NL1006556C2 - Werkwijze voor het aanbrengen van een grondkerende constructie, alsmede daarbij te gebruiken grondkerend element. - Google Patents
Werkwijze voor het aanbrengen van een grondkerende constructie, alsmede daarbij te gebruiken grondkerend element. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1006556C2 NL1006556C2 NL1006556A NL1006556A NL1006556C2 NL 1006556 C2 NL1006556 C2 NL 1006556C2 NL 1006556 A NL1006556 A NL 1006556A NL 1006556 A NL1006556 A NL 1006556A NL 1006556 C2 NL1006556 C2 NL 1006556C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- retaining element
- material strips
- soil
- aggravating
- bank
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D29/00—Independent underground or underwater structures; Retaining walls
- E02D29/02—Retaining or protecting walls
- E02D29/0225—Retaining or protecting walls comprising retention means in the backfill
- E02D29/0241—Retaining or protecting walls comprising retention means in the backfill the retention means being reinforced earth elements
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02B—HYDRAULIC ENGINEERING
- E02B3/00—Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
- E02B3/04—Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
- E02B3/12—Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
- E02B3/122—Flexible prefabricated covering elements, e.g. mats, strips
- E02B3/124—Flexible prefabricated covering elements, e.g. mats, strips mainly consisting of metal
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D29/00—Independent underground or underwater structures; Retaining walls
- E02D29/02—Retaining or protecting walls
- E02D29/0258—Retaining or protecting walls characterised by constructional features
- E02D29/0266—Retaining or protecting walls characterised by constructional features made up of preformed elements
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A10/00—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE at coastal zones; at river basins
- Y02A10/30—Flood prevention; Flood or storm water management, e.g. using flood barriers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Environmental & Geological Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Paleontology (AREA)
- Ocean & Marine Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Revetment (AREA)
Description
Korte aanduiding: Werkwijze voor het aanbrengen van een grondkerende constructie, alsmede daarbij te gebruiken grondkerend element.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een grondkerende constructie langs een oever resp. de voet van een talud of ander grondlichaam, omvattende 5 het plaatsen van een eerste, liggende materiaalstrook met roosterstructuur, het bestorten daarvan met een verzwarende massa, het plaatsen van een tweede, opgaande materiaalstrook met roosterstructuur ter opsluiting van de verzwarende 10 massa, het maken van een verbinding tussen de aangrenzende langsranden van de beide materiaalstroken en het aanbrengen van in hoofdzaak schuin tussen de vlakken van de beide materiaalstroken verlopende trekver-15 bindingen.
Een dergelijke werkwijze is bekend te achten uit de Internationale octrooiaanvrage W094/23133.
Daarbij gaat het om het formeren c.q. verdedigen van een talud langs een waterweg. Daarbij gaat men zo te werk, 20 dat eerst de liggende materiaalstrook, gevormd door een stuk wapeningsmat, op de bodem wordt gelegd. Vervolgens wordt langs dan wel op de van het (te vormen) talud afgekeerde langsrand van de materiaalstrook een teenblok van gewapend beton aangebracht, dat daarbij aan de materiaal-25 strook wordt verankerd.
Als trekverbindingen worden trekstangen toegepast, die eerst met één einde aan de op de bodem liggende materiaalstrook worden bevestigd.
Daarna wordt eerst grond volgens het gewenste talud 30 op de liggende materiaalstrook aangebracht, gevolgd door het aanbrengen van een bestorting van steenblokken. Bij het aanbrengen van de grond en de steenbestorting dienen de trekstangen aan hun vrije einde provisorisch te worden 1006558 2 vastgehouden om te voorkomen, dat zij bij het aanbrengen van de grond en de bestorting ingegraven komen te liggen.
Als een van de laatste handelingen wordt vervolgens de opgaande materiaalstrook, eveneens in de vorm van een 5 wapeningsmat, aangebracht. Die wapeningsmat wordt daarbij met zijn onderste langsstaaf aan het bovenvlak van het teenblok verankerd en over de steenbestorting heen gelegd. Daarbij verloopt de wapeningsmat eerst - overeenkomstig het onder een hoek van ongeveer 45° staande voorste be-10 grenzingsvlak van de steenbestorting - onder een hoek van 45°, om vervolgens geleidelijk af te buigen naar een horizontale stand. De door de mazen van de aldus over de steenbestorting heen gelegde wapeningsmat heen stekende vrije einden van de trekstangen worden vervolgens met 15 sluitplaten bevestigd en roet moeren op spanning gebracht.
Het zal duidelijk zijn, dat deze bekende wijze van werken zeer omslachtig, tijdrovend en arbeidsintensief is. Bovendien kan deze bekende werkwijze slechts "in den droge" worden uitgevoerd.
20 De uitvinding nu beoogt een vereenvoudige werkwijze van de bovenomschreven soort te verschaffen.
Volgens de uitvinding wordt dit doel daardoor bereikt, dat de beide materiaalstroken reeds vooraf, onder insluiting van een tweevlakshoek in de orde van grootte 25 van 90°, tot een samenhangend grondkerend element worden samengesteld, terwijl de trekverbindingen eveneens vooraf worden aangebracht.
Het zal duidelijk zijn, dat de werkwijze volgens de uitvinding o.a. de mogelijkheid biedt een oever op snelle 30 en eenvoudige wijze te verdedigen en met name een aantrekkelijk alternatief biedt voor de traditionele beschoeiing met palen en grondkerende delen.
Men kan het genoemde grondkerende element eenvoudig met een kraan of anderszins op de voorbereide bodem neer-35 laten, waarna het betreffende oeverlichaam eenvoudig kan worden "aangestort".
De werkwijze volgens de uitvinding is daarbij in het 1 o 0 6 5 5β 3 bijzonder van voordeel wanneer het gaat om het verdedigen van oevers langs (eventueel nieuw aangelegde) waterwegen, in gebieden waar veel puin in de bodem voorkomt, dat bij de voorbereidende werkzaamheden vrijkomt. Dit puin kan dan 5 eenvoudig als aanstortmateriaal worden benut. Het gewicht van het voor de aanstorting gebruikte materiaal doet het liggende deel van het grondkerende element in de bodem wegzakken, waardoor een stevige verankering van het grondkerende element in de bodem wordt verkregen. Eventueel 10 kunnen bij slappere grondsoorten op een aantal plaatsen (beton) palen door de mazen van het liggende deel van het grondkerende element worden geslagen.
Opgemerkt dient te worden, dat het bekend is (zie NL-A 9002371) oevers te verdedigen met zgn. schanskorfma-15 trassen. Dit zijn plat-doosvormige, met stenen gevulde, op zichzelf vrij slappe draadkorven, die "in den natte" op de voorbereide bodem vóór de te verdedigen oever worden neergelaten. Het hanteren en leggen van de gevulde matrassen vormt daarbij het probleem.
20 Ook is het bekend dergelijke schanskorfmatrassen "in den droge", nl. op plaatsen waar de te verdedigen oever regelmatig droogvalt, op te zetten, te vullen en met een deksel af te sluiten.
De werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zich 25 ten opzichte hiervan door een snelle en doeltreffende wijze van werken en de veelzijdiger toepassingsmogelijkheden.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een grondke-rend element ten gebruike bij de beschreven werkwijze.
30 Het grondkerende element volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door een tweetal materiaalstroken met een roosterstructuur, welke materiaalstroken onder insluiting van een tweevlakshoek in de orde van grootte van 90° zijn verenigd en waarbij zich schuin tussen de beide materiaal-35 stroken trek- of schoorstaven uitstrekken.
De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.
1 0 0 65 56 4
Fig. 1 is een aanzicht in perspectief van een aan een lasthaak hangend grondkerend element volgens de uitvinding; fig. 2 is een dwarsdoorsnede door een op een voorbe-5 reide plaats langs een te verstevigen oever geplaatst element volgens fig. 1 en fig. 3 is een dwarsdoorsnede als die volgens fig. 2, in een verder stadium van het oever-verstevigingsproces.
Het in fig. 1 als voorbeeld getoonde grondkerende 10 element 1 is gevormd uit een netwerk van elkaar loodrecht kruisende staven, dat in de handel in lengten van 5 m als "bouwstaalmat" c.q. "betonwapeningsmat'· verkrijgbaar is.
Een strook daarvan, met een breedte van bijvoorbeeld 2 m is haaks of nagenoeg haaks omgezet onder vorming van 15 een liggend deel la en een opstaand deel lb, welke dezelfde breedte (1 m) kunnen hebben.
Met 2a en 2b zijn schuin tussen de delen la en lb verlopende trek- of schoorstaven aangegeven. Zoals de tekening laat zien, zijn deze staven aan de uiteinden 20 omgebogen tot haken, waarmede zij om bepaalde langsstaven van de netwerkdelen la en lb kunnen worden gehaakt. In de lengterichting van het element 1 gezien, zijn de staven op onderlinge afstanden van bijvoorbeeld 0,5 m aangebracht. Zij grijpen daarbij afwisselend op de "volle" breedte c.q. 25 hoogte en op de "halve" breedte c.q. hoogte op de netwerkdelen la en lb aan.
Het aanbrengen van de schoorstaven 2a, 2b kan eenvoudig "op het werk" plaatsvinden, zodat de elementen 1 compact, d.w.z. in "geneste" toestand op het werk kunnen 30 worden aangevoerd.
Fig. 2 toont de situatie, waarin men het element 1 met behulp van een (niet nader weergegeven) kraan op een bijvoorbeeld met een graafwerktuig voorbereide plaats vóór een te verdedigen oever tot op de bodem 3 van een reeds 35 langer bestaande dan wel nieuw gegraven waterweg of waterpartij 4 heeft laten zakken. Het element 1 is daarbij met het liggende deel la op de bodem 3 komen te rusten. Met 5 1 0 0 6 5 56 5 is het te verdedigen oeverlichaam aangegeven.
Fig. 3 toont het stadium, waarin in de tweevlakshoek van het element 1 een steenbestorting 6 is aangebracht. In het getoonde voorbeeld is dit een bëstorting met ter 5 plaatse aanwezig of vrijgekomen puin. Onder invloed van het gewicht van deze bëstorting zal het element 1 zich met het liggende deel la (nog ver) in de bodem 3 ingraven, waardoor een stevige verankering van het element in de bodem wordt verkregen. Eventueel kan vóór het bestorten op 10 enkele over de lengte van het element verspreid liggende plaatsen een betrekkelijk lichte betonnen of houten paal door een maas van het liggende deel la worden geslagen om een nog betere verankering te verkrijgen. Het opstaande deel lb biedt daarbij via de door de druk van de bestor-15 ting gespannen schoorstaven een effectieve opsluiting van de bëstorting.
In het getoonde voorbeeld is de ruimte tussen het bestaande oeverlichaam 5 en de aangebrachte steenbestor-ting 6 verder opgevuld met grond 5'. Het aanvankelijk in 20 deze ruimte aanwezige water wordt eenvoudig via de steen-bestorting 6 naar de waterloop 4 weggedrukt.
Bouwstaalmatten zijn in vele maaswijdten en staafdikten verkrijgbaar. Uiteraard wordt voor het element 1 een maaswijdte gekozen, die kleiner is dan de afmetingen van 25 de afzonderlijke steenbrokken. Praktische en in de handel verkrijgbare maaswijdten zijn b.v. 50 mm, 75 mm en 100 mm, terwijl 5-10 mm praktische staafdiameters zijn. Desgewenst kan de levensduur van de met het grondkerende element te maken constructie nog worden verlengd door het element 30 b.v. (thermisch) te verzinken. Uitvoeringen in kunststof zijn ook mogelijk.
Tussen de steenbestorting 6 en het aangevulde grond-lichaam 5' kan eventueel een waterbouwkundig weefsel worden aangebracht, wanneer uitspoelen van grond via de 35 steenbestorting 6 te vrezen is. Ook zou aan de binnenzijde van het staande deel lb een dergelijk weefsel kunnen worden aangebracht. Dit laatste verdient zeker aanbeve- 1006556 6 ling, wanneer de bestorting uit materiaal van een kleinere deeltjesgrootte wordt toegepast.
In de lengterichting gezien worden de elementen 1 met een overlapping van bijvoorbeeld 20 cm aangebracht.
5 Het grondkerende element 1 is eveneens geschikt ter versteviging van de voet van een bestaand of op te werpen grondlichaam. Afhankelijk van de beoogde toepassing, kunnen de hoogte- c.q. breedteafmetingen van de delen la en lb worden aangepast.
10 Voorts is het mogelijk dat meerdere elementen 1 een weinig in horizontale richting achterwaarts ten opzichte van elkaar versprongen boven elkaar worden aangebracht.
15 1 0 0 65 56
Claims (7)
1. Werkwijze voor het aanbrenger» van een grondkerende constructie langs een oever resp. de voet van een talud of ander grondlichaam, omvattende 5 het plaatsen van een eerste, liggende materiaalstrook met roosterstructuur, het bestorten daarvan met een verzwarende massa, het plaatsen van een tweede, opgaande materiaalstrook met roosterstructuur ter opsluiting van de verzwarende 10 massa, het maken van een verbinding tussen de aangrenzende langsranden van de beide materiaalstroken en het aanbrengen van in hoofdzaak schuin tussen de vlakken van de beide materiaalstroken verlopende trekver-15 bindingen, met het kenmerk, dat de beide materiaalstroken reeds vooraf, onder insluiting van een tweevlakshoek in de orde van grootte van 90°, tot een samenhangend grondkerend element worden samengesteld, terwijl de trekverbindingen 20 eveneens vooraf worden aangebracht.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als verzwarende massa puin wordt toegepast.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat tussen de opgaande materiaalstrook en de bestorting 25 waterbouwkundig doek is aangebracht.
4. Grondkerend element, meer in het bijzonder ten ge-bruike bij de werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door een tweetal materiaalstroken met een roosterstructuur, welke onder insluiting van een tweevlakshoek in de 30 orde van grootte van 90° tot één geheel zijn verenigd en waarbij zich schuin tussen de beide materiaalstroken trek-of schoorstaven uitstrekken.
5. Grondkerend element volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de beide materiaalstroken delen zijn van een 35 betonwapeningsmat, die ongeveer haaks is omgezet.
6. Grondkerend element volgens conclusies 4 en 5, met het kenmerk, dat de trek- of schoorstaven aan hun uitein- 1 0 0 65 56 δ den tot haken zijn omgebogen, met welke haken de staven om langsstaven van resp. het liggende deel en het staande deel van het element grijpen.
7. Grondkerend element volgens conclusie 6, met het 5 kenmerk, dat de trek- c.q. schoorstaven afwisselend op een grotere en een kleinere afstand ten opzichte van de gemeenschappelijke ribbe op het liggende en staande deel van het element aangrijpen. 1 0065 56
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1006556A NL1006556C2 (nl) | 1997-07-11 | 1997-07-11 | Werkwijze voor het aanbrengen van een grondkerende constructie, alsmede daarbij te gebruiken grondkerend element. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1006556 | 1997-07-11 | ||
NL1006556A NL1006556C2 (nl) | 1997-07-11 | 1997-07-11 | Werkwijze voor het aanbrengen van een grondkerende constructie, alsmede daarbij te gebruiken grondkerend element. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1006556C2 true NL1006556C2 (nl) | 1999-01-12 |
Family
ID=19765331
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1006556A NL1006556C2 (nl) | 1997-07-11 | 1997-07-11 | Werkwijze voor het aanbrengen van een grondkerende constructie, alsmede daarbij te gebruiken grondkerend element. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1006556C2 (nl) |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3316721A (en) * | 1964-07-06 | 1967-05-02 | George E Heilig | Tensioned retaining wall for embankment |
FR2303121A1 (fr) * | 1975-03-03 | 1976-10-01 | Vidal Henri | Ouvrages en remblai arme |
US4117686A (en) * | 1976-09-17 | 1978-10-03 | Hilfiker Pipe Co. | Fabric structures for earth retaining walls |
DE4208964A1 (de) * | 1991-03-20 | 1992-09-24 | Bossard & Staerkle Ag | Steilboeschungsbaute |
EP0574233A1 (en) * | 1992-06-10 | 1993-12-15 | GEA SYSTEM S.r.l. | Method for forming vegetated slopes in strengthened ground and a product obtained by such method |
EP0603460A1 (en) * | 1992-12-24 | 1994-06-29 | RDB PLASTOTECNICA S.p.A. | Internally reinforced geotechnical structure and process for manufacturing the same |
GB2295180A (en) * | 1994-09-19 | 1996-05-22 | Vidal Henri Brevets | Facing panel for earth structures |
-
1997
- 1997-07-11 NL NL1006556A patent/NL1006556C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3316721A (en) * | 1964-07-06 | 1967-05-02 | George E Heilig | Tensioned retaining wall for embankment |
FR2303121A1 (fr) * | 1975-03-03 | 1976-10-01 | Vidal Henri | Ouvrages en remblai arme |
US4117686A (en) * | 1976-09-17 | 1978-10-03 | Hilfiker Pipe Co. | Fabric structures for earth retaining walls |
DE4208964A1 (de) * | 1991-03-20 | 1992-09-24 | Bossard & Staerkle Ag | Steilboeschungsbaute |
EP0574233A1 (en) * | 1992-06-10 | 1993-12-15 | GEA SYSTEM S.r.l. | Method for forming vegetated slopes in strengthened ground and a product obtained by such method |
EP0603460A1 (en) * | 1992-12-24 | 1994-06-29 | RDB PLASTOTECNICA S.p.A. | Internally reinforced geotechnical structure and process for manufacturing the same |
GB2295180A (en) * | 1994-09-19 | 1996-05-22 | Vidal Henri Brevets | Facing panel for earth structures |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3195312A (en) | Method for erecting precast retaining wall | |
US5472297A (en) | Building and shoring blocks | |
US4618283A (en) | Archway construction utilizing alternating reinforcing mats and fill layers | |
US6874974B2 (en) | Reinforced soil arch | |
KR100679873B1 (ko) | 녹화 옹벽의 시공방법 | |
CN111005403A (zh) | 装配式立体加筋土挡墙及其施工方法 | |
JPH06193068A (ja) | 土留め施工方法 | |
CN102625870B (zh) | 用于加固的地基工程的连接装置、相关工程及方法 | |
KR100752152B1 (ko) | 녹화 옹벽의 시공방법 | |
KR100822265B1 (ko) | 자연석 옹벽구조물과 그 시공방법 | |
NL1006556C2 (nl) | Werkwijze voor het aanbrengen van een grondkerende constructie, alsmede daarbij te gebruiken grondkerend element. | |
CN209873814U (zh) | 用于处理基坑桩间土垮塌的施工结构 | |
KR101963362B1 (ko) | 완전배수형 개비온 보강토 옹벽 및 이의 시공 방법 | |
KR20100047485A (ko) | 분리 가능한 보강틀을 구비한 사면 보강용 보강구조 | |
US5253959A (en) | Methods of construction and implements therefor | |
KR101235826B1 (ko) | 보강토 옹벽블록 시공방법 | |
RU2717536C1 (ru) | Георешетка | |
JPS6245801A (ja) | 発泡樹脂ブロツクにより構築物を構築する方法 | |
RU197543U1 (ru) | Временная прямоугольная сборная водопропускная труба с применением габионов | |
KR101276567B1 (ko) | 사면보강용 식생옹벽 | |
KR100647071B1 (ko) | 옹벽용 블록 시공방법 | |
JP2014237980A (ja) | 法面に道路を敷設する方法 | |
JP6931876B2 (ja) | 法面補強用透水壁の構築方法 | |
KR101074267B1 (ko) | 마대를 이용한 가변 일체형 옹벽 | |
WO2008088299A1 (en) | Retaining wall 'reps' |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20070201 |