NL1008010C2 - Transportinrichting. - Google Patents

Description

TRANSPORTINRICHTING

De uitvinding betreft een transportinrichting volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke transportinrichting is bekend uit de octrooipublicatie DE-B-1016633. De vorm en de 5 straal van het gebogen vlak is hierin niet gespecificeerd en dus willekeurig.

Het doel van de uitvinding is een transportinrichting te verschaffen waarbij de schalmen een minimale wrijving ondervinden, in het bijzonder in de 10 geleiding door een bocht.

Dit doel wordt verkregen door een transportinrichting gekenmerkt door conclusie 1.

Een ander en bijkomend doel volgens de uitvinding is een transportinrichting te verschaffen, 15 dewelke over zijn volledige geleiding en in het bijzonder in bochten een parallelle positionering van de draagelelementen op het draagvlak toelaat.

De schalmenkettingen voor dit doel zijn uit een aantal schalmen samengesteld en via pennen onderling gekoppeld. 20 Deze pennen strekken zich in het algemeen dwars op het draagvlak uit, zoals onder meer weergegeven in de octrooipublicatie US-3,094,206. Deze schalmenkettingen zijn echter niet geschikt om een hoogteverschil te overbruggen. Een hoogteverschil dient ondermeer te worden 25 overbrugd, wanneer een schalmenketting aan de onderkant van het draagvlak wordt teruggeleid om het sluiten van de kringloop van de schalmenketting.

Bovendien zijn deze bekende schalmenkettingen in de bocht onderhevig aan een onevenwichtig krachtenmoment.

30 Hierdoor strekken de draagelementen zich krom of hellend uit ten opzichte van het draagvlak. Dit is nadelig daar in het algemeen slechts zich horizontaal uitstrekkende draagelementen een geschikt transport verzekeren, waarbij de te transporteren goederen op de draagelementen 1008010 2 blijven. Bovendien is een verder doel van de uitvinding een transportinrichting te verschaffen met een verdere verlaging van de wrijving van de schalmenketting in de bocht.

5 Hiertoe verschaft de uitvinding een transportinrichting volgens de conclusie 2.

Dit heeft tot effect dat er een evenwichtig krachtenkoppel in de bocht optreedt waardoor een horizontaal vlak van de draagelementen wordt verzekerd.

10 Bovendien worden de wrijvingen, die ontstaan door de trekkrachten bij de voortgang van de schalmenketting geminimaliseerd, waardoor de schalmen een langere levensduur verkrijgen.

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van 15 de uitvinding zijn de rollen in de geleiding aangebracht. Hierbij lopen in een bocht de flanken over de rollen. In deze uitvoeringsvorm kunnen de flanken verder van een gebogen vlak zijn voorzien, waarvan de straal overeenkomt met de straal van de bocht en waarbij de flanken in een 20 bocht zodanig tegen elkaar aan liggen dat ze één doorlopend gebogen vlak vormen. Hierdoor lopen de schalmen zonder stoten van de ene rol op de andere rol over, waardoor slijtage van de schalmen verder wordt verlaagd.

25 De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht in doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een perspectief aanzicht met 30 gedeeltelijk weggenomen delen van de tweede i uitvoeringsvorm.

Figuur 3 toont een perspectief van een transportinrichting volgens de uitvinding.

In figuur 1 wordt een eerste 35 voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding getoond. Hierin zijn schalmen 10 getoond, die een bolvormig kopdeel 11 met een diabologat omvatten, en twee daarmee verbonden benen 12. De schalmenketting wordt geleid door 1008010 3 een geleiding 13, die in de bocht met straal R1 van rollen 14 is voorzien. Hierdoor lopen de schalmen 10 over de rollen 14, waardoor slechts alleen een rolweerstand overwonnen moet worden en de slijtage van zowel de 5 geleiding 13 als van de schalmen 10 wordt gereduceerd.

Om het lopen van de schalmen 10 langs de rollen 14 te verbeteren, omvatten de flanken van de schalmen 10 een gebogen vlak 15, dat een straal R2 heeft, die overeenkomt met de straal R1 van de bocht. Daarbij liggen 10 de schalmen 10 in de bocht zodanig tegen elkaar, dat ze één doorlopend gebogen vlak met straal R1 vormen, waardoor de schalmen 10 zonder stoten door de bocht kunnen worden geleid.

In figuur 2 wordt een perspectief getoond van 15 de uitvoeringsvorm volgens figuur 1. Op de schalmen 10 zijn verder draagelementen 16 aangebracht. Deze draagelementen hebben aan beide zijden een tandwielvormige vertanding 17, waardoor de elementen 16 bij het parallel aan het draagvlak scharnieren als twee 20 tandwielen op elkaar afrollen. In figuur 2 wordt duidelijk het middenloodvlak MLV op de hartlijn H van een rol 14 weergegeven. Het middenloodvlak MLV op de hartlijn H van de rol 14 gaat doorheen de schalmenpen 18 van de schalm 10. Hierdoor strekken de draagelementen 25 zich steeds parallel aan het draagvlak uit en zijn de krachtmomenten op de draagelementen steeds in evenwicht.

De geleiding 13 bestaat bijvoorbeeld uit een getrokken aluminium profiel, dat ten opzichte van een middenvlak, parallel aan het draagvlak, symmetrisch is, 30 waardoor de schalmenketting, wanneer gewenst, aan de onderzijde kan worden teruggevoerd.

De flanken van de schalmen zijn bijvoorkeur gevormd ut een vol vlak. De schalmen zijn onderling met vrijheid gekoppeld, bijvoorbeeld als een bolscharnier.

35 Bovendien hebben de flanken van de schalmen een zodanig lengte, dat ze in de bocht tegen elkaar liggen en één doorlopend vlak vormen.

1008010 4

In figuur 3 is een transportbaan volgens de uitvinding getoond, waaruit duidelijk wordt, dat de schalmenketting parallel aan het draagvlak en in een vlak loodrecht op de transportrichting scharnierbaar is.

5 Hierin is ook duidelijk het terugvoeren van de schalmenketting te zien.

i ! 1008010

Claims (6)

1. Transportinrichting omvattende een draagvlak, een parallel aan het draagvlak scharnierende schalmenketting, op de schalmen aangebrachte draagelementen, waarbij althans in een bocht van de 5 geleiding, de schalmen op de geleiding door bijbehorende rollen steunen, waarbij de rollen in de geleiding zijn aangebracht zodanig dat de flanken van de schalmen langs de rollen lopen, waarbij in de richting loodrecht op het draagvlak gezien, de flanken een naar binnen gebogen vlak 10 omvatten, met het kenmerk, dat de straal van het gebogen vlak overeenkomt met de straal van een bocht in de geleiding.

2. Transportinrichting omvattende een draagvlak, een parallel aan het draagvlak scharnierende 15 schalmenketting, op de schalmen aangebrachte draagelementen, waarbij althans in een bocht van de geleiding, de schalmen op de geleiding door bijbehorende rollen steunen, waarbij de rollen in de geleiding zijn aangebracht zodanig dat de flanken van de schalmen langs 20 de rollen lopen, waarbij in de richting loodrecht op het draagvlak gezien, de flanken een naar binnen gebogen vlak omvatten, met het kenmerk, dat de schalmen onderling gekoppeld zijn via een schalmenpen, welke schalmenpen zich parallel aan het draagvlak uitstrekt, en waarbij het 25 middenloodvlak op de hartlijn van de rollen doorheen de pen van de schalm gaat.

3. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de flanken een vol vlak vormen.

4. Transportinrichting volgens conclusie 2 of 30 3, met het kenmerk, dat de schalmen onderling met vrijheid zijn gekoppeld.

5. Transportinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de door onderling gekoppelde schalmen bolscharnieren vormen.

6. Transportinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de flanken 1008010 van de schalmen een zodanig lengte hebben, dat ze in de bocht tegen elkaar liggen en één doorlopend vlak vormen. 1008010