NL1006657C2 - Inrichting voor het verwarmen met behulp van zonne-energie. - Google Patents

Description

-1-

Inrichting voor het verwarmen met behulp van zonne-energie.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het met behulp van zonne-energie verwarmen van een produkt of medium, die een samenstel van een aantal afzonderlijke 5 vlakke panelen heeft, waarbij de panelen voorzieningen hebben voor het opnemen van reflekterende elementen, een draaggestel met bevestigingsmiddelen voor de bevestiging van de panelen in of aan het draaggestel, en waarbij verder voorzien is in stelmiddelen voor het richten van het samen-10 stel panelen voor het in en nabij een brandpunt laten samenkomen van de invallende zonnestraling, en in verdere bevestigingsmiddelen voor de bevestiging van een houder of geleiding voor het te verwarmen produkt of medium aan het draaggestel.

15

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-4,561,425. Bij deze bekende inrichting worden de reflekterende elementen gevormd door concentrische ringvormige spiegels, die verspringend op panelen 20 aangebracht zijn, waarbij de hellingshoek van de opeenvolgende ringvormige spiegels naar buiten toe toeneemt. Een belangrijk nadeel van deze concentrische ringvormige spiegels is dat de vervaardiging daarvan, rekening houdend met de juiste straal in relatie met een bijbehorende hellings-25 hoek van de spiegel, bijzonder lastig is.

De uitvinding beoogt dit nadeel te ondervangen en in een inrichting te voorzien die tegen geringe kosten en bijzonder eenvoudig samengesteld kan worden. Dienovereenkomstig 30 wordt er volgens de uitvinding in voorzien dat het samenstel tenminste drie panelen van gelijke afmetingen heeft met in hoofdzaak de vorm van een gelijkbenige driehoek, de reflekterende elementen vlakke spiegels zijn van gelijke afmetingen met eveneens in hoofdzaak de vorm van een ge-35 lijkbenige driehoek, en dat op elk paneel tenminste één rij spiegels aangebracht is waarbij opeenvolgende spiegels in een rij steeds 180° ten opzichte van elkaar verdraaid zijn, 1006657 -2- en waarbij elk paneel voor elke afzonderlijke spiegel een eigen georiënteerd draagvlak heeft.

Het grote voordeel van de inrichting volgens de uitvinding 5 is dat slechts één maat spiegel vervaardigd hoeft te worden, die bovendien ook geheel vlak is, waardoor de totale kosten van de inrichting aanzienlijk lager kunnen uitkomen. De panelen kunnen daarbij bijvoorbeeld van een hard kunst-stofschuim gemaakt worden, waartoe slecht éénmaal een 10 daartoe benodigde mal met de berekende bevestigingsvlakken voor de spiegels gemaakt dient te worden, zodat ook daarvoor de kosten relatief laag gehouden kunnen worden.

Hoewel met de vlakke spiegels geen echt brandpunt verkregen 15 wordt, kan een ruim voldoende concentratie van de gereflek-teerde straling verkregen worden voor bijvoorbeeld het bereiden van een maaltijd. Indien nodig kan door verkleining van de spiegels en vergroting van het aantal rijen spiegels de concentratie van de gereflekteerde straling 20 verder verhoogd worden.

Het blijft echter steeds zo dat niet echt één brandpunt verkregen wordt, hetgeen juist weer het voordeel heeft dat bij het richten en bedienen van de inrichting niet het 25 gevaar bestaat dat degene, die dat doet, bij het onbedacht in de gereflekteerde straling kijken direkt oogletsel zou kunnen oplopen. Een verder voordeel van de toepassing van driehoekige vlakke spiegels is dat heel nauwkeurig op drie punten te richten valt, hetgeen het instellen van de in-30 richting aanzienlijk vergemakkelijkt.

De panelen kunnen zodanig gemaakt worden dat deze in een plat vlak bijeen gehouden kunnen worden, maar in plaats daarvan is het ook mogelijk om panelen te maken die onder 35 een hoek ten opzichte van elkaar bevestigd kunnen worden. Dit is vooral praktisch indien de inrichting bedoeld is gebruikt te worden in delen van de wereld met een overwegend lagere zonnestand, zodat de panelen niet hoger boven de grond gebracht dienen te worden teneinde kontakt daarmee te 1006657 -3- vermijden. Ook bij een dergelijke opstelling kunnen steeds volkomen identieke delen gebruikt worden, die met eveneens eenvoudige verbindingsmiddelen stevig en juist opgesteld kunnen worden.

5

Hiertoe kunnen de punten van de panelen bijvoorbeeld opgenomen worden in een op het draaggestel aangebrachte opneem-rand, waarbij om de panelen een spanband bevestigd kan worden. Voor een nog steviger onderlinge bevestiging kan 10 bovendien nog voorzien worden in een messing en groef verbinding tussen de panelen.

Bij een inrichting met een draaggestel dat in hoofdzaak bestaat uit een langwerpig draagorgaan kan voorzien worden, 15 teneinde het langwerpige draagorgaan steeds zodanig te kunnen verstellen dat de hoofdas van het reflecterende of lichtbrekende orgaan evenwijdig aan de invallende zonnestraling verloopt, in stelmiddelen voor het stellen van het langwerpige draagelement, die een vast steunpunt omvatten 20 dat nabij een uiteinde van het draagelement aangrijpt, en een verrijdbaar stelorgaan waarmee het andere uiteinde van het draagelement verbonden is.

Deze stelmiddelen zijn met name geschikt bij opstellingen 25 met een relatief geringe elevatie van het reflecterende of lichtbrekende orgaan. De azimuth kan makkelijk aangepast worden door het verrijden van het verrijdbare stelorgaan langs een cirkelvormige baan met als middelpunt de positie van het vaste steunpunt. De elevatie kan ingesteld worden 30 door beweging van het verrijdbare stelorgaan in radiale richting ten opzichte van het vaste steunorgaan.

Voor een opstelling van de inrichting met een grote elevatie, wordt volgens een nadere uitwerking voorzien in stel-35 middelen die een vast scharnierpunt voor het langwerpige draagelement omvatten en een stel kruisende tuidraden, waarbij in verdere besturingsmiddelen voorzien is voor het langs de tuidraden verplaatsen van het langwerpige draagelement . Deze verdere besturingsmiddelen kunnen bestaan uit 1006657 -4- op de tuidraden aangrijpende aandrijforganen, zoals bijvoorbeeld met behulp van elektromotoren aangedreven katrollen, waarbij de respectievelijke tuidraden met tenminste één slag om de katrollen zijn geslagen.

5

Bij het in juiste richting plaatsen van de tuidraden kan met verstelling langs bijvoorbeeld een eerste tuidraad de azimuth geregeld worden, en met verstelling langs de tweede tuidraad de elevatie van het reflecterende orgaan. Bij de 10 toepassing van stappenmotoren is eenvoudig een zeer precieze instelling te bereiken.

Behalve met tuidraden die aangrijpen op het bovenuiteinde van het langwerpige draagelement kan de inrichting ook 15 gesteld worden met stelmiddelen die op een lager punt aangrijpen op het draagelement.

Een eerste uitvoeringsvorm van stelmiddelen die lager aangrijpen op het draagelement voorziet er in dat de stel-20 middelen een onderstel omvatten dat een eerste en een tweede draagvlak heeft, waarbij het eerste draagvlak bestemd is vast gepositioneerd te worden, en het tweede draagvlak draaibaar is ten opzichte van het eerste draagvlak om een bij benadering vertikale as, en waarbij het 25 draaggestel draaibaar verbonden is met het tweede draagvlak om een bij benadering horizontale as, en verdere stelmiddelen aangebracht zijn tussen het draaggestel en het tweede draagvlak.

30 Volgens een tweede uitvoeringsvorm is er in voorzien dat de stelmiddelen een met het draaggestel vast verbonden horizontale kantel-as omvatten, verplaatsbare steunen die de kantel-as aan de uiteinden dragen en standfixatiemiddelen voor het in verschillende standen kunnen vastzetten van de 35 kantel-as, waarbij de verplaatsbare steunen van rollen voorzien zijn die aangrijpen op een cirkel- of cirkelboogvormige baan.

Om de juiste instelling te kunnen bepalen is in stelhulp- 1006657 -5- middelen voorzien, die op afstand van elkaar en loodrecht ten opzichte van de hoofd-as van het samenstel panelen met vlakke spiegels aangebrachte vlakken omvatten, waarbij op het onderste vlak lichtgevoelige sensoren aangebracht zijn, 5 zodanig dat de sensoren alleen in de juiste positie van de hoofd-as gelijke hoeveelheden licht ontvangen.

Bij het verder verlopen van de zon langs haar baan en het daardoor uit positie raken van de panelen met vlakke spie-10 gels kan met behulp van de sensoren afkomstige signalen de nodige elektromotoren, bijvoorbeeld stappenmotoren aangestuurd worden. Hiermee kunnen de katrollen voor de tuidra-den bediend worden, dan wel andere besturingsorganen voor het om een horizontale en een vertikale as verstellen van 15 het draaggestel.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 20 fig.l schematisch een uitvoeringsvorm van de inrichting in perspectief toont; fig.2A een doorsnede van een uitvoeringsvorm met spiegels toont; fig.2B een bovenaanzicht van een spiegeldragend element; 25 fig.3 een uitvoeringsvorm toont met een reflecterend orgaan vervaardigd van een opspanbaar materiaal; fig.4 een uitvoeringsvorm toont met een opblaasbaar reflecterend orgaan; fig.5A een uitvoeringsvorm toont met een lichtbrekend 3 0 orgaan; fig.5B een tweede uitvoeringsvorm toont met een lichtbrekend orgaan; fig.5C een derde uitvoeringsvorm toont met een lichtbrekend orgaan; 35 fig.6 een uitvoeringsvorm toont waarbij het langwerpige draagelement verbonden is met een horizontale kantel-as; fig.7 een uitvoeringsvorm toont waarbij de stelmiddelen onderaan op het draagelement aangrijpen; fig.8A een aanzicht toont van hulpstelmiddelen aangebracht 1006657 -6- aan het bovenuiteinde van het draagelement, en fig.8B een bovenaanzicht daarvan toont.

In fig.l is met 1 een draaggestel aangegeven dat in hoofd-5 zaak gevormd wordt door een langwerpige draagelement, waarin een raamwerk 2 opgenomen is voor het opnemen van een houder of geleiding voor een te verwarmen produkt of medium. Beneden het raamwerk bevindt zich een reflecterend orgaan 3, dat uit een aantal panelen 4 is opgebouwd. Het 10 samenstel 1,2,3 wordt met behulp van een in deze figuur niet nader weergegeven grondelement een vaste positie ten opzichte van de grond gegeven, waarbij met in lengte verstelbare tuidraden 5,6,7,8 de inrichting juist ten opzichte van de zon gepositioneerd kan worden.

15

Fig.2A,2B toont schematisch een doorsnede door een inrichting met een reflecterend orgaan 3 dat opgebouwd is uit een aantal panelen 4 met rijen spiegels 9,10,11,12. Een dergelijk paneel met spiegels kan op bijzonder economische wijze 20 vervaardigd worden, waarbij slechts één formaat driehoekige spiegels toegepast behoeft te worden. Het paneel kan uit kunststof gemaakt worden, bijvoorbeeld geperst, waarvoor één keer een mal gemaakt moet worden met precies gerichte vlakken waar de spiegels op aangebracht dienen te worden.

25

Bij de getoonde configuratie heeft elk van de panelen 24 spiegelvlakken, en bestaat het gehele reflecterende orgaan uit 8 panelen met in totaal 192 gerichte spiegels. Met een totaal reflecterend oppervlak van ongeveer 1-2 m2 heeft men 30 dan ruimschoots voldoende vermogen om bijvoorbeeld te koken.

De panelen 4 steken in een op het draagelement 1 aangebrachte kraag 13 en worden verder bijeen gehouden met 35 bijvoorbeeld een langs de buitenomtrek aangebrachte spanband, en/of met het draaggesel verbonden tuidraden, en/of met een in elkaar grijpend verstek tussen de segmenten.

Het draagelement heeft aan de onderzijde een in de grond te 1006657 -7- steken scharnierpen 14, die het draagelement de mogelijkheid geeft om een horizontale as 15 en een vertikale as 16 te draaien. In het raamwerk 2 is in dit voorbeeld een ring 17 aangebracht voor het opnemen van bijvoorbeeld een pan, 5 of een snelkookpan 18, waarbij de ring 17 om een as 19 kan draaien. Deze as 19 is evenwijdig aan de horizontale as 15 van de scharnierpen 14, waardoor de pan 18 bij elke posi-tieverandering van de inrichting steeds recht overeind blijft.

10

Het stellen van de inrichting kan met behulp van de niet nader in deze tekening aangegeven tuidraden 5,6,7,8 geschieden.

15 Fig.3 toont de inrichting waarbij het reflecterend orgaan 20 van een opspanbaar materiaal gemaakt is, dat aan de binnenzijde van een reflecterend materiaal voorzien is. Het opspanbare materiaal kan met behulp van aan het materiaal bevestigde baleinen 21 en met huls 23 over het draagelement 20 te verschuiven verdere spanmiddelen 22 in de getoonde gespannen stand gebracht en vastgehouden worden. Deze uitvoeringsvorm laat zich bijzonder snel opstellen en kan ook weer eenvoudig tot een handzaam formaat teruggebracht worden.

25

Fig.4 toont een uitvoeringsvorm waarbij het reflecterend orgaan als opblaasbaar element is uitgevoerd. Het element is van een kunststof vervaardigd dat een hoge vormvastheid van het element garandeert en tevens een hoge lichtdoor-30 laatfactor heeft. De vormvastheid is uiteraard met name van belang voor de onderzijde 24, aangezien de hierop aangebrachte reflecterende laag 25 de invallende zonnestraling naar een vast brandpunt moet reflecteren. Een hoge licht-doorlaatfactor is noodzakelijk aangezien de invallende 35 zonnestraling, als ook de gereflecteerde straling de bovenzijde 26 moet passeren.

Een andere uitvoeringsvorm bestaat nog daarin dat het opblaasbare element zodanig uitgevoerd is dat de bovenzijde 1006657 -8- het reflecterende oppervlak vormt. Hierdoor hoeft de zonnestraling niet tweemaal het materiaal te passeren, maar zou de reflecterende zijde mogelijk wel eerder beschadigd kunnen worden.

5

De uitvoeringsvorm volgens fig.5A heeft een lichtbrekend orgaan 27, dat bestaat uit een in een spanraam 28 opgenomen lens 32. Het spanraam 28 is voorzien van verdere spandelen 29, en is met behulp van hulzen 30,31 op het draagelement 1 10 aangebracht.

De lens 27 bestaat bij voorkeur uit een vel kunststof 32 waarin een aantal concentrische ringen zijn aangebracht, met een zodanige kromming en verloop in dikte, dat deze een 15 Fresnel lens vormen. Door het geringe gewicht van een dergelijke lens kan de stabiliteit van de inrichting onder de meeste omstandigheden gewaarborgd blijven, ondanks dat het orgaan boven het te verwarmen produkt of medium aangebracht dient te worden.

20

Het lichtbrekend orgaan 27 kan in plaats van uit één vel ook uit een aantal identieke deelelementen bestaan, hetgeen het voordeel heeft van een eenvoudigere vervaardiging, als mede het makkelijker kunnen vervoeren en opslaan daarvan.

25

Het gebruik van een dergelijk lichtbrekend orgaan 27, waarbij de houder of de geleiding voor het te verwarmen produkt dan wel medium zich beneden het orgaan bevindt, geeft de mogelijkheid om de voor de positionering van de 30 houder of geleiding te nemen maatregelen eenvoudiger uit te voeren.

Fig.5B toont een uitvoeringsvorm waarbij de houder 58 direkt op de grond geplaatst is, en waarbij het draagele-35 ment 1 met een uiteinde middels een op de houder aangebrachte deksel 59 en daarop aangebrachte koppelmiddelen met de houder 58 is gekoppeld. De meest eenvoudige uitvoeringsvorm daarvoor is een op de deksel aangebracht opneemorgaan 60 voor het opnemen van het uiteinde van het draagelement 1006657 1.

-9-

Een dergelijk opneemorgaan kan afhankelijk van de breedtegraad waar de inrichting gebruikt wordt meer of minder 5 excentrisch aangebracht worden, of kan in de mogelijkheid voorzien worden dat het opneemorgaan in radiale richting op de deksel verschoven kan worden.

Volgens een verdere uitwerking kan er ook in voorzien 10 worden dat het opneemorgaan van een scharnierkoppeling is voorzien, waar het draagelement met bijvoorbeeld een snap-verbinding aan gekoppeld kan worden, en die de mogelijkheid biedt om het draagelement om een horizontale as te laten zwenken. Voor de draaiing om een vertikale as kan in prin-15 cipe gebruik gemaakt worden van de rotatie, indien mogelijk, van de deksel 59 op de houder 58. Echter ook mogelijk is om het opneemorgaan van een vertikale draaiings-as te voorzien.

20 Fig.5C toont een uitvoeringsvorm waarbij de houder in hoofdzaak uit een schuin opgestelde metalen plaat bestaat, die met de gebundelde zonne-energie verhit kan worden, en waarmee een onder de plaat geplaatst produkt verwarmd kan worden.

25

Een dergelijke houder 61 heeft een rechte dan wel gebogen bovenplaat 62, die bij voorkeur voorzien is van fijne groeven, hetgeen in de figuur slechts schematisch getoond is, en een ondersteuningsdeel 64, dat bijvoorbeeld uit een 30 grondplaat kan bestaan of uit twee of meer ondersteunings-armen. De groeven in de bovenplaat 62 zijn relatief diep en sluiten een zodanige scherpe hoek in dat de invallende zonnestraling, die tegen de groefwand of -wanden gereflecteerd wordt, steeds dieper de groef in gaat.

35

In de bovenplaat 62 is weer een opneemorgaan 63 voor het uiteinde van het draagelement 1 opgenomen. Ook in deze uitvoeringsvorm kan het opneemorgaan een scharnierkoppeling omvatten met een horizontale en vertikale draaiings-as voor t006657 -10- het draagelement 1.

Duidelijk zal zijn dat met deze laatste twee uitvoeringsvormen grotere en zwaardere houders toegepast kunnen wor-5 den, dan bij de uitvoeringsvormen waarbij in positione-ringsmiddelen voor de houders voorzien is, die zich tussen de uiteinden van het draagelement bevinden en alleen door het draagelement gedragen worden.

10 Fig.6 toont een uitvoeringsvorm waarbij geen tuidraden voor het stellen van het reflecterende orgaan toegepast worden, maar waarbij de stelmiddelen bestaan uit een vast met draaggestel 1 verbonden kantel-as 65 en met de uiteinden van de as 65 verbonden steunen 33,34. De kantel-as 65 is 15 draaibaar gelagerd in de steunen 33,34, en de steunen 33,34 zijn aan de onderzijde voorzien van een aantal rollen 35,36, zodanig dat een vertikale positie van de steunen 33,34 steeds verzekerd is.

20 De rollen 35,36 lopen in een baan 37, die bij voorkeur een gesloten cirkel vormt. Op deze wijze wordt door het in de baan 37 laten lopen van de rollen 35,36 een draaiing om een vertikale as verkregen, en door draaiing om de kantel-as 65 een draaiing om een horizontale as. De aslijn van de as 19 25 van de ring 17 valt samen met de aslijn van de horizontale kantel-as 65, zodat de houder steeds recht overeind blijft bij het verstellen van de inrichting.

De baan 37 is voorzien van een vertanding 38, waar het 30 tandwiel 39 op aangrijpt. Met behulp van de aandrijfmiddelen 42 voor het tandwiel 39 kan de gewenste azimuth voor de inrichting ingesteld worden.

Tevens is in middelen voorzien om de gewenste elevatie in 35 te stellen, hetgeen bestaat uit een met de aandrijfmiddelen 42 aangedreven tandwiel 40 dat aangrijpt op een met de kantel-as 32 verbonden tandboog 41. Teneinde de kanteling met een relatief kleine kracht te kunnen uitvoeren is een contragewicht 43 aan het draaggestel 1 bevestigd. Voor de

100665T

-11- juiste instelling is voorzien in met de aandrijfmiddelen gekoppelde hulpstelmiddelen, die in het volgende nader beschreven worden.

5 In fig.7 zijn stelmiddelen getoond, die een op de grond te plaatsen gestel 44, een om as 45 draaibare draagplaat 46 en een spindel 47 met de daarmee op respectievelijk het draag-element 1 en de draagplaat 46 aangebrachte samenwerkende delen 48,49 omvatten. Het draaggestel 1 is om as 50 draai-10 baar ten opzichte van de draagplaat 46, welke as 50 ook weer evenwijdig aan de as 19 van de ring 17 verloopt.

Fig.8A,8B toont de hulpstelmiddelen, die twee loodrecht op afstand van elkaar aan het uiteinde van het draagelement 1 15 aangebrachte platen 51,53 omvatten. Deze platen 51,53 zijn van gelijke grootte, maar 45° ten opzichte van elkaar verdraaid. Op de hoekpunten van de onderste plaat 53 zijn lichtgevoelige sensoren 54 aangebracht, die in een juiste positie van het draagelement 1, en daarmee van de inrich-20 ting, alle een gelijke hoeveelheid straling detecteren. Bij een niet juiste stand kan met een niet nader weergegeven verwerkingseenheid met de van de sensoren afkomstige signalen stuuropdrachten gegeven worden aan de aandrijvingen van de stelmiddelen.

25

In dit voorbeeld omvatten de stelmiddelen een tweetal katrollen 55,56 die met een aandrijving 57 aangedreven kunnen worden. De tuidraden dienen bij deze uitvoering tenminste één slag om de katrollen geslagen te worden ten-30 einde voldoende grip op de tuidraden te kunnen hebben. In de figuur is slecht één tuidraad 8 van de beide over de top heen lopende tuidraden aangegeven.

Aangezien bij een dergelijk stelsysteem de lengte van de 35 kruislings verlopende tuidraden moet kunnen variëren, is bij voorkeur aan de uiteinden van de tuidraden voorzien in veermiddelen, alsmede in middelen om de tuidraden te kunnen verlengen dan wel in te korten.

1006657 -12-

Aan de bovenzijde van de plaat 51 kan een fotovoltaïsch element 52 aangebracht worden, die voor de voeding van sig-naalverwerkingseenheid en de aandrijfmiddelen kan zorgen.

1006657

Claims (10)

1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen (13) voor de bevestiging van de panelen (4) in of aan het draaggestel (1) zodanig ingericht zijn dat opeenvolgende bevestigde panelen (4) gelijke stompe hoeken insluiten. 30
2. 3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de panelen (4) voorzien zijn van complementaire randdelen, en/of van randdelen zodanig dat langs de omtreksrand van een samenstel bevestigde panelen (4) inklemmiddelen opgeno- 35 men kunnen worden.
3. 4. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-3, 10066ST -14- waarbij het draaggestel (1) in hoofdzaak uit een langwerpig draagelement bestaat, met het kenmerk, dat de stelmiddelen voor het stellen van het langwerpige draagelement een vast steunpunt omvatten, dat nabij een uiteinde van het draag-5 element aangrijpt, en een verrijdbaar stelorgaan waarmee het andere uiteinde van het draagelement verbonden is.
4. 5. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-3, waarbij het draaggestel (1) in hoofdzaak uit een langwerpig 10 draagelement bestaat, met het kenmerk, dat de stelmiddelen een vast, om twee onderling loodrechte assen draaibaar scharnierpunt (15) voor het langwerpige draagelement omvatten en een stel kruisende tuidraden (5-8), waarbij in verdere besturingsmiddelen (51-57) voorzien is voor het 15 langs de tuidraden (5-8) verplaatsen van het langwerpige draagelement.
5. 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de verdere besturingsmiddelen op elk van de tuidraden (5-8) 20 aangrijpende aandrijforganen (57) omvatten.
6. 7. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de op het langwerpige draagelement aangebrachte bevestigingsmiddelen (13) voor het bevestigen 25 van de panelen (4) zodanig verstelbaar zijn, dat het brand-puntgebied van de op de panelen (4) aangebrachte spiegels (9-12) ten opzichte van de as van het langwerpige draagelement (1) verzet kan worden.
7. 8. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de stelmiddelen een onderstel omvatten dat een eerste (44) en een tweede draagvlak (46) heeft, waarbij het eerste draagvlak (44) bestemd is vast gepositioneerd te worden, en het tweede draagvlak (46) draaibaar is 35 ten opzichte van het eerste draagvlak (44) om een bij benadering vertikale as (45), en waarbij het draaggestel (1) draaibaar verbonden is met het tweede draagvlak (46) om een bij benadering horizontale as, en verdere stelmiddelen (47-49) aangebracht zijn tussen het draaggestel (l) en het 1006657 -15- tweede draagvlak (46) .
8. 9. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de stelmiddelen een met het draag- 5 gestel (1) vast verbonden horizontale kantel-as (65) omvatten, verplaatsbare steunen (33,34) die de kantel-as (65) aan de uiteinden dragen en standfixatiemiddelen (40-42) voor het in verschillende standen kunnen vastzetten van de kantel-as (65), waarbij de verplaatsbare steunen (33,34) 10 van rollen (35,36) voorzien zijn die aangrijpen op een cirkel- of cirkelboogvormige baan (37).
9. 10. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat voorzien is in stelhulpmiddelen welke 15 op afstand van elkaar en loodrecht ten opzichte van de hoofd-as van het samenstel panelen met vlakke spiegels aangebrachte vlakken (51,53) omvatten, waarbij op het onderste vlak lichtgevoelige sensoren (54) aangebracht zijn, zodanig dat de sensoren alleen in de juiste positie 20 van de hoofd-as gelijke hoeveelheden licht ontvangen.
10. 11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat op het bovenste vlak één of meer fotovoltaische cellen (52) zijn aangebracht. 1006657