NL1008392C2 - Traplift en railsysteem voor een traplift. - Google Patents

Traplift en railsysteem voor een traplift. Download PDF

Info

Publication number
NL1008392C2
NL1008392C2 NL1008392A NL1008392A NL1008392C2 NL 1008392 C2 NL1008392 C2 NL 1008392C2 NL 1008392 A NL1008392 A NL 1008392A NL 1008392 A NL1008392 A NL 1008392A NL 1008392 C2 NL1008392 C2 NL 1008392C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
stop
rail
movable
stairlift
unit
Prior art date
Application number
NL1008392A
Other languages
English (en)
Inventor
Otto Ooms
Alex Ooms
Original Assignee
Ooms Otto Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ooms Otto Bv filed Critical Ooms Otto Bv
Priority to NL1008392A priority Critical patent/NL1008392C2/nl
Priority to PCT/NL1999/000095 priority patent/WO1999042399A1/en
Priority to AU27485/99A priority patent/AU2748599A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1008392C2 publication Critical patent/NL1008392C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B9/00Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures
    • B66B9/06Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces
    • B66B9/08Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces associated with stairways, e.g. for transporting disabled persons
    • B66B9/0846Guide rail

Description

TRAPLIFT EN RAILSYSTEEM VOOR EEN TRAPLIFT
De uitvinding heeft betrekking op een traplift voorzien 5 van een railsysteem en een stoeleenheid die langs het railsysteem kan worden bewogen. Een dergelijk railsysteem is bijvoorbeeld bekend uit WO 96/20125.
Wanneer bij een dergelijke traplift de stoeleenheid zich 10 over het railsysteem beweegt dienen er maatregelen te worden genomen om te voorkomen dat de stoeleenheid tegen nabij de traplift aanwezige voorwerpen botst of dat de stoeleenheid van de rail afloopt. Daartoe kunnen bijvoorbeeld aan de uiteinden van de rail aanslagen of 15 schakelaars aanwezig zijn die kunnen samenwerken met schakelaars of aanslagen die zich op de stoeleenheid bevinden, zodat de stoeleenheid stopt wanneer het uiteinde van het railsysteem wordt bereikt.
20 Met name wanneer de stroomvoorziening voor de aandrijving van de stoeleenheid wordt verzorgd door batterijen die in de stoeleenheid aanwezig zijn kan het van belang zijn dat speciale maatregelen worden genomen om de stoeleenheid in bepaalde gevallen tot stilstand te 25 brengen en/of om te verzekeren dat een beweegbaar raildeel zich in de juiste positie bevindt wanneer de stoeleenheid dat raildeel nadert. Een dergelijk beweegbaar raildeel is bekend uit WO97/26207.
30 De uitvinding beoogt een traplift met een stoeleenheid en een railsysteem waarbij de stoeleenheid op een of meer bepaalde plaatsen tot stilstand kan worden gebracht en/of waarbij op efficiënte wijze kan worden gewaarborgd dat een beweegbaar raildeel zich in de juiste positie 35 bevindt.
Hiertoe is volgens de uitvinding het railsysteem voorzien van een verplaatsbare aanslag, die in aanraking 1008392 2 kan komen met een deel van de stoeleenheid tijdens het bewegen van de stoeleenheid langs het railsysteem.
Daarbij kan de aanslag de stoeleenheid tot stilstand 5 brengen wanneer de aanslag in een positie is geplaatst waarbij de aanslag een schakelaar in de passerende stoeleenheid bedient. Wanneer de stoeleenheid niet tot stilstand behoeft te worden gebracht op de betreffende plaats, kan de aanslag worden verplaatst naar een 10 positie waarin de aanslag niet in aanraking komt met de stoeleenheid.
Het verplaatsen van de aanslag tussen een positie waarin de aanslag in aanraking kan komen met het genoemde deel 15 van de stoeleenheid, ofwel de schakelaar, en de positie waarin de aanslag buiten het bereik van genoemd deel is kan gebeuren op grond van een elektrisch signaal dat afkomstig is van een detector die bijvoorbeeld een openstaande deur of een bepaalde stand van een 20 beweegbaar raildeel waarneemt.
Bij voorkeur wordt de aanslag door een veer in de positie gedrukt waarin de aanslag in aanraking kan komen met de schakelaar op de stoeleenheid, zodat deze veilige 25 stand, waarin de beweging van de stoeleenheid wordt gestopt, wordt ingenomen zolang het verstelmechanisme (electromagneet) van de aanslag niet wordt bekrachtigd, bijvoorbeeld door uitval van de stroomtoevoer.
30 De aanslag kan ook zodanig zijn uitgevoerd dat de schakelaar van de stoeleenheid slechts wordt bediend in een bepaalde bewegingsrichting van de stoeleenheid. Dit zal nog nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld.
35
Met name wanneer de positie van de aanslag afhankelijk is van de stand van een beweegbaar raildeel, kan er een 1008392 3 mechanische verbinding zijn tussen de verplaatsbare aanslag en het beweegbare raildeel, het bedieningsmechanisme van het raildeel of het vergrendelmechanisme van dat raildeel. Zo kan 5 bijvoorbeeld een vergrendelingspen die in een uitsparing van het beweegbare raildeel kan worden gestoken om dit raildeel te verbinden met de vaste rail van het railsysteem in de stand, waarin deze vergrendelingspen niet in het raildeel is gestoken, de aanslag vormen 10 waartegen het eerdergenoemde deel van de stoeleenheid botst.
Bij een traplift waarvan het railsysteem is voorzien van een vast langs een trap aangebrachte rail en van een 15 beweegbaar raildeel dat kan bewegen tussen een werkzame positie waarin het raildeel aansluit op de vaste rail en een onwerkzame positie waarin dat raildeel minder ongemak veroorzaakt, wordt bij voorkeur de aanslag mechanisch verbonden met het beweegbare raildeel, of een 20 bedieningsmechanisme daarvan, zodat, wanneer het raildeel in de onwerkzame positie is, de aanslag zodanig is verplaatst dat de aanslag in aanraking komt met genoemd deel van de stoeleenheid wanneer de stoeleenheid het raildeel nadert.
25
Ook kan de aanslag verplaatsbaar zijn doordat tijdens het bewegen van de stoeleenheid genoemd deel van de stoeleenheid de aanslag verplaatst waarbij dat deel tegen de aanslag drukt.
30
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het beweegbare raildeel zodanig met de stoeleenheid koppelbaar dat genoemd raildeel in de werkzame positie wordt gebracht wanneer de stoeleenheid zich naar het raildeel toe 35 beweegt en/of in de onwerkzame positie wordt gebracht wanneer de stoeleenheid zich van het raildeel af beweegt. Daarbij heeft de aandrijving van de 1008392 4 stoeleenheid niet alleen het bewegen van deze stoeleenheid tot gevolg, doch ook het bewegen van het beweegbare raildeel. Dit spaart niet alleen een aandrijving uit, doch heeft voorts tot gevolg dat het 5 beweegbare raildeel zich steeds in de onwerkzame positie bevindt waarbij het minder ongemak veroorzaakt, terwijl slechts de werkzame positie wordt ingenomen wanneer dat voor het gebruik van het railsysteem nodig is.
10 Ook is daarbij een aparte noodvoorziening, waarmee het beweegbare raildeel met de hand kan worden bewogen overbodig, omdat het beweegbare raildeel in de juiste positie wordt geplaatst door de naderende stoeleenheid. Met name wanneer de stoeleenheid niet is voorzien van 15 batterijen voor de aandrijving kan de traplift zodanig worden uitgevoerd dat bij een totale stroomuitval de stoeleenheid door een erop zittend persoon gestuurd door middel van de zwaartekracht naar beneden kan worden verplaatst, waarbij het beweegbare raildeel dat zich aan 20 het onderuiteinde van het railsysteem bevindt door de naderende stoeleenheid in zijn werkzame positie wordt gebracht.
De uitvinding heeft voorts betrekking op het railsysteem 25 voor de eerdergenoemde traplift.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het beveiligen van een traplift voorzien van een railsysteem en een stoeleenheid die langs het 30 railsysteem kan worden bewogen, waarbij de aandrijving voor het bewegen van de stoeleenheid wordt uitgeschakeld door een aanslag van het railsysteem die in aanraking komt met een schakelaar op de stoeleenheid, waarbij de aanslag wordt verplaatst tussen een positie waarin de 35 aanslag in aanraking kan komen met genoemde schakelaar en een positie waarin de aanslag buiten het bereik van genoemde schakelaar is.
1008392 5
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het door middel van een bedieningsmechanisme bewegen van een beweegbaar raildeel van een railsysteem van een traplift, welk railsysteem is voorzien van een 5 vast langs een trap aangebrachte rail en van een beweegbaar raildeel dat kan bewegen tussen een werkzame positie waarin het raildeel aansluit op de vaste rail en een onwerkzame positie waarin het raildeel minder ongemak veroorzaakt, waarbij het bedieningsmechanisme 10 het raildeel van de onwerkzame positie in de werkzame positie brengt door de beweging van de stoeleenheid die zich langs het railsysteem verplaatst. Dit kan gebeuren door een op het bedieningsmechanisme aanwezige aanslag te verplaatsen door deze met een deel van de 15 stoeleenheid weg te duwen.
Het toepassen van een verplaatsbare aanslag teneinde op een of meer vooraf bepaalde plaatsen naar keuze de stoeleenheid tot stilstand te brengen, door deze 20 aanslagen in een werkzame positie te verplaatsen, kan afzonderlijk als uitvinding worden beschouwd. Het door middel van de beweging van de stoeleenheid bewegen van het beweegbare raildeel kan eveneens afzonderlijk als uitvinding worden beschouwd. Het verplaatsen van de 25 aanslag door deze mechanisch te verbinden met het beweegbare raildeel of delen daarvan kan eveneens afzonderlijk als uitvinding worden beschouwd.
Verdere kenmerken, die zowel afzonderlijk als in 30 combinatie kunnen worden toegepast, zijn hierna beschreven aan de hand van voorbeelden en worden genoemd in de conclusies.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder 35 verwijzing naar de tekening, enige uitvoeringsvoorbeelden van een traplift worden beschreven.
1008392 6
Figuren 1-3 tonen een eerste uitvoeringsvoorbeeld; figuren 4 en 5 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld; figuur 6 toont het eerste uitvoeringsvoorbeeld in combinatie met een beweegbaar raildeel, en 5 figuren 7 en 8 tonen een derde uitvoeringsvoorbeeld.
De figuren zijn slechts schematische weergaven van de uitvoeringsvoorbeelden, waarbij overeenkomende delen met gelijk verwijzingscijfers zijn aangegeven.
10
In de figuren is steeds de achterzijde van een stoeleenheid 1 getoond, die kan worden verplaatst langs een railsysteem bestaande uit twee ronde buizen 2,3. Daartoe is de stoeleenheid 1 door middel van 15 geleidingsorgaan 4 met buis 2 van het railsysteem verbonden en door middel van geleidingsorgaan 5 met buis 3 van het railsysteem. De geleidingsorganen 4,5 zijn voorzien van wielen die tegen de buizen 2,3 rusten en die kunnen worden aangedreven teneinde de stoeleenheid 1 20 langs het railsysteem 2,3 te verplaatsen. Deze verplaatsing kan ook geschieden door middel van een tandheugel die in het railsysteem is aangebracht en die in aangrijping is met een roteerbaar aangedreven tandwiel dat in de stoeleenheid is aangebracht.
25
De aandrijving van de stoeleenheid kan geschieden door externe stroomtoevoer, bijvoorbeeld door een elektrische geleidingsdraad die naar de stoeleenheid loopt of door sleepcontacten die met de stoeleenheid zijn verbonden en 30 die zich verplaatsen in een stationaire rail waarin elektrische spanning aanwezig is. Bij voorkeur wordt de stroomvoorziening verzorgd door een of meer batterijen (accu's) die in de stoeleenheid 1 aanwezig zijn.
35 Op geleidingsorgaan 4 is een schakelaar 6 aangebracht waarmee de aandrijving van de stoeleenheid 1 kan worden uitgeschakeld teneinde de stoeleenheid tot stilstand te 1008392 7 brengen. Voorts is het railsysteem 2,3 voorzien van een verplaatsbare aanslag 7 die kan worden verplaatst tussen de werkzame positie waarin de aanslag 7 in aanraking kan komen met de schakelaar 6 en een onwerkzame positie 5 waarbij de aanslag 7 buiten bereik van delen van de stoeleenheid 1 blijft.
De figuren 1,2,3 tonen een aanslag 7 die zwenkbaar is om een as 8. Figuur 1 toont de onwerkzame positie van 10 aanslag 7, waarbij aanslag 7 door middel van een elektromagneet 9 is verplaatst in een positie waarbij de aanslag 7 niet in contact kan komen met het huis van geleidingsorgaan 5 waarop de schakelaar 6 is aangebracht. De werkzame positie van aanslag 7 is 15 weergegeven in de figuren 2 en 3, waarbij de electromagneet 9 niet wordt bekrachtigd en de aanslag 7 door middel van schroefveer 10 in de werkzame positie wordt verplaatst.
20 Het zal duidelijk zijn dat in de in figuur 1 weergegeven situatie de stoeleenheid 1 de aanslag 7 in beide richtingen kan passeren, zoals is aangegeven met pijl 11. In figuur 2 bevindt de stoeleenheid 1 zich op een zodanige plaats dat schakelaar 6 door aanslag 7 is 25 ingedrukt, waardoor de stoel zich niet in neerwaartse richting kan bewegen. Daartoe bedient schakelaar 6 de aandrijving van de stoel zodanig dat alleen een beweging in opwaartse richting, zoals aangegeven met pijl 11, mogelijk is.
30
De in figuur 1 weergegeven positie van aanslag 7 is de normale positie waarbij de stoellift onbeperkt kan worden gebruikt. Deze positie van aanslag 7 wordt bereikt door een continue bekrachtiging van 35 elektromagneet 9. Bij stroomuitval wordt aanslag 7 door invloed van schroefveer 10 in de in figuur 2 weergegeven positie gebracht. Deze onderbreking van stroom kan het 1008 3 92 8 gevolg zijn van het uitvallen van de stroom voorziening, waarbij het onwenselijk is dat de stoeleenheid 1 zich onbeperkt kan verplaatsen langs het railsysteem 2,3. Ook kan de elektromagneet 9 bediend worden door 5 detectiemiddelen die waarnemen of de baan die de stoeleenheid 1 maakt vrij is van obstakels en/of of relevante delen van het railsysteem in een positie zijn om de stoeleenheid 1 te geleiden. Zo is in figuur 6 een situatie weergegeven waarbij het onderste raildeel 15,16 10 van het railsysteem is verplaatst naar een positie waarbij het niet aansluit op het overige, vaste deel 2,3 van het railsysteem. Daarbij staat aanslag 7 in een positie die voorkomt dat stoeleenheid 1 verder neerwaarts beweegt.
15
Figuur 3 toont dat de om as 8 zwenkbare aanslag 7 zodanig is uitgevoerd dat de stoeleenheid altijd kan passeren wanneer deze zich in bovenwaartse richting beweegt, terwijl de voortgang van de stoeleenheid 1 20 geblokkeerd kan worden wanneer deze zich in neerwaartse richting beweegt.
Figuren 4 en 5 tonen een uitvoeringsvoorbeeld waarbij de aanslag 7 de vorm van een geleidingsplaat heeft die door I 25 middel van electromagneet 9 kan worden verplaatst. Ook hierbij is een schroefveer 10 aanwezig die de aanslag in de werkzame positie duwt wanneer elektromagneet 9 niet wordt bekrachtigd. De schakelaar 6 is voorzien van een zwenkarm 12 die in contact kan komen met aanslag 7. De . 30 richting waarin de stoeleenheid 1 zich beweegt kan daarbij worden waargenomen door het waarnemen van de richting waarin de zwenkarm 12 zwenkt. Zo kan het blokkeren van de stoeleenheid 1, dat wil zeggen het uitschakelen van de aandrijving, worden beperkt tot de 35 situatie waarin de stoeleenheid 1 zich in een bepaalde i richting beweegt.
1008392 9
Het zal duidelijk zijn dat op een of meer plaatsen van het railsysteem een aanslag 7 kan worden aangebracht teneinde de traplift zodanig te beveiligen dat de beweging van de stoellift wordt beperkt of geblokkeerd 5 wanneer op bepaalde plaatsen de beweging van stoeleenheid wordt belemmerd. Een dergelijk beveiligingssysteem is met name van belang wanneer de stroomvoorziening voor de aandrijving van de stoeleenheid plaats vindt door middel van batterijen die 10 in de stoeleenheid aanwezig zijn.
De figuren 6-8 tonen een railsysteem dat bestaat uit een vast gedeelte met buizen 2,3 en een verplaatsbaar raildeel dat buizen 15,16 omvat. De buizen 2,3 zijn 15 bevestigd aan staander 17 (figuur 6), welke staander in de figuren 7 en 8 niet is weergegeven. Voorts is een uit twee delen bestaande zwenkarm 18 verbonden met het beweegbare raildeel 15,16.
20 In figuur 6 is het beweegbare raildeel 15,16 weergegeven in de onwerkzame positie, waarbij dat raildeel zich onder het overige gedeelte van het railsysteem bevindt. Dit kan van belang zijn wanneer het onderste deel van het railsysteem aan de onderkant van een trap de 25 doorgang belemmert van de daar aanwezige trapportaal.
In figuur 6 is het geleidingsmechanisme waarmee het bovenuiteinde van het beweegbare raildeel 15,16 wordt geleid niet weergegeven. Dit geleidingsmechanisme kan 30 voorzien zijn van een mechanische verbinding met aanslag 7, zodat aanslag 7 steeds in de blokkerende positie wordt geplaatst wanneer het beweegbare raildeel in de onwerkzame positie staat. Daarbij is elektromagneet 9 overbodig hetgeen een vereenvoudiging van het 35 railsysteem kan betekenen.
1008392 10
Figuren 7 en 8 tonen een railsysteem met een beweegbaar raildeel 15,16, waarbij dat beweegbare raildeel aan het boveneinde wordt geleid door een eindloze ketting 20 die over drie kettingwielen 21,22,23 loopt. Het 5 bovenuiteinde van het beweegbare raildeel is met ketting 20 verbonden op een plaats die in figuur 7 is aangegeven met verwijzingscijfer 24. Het zal duidelijk zijn dat door rotatie van de kettingwielen 21,22,23 en de daarmee gepaard gaande verplaatsing van ketting 20 het 10 beweegbare raildeel 15,16 kan worden geleid van de in figuur 7 weergegeven onwerkzame positie naar de in figuur 8 weergegeven werkzame positie en omgekeerd. Daarbij zwenkt de zwenkarm 18.
15 In het uitvoeringsvoorbeeld van de figuren 7 en 8 wordt de ketting 20 door middel van kettingwiel 23 aangedreven, doordat aan kettingwiel 23 coaxiaal aan kettingwiel 25 is bevestigd waarover een ketting 26 loopt die voorts wordt geleid door kettingwiel 27. Het : 20 zal duidelijk zijn dat ketting 20 kan worden verplaatst doordat ketting 26 wordt verplaats. Het beweegbare raildeel 15,16 kan derhalve van de werkzame positie naar de onwerkzame positie en omgekeerd worden verplaatst door ketting 26 te bewegen.
25
Deze beweging van ketting 26 vindt plaats doordat deze ketting 26 is voorzien van twee verplaatsbare aanslagen in de vorm van nokken 28,29 die kunnen samenwerken met ; een pen 30 die is aangebracht op de stoeleenheid 1.
30 j Wanneer de stoeleenheid 1 zich naar beneden beweegt ! vanaf de in figuur 7 weergegeven positie, zal pen 7 tegen aanslag 28 botsen en vervolgens deze aanslag meenemen naar beneden. Daardoor wordt ketting 26 bewogen 35 hetgeen tot gevolg heeft dat ketting 20 wordt bewogen en _ wel op een zodanige wijze dat het beweegbare raildeel 15,16 van de onwerkzame positie in de werkzame positie 1008392 11 (figuur 8) wordt gebracht. Vervolgens kan de stoeleenheid 1 via dit beweegbare raildeel de onderste positie bereiken aan de onderzijde van trap 31. Wanneer de stoeleenheid 1 vervolgens naar boven beweegt zal, 5 wanneer de stoeleenheid 1 het beweegbare raildeel 15,16 heeft verlaten, pen 30 in aanraking komen met aanslag 29 en deze aanslag meenemen in bovenwaartse richting, zodat ketting 26 wordt bewogen, welke ketting via ketting 20 het beweegbare raildeel 15,16 in zijn onwerkzame positie 10 brengt.
Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze het beweegbare raildeel 15, 16 steeds in zijn veilige onwerkzame positie staat tenzij de werkzame positie is vereist 15 omdat de stoeleenheid door het beweegbare raildeel 15,16 moet worden geleid. Uiteraard zijn de nodige vergrendelingsmechanismen aanwezig om te bewerkstelligen dat het beweegbare raildeel in de vereiste positie blij ft.
20
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt het beweegbare raildeel door middel van een ketting 20 geleid. Uiteraard zijn er vele andere geleidingsmogelijkheden, zoals stangenmechanismen of 25 geleidingsrails. Ook daarbij kan de aandrijving plaats vinden door de beweging van de stoeleenheid.
1008392

Claims (14)

1. Traplift voorzien van een railsysteem en een 5 stoeleenheid die langs het railsysteem kan worden bewogen, met het kenmerk, dat het railsysteem is voorzien van een verplaatsbare aanslag die in aanraking kan komen met een deel van de stoeleenheid tijdens het bewegen van de 10 stoeleenheid langs het railsysteem.
2. Traplift volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemd deel van de stoeleenheid een door de aanslag bedienbare schakelaar omvat die de 15 aandrijving van de stoeleenheid kan uitschakelen.
3. Traplift volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aanslag verplaatsbaar is tussen een positie waarin de aanslag in aanraking kan 20 komen met genoemd deel van de stoeleenheid en een positie waarin de aanslag buiten het bereik van genoemd deel is.
4. Traplift volgens een der vorogaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat de aanslag door veerkracht wordt geduwd of gehouden in de positie waarin de aanslag in aanraking kan komen met genoemd deel van de stoeleenheid.
5. Traplift volgens conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de aanslag zodanig is uitgevoerd dat de schakelaar slechts wordt bediend bij beweging van de stoeleenheid in een bepaalde richting.
6. Traplift volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het railsysteem is voorzien van een vast langs een trap aangebrachte rail en een beweegbaar 1008392 raildeel dat kan bewegen tussen een werkzame positie waarin het raildeel aansluit op de vaste rail en een onwerkzame positie waarin het raildeel minder ongemak veroorzaakt, met het kenmerk, dat de 5 aanslag mechanisch is verbonden met het beweegbare raildeel, of een bedieningsmechanisme daarvan, zodat, wanneer het raildeel in de onwerkzame positie is, de aanslag zodanig is verplaatst dat de aanslag in aanraking komt met genoemd deel van de 10 stoeleenheid wanneer de stoeleenheid het raildeel nadert.
7. Traplift volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aanslag verplaatsbaar is doordat tijdens het 15 bewegen van de stoeleenheid genoemd deel van de stoeleenheid de aanslag verplaatst.
8. Traplift volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het bedieningsmechanisme het raildeel van 20 de onwerkzame positie in de werkzame positie brengt wanneer de aanslag wordt verplaatst door genoemd deel van de stoeleenheid.
9. Traplift volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 25 het beweegbare raildeel en de stoeleenheid zodanig mechanisch koppelbaar zijn dat genoemd raildeel in de werkzame positie wordt gebracht wanneer de stoeleenheid zich naar het raildeel toe beweegt en in de onwerkzame positie wordt gebracht wanneer de 30 stoeleenheid zich van het raildeel af beweegt.
10. Traplift volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stoeleenheid is voorzien van een batterij die de stroomtoevoer voor de 35 aandrijving van de stoeleenheid verzorgd. 1008392 Λ
11. Railsysteem voor een traplift, voorzien van een aanslag die in aanraking kan komen met een deel van een stoeleenheid die zich langs het railsysteem beweegt, met het kenmerk, dat de aanslag 5 verplaatsbaar is, in het bijzonder tussen een positie waarin de aanslag in aanraking kan komen met genoemd deel van de stoeleenheid en een positie waarin de aanslag buiten het bereik van genoemd deel is. 10
12. Railsysteem voor een traplift, voorzien van een vast langs een trap aangebrachte rail en een beweegbaar raildeel dat kan bewegen tussen een werkzame positie waarin het raildeel aansluit op de ! 15 vaste rail en een onwerkzame positie waarin het raildeel minder ongemak veroorzaakt, met het kenmerk, dat de aanslag mechanisch is verbonden met het beweegbare raildeel, of een bedieningsmechanisme daarvan, zodat, wanneer het 20 raildeel in de onwerkzame positie is, de aanslag zodanig is verplaatst dat de aanslag in aanraking kan komen met een deel van een stoeleenheid die langs de vaste rail beweegt en het raildeel nadert.
13. Werkwijze voor het beveiligen van een traplift voorzien van een railsysteem en een stoeleenheid die langs het railsysteem kan worden bewogen, waarbij de aandrijving voor het bewegen van de stoeleenheid wordt uitgeschakeld door een aanslag 30 van het railsysteem die in aanraking komt met een schakelaar op de stoeleenheid, met het kenmerk, dat de aanslag wordt verplaatst tussen een positie waarin de aanslag in aanraking kan komen met genoemde schakelaar en een positie waarin de 35 aanslag buiten het bereik van genoemde schakelaar is. 1008392 “ΐ i | i
14. Werkwijze voor het door middel van een bedieningsmechanisme bewegen van een beweegbaar raildeel van een railsysteem van een traplift, welk railsysteem is voorzien van een vast langs een trap 5 aangebrachte rail en het beweegbare raildeel dat kan bewegen tussen een werkzame positie waarin het raildeel aansluit op de vaste rail en een onwerkzame positie waarin het raildeel minder ongemak veroorzaakt, met het kenmerk, dat het 10 bedieningsmechanisme het raildeel van de onwerkzame positie in de werkzame positie brengt door een op het bedieningsmechanisme aanwezige aanslag te verplaatsen door de aanslag met genoemd deel van de stoeleenheid weg te duwen. 1008 3 92
NL1008392A 1998-02-23 1998-02-23 Traplift en railsysteem voor een traplift. NL1008392C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008392A NL1008392C2 (nl) 1998-02-23 1998-02-23 Traplift en railsysteem voor een traplift.
PCT/NL1999/000095 WO1999042399A1 (en) 1998-02-23 1999-02-23 Stairlift and rail system for a stairlift
AU27485/99A AU2748599A (en) 1998-02-23 1999-02-23 Stairlift and rail system for a stairlift

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1008392A NL1008392C2 (nl) 1998-02-23 1998-02-23 Traplift en railsysteem voor een traplift.
NL1008392 1998-02-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1008392C2 true NL1008392C2 (nl) 1999-08-24

Family

ID=19766599

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008392A NL1008392C2 (nl) 1998-02-23 1998-02-23 Traplift en railsysteem voor een traplift.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU2748599A (nl)
NL (1) NL1008392C2 (nl)
WO (1) WO1999042399A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9908569D0 (en) * 1999-04-15 1999-06-09 Stannah Stairlifts Ltd Improvements in or relating to stairlifts
NL1018443C2 (nl) * 2001-07-03 2003-01-08 Freelift Bv Geleider voor langs een trap.
NL1023592C2 (nl) * 2003-06-04 2004-12-07 Freelift Bv Inrichting voor transport langs trap met geleider.
US20120261216A1 (en) * 2011-04-15 2012-10-18 Harmar Summit, Llc Stairlift with folding track

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2619195A (en) * 1950-07-28 1952-11-25 Electro Lift Chair Corp Elevator for invalids
US3966022A (en) * 1974-10-15 1976-06-29 Cheney Robert W Wheelchair lift assembly
DE3210904A1 (de) * 1982-03-25 1983-09-29 Paul Nitzke GmbH & Co KG, 4790 Paderborn Schraegaufzug
US5125481A (en) * 1990-09-26 1992-06-30 Hideaki Shibata Diagonal elevation apparatus
WO1997026207A1 (nl) * 1996-01-17 1997-07-24 Otto Ooms B.V. Railsysteem voor een traplift

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2619195A (en) * 1950-07-28 1952-11-25 Electro Lift Chair Corp Elevator for invalids
US3966022A (en) * 1974-10-15 1976-06-29 Cheney Robert W Wheelchair lift assembly
DE3210904A1 (de) * 1982-03-25 1983-09-29 Paul Nitzke GmbH & Co KG, 4790 Paderborn Schraegaufzug
US5125481A (en) * 1990-09-26 1992-06-30 Hideaki Shibata Diagonal elevation apparatus
WO1997026207A1 (nl) * 1996-01-17 1997-07-24 Otto Ooms B.V. Railsysteem voor een traplift

Also Published As

Publication number Publication date
WO1999042399A1 (en) 1999-08-26
AU2748599A (en) 1999-09-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100445883B1 (ko) 문턱 장치
AU716015B2 (en) A compact moveable ramp assembly
AU680501B2 (en) Vehicle lifts
CA1051390A (en) Passenger vehicle access stair and elevator apparatus
US5277124A (en) Direction control assembly for a material handling car having pivoted divert aims engaging tracks for guidance in switch area
NL1008392C2 (nl) Traplift en railsysteem voor een traplift.
EP1765711B1 (en) Incline lift unit with locking device
WO1990009944A1 (en) A sorter conveyor
WO1999008641A9 (en) Foldable platform wheelchair lift
CN201770384U (zh) 一种用于楼道电梯的折叠踏板机构
US7552813B2 (en) Safety device for moving handrails
FR2669871A1 (fr) Systeme de marchepieds pour l'entree ou la sortie de vehicules.
US4131068A (en) Catch arrangement for towing circulating conveyor with side circuit
CN216038053U (zh) 直线型折叠轨道
CN219431483U (zh) 一种车厅及具有其的停车系统
CN210152485U (zh) 一种应用在电动人行门上的防撞装置
KR102365902B1 (ko) 경사형 엘리베이터
US20230293365A1 (en) Descending mechanised access ramp (d-mar)
JPS6348796B2 (nl)
CN113772515A (zh) 直线型折叠轨道
JPH07149482A (ja) カウンタウェイト脱レール検出装置
GB2057997A (en) Arrangement for conveying luggage trolleys, etc., on escalators
WO2008041332A1 (fr) Système d'ascenseur
JP2006306359A (ja) エスカレータカートの脱出装置
JP2003267277A (ja) 走行装置

Legal Events

Date Code Title Description
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20180222