NL1006973C2

NL1006973C2 - Brand- en rookwerende afdichting.

Info

Publication number: NL1006973C2
Application number: NL1006973A
Authority: NL
Inventors: Jan Cornelis Kuipers
Original assignee: Applicom B V
Priority date: 1997-09-08
Filing date: 1997-09-08
Publication date: 1999-03-09
Also published as: EP0900964A1

Description

» « N Mt/eki/1

Brand- en rookwarende afdichting

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een brand- en rookwerende afdichting voor een door een vloer of wand gevoerde buis.

In het bijzonder heeft de onderhavige uitvin-5 ding betrekking op buizen voor fluïda welke zijn verbonden met installaties, waardoor deze buizen onderhevig zijn aan trillingen en thermische uitzettingen. Een probleem doet zich voor wanneer een aan trillingen en thermische uitzettingen onderhevige buis door een vloer 10 of wand is gevoerd. Aan de ene kant moet de doorvoer van een buis in een vloer of wand voldoen aan de gestelde brandveiligheidseisen, oftewel brand- en rookwerend zijn afgedicht. Aan de andere kant moet de afdichting flexibel zijn om de trillingen en thermische uitzettingen van de 15 buis op te kunnen vangen.

De onderhavige uitvinding beoogt een oplossing voor het bovengenoemde probleem te verschaffen. Daartoe is een brand- en rookwerende afdichting voor een door een vloer of wand gevoerde buis verschaft, omvattende een op 20 afstand rond de buis aangebrachte eerste mantel, die op de vloer of de wand is bevestigd, een op een andere afstand rond de buis aangebrachte tweede mantel, die aan de buis is bevestigd, waarbij de eerste en tweede mantel elkaar deels overlappen ter verkrijging van een binnen-25 en buitenmantel, en een in de spieetvormige ruimte tussen de buis en de binnenroantel en/of tussen de binnen- en buitenmantel aangebracht brand- en rookwerend, flexibel vullichaam.

Hierdoor is een afdichting verkregen, die in 30 staat is trillingen en thermische uitzettingen van de buis op te vangen en die onder alle condities brand- en rookwerend is.

1 006973 2

Bij voorkeur is de tweede mantel de buitenmantel, zodat stof en schoonmaakmiddel niet in de afdichting kunnen komen en het vullichaam niet kunnen aantasten.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het vulli-5 chaam buisvormig, hetwelk rond de binnenmantel of de buis is gewikkeld. Het op deze wijze gevormde vullichaam is door de vorm van het dwarsdoorsnede oppervlak daarvan goed in staat om verticale en horizontale verplaatsingen van de wand van de buis ten opzichte van de doorvoer in 10 de vloer of de wand op te vangen.

Bij voorkeur is het vullichaam tussen de binnen- en buitenmantel aangebracht. Aangezien het vullichaam op een grotere afstand rond de buis is gelegen en dus een groter vullichaammassa is verschaft, kunnen de 15 trillingen en thermische uitzettingen van de buis beter worden opgevangen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de binnen-oppervlakken van één van de twee of beide mantels voorzien van een thermisch zwelmateriaal als brandwerend 20 vullichaam. In geval van brand zwelt dit materiaal ten gevolge van de temperatuurstijging en vult de spieetvormige ruimte tussen de buiten- en binnenmantel en/of de binnenmantel en de buis op. Het zwelmateriaal houdt dan het vuur, ofwel de temperatuur, tegen.

25 Om de tweede mantel uniform voor allerlei buizen van verschillende diameters geschikt te maken zijn in de doorvoer van de aan de buis bevestigde mantel paselementen opgenomen.

In de bijgevoegde tekeningen worden een aantal 30 uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding getoond, welke hieronder nader worden beschreven. Hierin is: fig. 1 een perspectivisch, gedeeltelijk doorgesneden aanzicht van een brand- en rookwerende afdichting voor een door een vloer of wand gevoerde buis, 35 fig. 2 een perspectivisch aanzicht van de afdichting volgens fig. 1 met uiteengenomen delen, fig. 3 een dwarsdoorsnede aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de afdichting, 1 00 69 7 3 3 fig. 4 een derde uitvoeringsvorm van de afdichting, en fig. 5 een vierde uitvoeringsvorm van de afdichting.

5 In fig. 1 wordt een brand- en rookwerende afdichting 1 voor een door een vloer of wand 2 gevoerde buis 3 getoond. De afdichting 1 omvat een op afstand rond de buis 3 aangebrachte eerste mantel 4, die op de vloer of de wand 2 is bevestigd, en een op een andere afstand 10 rond de buis 3 aangebrachte tweede mantel 5, die aan de buis 3 is bevestigd. Om de tweede mantel 5 aan verschillende buizen van verschillende diameters te kunnen bevestigen zijn in de doorvoer van deze mantel 5 paselementen 6 opgenomen.

15 De eerste 4 en de tweede 5 mantel overlappen elkaar deels, zodat gesproken kan worden van een binnen-en buitenmantel, respectievelijk 7 en 8 en in fig. 1 respectievelijk de eerste 4 en tweede 5 mantel. Doordat de binnenmantel- en buitenmantel 7, 8 elkaar deels 20 overlappen en beide mantels op een andere afstand rond de buis 3 zijn aangebracht, is tussen de binnenmantel 7 en de buitenmantel 8 een spieetvormige ruimte 9 gevormd. In de spieetvormige ruimte 9 is een brandwerend, flexibel vullichaam 10 aangebracht. Verder zijn de 25 binnenoppervlakken van de eerste mantel 4 en de tweede mantel 5 voorzien van een thermisch zwelmateriaal 11 als brandwerend vullichaam.

In fig. 2 wordt de afdichting 1 van fig. 1 nogmaals perspectivisch weergegeven, maar nu met 30 uiteengenomen delen. Om de afdichting 1 op bestaande buizen aan te kunnen brengen is de eerste mantel 4 opgebouwd uit twee symmetrische delen 12, waarbij elk symmetrisch deel 12 een integraal daaraan gevormde flensstrook 15 omvat. De tweede mantel 5 is opgebouwd uit 35 twee symmetrische delen 13, waarbij elk symmetrisch deel 13 een flensstrook 16 omvat, en twee symmetrische delen 14, die eveneens allebei een flensstrook 17 omvatten en die over de symmetrische delen 13 heen vallen. De 1 006373 4 symmetrische delen 14 vormen samen een doorvoer voor een buis 3, in welke doorvoer de paselementen 6 worden opgenomen om de tweede mantel aan de buis 3 te kunnen bevestigen. De verschillende delen 12, 13 en 14 zijn met 5 flensstroken 15, 16 en 17 uitgevoerd, zodat bij het thermisch uitzetten van het materiaal de verschillende delen onderling op elkaar blijven aansluiten.

In fig. 2 is duidelijk te zien dat de binnenoppervlakken van de delen 12 van de eerste mantel 4 10 en de binnenoppervlakken van de delen 13, 14 van de tweede mantel 5 zijn bekleed met het thermisch zwelma-teriaal 11 en dat tussen de delen 13 van de tweede mantel 5 en de delen 12 van de eerste mantel 4 het vullichaam 10 is aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat elke mantel 15 ook uit één integraal gevormd, op afstand rond de buis aangebracht deel kan bestaan.

Fig. 3 toont in dwarsdoorsnede een tweede uitvoeringsvorm van de afdichting volgens de uitvinding. Het verschil met de eerste uitvoeringsvorm van fig. 1 en 20 2 is dat het vullichaam 10 in de spieetvormige ruimte 18 tussen de buis 3 en de binnenmantel 7 is aangebracht. Dit vullichaam is brand- en rookwerend en het is dus ook niet nodig om de binnenoppervlakken van de mantels te voorzien van het thermisch zwelmateriaal 11.

25 De derde uitvoeringsvorm van de afdichting 1 volgens de onderhavige uitvinding wordt getoond in fig.

4. In dit geval is de eerste mantel 4 op een grotere afstand rond de buis 3 aangebracht dan de tweede mantel 5. Hierdoor vormt de tweede mantel 5 de binnenmantel 7 en 30 de eerste mantel 4 de buitenmantel 8. Het vullichaam 10 is net zoals in de eerste uitvoeringsvorm van de afdichting 1 volgens fig. 1, 2 aangebracht in de spieetvormige ruimte 9 tussen de binnenmantel 7 en de buitenmantel 8.

Ook in de vierde uitvoeringsvorm volgens fig. 5 35 vormt de tweede mantel 5 de binnenmantel 7 en de eerste mantel 4 de buitenmantel 8. Het rookwerend vullichaam 10 is aangebracht tussen de buitenmantel 8 en de buis 3. De binnenoppervlakken van de beide mantels 4, 5, 1 006973 5 respectievelijk 8, 7, zijn bekleed met het thermisch zwelmateriaal 11 als brandwerend vullichaam.

De verschillende uitvoeringsvormen laten zien dat op verschillende posities het flexibel vullichaam 10 5 kan zijn aangebracht, en dat afhankelijk van de eigenschappen van dit vullichaam de binnenoppervlakken van de mantels kunnen zijn bekleed met thermisch zwelmateriaal als brandwerend vullichaam. In alle uitvoeringsvormen is verzekerd dat de afdichting brand- en rookwerend is en in 10 staat is om de thermische uitzettingen en trillingen van de buis op te vangen, aangezien de op de vloer of wand bevestigde eerste mantel 4 ten opzichte van de aan de buis bevestigde tweede mantel 5 in alle richtingen kan bewegen. Het is duidelijk dat de mantels in plaats van 15 een cirkelvormige dwarsdoorsnede ook een andere dwars-doorsnedevorm, bijvoorbeeld rechthoekig, kunnen hebben.

1 006973

Claims

1. Brand- en rookwerende afdichting voor een door een vloer of wand gevoerde buis, gekenmerkt door een op afstand rond de buis aangebrachte eerste mantel, die op de vloer of de wand is bevestigd, een op een andere 5 afstand rond de buis aangebrachte tweede mantel, die aan de buis is bevestigd, waarbij de eerste en tweede mantel elkaar deels overlappen ter verkrijging van een binnen-en buitenmantel, en een in de spieetvormige ruimte tussen de buis en de binnenmantel en/of tussen de binnen- en 10 buitenmantel aangebracht brand- en rookwerend, flexibel vullichaam.

2. Brand- en rookwerende afdichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede mantel de buitenmantel is.

3. Brand- en rookwerende afdichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vullichaam buisvormig is, hetwelk rond de binnenmantel of de buis is gewikkeld.

4. Brand- en rookwerende afdichting volgens een 20 van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vullichaam tussen de binnen- en buitenmantel is aangebracht.

5. Brand- en rookwerende afdichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 25 binnenoppervlakken van één van de twee of beide mantels zijn voorzien van een thermisch zwelmateriaal als brandwerend vullichaam.

6. Brand- en rookwerende afdichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat in 30 de doorvoer van de aan de buis bevestigde mantel paselementen zijn opgenomen. 1 006973