemde ruimte geplaatst.

’ 20 Elektrische kabels, die in een dergelijke afgeschermde ruimte worden ingevoerd, kunnen echter alsnog ongewenste, elektromagnetische velden en pulsen tot in de elektronische apparatuur geleiden. Deze geleiding zal in de regel over de elektrisch geleidende afscherming 25 ("braiding") van de betreffende doorgevoerde kabels plaatsvinden. Volgens de uitvinding nu zullen deze uitwendige, ongewenste, elektromagnetische velden en pulsen langs de elektrisch geleidende afscherming van een doorgevoerde kabel, via de elektrisch geleidend 30 uitgevoerde blokken naar aarde wegvloeien. Aldus wordt op eenvoudige wijze voorkomen dat genoemde storingen in elektronische apparatuur optreden. Verder is het gebleken dat de onderhavige doorvoerinrichting tevens zeer geschikt is voor het doorvoeren van een kabel door 35 een stalen dek of schot van een schip.

Opgemerkt wordt dat in het kader van de uitvinding onder ! 1008638 3 de term "kabel" ook wordt begrepen een elektrisch geleidende leiding, buis, pijp of dergelijke, bijvoorbeeld een metallische buis of leiding, waarbij de onderhavige blokken in bedrijfstoestand daarmee in 5 elektrisch geleidend kontakt staan.

In een uitvoeringsvorm van een doorvoerinrichting overeenkomstig de uitvinding liggen de blokken in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting althans 10 gedeeltelijk tegen de elektrisch geleidende kabelaf-scherming van de kabel aan. Hierdoor kunnen de blokken gemakkelijk en stevig rondom de elektrisch geleidende kabelafscherming worden aangebracht.

15 In een verdere uitvoeringsvorm van een doorvoerinrichting volgens de uitvinding zijn de blokken vervaardigd uit (massief) rubber met daaraan toegevoegd koolstof-deeltjes in de vorm van roet (Engels: "carbon black"). Bij voorkeur is de rubber EPDM-rubber, terwijl de 20 koolstofdeeltjes in het bijzonder hol schaalvormig zijn, bij voorkeur van het type "Ketjenblack" EC 300J of 600JD™. Deze onder de handelsnaam "Ketjenblack" bekende roetsoorten hebben een unieke morfologie vergeleken met conventionele roetsoorten, hetgeen deze uitzonderlijk 25 geschikt maakt voor de onderhavige elektrisch geleidende toepassing. De afkorting EPDM staat overigens voor Ethyleen/Propyleen/Diëen/Monomeer.

In een verdere uitvoeringsvorm van een doorvoerinrich-30 ting overeenkomstig de uitvinding zijn blokken die in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting boven elkaar zijn aangebracht, voorzien van een profiel aan hun onderlinge buitenzijden. Een geringe druk ter afdichting is daarbij nodig teneinde een nauwkeurige afdichting 35 tussen onderlinge blokken te bewerkstelligen, die in deze toestand boven elkaar liggen. In het bijzonder zijn de blokken over althans een deel van hun lengte voorzien 1008638 4 van rondlopende binnenribben, waarbij de blokken, waarvan buitenzijden in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting tegen een binnenwand van het raam aanliggen, aan deze buitenzijden althans gedeeltelijk 5 zijn voorzien van buitenribben. Bij voorkeur hebben de buiten- en/of binnenribben in hoofdzaak een zaagtand- of driehoekvormige dwarsdoorsnede. Hierdoor wordt een optimale afdichting gerealiseerd, waarbij de zaagtand-of driehoekvormige ribben enigszins worden ingedrukt.

10

In een verdere uitvoeringsvorm van een doorvoerinrich-ting volgens de uitvinding is voorzien in verankerings-strippen, die aan ten minste één zijde van het raam in een richting evenwijdig aan het raamvlak kunnen worden 15 aangebracht. In het bijzonder zijn de blokken daarbij aan hun buitenzijden voorzien van gleuven, zodat de verankeringsstrippen van buitenaf in de gleuven van de blokken kunnen worden gestoken. De verankeringsstrippen hebben tot doel de blokken in een richting loodrecht op 20 de longitudinale richting van de doorgevoerde kabel, buis of dergelijke te ondersteunen. Hierdoor wordt voorkomen dat de blokken uit het raam breken, terwijl bovendien sprake is van een verbeterde interne doorge-ving van druk, zodat wederom een geringere aandrukkracht 25 nodig is om de blokken in het vlak van de raamopening afdichtend samen te persen. Opgemerkt wordt dat in dit kader onder de term "verankeringsstrippen" ook andere verankeringen zoals platen en dergelijke worden verstaan.

30

De uitvinding refereert tevens aan een werkwijze ter vervaardiging van een doorvoerinrichting volgens de uitvinding, waarbij de blokken uit elektrisch geleidend rubber worden vervaardigd door in het rubber hol 35 schaalvormige koolstofdeeltjes in te vulkaniseren. Het rubber is in het bijzonder EPDM-rubber, terwijl de koolstofdeeltjes bij voorkeur van het type "Ketjenblack j 1008838 5 EC" 300J of 600JD ™ zijn.

De uitvinding zal nu verder worden beschreven aan de hand van in een tekening weergegeven figuren van een 5 voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarbij figuur 1 een schematisch vooraanzicht toont van de onderhavige doorvoerinrichting; 10 figuur 2 het raam van figuur 1 in perspectief schematisch weergeeft; figuur 3 paralellepipedumvormige blokken van de doorvoerinrichting van figuur l toont, welke blokken zijn voorzien van buitenribben met een zaagtandvormige 15 dwarsdoorsnede en van gleuven voor het opnemen van verankeringsstrippen; en figuur 4 een doorgevoerde kabel van figuur 1 afzonderlijk in perpectief laat zien.

20 In figuur 1 onderscheidt men een doorvoerinrichting l overeenkomstig de uitvinding, bestaande uit een raam 2 uit stijf materiaal dat afdichtend dient te worden aangebracht in een opening in een wand. In de raamopening dienen uit twee onderling identieke helften 25 samengestelde, parallellepipedumvormige blokken 3,4 uit rubber te worden aangebracht, welke blokken 3,4 boringen 5 bevatten voor het daardoorheen doorvoeren van een kabel, buis, pijp, leiding of dergelijke. Daar waar geen kabel dient te worden doorgevoerd, wordt een "blind" 30 blok 6 in het raam 2 ingevoegd. Aandrukmiddelen in de vorm van een aandrukplaat 7 persen de in de raamopening geplaatste blokken 3,4,6 in bedrijfstoestand samen, zodanig dat er een afdichtende aandrukking ontstaat tussen de helften van de blokken 3,4 onderling, tussen 35 de buitenvlakken van de blokken 3,4,6 onderling, tussen de wand van de boringen 5 en de buitenzijde van de daarin liggende kabels, als ook tussen de buitenvlakken O O o o q o

•· ·? K

6 van de blokken 3,4,6 en de binnenwanden van het raam 2. Nadat een gewenste samenpersing tot stand is gekomen, wordt een sluitstuk in de vorm van een blok 8 van samendrukvast materiaal geplaatst in de vrije ruimte 9 5 tussen de aandrukplaat 7 en het raam 2, waarna de aandrukplaat 7 kan worden vrijgegeven.

Figuur 3 toont een helft 10 van een parallellepipedumvormig blok 3 respectievelijk verscheidene parallellepi-10 pedumvormige blokken 3 zelf die zodanig zijn gedimensioneerd dat zij zich, in bedrijfstoestand van de doorvoer-inrichting, aan weerszijden van het raam 2 in een richting dwars op het raamvlak naar buiten toe uitstrekken over een afstand 11 {bijvoorbeeld 60cm bij een 15 raambreedte van eveneens 60cm, zodat de breedte van het geheel 180 cm bedraagt). Het in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting 1 aan ten minste één zijde van het raam 2 dwars op het raamvlak naar buiten toe uitstrekken, heeft als voordeel dat de doorvoerinrichting door 20 toename van de hoeveelheid bijvoorbeeld brandwerende rubber in die richting een zeer goede brandwerendheid bezit. De blokken 3 zijn over althans een deel van hun lengte voorzien van rondlopende binnenribben 12, waarbij blokken 3, waarvan buitenzijden in bedrijfstoestand van 25 de doorvoerinrichting 1 volgens de uitvinding tegen een binnenwand van het raam 2 aanliggen, aan deze buitenzijden althans gedeeltelijk zijn voorzien van buitenribben 13. De blokken 3 zijn voorzien van gleuven 14, zodat verankeringsstrippen (niet getekend) van buitenaf in de 30 gleuven 14 kunnen worden gestoken.

Zoals reeds uiteen is gezet, liggen de blokken 3 aan tegen de elektrisch geleidende kabelafscherming 15 ("braiding") van een doorgevoerde kabel 16 (figuur 4).

35 Hiertoe is de kabel 16 ter plekke ontdaan van zijn metalen afscherming 17, alsmede van zijn elektrisch isolerende afscherming 18. De blokken 3 zijn door ' 1008638 7 invulkanisering van hol schaalvormige koolstofdeeltjes van het type "Ketjenblack" EC 300J of 600JD™ elektrisch geleidend uitgevoerd, waardoor uitwendige, ongewenste elektromagnetische velden en pulsen langs de elektrisch 5 geleidende afscherming van de doorgevoerde kabel 16, via de elektrisch geleidend uitgevoerde blokken 3 naar aarde wegvloeien. Opgemerkt wordt dat de "braiding" 15 van de doorgevoerde kabel 16 alleen "blootligt" over de diepte van het raam. Daarmee wordt bedoeld dat de blokken 3 10 deze "braiding" 15 geheel omsluiten, waarbij zowel vóór als achter de blokken 3 de kabel 16 zijn metalen en elektrisch isolerende afschermingen nog bevat.

100^638

Claims

1. Doorvoerinrichting voor het afdichtend doorvoeren van een kabel, buis of dergelijke, door een wand, 5 bestaande uit een in een in de wand aangebrachte opening afdichtend aanbrengbaar raam uit stijf materiaal, voorts uit één of meer, uit twee onderling identieke helften samengestelde, parallellepipedumvormige blokken uit veerkrachtig materiaal, 10 zoals rubber, welke blokken in samengestelde toe stand een, aan de vorm en dimensies van een door te voeren kabel met geringe toleranties aangepaste boring vertonen, welke blokken in bedrijfstoestand nauwkeurig passend in de raamopening geplaatst ~ 15 worden, terwijl er voorts aandrukmiddelen met een I aandrukplaat aanwezig zijn, die de in de raamopening geplaatste blokken in bedrijfstoestand samenpersen in het vlak van de raamopening, zodanig dat er afdichtende aandrukking ontstaat tussen de helften 20 van de blokken onderling, tussen de buitenvlakken - van de blokken onderling, tussen de wand van de boringen en de buitenzijde van de daarin liggende kabels, alsook tussen de buitenvlakken van de blokken en de binnenwanden van het raam, terwijl voorts 25 een sluitstuk aanwezig is dat boven de aandrukplaat in het raam aangebracht wordt, met het kenmerk dat de blokken elektrisch geleidend zijn uitgevoerd en in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting met een elektrische geleidende kabelafscherming van de 30 kabel in kontakt staan.

2. Doorvoerinrichting volgens conclusie 1, waarbij de blokken in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting althans gedeeltelijk tegen de elektrisch 35 geleidende kabelafscherming van de kabel aanliggen.

3. Doorvoerinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij 1008638 de blokken zijn vervaardigd uit (massief) rubber met daaraan toegevoegd koolstofdeeltjes in de vorm van roet (Engels: "carbon black").

4. Doorvoerinrichting volgens conclusie 3, waarbij de koolstofdeeltjes hol schaalvormige deeltjes zijn.

5. Doorvoerinrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de koolstofdeeltjes van het type "Ketjenblack EC" 10 300J of 600JD™ zijn.

6. Doorvoerinrichting volgens conclusie 3,4 of 5, waarbij de rubber EPDM-rubber is.

7. Doorvoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij blokken die in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting boven elkaar zijn aangebracht zijn voorzien van een profiel aan hun onderlinge buitenzijden. 20

8. Doorvoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij de blokken over althans een deel van hun lengte zijn voorzien van rondlopende binnenribben, en waarbij de blokken, 25 waarvan buitenzijden in bedrijfstoestand van de doorvoerinrichting tegen een binnenwand van het raam aanliggen, aan deze buitenzijden althans gedeeltelijk zijn voorzien van buitenribben.

9. Doorvoerinrichting volgens conclusie 8, waarbij de buiten- en/of binnenribben in hoofdzaak een zaagtand- of driehoekvormige dwarsdoorsnede hebben.

10. Doorvoerinrichting volgens een der voorgaande con- 35 clusies 1 tot en met 9, waarbij is voorzien in verankeringsstrippen, die aan ten minste één zijde van het raam in een richting evenwijdig aan het JOG fles 3 8 raamvlak kunnen worden aangebracht.

11. Doorvoerinrichting volgens conclusie 10, waarbij de blokken aan hun buitenzijden zijn voorzien van 5 gleuven, zodat de verankeringsstrippen van buitenaf in de gleuven van de blokken kunnen worden gestoken.

12. Werkwijze ter vervaardiging van een doorvoerinrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en 10 met 11, waarbij de blokken uit elektrisch geleidend rubber worden vervaardigd door in het rubber hol schaalvormige koolstofdeeltjes in te vulkaniseren.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij bij het 15 rubber wordt uitgegaan van EPDM-rubber.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, waarbij de koolstofdeeltjes van het type "Ketjenblack EC" 300J of 600JD™ zijn. 20 Ί 1008638