NL1006608C2 - Hooi-installatie. - Google Patents

Description

Hooi-installatie

De uitvinding heeft betrekking op een hooi-installatie met een opgelegd langsdraagframe voor de installatie, van welk frame het voor-5 ste eind via een rond een verticale verbindingsas zwenkbaar aanbouw-deel aan een trekker koppelbaar is en waarvan het achterste eind via ten minste één gestuurd loopwiel op de grond is afgesteund, waarbij de sturing van het respectievelijk de loopwielen via een met het zwenk-bare aanbouwdeel gekoppelde trek- en duwstang, een zwenkbare haakse 10 hefboom, een spoorstang (spoorstanghelften) en via stuurhefbomen, die met de asdelen van de loopwielen gekoppeld zijn, plaatsvindt.

Hooi-installaties met een dergelijke stuurinrichting voor de loopwielen van het langsdraagframe van de installatie zijn bijvoorbeeld bekend uit EP-B-O.3i6.896. Bij deze bekende hooi-installatie 15 vindt via een voorafbepaalde stuuroverbrenging het sturen/besturen van de aan de trekker aangekoppelde hooi-installatie zodanig plaats, dat de loopwielen van de hooi-installatie bij het maken van een bocht in hoofdzaak lopen in het spoor van de de hooi-installatie trekkende trekker. Aangezien de lengtes van het draagframe van deze hooi-instal-20 laties voor grotere werkbreedtes verder toenemen, doet zich bij deze grote draagframelengtes het nadeel voor, dat na een keerhandeling aan het eind van het veld de harkwerktuigen pas na enkele meters rijden de aansluiting op het vroegere bewerkingsspoor bereiken, hetgeen ten minste in dit inloop- of inrijgebied tot slordig harkwerk leidt.

25 Het doel van de onderhavige uitvinding is om voor hooi-installa ties met grotere draagframelengte bij acceptabele keerstralen of draaicirkels aan het eind van het veld een verbeterd inlopen in het harkmateriaal en aldus een beter harkwerk in het inloopgebied na een keerhandeling aan de rand van het veld te bereiken.

30 Volgens de onderhavige uitvinding wordt dit bereikt, doordat de spoorstang (spoorstanghelften) een koppelscharnier heeft, dat door een zwenkbare draaghefboom respectievelijk door een kruksleuf zijdelings beweegbaar geleid is en dat de met de spoorstang gekoppelde hefboom van de zwenkbare haakse hefboom als lineaire geleiding is uitgevoerd, 35 welke met een in het gebied van het koppelscharnier scharnierend aan de spoorstang aangebracht schuifblok zodanig samenwerkt, dat bij groter wordende stuurhoeken de werkzame hefboomarmlengte van de op de spoorstang aangrijpende haakse hefboom ten gevolge van de verschuiving 1r.β β 0 8 2 van het schuifblok over de lineaire geleiding van de hefboom automatisch groter wordt, waardoor een progressieve stuurbeïnvloeding van de loopwielen plaatsvindt.

Door de uitvoering van de sturing overeenkomstig de uitvinding 5 wordt op voordelige wijze een progressieve stuurbeïnvloeding respectievelijk sturing van de loopwielen bereikt, waardoor ten opzichte van de vooraf bekende sturing ten gevolge van de groter wordende stuuruit-slag van de loopwielen en sneller uitrichten van het langsdraagframe van de installatie en dus van het harkwerktuig aan het eind van een 10 keerhandeling wordt bereikt. Het langsdraagframe van de installatie en dus ook de harkwerktuigen zijn daardoor telkens eerder/sneller in de rechtuitrijd-toestand gericht, waardoor ook al in het inloopgebied een net en goed harkwerk realiseerbaar is.

In plaats van de toegelichte mechanische stuuroverbrenging is 15 vanzelfsprekend ook een geschikte stuuroverbrenging met hydraulische middelen denkbaar.

De uitvinding is middels een uitvoeringsvoorbeeld in de tekening weergegeven en wordt in het volgende nader toegelicht. Hierin toont: 20 Fig. 1 schematisch in bovenaanzicht een aan een trekker aange bouwde grote zwadinrichting met een door stuurbare loopwielen op de grond afgesteund draagframe;

Fig. 2 in een gedeeltelijk zijaanzicht de stuurhefboomaanbren-ging voor de stuurbare loopwielen en 25 Fig. 3 de stuurhefboomaanbrenging volgens Fig. 2 in bovenaan zicht.

Fig. 1 toont in bovenaanzicht een aan een niet nader weergegeven trekker aangebouwde hooi-installatie 2 met twee niet nader weergegeven 30 cirkelharken 3 en 4. De cirkelharken 3 en 4 zijn via draagarmen 5 en 6 rond ongeveer evenwijdig aan de grond verlopende en in de rijrichting liggende assen 7 en 8 voor transport omhoog zwenkbaar aan een midden-langsdraagframe 9 bevestigd. Het middenlangsdraagframe 9 op zijn beurt is met zijn voorste eind via een zwenkbaar aanbouwdeel 10 scharnierend 35 een de beide onderstuurstangen 11, 12 van de trekker bevestigd. Aan het achterste eind van het middenlangsdraagframe 9 is een dwarsdrager 13 bevestigd, aan het uiteinde waarvan loopwielen 14, 15 stuurbaar gelagerd zijn. De sturing van de loopwielen 14, 15 gebeurt, uitgaand 1006608 ψ 3 van het zwenkbare aanbouwdeel 10, vla een trek- en duwstang 16, via een zwenkbare haakse hefboom 17, via spoorstanghelften 18, 18’ alsook via stuurhefbomen 19, 19' op de asbenen 20, 20’ van de loopwielen lk en 15.

5 Een uitvoeringsvoorbeeld voor de uitvoeringsvorm van de sturing volgens de uitvinding wordt getoond in de Figuren 2 en 3· Zoals in het bijzonder Fig. 2 toont, worden de stuurbewegingen van de trek- en duwstangen 16 overgedragen op een eerste hefboom 21 van de haakse hefboom 17. De tweede hefboom 22 van de haakse hefboom 17 heeft een 10 lineairgeleiding 23, waarop verschuifbaar een schuifblok 2k gelagerd is. Het schuifblok 2k is op zijn beurt in het gebied van een koppel-scharnier 25 gekoppeld met de beide spoorstanghelften 18, 18'. Het schuifblok 2k en ook het koppel scharnier 25 worden in een door een in een lager 26 asm het middenlangsdraagframe 9 zwenkbaar gelagerde 15 draaghefboom 27 gehouden en geleid. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de haakse hefboom 22 en het lager 26 van de draaghefboom 27 uitgaand van het schuifblok 2k aan dezelfde zijde aan het middenlangsdraagframe 9 aangebracht, maar in principe is ook aanbrenging aan tegenoverliggende zijden mogelijk. In plaats van de draaghef-20 boom 27 kan op deze plaats vanzelfsprekend ook een niet verder weergegeven coulisse- of kruksleufgeleiding of dergelijke worden toegepast.

Bij het sturen van de trekker 1, bijvoorbeeld bij het keren aan het eind van het veld, wordt nu via het verzwenken van het aanbouwdeel 10 een beweging op de trek- en duwstangen 16 overgedragen, door welke 25 dan de stuurhefboom 17 wordt versteld. Bij het verstellen van de stuurhefboom 17 wordt ook de hefboom 22 daarvan bewogen en daardoor het schuifblok 2k alsook de spoorstanghelften 18, 18' eveneens zijdelings bewogen. Bij het verzwenken van de hefboom 22 wordt tegelijkertijd het schuifblok 2k in langsrichting van de hefboom 22 langs de 30 lineaire geleiding 23 daarvan verschoven, waardoor een verandering van de werkzame hefboomarmlengte 28 van de hefboom 22 plaatsvindt. Zoals aan de beide getoonde stemden van de hefboom 22 volgens Fig. 3 is te ontlenen, vindt bij het sturen een vergroting van de werkzame hefboomarmlengte vanaf 28 naar 28' plaats. Bij stuurbewegingen wordt daardoor 35 een progressieve stuurbeïnvloeding voor de loopwielen 1^, 15 bereikt.

In plaats van de weergegeven en beschreven mechanische stuurover-brenging is vanzelfsprekend ook een overeenkomstige of geschikte stuuroverbrenging met hydraulische middelen denkbaar.

1006608

Claims (1)

1. Hooi-installatie met een opgelegd langsdraagframe van de installatie, van welk frame het voorste eind via een rond een verticale 5 verbindingsas zwenkbaar aanbouwdeel aan een trekker koppelbaar is en waarvan het achterste eind via ten minste één gestuurd loopwiel op de grond is afgesteund, waarbij de sturing van het respectievelijk de loopwielen plaatsvindt via een met het zwenkbare aanbouwdeel gekoppelde trek- en duwstang, een zwenkbare haakse hefboom, een spoorstang 10 (spoorstanghelften) en via stuurhefbomen, die met de asbenen van de loopwielen gekoppeld zijn, met het kenmerk, dat de spoorstang (spoor-stanghelften 18, 18') een koppelscharnier (25) heeft, dat door een zwenkbare draaghefboom (27) respectievelijk door een kruksleuf zijdelings beweegbaar geleid is en dat de met de spoorstang (18, 18’) ge-15 koppelde hefboom (22) van de zwenkbare haakse hefboom (17) als lineaire geleiding (23) is uitgevoerd, welke met een in het gebied van het koppelscharnier (25) scharnierend aan de spoorstang (18, 18') aangebracht schuifblok (24) zodanig samenwerkt, dat bij groter wordende stuurhoeken de werkzame hefboomarmlengte van de op de spoorstang (18, 20 18') aangrijpende haakse hefboom (17) ten gevolge van de verschuiving van het schuifblok (24) over de lineaire geleiding (24) van de hefboom (22) automatisch groter wordt, waardoor een progressieve stuurbeïn-vloeding van de loopwielen (14, 15) plaatsvindt. 1006608