NL1005914C2 - Inrichting voor het opslaan en/of behandelen van chemicaliën. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het opslaan en/of behandelen van chemicaliën.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opslaan en/of behandelen van chemicaliën, welke inrichting is voorzien van een huis dat is vervaardigd uit glas, welk huis is voorzien van een opneemholte voor het 5 daarin opslaan van chemicaliën.

Dergelijke inrichtingen zijn algemeen bekend en worden in bulkhoeveelheden toegepast door de chemische industrie, onderzoekslaboratoria, medische laboratoria en dergelijke instellingen. Bij de bekende inrichtingen kan bijvoorbeeld 10 worden gedacht aan bemonsteringsbuisjes zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-1003492, een monsterflesje ofwel vial, een reageerbuis of bloedhuis, een petrischaal, een HPLC-kolom of dergelijke inrichtingen voorzien van een glazen huis dat is voorzien van een 15 opneemholte voor het daarin opslaan van chemicaliën.

Vaak is het een probleem om vast te leggen wat er in een bekende inrichting is opgeslagen en onder welke omstandigheden deze opslag heeft plaatsgevonden. Zo komt het in ziekenhuizen regelmatig voor dat buizen bloed met elkaar 20 worden verwisseld en derhalve de uitslagen van een bloedonderzoek aan de verkeerde patiënt worden gekoppeld.

Bij bemonsteringsbuisjes die met name worden gebruikt voor het nemen van monsters uit gassen, zoals bijvoorbeeld de atmosfeer, is het noodzakelijk om vast te leggen onder welke 25 omstandigheden de monsters zijn genomen. Druk, temperatuur, luchtvochtigheid en dergelijke gegevens zijn van directe invloed op de concentraties van de monsters die worden genomen. Aangezien deze bemonsteringsactiviteiten vaak onbemand plaatsvinden, is er geen gelegenheid voor het 30 registreren van dit soort gegevens, zodat men andere oplossingen voor het oplossen van deze problematiek heeft gerealiseerd. Bij het bemonsteren van de atmosfeer wordt soms gebruik gemaakt van een speciale pomp die de druk, temperatuur en luchtvochtigheid van de lucht die door het 100 59 14 - 2 - bemonsteringsbuisje wordt gevoerd constant houdt. Een dergelijke pomp is bijzonder kostbaar en zou niet noodzakelijk zijn wanneer de gegevens van de luchtdruk, de luchtvochtigheid, de temperatuur en dergelijke bekend waren.

5 Ook voor andere absorptieprocessen spelen dergelijke gegevens een belangrijke rol. Bijvoorbeeld bij een HPLC-kolom (high pressure liquid chromatochraphy) is het administreren van de gedane metingen een arbeidsintensief karwei dat eenvoudig tot vergissingen kan leiden.

10 De uitvinding beoogt een inrichting van het in de aanhef gemelde type zonder de hierboven genoemde bezwaren.

De inrichting wordt hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt doordat deze is voorzien van een transponder, welke transponder is voorzien van een geheugen, waarbij de 15 transponder zodanig in de inrichting is aangebracht dat deze niet aantastbaar is door de chemicaliën. De transponder kan op velerlei wijzen zijn uitgevoerd. Zo kan deze zijn voorzien van een geheugen waarin slechts een vast nummer is opgeslagen. De gegevens die men met betrekking tot de 20 chemicaliën die in een bepaalde inrichting zijn opgenomen wil opslaan, worden in een centrale computer opgeslagen onder verwijzing naar het identificatienummer dat in de transponder is opgeslagen.

Een dergelijke oplossing is met name praktisch wanneer 25 het opnemen van de chemicaliën in de opneemholte van het huis van de inrichting plaatsvindt in de nabijheid van de centrale computer waarin de van belang zijnde gegevens worden opgeslagen. Er zijn echter vele toepassingen waarbij de meting op afstand van een centrale computer plaatsvindt 30 en derhalve geen vrij beschikbaar geheugen aanwezig is voor het opslaan van deze gegevens. In dat geval is het volgens een nadere uitwerking van de uitvinding bijzonder gunstig wanneer de transponder is voorzien van programmeerbaar geheugen. In dat geval kunnen immers gegevens die ter 35 plaatse worden waargenomen in het geheugen van de transponder worden opgeslagen en op een later tijdstip door een centrale computer worden uitgelezen. Eventueel kan de l 100 59 1 4 - 3 - transponder besturingsgegevens bevatten aan de hand waarvan verwerkingsapparatuur kan worden aangestuurd.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de transponder ingesmolten in een gesloten glazen behuizing, 5 welke glazen behuizing een onafscheidbaar deel uitmaakt van de inrichting. Een dergelijke transponder kan door de aanwezigheid van de glazen behuizing niet worden vervuild of vernietigd door de chemicaliën die in de opneemholte van de inrichting worden opgenomen.

10 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, hierna verder worden verduidelijkt.

Figuur 1 toont een doorsnede-aanzicht van een eerste 15 uitvoeringsvoorbeeld van een monsterflesje; figuur 2 toont een soortgelijk doorsnede-aanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een monsterflesje; figuur 3 toont een doorsnede-aanzicht van een reageerbuis volgens een eerste uitvoeringsvorm; 20 figuur 4 toont een doorsnede-aanzicht van een reageerbuis volgens een tweede uitvoeringsvorm; figuur 5 toont een doorsnede over een lijn V-V uit figuur 4; figuur 6 toont een doorsnede-aanzicht van een 25 bemonsteringsbuisje volgens een eerste uitvoeringsvoorbeeld; figuur 7 toont een doorsnede-aanzicht van een HPLC-kolom volgens een eerste uitvoeringsvorm; figuur 8 toont een detail van de in figuur 7 weergegeven HPLC-kolom; 30 figuur 9 toont een doorsnede-aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een HPLC-kolom; en figuur 10 toont een detail van de in figuur 9 weergegeven HPLC-kolom.

Het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van 35 een bemonsteringsflesje is voorzien van een huis 1 dat is vervaardigd uit glas. Het huis 1 is voorzien van een opneemholte 2 voor het daarin opnemen van chemicaliën. Het 100 59 1 4 - 4 - monsterflesje of vial is verder voorzien van een transponder 3. De transponder is ingesmolten in een gesloten glazen behuizing 4. De glazen behuizing 4 is onafscheidbaar verbonden met de inrichting via een bevestigingskolom 5. De 5 gesloten glazen behuizing 4 is vastgesmolten op de bevestigingskolom 5. De transponder 3 die in de glazen behuizing is opgenomen omvat een chip 6 en een antenne 7. De antenne is in het onderhavige geval uitgevoerd als een spoelvormig element. Het spoelvormige element is gewikkeld 10 rond een staaf 8 van geleidend materiaal teneinde de antennefunctie te versterken. De chip 6 bevat een geheugen. Voor het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld en voor alle hierna te bespreken uitvoeringsvoorbeelden van de transponder 3 geldt dat de transponder een zogenaamd 15 resonant-circuit kan bevatten. De transponder kan van het transmissietype zijn en derhalve actief signalen terugzenden of van het adsorptietype, waarbij als gevolg van de aanwezigheid van een inwendige weerstand, die eventueel variabel is, eveneens een boodschap kan worden afgegeven.

20 Een dergelijk resonant-circuit is in het algemeen voorzien van een spoel en een capaciteit.

Het in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een monsterflesje of vial is eveneens voorzien van een huis 9 uit glas dat een opneemholte 10 omvat. De opneemholte 10 25 is bestemd voor het daarin opnemen van chemicaliën. Het huis 9 omvat bovendien nog een gesloten opneemholte 11 waarin een transponder 3 in een glazen behuizing 4 is opgenomen. De transponder 3 is van hetzelfde type als weergegeven in figuur 1 en is los in de holte 11 opgenomen. Aangezien de 30 holte 11 een gesloten ruimte is, maakt de transponder 3 een onafscheidbaar deel uit van de inrichting.

Figuur 3 toont een reageerbuis of bloedhuis 12 die is voorzien van een transponder 3. De reageerbuis is voorzien van een behuizing 13 die is vervaardigd uit glas en een 35 opneemholte 14. In de opneemholte 14 bevindt zich een bevestigingskolom 15 met behulp waarvan de transponder 3 via de glazen behuizing 4 vast met het huis 13 is verbonden.

10059 14 t - 5 -

Figuur 4 toont een alternatief uitvoeringsvoorbeeld van een reageerbuis 15 die eveneens is voorzien van een glazen huis 16 en een opneemholte 17. In de zijwand vein het huis 16 is een uitsparing 18 opgenomen waarin de transponder 3 die 5 is opgenomen in een glazen behuizing 4 passend is opgenomen. Eventueel kan de bevestiging zijn verzekerd met behulp van enige kit of kunnen de beide behuizingen 16 en 4 met elkaar zijn verbonden doordat deze aan elkaar zijn gesmolten.

Figuur 5 toont het doorsnede-aanzicht over lijn V-V uit 10 figuur 4. Uit figuur 5 blijkt duidelijk op welke wijze de opneemholte 18 in de wand van het glazen huis 16 is opgenomen.

Figuur 6 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een bemonsteringsbuisje 19. In het weergegeven 15 uitvoeringsvoorbeeld is het bemonsteringsbuisje opgenomen in een verpakking 20 die is vervaardigd uit glas. Het bemonsteringsbuisje 19 is aan beide uiteinden afgesloten met een teflon dopje 21, 22. Voorts is in een opneemholte 19a van het uit glas vervaardigde bemonsteringsbuisje 19 20 absorptiemateriaal 23 opgenomen dat is ingesloten tussen twee zeefjes 24, 25. Links van het linkerzeefje 25 bevindt zich een transponder 3 die is opgenomen in een behuizing uit glas 4. De transponder 3 is in deze positie gefixeerd door een derde zeefje 26 uit metaal. De verpakkingsbuis 20 is aan 25 het uiteinde 27 afgesloten bijvoorbeeld doordat deze is dichtgesmolten. Bij voorkeur is de verpakkingsbuis 20 gevuld met inert gas, zodat het absorptiemateriaal 23 niet vervuilt. Wanneer de verpakkingsbuis 20 zou ontbreken, zou de lucht na verloop van tijd via de teflondopjes 21, 22 het 30 absorptiemateriaal 23 vervuilen.

Figuur 7 toont een doorsnede-aanzicht van een HPLC-kolom (high pressure liquid chromatography). Een dergelijke kolom 28 is voorzien van een huis 29 dat is vervaardigd uit glas. Het glazen huis 29 is voorzien van een opneemholte 29a 35 die althans ten dele is gevuld met scheidingsmateriaal 30.

De uiteinden van het glazen huis 29 zijn voorzien van koppelelementen 31, 32 met behulp waarvan de HPLC-kolom in 100 59 14 - 6 - een chromatograaf kan worden geïnstalleerd. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de transponder 3 die zich bevindt in een glazen behuizing 4, ingebed in het scheidingsmateriaal 30. Alhoewel de figuur suggereert dat de 5 transponder 3 het kanaal 29a waarin zich het scheidingsmateriaal 30 bevindt volledig afsluit, is dit niet het geval. Het scheidingsmateriaal 30 beschikt over zeer kleine poriën, zodat de dragervloeistof met zeer hoge druk door het scheidingsmateriaal 30 moet worden geperst. De 10 speling tussen de binnenwanden van het glazen huis 29 en de omtrekswand van de glazen behuizing 4 van de transponder 3 is in verhouding tot de poriëngrootte bijzonder groot, zodat de transponder 3 nauwelijks een restrictie in het kanaal 29a van de kolom 28 vormt. Eventueel kan het kanaal 29a waarin 15 het scheidingsmateriaal 30 zich bevindt worden voorzien van een iets grotere diameter.

Figuren 9 en 10 tonen een alternatieve uitvoering van een HPLC-kolom 28 volgens de uitvinding, waarbij gebruik is gemaakt van een ander type transponder. Hierbij is op het 20 buitenmanteloppervlak van het glazen huis 29 met behulp van een opdamptechniek in een spiraalvormig traject een baan 33 geleidend materiaal aangebracht. Het opdampen van metaalionen op glas is een op zichzelf bekende techniek.

Deze spiraalvormige baan 33 uit geleidend materiaal is 25 verbonden met een transponderchip 34 die is ingebed in het huis 29 dat is vervaardigd uit glas.

Opgemerkt zij dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. 30 Zo zou bijvoorbeeld ook een petri-schaal kunnen worden voorzien van een transponder. In wezen elk glaswerk dat bestemd is voor het opslaan en/of behandelen van chemicaliën, waarbij het vastleggen van gegevens met betrekking tot die chemicaliën essentieel is, komt in 35 aanmerking voor het daarin aanmerking voor het daarin opnemen van een transponder. Tot op heden worden de transponders, die op zichzelf bekend zijn, slechts gebruikt 100 59 14 - 7 - voor het identificeren van dieren of het vastleggen van gegevens in chipcard en dergelijke. De gedachte om deze transponders toe te passen in glaswerk, dat over het algemeen wordt toegepast als disposable, levert een geheel 5 nieuw scala van mogelijkheden, dat tijdens het gebruik van het glaswerk tot enorme besparingen kan leiden.

100 59 1 4

Claims (14)

1. Inrichting voor het opslaan van chemicaliën, welke inrichting is voorzien van een huis (1, 9, 13, 16, 19,29) dat is vervaardigd uit glas, welk huis (1, 9, 13, 16, 19, 29. is voorzien van een opneemholte (2, 10, 14, 17, 19a, 23, 5 29a, 30) voor het daarin opslaan van chemicaliën, waarbij de inrichting is voorzien van een transponder (3), welke transponder (3) is voorzien van een geheugen, waarbij de transponder (3) zodanig in de inrichting is aangebracht dat deze niet aantastbaar is door de chemicaliën..

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de transponder (3) is ingesmolten in een gesloten glazen behuizing 94), welke glazen behuizing (4) een onafscheidbaar deel uitmaakt van de inrichting.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 15 dat de transponder (3) is voorzien van een antenne (7, 33).

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de antenne (33) met behulp van een opdamptechniek is aangebracht op het glazen huis (29).

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 20 de opgedampte antenne (33) is uitgevoerd als een in een spiraalvormig traject opgedampte laag metaalionen.

6. Inrichting volgens conclusies 2 en 3, met het kenmerk, dat de antenne (7) is uitgevoerd als een spoelvormig element (7) dat is opgenomen in de glazen 25 behuizing (4).

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het een bemonsteringsbuisje (fig. 6) is, waarbij het huis (19) is uitgevoerd als een buisje met twee open uiteinden,.waarbij in de opneemholte (19a) een 30 absorptiemateriaal (23) is opgenomen, waarbij de transponder (3) is ingebed in het absorptiemateriaal (23).

8. Inrichting volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het een monsterflesje ofwel vial (fig. 1, fig. 2. is voor het daarin opnemen van chemicaliën zoals monsters 35 van bloed, water en dergelijke. 100 59 1 4 - 9 -

9. Inrichting volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het een HPLC-kolom (high pressure chromatography colomn) (fig. 7-10) is, welke HPLC-kolom (28) een glazen huis (29) omvat, dat althans ten dele is gevuld 5 met scheidingsmateriaal (30) en dat aan de uiteinden is voorzien van twee koppelelementen (31, 32).

10. Inrichting volgens conclusie 2 en 9, met het kenmerk dat de transponder (3) in de glazen behuizing (4) is ingebed in het scheidingsmateriaal (30).

11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het een reageer- of bloedhuis (12, 15; fig 3-5) is.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het een petri-schaal is.

13. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het geheugen van de transponder (3) programmeerbaar is.

14. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het geheugen van de transponder (3) een 20 niet uitwisbaar identificatienummer bevat. 100 59 14