NL1008341C2 - Werkwijze voor de bereiding van een harssamenstelling. - Google Patents

Werkwijze voor de bereiding van een harssamenstelling. Download PDF

Info

Publication number
NL1008341C2
NL1008341C2 NL1008341A NL1008341A NL1008341C2 NL 1008341 C2 NL1008341 C2 NL 1008341C2 NL 1008341 A NL1008341 A NL 1008341A NL 1008341 A NL1008341 A NL 1008341A NL 1008341 C2 NL1008341 C2 NL 1008341C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
thermoplastic resin
resin
resin composition
thermoplastic
component
Prior art date
Application number
NL1008341A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1008341A1 (nl
Inventor
Miki Yamagishi
Original Assignee
Asahi Chemical Ind
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Asahi Chemical Ind filed Critical Asahi Chemical Ind
Publication of NL1008341A1 publication Critical patent/NL1008341A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1008341C2 publication Critical patent/NL1008341C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08JWORKING-UP; GENERAL PROCESSES OF COMPOUNDING; AFTER-TREATMENT NOT COVERED BY SUBCLASSES C08B, C08C, C08F, C08G or C08H
    • C08J3/00Processes of treating or compounding macromolecular substances
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08LCOMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
    • C08L71/00Compositions of polyethers obtained by reactions forming an ether link in the main chain; Compositions of derivatives of such polymers
    • C08L71/08Polyethers derived from hydroxy compounds or from their metallic derivatives
    • C08L71/10Polyethers derived from hydroxy compounds or from their metallic derivatives from phenols
    • C08L71/12Polyphenylene oxides
    • C08L71/123Polyphenylene oxides not modified by chemical after-treatment
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08JWORKING-UP; GENERAL PROCESSES OF COMPOUNDING; AFTER-TREATMENT NOT COVERED BY SUBCLASSES C08B, C08C, C08F, C08G or C08H
    • C08J3/00Processes of treating or compounding macromolecular substances
    • C08J3/005Processes for mixing polymers
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08LCOMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
    • C08L71/00Compositions of polyethers obtained by reactions forming an ether link in the main chain; Compositions of derivatives of such polymers
    • C08L71/08Polyethers derived from hydroxy compounds or from their metallic derivatives
    • C08L71/10Polyethers derived from hydroxy compounds or from their metallic derivatives from phenols
    • C08L71/12Polyphenylene oxides
    • C08L71/126Polyphenylene oxides modified by chemical after-treatment
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08LCOMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
    • C08L81/00Compositions of macromolecular compounds obtained by reactions forming in the main chain of the macromolecule a linkage containing sulfur with or without nitrogen, oxygen or carbon only; Compositions of polysulfones; Compositions of derivatives of such polymers
    • C08L81/02Polythioethers; Polythioether-ethers

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)
  • Processes Of Treating Macromolecular Substances (AREA)

Description

Nw 2033 1
Werkwijze voor de bereiding van een harssamenstelling.
5
Achtergrond van de uitvinding 1« Gebied van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 10 werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische harssamenstelling. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor de bereiding, met industriële voordelen, van een thermoplastische harssamenstelling met een uitstekende slagsterkte en minder vluchtige bestandde-15 len door het mengen van thermoplastische harsen waarvan de smelttemperaturen of glastemperaturen 10 'C of meer van elkaar verschillen.
2. Beschrijving van de stand van de techniek 20 Een thermoplastische hars (A) met een geringe vloei en slagsterkte in weerwil van een goede warmtevastheid is gebruikt door deze te mengen met een thermoplastische hars en/of een elastomeer en dergelijke met een ten minste 10’C of meer lagere smelttemperatuur of glastemperatuur dan die 25 van de thermoplastische hars (A). De klassieke werkwijzen voor het mengen van dergelijke harsen en/of een elastomeer en dergelijke met een 10°C of meer lagere smeltteraperatuur of glastemperatuur dan die van de thermoplastische hars (A), worden als volgt toegelicht: 30 (1) een werkwijze omvattende het mengen van een poeder of pellets van de beide harsen in de vorm van een vaste stof met gebruikmaking van een tuimelapparaat, het in de smelt mengen van het resulterende mengsel met een kneedinrichting zoals een enkeltraps smelt-extrudeerinrichting om het te 35 pelletiseren, en spuitgieten of vormen door extrusie van de verkregen pellets om een gevormd artikel te bereiden; j p 0 C' ^ J 4 ., 2 (2) een werkwijze omvattende het mengen van een poeder of pellets van de beide harsen in de vorm van een vaste stof met gebruikmaking van een tuimelapparaat, en het vervolgens spuitgieten of vormen door extrusie van het verkregen 5 mengsel om een gevormd artikel te bereiden; en (3) een werkwijze omvattende het mengen van een thermoplastische hars (A) met een geringe hoeveelheid van een thermoplastische hars (B) met een ten minste 10”C lagere smelttemperatuur of glastemperatuur dan die van de thermo- 10 plastische hars (A), in de vorm van een vaste stof, het pelletiseren van het resulterende mengsel met een kneedin-richting zoals een smelt-extrudeerinrichting, het verder mengen van de resulterende pellets met een thermoplastische hars (C) en dergelijke met eveneens een ten minste 10°C 15 lagere smelttemperatuur of glastemperatuur dan die van de thermoplastische hars (A), in de vorm van een vaste stof, en het pelletiseren van het mengsel met een kneedinrichting zoals een tweede smelt-extrudeerinrichting (de Japanse ter inzage gelegde octrooiaanvrage No. 117444/1992).
20 Evenwel neemt volgens werkwijze (1), bij de stap van het kneden met een smelt-extrudeerinrichting, die voor het uniform mengen van de hars wordt uitgevoerd, de harstemperatuur nadelig toe om bestanddeel A te smelten, zodat bestanddeel B en dergelijke afbreken. Dienovereenkomstig 25 worden de slagsterkte en dergelijke eigenschappen van de resulterende harssamenstelling matig. Indien de harstempe-ratuur verlaagd wordt om verslechtering van de slagsterkte en dergelijke te voorkomen, kunnen de harsen niet goed gekneed worden en kan eveneens de hoeveelheid van het 30 vluchtige bestanddeel niet verminderd worden. Indien de toe te voegen hoeveelheid elastomeer verhoogd wordt, kan de hoeveelheid vluchtig bestanddeel niet verminderd worden, hoewel de slagsterkte beter wordt.
Volgens werkwijze (2) verschijnen zilverstrepen e.d. 35 op het resulterende gevormde artikel vanwege het niet-ontluchten van bestanddeel A. Wanneer bestanddeel A niet 3 ontlucht wordt, wordt de thermoplastische hars (A) niet voldoende in de smelt gemengd, aangezien de thermoplastische hars (B) eerder smelt dan de thermoplastische hars (A) en niet-gesmolten deeltjes van de thermoplastische hars (A) 5 gevormd worden. Bovendien kan geen toereikende slagsterkte bereikt worden.
Bij de bovenstaande werkwijze (3) (een werkwijze met een hoofdpartij) wordt het mengen in de smelt in twee stappen uitgevoerd. Derhalve wordt de hars afgebroken, 10 zodat de slagsterkte minder wordt. Bovendien heeft deze werkwijze nadelen als een ongunstig energieverbruik en een ingewikkeld bedrijven.
In de ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvrage No. 149917/1995 wordt een werkwijze beschreven voor de berei-15 ding van een thermoplastische harssamenstelling waarbij, wanneer 100 gew.dln van een samenstelling die een polyfeny-leenether en een polymeer van een aromatische alkenylver-binding omvat, in de smelt gemengd worden in aanwezigheid van een of meer gew.dln van een organisch oplosmiddel met 20 gebruikmaking van een extrudeerinrichting, de polyfenyleen-ether, een gedeelte van het polymeer van de aromatische alkenylverbinding en het organische oplosmiddel toegevoerd worden vanuit een toevoerpoort voor ruwe stof die zich in de bovenstroom van de harsstroom bevindt en wordt het 25 resterende gedeelte van het polymeer van de aromatische alkenylverbinding toegevoerd vanuit een toevoerpoort voor ruwe stof die zich bij een lager punt van de harsstroom bevindt. Volgens deze werkwijze wordt het organische oplosmiddel in een extrudeerinrichting gekneed met een mengsel 30 van de polyfenyleenether en het polymeer van de aromatische alkenylverbinding zodat de bestanddelen niet voldoende gemengd worden. Wanneer de hoeveelheid organisch oplosmiddel verhoogd wordt met als doel voldoende te mengen, wordt verwijdering van het organische oplosmiddel moeilijk en 35 neemt verder de extrusieproductiviteit af en verandert de extrusie-hoeveelheid van de hars ten gevolge van het terug- 4 stromen van het gas naar de eerste toevoerpoort voor ruwe stof.
Samenvatting van de uitvinding 5 De onderhavige uitvinding heeft ten doel het voorde lig bereiden van een thermoplastische harssamenstelling die voldoet aan inconsistente eigenschappen, d.w.z. een verbeterde slagsterkte en minder vluchtige bestanddelen, terwijl tegelijkertijd minder industriële energie verbruikt wordt.
10
Korte beschrijving van de tekening
De bijgaande tekening toont een uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding.
15 Beschrijving van de verwiizingsgetallen en de symbolen 1: eerste toevoerpoort voor ruwe stof (bovenste toevoer poort) 2: tweede toevoerpoort voor ruwe stof (eerste zijtoevoer- poort) 20 3: derde toevoerpoort voor ruwe stof (tweede zijtoevoer- poort) 4: vierde toevoerpoort voor ruwe stof 5: eerste opening voor onder verminderde druk verwijderen van vluchtige bestanddelen 25 6: ventilatiepoort naar de atmosfeer 7: ventilatiepoort naar de atmosfeer 8: tweede opening voor onder verminderde druk verwijderen van vluchtige bestanddelen A: polyfenyleenetherhars 30 B: polystyreen voor algemeen gebruik C: met elastomeer versterkte styreenhars D: vulmiddel E: elastomeer F: vluchtig vlamvertragend middel 35 G: niet-vluchtig vlamvertragend middel.
1 f- » i Q r j · i L' -J ; 5
Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische harssamenstelling door het in de smelt mengen van een thermo-5 plastische hars (A) met thermoplastische harsen (B) en (C) met een smelttemperatuur of een glastemperatuur die 10'C of meer lager dan die voor de thermoplastische hars (A) is, welke werkwijze het toevoeren van een thermoplastische hars (A) (waarnaar hierna soms als samenstelling A wordt verwe-10 zen) die vluchtige bestanddelen met een molecuulgewicht van 300 of minder in een hoeveelheid van 500 tot 30.000 dpm bevat en een thermoplastische hars (B) (waarnaar hierna soms als samenstelling B wordt verwezen) die minder vluchtige bestanddelen dan bestanddeel A bevat, vanuit een 15 eerste toevoerpoort van de smelt-kneedinrichting, het verwijderen van de vluchtige bestanddelen onder verminderde druk, en het toevoeren van een thermoplastische hars (C) (waarnaar hierna soms als samenstelling c wordt verwezen) vanuit een tweede toevoerpoort, omvat.
20 De combinaties van thermoplastische harsen (A), (B) en (C) omvatten: een combinatie van een polyfenyleenetherhars als de thermoplastische hars (A) en een styreenhars als de Thermoplastische harsen (B) en (C); 25 een combinatie van een polyfenyleensulfidehars als de thermoplastische hars (A) en een gemodificeerde polyfenyleenetherhars en/of hars van het styreentype als de thermoplastische harsen (B) en (C); een combinatie van een polycarbonaathars als de 30 thermoplastische hars (A) en een ABS-hars en/of styreenhars als de thermoplastische harsen (B) en (C); een combinatie van een polyfenyleenetherhars als de thermoplastische hars (A), een polystyreenhars voor algemeen gebruik als de thermoplastische hars (B), en een met 35 een elastomeer versterkte styreenhars als de thermoplastische hars (C); en dergelijke.
6
De bij de onderhavige uitvinding gebruikte polyfeny-leenetherharsen zijn homopolymeren of copolymeren met repeterende eenheden, die worden voorgesteld door de volgende formules (1) en/of (2): 5
Ri Re °3 10 -ö-°- ‘2’ R2 R5 R4 15 waarin Rw R2, R3, R4, Rs en R6 elk onafhankelijk van elkaar een alkylgroep met 1 tot 4 koolstofatomen, een arylgroep, 20 een halogeen- of een waterstofatoom voorstellen, en waarin Rs en R6 niet tegelijkertijd een waterstofatoom kunnen zijn.
De harsen kunnen in combinatie gebruikt worden.
Representatieve voorbeelden van homopolymeren van een 25 polyfenyleenetherhars omvatten poly(2,6-dimethyl-l,4-feny-leen)ether, poly(2-methyl-6-ethyl-l,4-fenyleen)ether, poly(2,6-diethyl-l,4-fenyleen)ether, poly(2-ethyl-6-n- propyl-1,4-fenyleen)ether, poly(2,6-di-n-propyl-l,4-feny- leen)ether, poly(2-methyl-6-n-butyl-l,4-fenyleen)ether, 30 poly(2-ethyl-6-isopropyl-l,4-fenyleen)ether, poly(2-methyl- 6-hydroxyethyl-l,4-fenyleen)ether, poly(2-methyl-6-chloor-ethyl-1,4-fenyleen)ether, en dergelijke. Van deze geniet poly(2,6-dimethyl-l,4-fenyleen)ether bijzondere voorkeur.
Het polyfenyleenethercopolymeer is een copolymeer met 35 bijvoorbeeld een fenyleenetherstructuur als de voornaamste monomeereenheid. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld een copoly- 7 meer van 2,6-dimethylfenol en 2,3,6-trimethylfenol, een copolymeer van 2,6-dimethylfenol en o-kresol, een copoly-meer van 2,6-dimethylfenol, 2,3,6-trimethylfenol, en o- kresol, en dergelijke.
5 Bij de onderhavige uitvinding gebruikte polyfenyleen- etherharsen kunnen met voordeel, als een dee1structuur, diverse andere fenyleenethereenheden bevatten die voorgesteld worden in de klassieke polyfenyleenetherharsen voor te komen. De fenyleenethereenheden die worden voorgesteld 10 mede voor te komen in een kleine hoeveelheid, omvatten een 2-(dialkylaminomethyl)-6-methylfenyleenethereenheid, een 2-(N-alkyl-N-fenylaminomethyl)-6-methylfenyleenethereenheid en dergelijke, die in de ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvragen nos. 297428/1989 en 301222/1988 beschreven 15 zijn.
Bovendien bevatten bij de onderhavige uitvinding gebruikte polyfenyleenetherharsen een hars waarin een kleine hoeveelheid difenochinon en dergelijke aan de hoofdketen gebonden is.
20 Bovendien bevat een polyfenyleenetherhars bijvoor beeld een polyfenyleenether die gemodificeerd is met een verbinding met dubbele koolstof-koolstofbindingen, zoals beschreven in de Japanse octrooiaanvragen nos. 276823/1990, 108095/1988 en 59724/1984.
25 Een bij de onderhavige uitvinding gebruikte polyfeny leenetherhars kan bijvoorbeeld bereid worden door een polymerisatie via een oxidatieve koppeling van een 2,6-xylenol in aanwezigheid van dibutylamine volgens de in de Japanse octrooipublicatie no. 13966/1993 beschreven werk-30 wijze. Het molecuulgewicht en de roolecuulgewichtverdeling zijn niet bijzonder beperkt.
Een bij de onderhavige uitvinding gebruikte polyfeny-leensulfidehars, waarnaar in het algemeen als PPS wordt verwezen, is een horaopolymeer dat repeterende eenheden 35 bevat die worden voorgesteld door de volgende algemene formule (3): . v >i 1 -¾ , O ij J ‘9 ' 8 ^Q^-S- <3, 5 Een bij de onderhavige uitvinding gebruikte polycar- bonaathars is een polymeer dat repeterende eenheden bevat die voorgesteld worden door de volgende algemene formule (4): 10 CH3 -~Οχ®"οτ " 15
Een bij de onderhavige uitvinding gebruikte styreen-hars omvat een polystyreen voor algemeen gebruik en met een elastomeer versterkte styreenharsen.
Polystyreen voor algemeen gebruik omvat, behalve een 20 styreenpolymeer, een polymeer van een in de kern met alkyl gesubstitueerd styreen zoals o-methylstyreen, p-methylsty-reen, m-methylstyreen, 2,4-dimethylstyreen, ethylstyreen, p-tert-butylstyreen en een a-alkyl-gesubstitueerd styreen zoals a-methylstyreen en a-methyl-p-ethylstyreen; een 25 copolymeer dat een of meer van de bovenstaande aromatische vinylverbindingen en ten minste een andere vinylverbinding omvat; alsmede een copolymeer dat twee of meer van de bovenstaande verbindingen omvat. Met de aromatische vinylverbindingen copolymeriseerbare verbindingen omvatten 30 methacrylaatesters zoals methylmethacrylaat en ethylmetha-crylaat, onverzadigde nitrilverbindingen zoals acrylonitril en methacrylonitril, zuuranhydriden zoals maleïnezuuranhy-dride, en dergelijke. De polymerisatiewerkwijze voor het bereiden van deze harsen omvat niet alleen een radicaalpo-35 lymerisatie maar ook ionenpolymerisatie. Polymeren die van de bovenstaande polymeren bijzondere voorkeur genieten, ‘'•Mj 9 zijn polystyreen en een styreen/acrylonitril-copolymeer (een AS-hars). Deze harsen kunnen in combinatie gebruikt worden.
Voor het versterken van styreenharsen gebruikte 5 elastomeren omvatten polybutadieen, een styreen/butadieen-copolymeer, polyisopreen, een butadieen/isopreen-copoly-meer, natuurrubbers, een etheen/propeen-copolymeer en dergelijke. Bijzondere voorkeur genieten polybutadieen, een styreen/butadieen-copolymeer en een gedeeltelijk gehydroge-10 neerd polymeer daarvan.
Als met een elastomeer versterkte styreenhars verdienen met elastomeer versterkt polystyreen (HIPS) en een met elastomeer versterkt styreen/acrylonitril-copolymeer (een ABS-hars) de voorkeur. Een mengsel van deze harsen verdient 15 eveneens voorkeur. Het elastomeer-gehalte is 6% of hoger, bij voorkeur 8% of hoger, liever 10% of hoger.
De samenstelling omvat bij voorkeur 5 tot 92,5 gew.% bestanddeel A, 5 tot 80 gew.% bestanddeel B en 2,5 tot 80 gew.% bestanddeel C, met meer voorkeur 10 tot 90 gew.% 20 bestanddeel A, 5 tot 70 gew.% bestanddeel B en 2,5 tot 60 gew.% bestanddeel C.
De reden waarom bestanddeel B vanuit de bovenste toevoerpoort tezamen met bestanddeel A wordt toegevoerd, is het in de smelt mengen van bestanddeel A te vergemakkelij-25 ken, teneinde de hoeveelheid van de te extruder en hars effectief te vergroten, alsmede om het in de smelt mengen van bestanddeel C te vergemakkelijken. De hoeveelheid van bestanddeel B is bij voorkeur 5 tot 100 gew.%, liever 10 tot 50 gew.% en het liefst 20 tot 30 gew.%, betrokken op de 30 hoeveelheid van bestanddeel A. Een te grote hoeveelheid van bestanddeel B vergroot de hoeveelheid vluchtige bestanddelen van de thermoplastische harssamenstelling en versnelt de afbraak door warmte van bestanddeel B. Bovendien is alleen bestanddeel B gemakkelijk te smelten, zodat het 35 moeilijk is bestanddeel A uniform te smelten. Een te geringe hoeveelheid van bestanddeel B verslechtert het in de 10 smelt mengen van bestanddeel A, zodat de hoeveelheid te extruderen hars verminderd moet worden en als resultaat het extruderen instabiel verloopt. Bovendien wordt het mengsel van de bestanddelen A en B niet voldoende in de smelt 5 gemengd met bestanddeel C, zodat het extruderen instabiel verloopt.
De hoeveelheid van bestanddeel C is bij voorkeur 50 tot 500 gew.%, liever 75 tot 300 gew.% en het liefst 100 tot 200 gew.%, betrokken op de hoeveelheid van bestanddeel 10 B. Een te geringe hoeveelheid van bestanddeel C doet vermoeden dat de hoeveelheid van bestanddeel B relatief groot is. Dit resulteert in afbraak door warmte van bestanddeel B. Een te grote hoeveelheid van bestanddeel C veroorzaakt zonder voorkeur een plotselinge temperatuurverlaging van de 15 harssamenstelling, waardoor de extrusie instabiel wordt.
Om de vloeibaarheid van de thermoplastische hars (A) te verhogen, moet de smelttemperatuur of de glastemperatuur van de thermoplastische harsen (B) en (C) 10°C of meer, bij voorkeur 30'C of meer, lager zijn dan die van de thermo-20 plastische hars (A).
Een in bestanddeel A aanwezig vluchtig bestanddeel met een molecuulgewicht van 300 of minder is effectief in het verlagen van de smelttemperatuur van de thermoplastische hars (A) met een hoge smelttemperatuur (verwekingstem-25 peratuur), alsmede bij het vergemakkelijken van het mengen van bestanddeel A met bestanddeel B met een lagere smelttemperatuur dan bestanddeel A.
Wanneer evenwel de hoeveelheid van het vluchtige bestanddeel te groot is, wordt het vluchtige bestanddeel 30 niet voldoende verwijderd in een smelt-kneedinrichting, zodat zilverstrepen en dergelijk na het vormen verschijnen en geen voldoende slagsterkte bereikt kan worden. Dienovereenkomstig is het noodzakelijk dat de hoeveelheid in bestanddeel A aanwezig vluchtig bestanddeel met een molecuul-35 gewicht van 300 of minder 500 tot 30.000 dpm is. Wanneer het oplosmiddel voor de polymerisatie dat wordt gebruikt 11 voor het verkrijgen van de thermoplastische hars (A), alsmede een monomeer, oligomeer en dergelijke dat na het wassen, filtreren en drogen van de resulterende thermoplastische hars (A) als vluchtige bestanddelen gebruikt worden, 5 is het mogelijk de stap van het toevoegen en impregneren van het vluchtige bestanddeel met een molecuulgewicht van 300 of minder in bestanddeel A over te slaan.
Het in bestanddeel B aanwezige vluchtige bestanddeel met een molecuulgewicht van 300 of minder verlaagt de 10 smelttemperatuur van bestanddeel B aanzienlijk wanneer de hoeveelheid ervan die van het in bestanddeel A aanwezige vluchtige bestanddeel met een molecuulgewicht van 300 of minder te boven gaat. Als resultaat wordt het moeilijk bestanddeel B met bestanddeel A in de smelt te mengen. 15 Dienovereenkomstig moet de in bestanddeel B aanwezige hoeveelheid van het vluchtige bestanddeel met een molecuulgewicht van 300 of minder kleiner zijn dan die van het in bestanddeel A aanwezige vluchtige bestanddeel.
De vluchtige bestanddelen met een molecuulgewicht van 20 300 of minder omvatten aromatische koolwaterstoffen met 6 tot 18 koolstofatomen zoals ethylbenzeen, xyleen, tolueen en styreen, en alcoholen met 1 tot 10 koolstof atomen, en dergelijke.
Hierna worden werkwijzen voor de bereiding van een 25 harssamenstelling volgens de onderhavige uitvinding met verwijzing naar de tekening geïllustreerd.
Specifiek heeft een uitvoeringsvorm van de uitvinding betrekking op een werkwijze voor de bereiding van een polyfenyleenetherharssamenstelling met gebruikmaking van 30 een smelt-kneedinrichting zoals een extrudeerinrichting die is voorzien van een eerste toevoerpoort 1 voor ruwe stof, die zich bevindt in de bovenstroom van het ruwe materiaal, alsmede een tweede toevoerpoort 2 voor ruwe stof. Deze werkwijze omvat het toevoeren van een polyfenyleenetherhars 35 A en een polystyreenhars voor algemeen gebruik B na deze droog gemengd te hebben en/of deze afzonderlijk vanuit de 1 00 83 4 1 < 12 eerste toevoerpoort 1 toe te voeren; het verwijderen, bij de opening 5, van de vluchtige bestanddelen van de samenstelling die een grote hoeveelheid vluchtige bestanddelen bevat alsmede de polyfenyleenether bij een hoge concentra-5 tie; en het toevoegen van een met een elastomeer versterkte styreenhars C vanuit de tweede toevoerpoort 2.
Een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de bereiding van een polyfenyleenetherharssamenstelling met gebruikmaking van 10 een smelt-kneedinrichting die is voorzien van een eerste toevoerpoort 1 voor ruwe stof, die zich bevindt in de bovenstroom van het ruwe materiaal, alsmede een tweede toevoerpoort 2 voor ruwe stof een derde toevoerpoort voor ruwe stof 3 en een vierde toevoerpoort voor ruwe stof 4. 15 Deze werkwijze omvat het toevoeren van een polyfenyleen-etherhars A en een polystyreenhars voor algemeen gebruik B na deze droog gemengd te hebben en/of deze afzonderlijk vanuit de eerste toevoerpoort 1 toe te voeren; het verwijderen, bij de opening 5, van de vluchtige bestanddelen van 20 de samenstelling die een hoge concentratie polyfenyleenether en een grote hoeveelheid vluchtige bestanddelen bevat; het toevoeren van een polystyreen B voor algemeen gebruik, een met een elastomeer versterkte styreenhars C, een elastomeer E en een niet-vluchtig vlamvertragend middel 25 G vanuit de tweede toevoerpoort 2; het toevoeren van een polystyreen B voor algemeen gebruik, een met een elastomeer versterkte styreenhars C, een vulmiddel D, een elastomeer E en een niet-vluchtig vlamvertragend middel G vanuit de derde toevoerpoort 3; het verwijderen van de vluchtige 30 bestanddelen bij de opening 8; en het toevoeren van een vluchtig vlamvertragend middel F in de vorm van een vloeistof vanuit de vierde toevoerpoort. Met de wormsystemen die halverwege de toevoerpoorten voor de ruwe stoffen zijn aangebracht, kan de hars doorgevoerd en in de smelt gemengd 35 worden. Er is bij iedere toevoerpoort in een wormsysteem voorzien om de druk van de hars af te laten. Bij de tweede 13 en de derde toevoerpoort 2 en 3 zijn bij voorkeur op de atmosfeer uitkomende ventilatiepoorten 6 en 7 aangebracht. Indien er vanuit de derde toevoerpoort niets is toe te voeren, wordt deze poort niet gebruikt en soms gedicht.
5 Door toevoeren van een met een elastomeer versterkte styreenhars vanuit een zijtoevoerpoort, wordt de duur van het verwarmen van het elastomeer verkort, om te voorkomen dat de hars af breekt. Als resultaat kan een polyfenyleen-etherharssamenstelling met een hoge slagsterkte en minder 10 vluchtige bestanddelen verkregen worden. Hoewel het de voorkeur geniet dat alle met elastomeer versterkte styreenhars vanuit een zijtoevoerpoort wordt toegevoerd, kan een gedeelte van de hars vanuit de bovenste toevoerpoort toegevoerd worden in het geval dat een styreenharsbestanddeel 15 niet gebruikt wordt aangezien het aanvankelijke in de smelt mengen van bestanddeel A met de worm van de kneedinrichting niet voldoende uitgevoerd kan worden wanneer alleen bestanddeel A vanuit de bovenste toevoerpoort 1 toegevoerd wordt.
20 In overeenstemming met de klassieke eenstaps extru- siewerkwijze wordt de slagsterkte door toevoegen van een elastomeer verhoogd, maar is het moeilijk een samenstelling met minder vluchtige bestanddelen te bereiden. Volgens de tweestaps extrusiewerkwijze wordt de slagsterkte verhoogd 25 door vergroten van de toe te voegen hoeveelheid elastomeer, maar wordt de warmtestabiliteit verminderd door afbraak van het elastomeer, wordt de bedrijfsbaarheid nadelig beïnvloed en wordt het energieverbruik hoog.
Wanneer als toevoegsel een vluchtig vlamvertragend 30 middel toegevoegd wordt, kan het verlies van de vluchtige stoffen verminderd worden door dit toe te voegen na het verwijderen van de vluchtige bestanddelen bij verminderde druk. In het geval van een niet-vluchtig vlamvertragend middel kan dit op ieder moment en eveneens stapsgewijs 35 worden toegevoegd.
De te gebruiken smelt-kneedinrichtingen omvatten een ' i 14 extrudeerinrichting met een enkele worm, een extrudeerin-richting met twee wormen, een extrudeerinrichting met meerdere wormen, en dergelijke. Extrudeerinrichtingen met twee wormen die de voorkeur genieten, zijn die uit de ZSK-5 serie die wordt vervaardigd door Werner & Pfleiderer GmbH, die uit de TEM-serie, die wordt vervaardigd door de firma Toshiba Machine, Ltd., die uit de TEX-serie, vervaardigd door Japan Steel Works, Ltd, en dergelijke. De verhouding van de lengte tot de diameter van de worm (L/D) van de 10 smelt-kneedinrichting ligt in het bereik van 10 tot 80. Wanneer L/D kleiner is dan 10, wordt het moeilijk de vluchtige bestanddelen te verwijderen en aan de zijkant toe te voeren. Wanneer L/D groter is dan 80, wordt de verblijftijd van de hars te lang en is de kans groot dat de hars wordt 15 afgebroken.
De vluchtige bestanddelen worden gewoonlijk onder atmosferische druk verwijderd, bij voorkeur bij 250 torr of minder, liever bij 150 torr of minder, nog liever bij 50 torr of minder, bij elke opening voor het uit de smelt-20 kneedinrichting verwijderen van de vluchtige bestanddelen.
De temperatuur bij het in de smelt mengen wordt bij voorkeur zodanig gereguleerd dat deze vanaf de bovenste toevoerpoort naar de uitgang van de kneedinrichting afneemt. De vattemperaturen worden ingesteld op 280'C tot 25 360°C, bij voorkeur op 320eC tot 340°C, tussen de bovenste toevoerpoort en de eerste zijtoevoerpoort, en op 200°C tot 320°C, bij voorkeur 240°C tot 300°C, tussen de eerste zijtoevoerpoort en de uitgang. Er kan een uniforme samenstelling verkregen worden door het in de smelt mengen van 30 de bestanddelen bij een afschuifsnelheid van 10 sec-1 tot 250 sec-1 in elke zone.
De vulstoffen, bestanddeel D, omvatten een anorganisch poeder, een anorganisch vulmiddel, een organisch vulmiddel, een kleurstof, siliconen en dergelijke. In het 35 bijzonder omvatten deze een of meer bestanddelen die zijn gekozen uit de groep die wordt gevormd door diatomeeënaar- 15 de, koolstof, talk, mica, glasparels, glasvlokken, glasvezels, koolstofvezels, Kepler's vezels, roestvrij-staalve-zels, kopervezels en dergelijke. Bovendien wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een hoofdpartij-werkwijze waarbij 5 deze bestanddelen met een hars en dergelijke gemengd worden om het werken ermee alsmede de dispersie-eigenschappen te verbeteren.
De elastomeren, bestanddeel E, omvatten polybuta-dieen, een styreen/butadieen-copolymeer, polyisopreen, een 10 butadieen/isopreen-copolymeer, natuurrubber, een e-theen/propeen-copolymeer en dergelijke. In het bijzonder genieten polybutadieen en een styreen/butadieen-copolymeer de voorkeur. Deze elastomeren kunnen in combinatie gebruikt worden.
15 Een vluchtig vlamvertragend middel, bestanddeel F, is bij voorkeur een vlamvertragend middel van het fosfaat-type. Vlamvertragende middelen van het fosfaat-type bijvoorbeeld met een kookpunt van 400'C of lager, zoals trife-nylfosfaat en cresyldifenylfosfaat kunnen gebruikt worden. 20 Een niet-vluchtig vlamvertragend middel, bestanddeel G, heeft bij voorkeur een hoger kookpunt dan 400°C en het is derhalve onwaarschijnlijk dat het tijdens het verwijderen van de vluchtige bestanddelen bij verminderde druk aan het einde van een spruitstuk zal verdampen. In het bijzon-25 der omvat het een of meer verbindingen die zijn gekozen uit de groep die wordt gevormd door een fosfaatesterverbinding met een verbindende structuur die een bifunctioneel fenol en een specifiek monofunctioneel fenol aan het terminale einde omvat, antimoontrioxide, een vlamvertragend middel 30 van het halogeen-type en dergelijke. Meer in het bijzonder omvatten de fosfaatesterverbindingen een of meer verbindingen gekozen uit aromatische condensatie-fosfaatesters zoals 2,2-bis-{4-(bis(methylfenoxy)fosfonyloxy)fenyl}propaan (waarnaar hierna wordt verwezen als CR741), 2,2-bis-(4- 35 (bisfenoxy)fosfonyloxy)fenyl}propaan, resorcinolbis(dife- nylfosfaat) en dergelijke.
10 0 S3 4 1 16
De verbindingen F en G in de vorm van een poeder kunnen voordat ze aan de harsbestanddelen toegevoegd worden, gesmolten worden. Een dergelijke werkwijze voor het toevoegen van vlamvertragende middelen aan een harssamen-5 stelling is bijvoorbeeld beschreven in de ter inzage gelegde Japanse octrooiaanvragen no. 237812/1996 en PCT/JP97/03179.
De hoeveelheden van andere verbindingen dan de thermoplastische hars, aanwezig in de samenstelling, zijn bij 10 voorkeur 0 tot 50 gew.% voor bestanddeel D, 0 tot 30 gew.% voor bestanddeel E, 0 tot 30 gew.% voor bestanddeel F en 0 tot 30 gew.% voor bestanddeel G; liever 0 tot 42 gew.% voor bestanddeel D, 0 tot 10 gew.% voor bestanddeel E, 0 tot 10 gew.% voor bestanddeel F en 0 tot 10 gew.% voor bestanddeel 15 G.
Beste uitvoeringswijze van de uitvinding
Hierna wordt de onderhavige uitvinding in meer detail met verwijzing naar de voorbeelden beschreven.
20 In de voorbeelden en de vergelijkende voorbeelden werd een poeder van poly-2,6-dimethyl-l,4-fenyleenether (waarnaar hierna als PPE wordt verwezen) met een intrinsieke viscositeit [η] van 0,53, die bij 30°C in chloroform werd gemeten, als de polyfenyleenetherhars van bestanddeel 25 A gebruikt. De in het PPE aanwezige hoeveelheid vluchtig bestanddeel met een molecuulgewicht van 300 of minder bedroeg 12.000 dpm, tenzij anders wordt vermeld.
Als een polystyreen voor algemeen gebruik voor bestanddeel B werd polystyreen (waarnaar hierna als GP wordt 30 verwezen) met een gemiddeld molecuulgewicht naar het gewicht van 260.000, een gemiddeld molecuulgewicht naar het getal van 140.000 en een gehalte vluchtige bestanddelen met een molecuulgewicht van 300 of minder van 500 dpm gebruikt. Als de met elastomeer versterkte styreenhars van bestand-35 deel C werd polystyreen met een hoge slagsterkte (waarnaar hierna als HIPS wordt verwezen) met een polybutadieencon- 17 centratie van 12%, een deeltjesdiameter van het polybuta-dieen van 1,5 μτα en een gehalte vluchtige bestanddelen van 1.000 dpm gebruikt.
Als het vulmiddel van bestanddeel D werd een glasve-5 zei (waarnaar hierna als GF wordt verwezen) met een diameter van 13 μη en een snij lengte van 3 mm gebruikt. Als het elastomeer van bestanddeel E werd een styreen/butadieen-copolymeer gebruikt. Als het vluchtige vlamvertragende middel van bestanddeel F werd trifenylfosfaat (waarnaar 10 hierna als TPP wordt verwezen) gebruikt. Als het niet- vluchtige vlamvertragende middel van bestanddeel G werd 2,2-bis-{4-(bis(methylfenoxy)fosforyloxy)fenyl}propaan (waarnaar hierna wordt verwezen als CR741C) gebruikt.
In de voorbeelden en de vergelijkende voorbeelden 15 werden de tests van de harssamenstelling en het gevormde artikel en de meting van de specifieke energie bij de extrusie conform de volgende wijzen uitgevoerd.
(1) De smeltviscositeit (MFR): ASTM D 1238 (2) Izod-slagsterkte : ASTM D 256 20 (3) Buigsterkte: ASTM D 790 (4) Gehalte vluchtige bestanddelen:
De vluchtige bestanddelen met een laag molecuulge-wicht zoals ethylbenzeen, xyleen, tolueen en styreen werden bepaald bij 115°C met gebruikmaking van een 25 kolomvulmiddel, PEG-2OM 25% (de drager was Chromosorb W, kolomlengte 3 meter) met gebruikmaking van gaschroma tograf ie. De vluchtige bestanddelen met een hoog molecuulgewicht zoals een styreendimeer, werden bepaald bij 190 en 260'C met gebruik van een kolom-30 vulmiddel, siliconen-OV-17 3% (de drager was Chromo sorb W, kolomlengte 3 meter). De in de harssamenstelling aanwezige vluchtige bestanddelen werden bepaald en gedefinieerd door optellen van de hoeveelheden van de bestanddelen met een kleinere retentietijd dan een 35 styreen-trimeer.
(5) Restgehalte van de vluchtige bestanddelen (gew.%): 18 (in een geëxtrudeerde harssamenstelling aanwezige vluchtige bestanddelen/ in het aan de extrudeerin-richting toegevoerde ruwe materiaal aanwezige vluchtige bestanddelen) x 100 5 (6) Glastemperatuur (Tg): de temperatuur waarbij het verlies van de elastici-teitsmodulus een piek had, die werd gemeten conform de Vibron-werkwijze (de firma Orientec, Rheo Vibron DDV-25FP), werd gedefinieerd als de glastemperatuur. 10 (7) De specifieke energie (kWh/kG):
Elektrisch vermogen aan de uitgang van een motor/van een samenstelling toegevoerde hoeveelheid (8) Testen van het voorkomen van een niet-gesmolten PPE bevattend gevormd artikel: 15 een film met een dikte van 0,04 tot 0,06 mm en afme tingen van 50 mm x 90 mm werd bereid. Een niet-gesmolten PPE met een diameter van 0,2 mm of minder kreeg de waarde één. Een niet-gesmolten PPE met een diameter van 0,2 tot 0,5 mm kreeg de waarde tien. De 20 waarde van 25 voor een film werd als goed gedefi nieerd (0)· voorbeeld 1
Als smelt-kneedinrichting werd een extrudeerinrich-25 ting met twee wormen (L/D=44), waarbij de wormen in dezelfde richting draaiden, gebruikt. Vanuit de bovenste toevoer-poort 1 werden 54,7 delen PPE, 12,8 delen GP en 0,3 deel antioxidatiemiddel aan de smelt-kneedinrichting toegevoerd en in de smelt gemengd. De vluchtige bestanddelen werden 30 bij de opening 5 onder een verminderde druk van 50 torr uit de gemengde samenstelling verwijderd. Vanuit de zijtoevoer-poort 2 werden 28 delen HIPS toegevoerd en in de smelt gemengd. Daarna werden bij opening 8 de vluchtige bestanddelen onder 50 torr verwijderd, en werden bovendien 4,2 35 delen TPP toegevoerd. De poorten 3 en 7 waren afgedicht en werden niet gebruikt. De fysische eigenschappen van de 19 resulterende harssamenstelling werden gemeten. De resultaten worden in de tabel weergegeven.
Vergelijkend voorbeeld 1 5 Als smelt-kneedinrichting voor de eerste stap werd een extrudeerinrichting met twee wormen (L/D=32), waarbij de wormen in dezelfde richting draaiden, gebruikt. Vanuit de bovenste toevoerpoort werden 54,7 delen PPE, 12,8 delen GP, 0,3 deel antioxidatiemiddel en 28 delen HIPS aan de 10 smelt-kneedinrichting toegevoerd en in de smelt gemengd. De vluchtige bestanddelen werden bij de opening 5 onder een verminderde druk van 50 torr verwijderd, waarna bovendien 4,2 delen TPP toegevoerd werden. Het gehalte vluchtige bestanddelen van de resulterende samenstelling bedroeg 15 3.200 dpm. Als smelt-kneedinrichting voor de tweede stap werd een extrudeerinrichting met een enkele worm met 90 mm Φ gebruikt. De gehele hoeveelheid bij de eerste stap bereide harssamenstelling werd vanuit de bovenste toevoerpoort toegevoerd en in de smelt gemengd. Daarna werden de vluch-20 tige bestanddelen onder 50 torr verwijderd. De fysische eigenschappen van de resulterende harssamenstelling werden gemeten. De resultaten worden in de tabel weergegeven.
Vergelijkend voorbeeld 2 25 Als smelt-kneedinrichting voor de eerste stap werd een extrudeerinrichting met twee wormen (L/D=32), waarbij de wormen in dezelfde richting draaiden, gebruikt. Vanuit de bovenste toevoerpoort werden 54,7 delen PPE, 12,8 delen GP,0,3 deel antioxidatiemiddel, 25 delen HIPS en 3 delen 30 van een elastomeer aan de smelt-kneedinrichting toegevoerd en in de smelt gemengd. De vluchtige bestanddelen werden onder een verminderde druk van 50 torr verwijderd, waarna bovendien 4,5 delen TPP toegevoerd werden. Het gehalte vluchtige bestanddelen van de resulterende samenstelling 35 bedroeg 3.200 dpm. Als smelt-kneedinrichting voor de tweede stap werd een extrudeerinrichting met een enkele worm met 20 90 mm φ gebruikt. De gehele hoeveelheid bij de eerste stap bereide harssamenstelling werd vanuit de bovenste toevoer-poort toegevoerd en in de smelt gemengd. Daarna werden de vluchtige bestanddelen onder 50 torr verwijderd. De fysi-5 sche eigenschappen van de resulterende harssamenstelling werden gemeten. De resultaten worden in de tabel weergegeven.
Voorbeeld 2 10 Als smelt-kneedinrichting werd een extrudeerinrich- ting met twee wormen (L/D=44), waarbij de wormen in dezelfde richting draaiden, gebruikt. Vanuit de bovenste toevoer-poort 1 werden 54,7 delen PPE, die de vluchtige bestanddelen met een molecuulgewicht van 300 of minder in een hoe-15 veelheid van 30.000 dpm bevatten, 12,8 delen GP en 0,3 deel antioxidatiemiddel aan de smelt-kneedinrichting toegevoerd en in de smelt gemengd. De vluchtige bestanddelen werden bij de opening 5 onder een verminderde druk van 50 torr verwijderd. Vanuit de zijtoevoerpoort 2 werden 28 delen 20 HIPS en 20 delen GP toegevoerd en in de smelt gemengd. Daarna werden bij opening 8 de vluchtige bestanddelen onder 50 torr verwijderd, en werden bovendien 4,2 delen TPP toegevoerd. De poorten 3 en 7 waren afgedicht en werden niet gebruikt. De fysische eigenschappen van de resulteren-25 de samenstelling werden gemeten. De resultaten worden in de tabel weergegeven.
Vergelijkend voorbeeld 3
Als smelt-kneedinrichting voor de eerste stap werd 30 een extrudeerinrichting met twee wormen (L/D=44), waarbij de wormen in dezelfde richting draaiden, gebruikt. Vanuit de bovenste toevoerpoort 1 werden 54,7 delen PPE, die de vluchtige bestanddelen met een molecuulgewicht van 300 of minder in een hoeveelheid van minder dan 500 dpm bevatten, 35 12,8 delen GP, 0,3 deel antioxidatiemiddel en 1,6 delen xyleen aan de smelt-kneedinrichting toegevoerd en in de 1 DO 83 4 21 smelt gemengd. De vluchtige bestanddelen werden bij de opening 5 onder een verminderde druk van 50 torr verwijderd. Vanuit de zijtoevoerpoort 2 werden 28 delen HIPS toegevoerd en in de smelt gemengd. Daarna werden de vluch-5 tige bestanddelen onder 50 torr verwijderd, en werden bovendien 4,2 delen TPP toegevoerd. De poorten 3 en 7 waren afgedicht en werden niet gebruikt. De fysische eigenschappen van de resulterende harssamenstelling werden gemeten. De resultaten worden in de tabel weergegeven.
10
Voorbeeld 3
Als smelt-kneedinrichting werd een extrudeerinrich-ting met twee wormen (L/D=44), waarbij de wormen in dezelfde richting draaiden, gebruikt. Vanuit de bovenste toevoer-15 poort 1 werden 48,1 delen PPE, 19 delen GP en 0,3 deel antioxidatiemiddel aan de smelt-kneedinrichting toegevoerd en in de smelt gemengd. De vluchtige bestanddelen werden bij de opening 5 onder een verminderde druk van 50 torr verwijderd. Nadat vanuit de eerste zijtoevoerpoort 2 28 20 delen HIPS en 20 delen GP toegevoerd en in de smelt gemengd waren, werden vanuit de tweede zijtoevoerpoort 3 20 delen GP toegevoerd. Bij opening 8 werden de vluchtige bestanddelen onder 50 torr verwijderd, en werden 4,6 delen TPP vanuit de vierde toevoerpoort voor ruw materiaal 4 toege-25 voerd. De fysische eigenschappen van de resulterende harssamenstelling werden gemeten. De resultaten worden in de tabel weergegeven.
Vergelijkend voorbeeld 4 30 Als smelt-kneedinrichting voor de eerste stap werd een extrudeerinrichting met twee wormen (L/D=32), waarbij de wormen in dezelfde richting draaiden, gebruikt. Vanuit de bovenste toevoerpoort werden 48,1 delen PPE, 19 delen GP, 0,3 deel antioxidatiemiddel en 8 delen HIPS aan de 35 smelt-kneedinrichting toegevoerd en in de smelt gemengd. De vluchtige bestanddelen werden onder een verminderde druk ·· ‘ 22 van 50 torr verwijderd, waarna bovendien 4,6 delen TPP daaraan toegevoerd werden. Als smelt-kneedinrichting voor de tweede stap werd een extrudeerinrichting met een enkele worm met 90 mm φ gebruikt. Vanuit de bovenste toevoerpoort 5 werden 80 delen van de bij de eerste stap bereide harssamenstelling en 20 delen GP toegevoerd en in de smelt gemengd. Vanuit de zijtoevoerpoort werde 20 delen GF toegevoerd en in de smelt gemengd. Daarna werden de vluchtige bestanddelen onder 50 torr verwijderd. De fysische eigen-10 schappen van de resulterende harssamenstelling werden gemeten. De resultaten worden in de tabel weergegeven.
Voorbeeld 4
Als smelt-kneedinrichting werd een extrudeerinrich-15 ting met twee wormen (L/D=44), waarbij de wormen in dezelfde richting draaiden, gebruikt. Vanuit de bovenste toevoerpoort 1 werden 54,7 delen PPE, 12,8 delen GP en 0,3 deel antioxidatiemiddel aan de smelt-kneedinrichting toegevoerd en in de smelt gemengd. De vluchtige bestanddelen werden 20 bij de opening 5 onder een verminderde druk van 50 torr verwijderd. Vanuit de eerste en de tweede zijtoevoerpoorten 2 en 3 werden respectievelijk 28 delen HIPS en 4,2 delen CR741C toegevoerd. Na in de smelt mengen, werden bij opening 8 de vluchtige bestanddelen onder 50 torr verwijderd. 25 De poort 7 was afgedicht. De fysische eigenschappen van de resulterende harssamenstelling werden gemeten. De resultaten worden in de tabel weergegeven.
Met de onderhavige uitvinding is men erin geslaagd industrieel een thermoplastische harssamenstelling te 30 bereiden die voldoet aan inconsistente eigenschappen, d.w.z. een verbeterde slagsterkte en minder vluchtige bestanddelen, terwijl deze tegelijkertijd voordelen ten aanzien van het energieverbruik en het bedrijven heeft.
35 * *7 «o I I I *Η. *1 _ *1 ^ I § ® S fr t y w w I I I y o* ^ * ξ I R. *- , « 0- ^
£ I
ί '____ m Z- σ> „ ί o <o 1 co _ o <\ § So 1 Ξ 1 efjelcM^lo cm <0 “l B ' 0* $ n * £ 3 a I I 2* I 3 - 5· ? I 1 8 1 5 *
F
'φ 00 ®. co ί ί Μ. ί rt n *. 1 8 o> |2 f t r\ A .55“' I v 1 ί - v ; I g - ,| ο· o n ra g ‘ cm tr
CM
f in _ 1 CM ί «-.«“l ί S 0 5 V .
. 5 cm K « I y* I 0 ^ ξ I cm 7 1 0 mJ
B *" *" a } ί c~- 00 I ί <Ί I co oi H* I § 0 3 ΐ ‘Ί f'» * JJT CM 8 I I ^ I O* 04 CO 0 I *. N I J 0 ^ B s >· 5* 3 8 I I y I S- - 2 ? I 5 * 71 5 0 § *- j _ - - -- - - - =" ê C f I? J? s I 1 I I 1 i 1 ! Is. t I f Γ M s së 1 i 1 ϊ · !s
Ilf!] i I Η
·. 2 I $ g ! * s J
0 1 ; ? I 11 · 1 « SÜo.2S.g-|j]||j|j| J J jj Q.0x"0(-0a^s m 0 to 0
Η H N

Claims (9)

1. Werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische harssamenstelling door het in de smelt mengen van een 5 thermoplastische hars (A) met thermoplastische harsen (B) en (C) met een smelttemperatuur of een glastemperatuur die 10°C of meer lager is dan die voor de thermoplastische hars (A), welke werkwijze het toevoeren van een thermoplastische hars (A) die vluchtige bestanddelen met een molecuulgewicht 10 van 300 of minder in een hoeveelheid van 500 tot 30.000 dpm bevat en een thermoplastische hars (B) die minder vluchtige bestanddelen dan bestanddeel A bevat, vanuit een eerste toevoerpoort van de smelt-kneedinrichting, het daaruit verwijderen van de vluchtige bestanddelen onder verminderde 15 druk, en het toevoeren van een thermoplastische hars (C) vanuit een tweede toevoerpoort, omvat.
2. Werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische harssamenstelling volgens conclusie 1, waarbij de verhou- 20 ding van de thermoplastische hars (B) ten opzichte van de thermoplastische hars (A), die beide vanuit de eerste toevoerpoort toegevoerd worden, 0,05:1 is en de verhouding van de vanuit de tweede toevoerpoort toegevoerde thermoplastische hars (C) ten opzichte van de thermoplastische 25 hars (B) 0,5:5 is.
3. Werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische harssamenstelling volgens conclusie 1 of 2, waarbij de thermoplastische hars (A) een polyfenyleenetherhars is en 30 de thermoplastische harsen (B) en (C) een styreenhars zijn.
4. Werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische harssamenstelling volgens conclusie 1 of 2, waarbij de thermoplastische hars (A) een polyfenyleensulfidehars is en 35 de thermoplastische harsen (B) en (C) een gemodificeerde polyfenyleenetherhars en/of een styreenhars zijn. 1 ü 0 83 4 1 λ
5. Werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische harssamenstelling volgens conclusie 1 of 2, waarbij de thermoplastische hars (A) een polycarbonaathars is en de thermoplastische harsen (B) en (C) een acrylonitril/buta- 5 dieen/styreenhars en/of een styreenhars zijn.
6. Werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische harssamenstelling volgens conclusie 1 of 2, waarbij de thermoplastische hars (A) een polyfenyleenetherhars is, de 10 thermoplastische hars (B) een polystyreen voor algemeen gebruik is en de thermoplastische hars (C) een met een elastomeer versterkte styreenhars is.
7. Werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische 15 harssamenstelling volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vattemperatuur tussen de eerste en de tweede toevoerpoort wordt ingesteld in het bereik van 280'C tot 360'C, en dat de temperatuur tussen de tweede toevoerpoort en de uitgang is ingesteld in het bereik van 200°C tot 320°C. 20
8. Werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische harssamenstelling volgens conclusie 7, waarbij een systeem voor het verwijderen van vluchtige bestanddelen onder verminderde druk is aangebracht op het punt waar de harssa- 25 menstelling de tweede toevoerpoort voorbijgaat.
9. Werkwijze voor de bereiding van een thermoplastische harssamenstelling volgens conclusie 8, waarbij een vluchtig vlamvertragend middel wordt toegevoerd nadat de harssamen- 30 stelling het systeem voor het onder verminderde druk verwijderen van vluchtige bestanddelen dat is aangebracht op een punt dat lager ligt dan de tweede toevoerpoort, voorbijgegaan is. 35 ********
NL1008341A 1997-02-18 1998-02-18 Werkwijze voor de bereiding van een harssamenstelling. NL1008341C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP4855497 1997-02-18
JP4855497 1997-02-18

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1008341A1 NL1008341A1 (nl) 1998-08-20
NL1008341C2 true NL1008341C2 (nl) 1999-03-09

Family

ID=12806606

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1008341A NL1008341C2 (nl) 1997-02-18 1998-02-18 Werkwijze voor de bereiding van een harssamenstelling.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US6133379A (nl)
KR (1) KR100267588B1 (nl)
CN (1) CN1103344C (nl)
MY (1) MY116185A (nl)
NL (1) NL1008341C2 (nl)
SG (1) SG72789A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8710119B2 (en) * 2005-03-29 2014-04-29 Asahi Kasei Chemicals Corporation Process for producing polyphenylene ether composition
US7736565B2 (en) * 2005-05-11 2010-06-15 Asahi Kasei Chemicals Corporation Process for producing PPE resin composition
US7544728B2 (en) * 2006-04-19 2009-06-09 Asahi Kasei Chemicals Corporation Production process of polyphenylene ether composition
KR101212903B1 (ko) 2010-11-08 2012-12-14 호남석유화학 주식회사 탄소장섬유를 이용한 변성 폴리페닐렌옥사이드 수지 조성물 및 그 제조방법
KR102071812B1 (ko) 2015-10-02 2020-01-30 미쓰비시 엔지니어링-플라스틱스 코포레이션 폴리카르보네이트 수지 조성물 및 그 제조 방법
PL3587069T3 (pl) * 2018-06-27 2021-06-14 Starlinger & Co Gesellschaft M.B.H. Urządzenie i sposób wytłaczania tworzywa sztucznego

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1125620A (en) * 1965-01-06 1968-08-28 Gen Electric Improvements in polymeric blends
EP0233371B1 (en) * 1985-12-25 1993-11-03 Mitsubishi Rayon Co., Ltd. Method for producing thermoplastic resins
DE3689258T2 (de) * 1985-12-25 1994-05-19 Mitsubishi Rayon Co Verfahren zur Herstellung von mit Gummi modifizierten thermoplastischen Harzen.
US5109068A (en) * 1988-08-31 1992-04-28 Idemitsu Kosan Co., Ltd. Styrene-based polymer composition, stretched molding thereof and process for producing the same
JP2591838B2 (ja) * 1990-02-13 1997-03-19 東ソー株式会社 ポリフェニレンスルフィド樹脂組成物
US5635570A (en) * 1990-08-23 1997-06-03 Sumitomo Chemical Company, Limited Resin composition and process for producing the same
JPH04117444A (ja) * 1990-09-06 1992-04-17 Mitsubishi Kasei Polytec Co 耐熱性スチレン系樹脂組成物の製造方法
US5196479A (en) * 1991-02-27 1993-03-23 The Dow Chemical Company Impact resistant blends of high heat polycarbonate and aromatic polyester
JPH0593130A (ja) * 1991-10-02 1993-04-16 Mitsubishi Petrochem Co Ltd 耐衝撃性熱可塑性樹脂組成物の製造方法
DE4221293A1 (de) * 1992-06-29 1994-01-05 Basf Ag Formmasse mit matter Oberfläche
EP0643089B1 (en) * 1993-07-14 1999-05-19 Mitsubishi Chemical Corporation Process for producing amorphous thermoplastic resin composition
US5447989A (en) * 1993-09-17 1995-09-05 Enichem S.P.A. High impact modified polycarbonate compositions

Also Published As

Publication number Publication date
US6133379A (en) 2000-10-17
CN1193566A (zh) 1998-09-23
SG72789A1 (en) 2000-05-23
MY116185A (en) 2003-11-28
CN1103344C (zh) 2003-03-19
KR100267588B1 (ko) 2000-10-16
NL1008341A1 (nl) 1998-08-20
KR19980071424A (ko) 1998-10-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4338421A (en) Resin composition
KR100728424B1 (ko) 용매로부터 폴리(아릴렌 에테르)를 분리하는 방법
EP0587100A1 (en) Polystyrene composition
EP0407584A1 (en) Stabilized polyphenylene ether resin
JP3989075B2 (ja) 樹脂組成物の製造方法
NL1008341C2 (nl) Werkwijze voor de bereiding van een harssamenstelling.
EP0479560A2 (en) Stabilized thermoplastic resin composition
US4153644A (en) Resin composition containing polyphenylene oxide
CA1243436A (en) Polyphenylene ether resin composition
CA1063761A (en) Solution extrusion of polyphenylene ether compositions
EP0138599B1 (en) Polyphenylene ether resin composition
EP0521864A1 (en) Polyphenylene ether compositions resistant to environmental stress cracking
JP4176924B2 (ja) 熱可塑性樹脂の溶融混練方法
JPH10235643A (ja) ポリフェニレンエーテル系樹脂組成物から揮発成分を除去する方法
JP2797015B2 (ja) 樹脂成形体
WO1992001749A1 (en) Polyphenylene ether-polyarylene sulfide compositions
JP3558381B2 (ja) 難燃樹脂組成物の製造方法
EP0605195A2 (en) Poly(phenylene ether) resin compositions
JP3465969B2 (ja) 難燃性樹脂組成物の製造法
EP0630938B2 (en) A flame resistant resin composition
JP4078463B2 (ja) ポリフェニレンエーテル系樹脂組成物
JP4042195B2 (ja) ポリフェニレンエーテル系樹脂組成物及びその製造方法
JP7409900B2 (ja) ポリフェニレンエーテル系樹脂組成物の製造方法
JP3208203B2 (ja) 低そり耐熱トレー成形体用樹脂組成物
JPS58129051A (ja) 耐衝撃改良剤および溶融粘度降下剤を含有するppe組成物

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Free format text: 990106;990106

PD2B A search report has been drawn up
MK Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20180217