NL1005806C2 - Afvoerkolk. - Google Patents

Description

Afvoerkolk

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afvoerkolk voor het opvangen en aan een rioolstelsel toevoeren van water, met een aan zijn boveneinde van een kolkaanvoer voor het water voorziene kolkkamer, een op een lager niveau in 5 de kolkkamer uitmondende, op het rioolstelsel aansluitbare kolkafvoer, en een in de kolkkamer opgenomen kolkzeef die de kolkkamer verdeelt in een op de kolkaanvoer aansluitend verzamel compartiment en een op de kolkafvoer aansluitend afvoercom-partiment.

10 Afvoerkolken waarin geen kolkzeef is opgenomen, wor den zeer algemeen toegepast in straten, trottoirs en op andere plaatsen voor het afvoeren van onder andere hemelwater. Er zijn diverse soorten kolken, zoals trottoir-, trottoir/straat-en straatkolken, maar de afvoer van het water vindt bij al 15 deze kolken op dezelfde wijze plaats. De kolken omvatten een diepe kolkkamer welke in het algemeen in het onderste gedeelte is voorzien van een afvoer naar het rioolstelsel. Over deze kolkafvoer is, in de kolkkamer, vaak een stankscherm geplaatst om zich in het riool vormende, onwelriekende gassen niet naar 20 de buitenwereld te laten ontsnappen. Dit stankscherm dient tevens voor het binnen het rioolstelsel houden van ongedierte, zoals ratten.

Met het af te voeren water, dat via de, bijvoorbeeld als putdeksel uitgevoerde, kolkaanvoer in de kolkkamer komt, 25 worden ook bladeren, straatvuil, zand, enz. meegevoerd. Dit zal ook in de kolkkamer terechtkomen en hierin bezinken in de ruimte tussen de bodem van de kolkkamer en onderzijde van de kolkafvoer, terwijl het water via de kolkafvoer naar het rioolstelsel wordt afgevoerd. Deze vuilruimte is speciaal 30 voorzien voor dit doel.

Een nadeel van de in het algemeen toegepaste afvoerkolk waarin geen kolkzeef is opgenomen, is dat na korte tijd de vuilruimte vol kan raken, waarna de kolkafvoer of het rioolstelsel zal verstoppen met het vaste vuil dat zich niet 35 meer in de vuilruimte kan verzamelen. Het gevolg is dat er geen water meer via de kolk afgevoerd kan worden. Het water 1005806 2 zal op straat achterblijven, hetgeen tot overstromingen kan leiden. Om dit te voorkomen, moeten de afvoerkolken regelmatig worden schoongemaakt, voordat het vaste vuil de onderzijde van de kolkafvoer heeft bereikt. Dit schoonmaken wordt in het al-5 gemeen uitgevoerd met behulp van een speciaal hiervoor gebouwde en uitgeruste auto. Hiermee worden de afvoerkolken leeggezogen. Dit brengt zowel aanzienlijke kosten als gevolg van te maken arbeidsuren, als aanzienlijke kosten als gevolg van het in bedrijf hebben en het in bedrijf houden van de speciaal ge-10 prepareerde auto's met zich mee. Om deze kosten voor het schoonmaken van de kolken zo laag mogelijk te houden, wordt het reinigen zo lang mogelijk uitgesteld. Dit kan leiden tot verstoppingen bij een aantal afvoerkolken en op straat achterblijvend water tot gevolg hebben. Bij het schoonmaken kan het 15 ook gebeuren dat het over de kolkafvoer geplaatste stankscherm wordt beschadigd.

Uit het Zwitserse octrooischrift CH-A-613.245, waarop de aanhef van conclusie 1 is gebaseerd, is een afvoerkolk met een in de kolkkamer opgenomen kolkzeef in de vorm van een korf 20 bekend. Ook uit het Zwitserse octrooischrift CH-A-113.513 is een dergelijke afvoerkolk bekend. Bij deze bekende afvoerkolken verzamelt het vuil zich in de in de kolkkamer opgenomen korf. Na verloop van tijd kan de korf uit de kolkkamer worden uitgenomen voor het verwijderen van het vuil uit de korf. Bij 25 deze bekende kolkkamers moeten de kolkkamer en de korf echter in hun vorm specifiek op elkaar zijn aangepast teneinde de korf in de kolkkamer te kunnen opnemen. De korf bezit voorts een zeer groot zeefoppervlak, hetgeen niet noodzakelijk is voor een goede zeefwerking. Een dergelijk groot oppervlak is 30 echter wel zeer gevoelig voor beschadiging, waardoor de zeefwerking kan worden aangetast en het vuil alsnog het afvoercompartiment kan bereiken. Het vervaardigen van een korfvormige kolkzeef is verder relatief complex en kost een aanzienlijke hoeveelheid materiaal. Dit 35 maakt de korfvormige kolkzeef kostbaar. In de praktijk is gebleken dat een dergelijke zeefkorf niet tot toepassing is gekomen .

Niettemin bestaat er behoefte aan een afvoerkolk, waarmee verstoppingen in het rioolstelsel of de kolkafvoer 1005806 3 worden voorkomen en waarvoor de tijdsperiode tussen opeenvolgende reinigingshandelingen aanzienlijk wordt verlengd. Een dergelijke afvoerkolk moet in de praktijk tevens goed toepasbaar en bruikbaar zijn.

5 Volgens de uitvinding wordt daartoe de afvoerkolk uitgevoerd, met het kenmerk, dat de kolkzeef een zeefplaat is, die zich over nagenoeg de gehele hoogte van de kolkkamer uitstrekt, nabij de kolkafvoer is aangebracht, en met ten minste zijn zijranden en zijn onderrand aansluit op de wanden van de 10 kolkkamer.

Water en meegevoerd vuil, zoals bladeren, straatvuil, zand, enz. zal via de kolkaanvoer in het verzamelcompartiment terechtkomen. Het water kan de kolkafvoer via openingen in de zeefplaat bereiken en vervolgens naar het rioolstelsel 15 worden afgevoerd. Het vaste vuil dat in het verzamelcompartiment is terechtgekomen kan echter de openingen in de zeefplaat niet passeren en zal in het verzamelcompartiment achterblijven. Op deze wijze wordt voorkomen dat het vaste vuil via de kolkafvoer naar het rioolstelsel wordt afgevoerd en aldus de 20 kolkafvoer of het rioolstelsel kan verstoppen.

Een afvoerkolk volgens de uitvinding met een zeefplaat is uitermate eenvoudig, met een gering gebruik van materiaal, en dus goedkoop te vervaardigen. De zeefplaat is goed toepasbaar bij de bekende afvoerkolken, en kan hierin worden 25 opgenomen zonder dat deze afvoerkolken hiervoor dienen te worden aangepast. Bestaande vervaardigingswijzen van afvoerkolken behoeven derhalve niet te worden gewijzigd, hetgeen de zeefplaat verder economisch aantrekkelijk maakt. Een afvoerkolk met een hierin aangebrachte zeefplaat is op de bekende, in de 30 algemeen toegepaste wijze door middel van leegzuigen te reinigen. Aangezien de zeefplaat slechts over een gedeelte van de omtrek van de afvoerkolk is opgenomen, is de kans op beschadiging aanzienlijk geringer dan bij afvoerkolken met een korf-vormige kolkzeef. Het reinigen van de afvoerkolk kan zodoende 35 ook sneller en efficiënter worden uitgevoerd.

Voorts kan de zeefplaat uitermate eenvoudig achteraf in reeds in straten, troittoirs, etc. geplaatste afvoerkolken worden opgenomen.

1005806 4

Het vaste vuil kan nu over nagenoeg de gehele hoogte van de afvoerkolk in het verzamelcompartiment worden verzameld zonder dat het afvoeren van water wordt belemmerd, aangezien boven het niveau van het verzamelde vaste vuil steeds openin-5 gen in de zeefplaat aanwezig zijn waardoor het water naar de kolkafvoer kan worden afgevoerd. De tijdsperiode tussen opeenvolgende schoonmaakhandelingen kan ten opzichte van de in het algemeen toegepaste afvoerkolken waarin geen kolkzeef is opgenomen aanzienlijk worden verlengd, hetgeen leidt tot een grote 10 kostenreductie in termen van te maken arbeidsuren en van voor de schoonmaakwerkzaamheden noodzakelijk materieel.

Bij de schoonmaakwerkzaamheden behoeft alleen het verzamelcompartiment te worden gereinigd, waardoor wordt voorkomen dat het over de kolkafvoer aangebrachte kolkscherm 15 wordt beschadigd. Een dergelijke beschadiging zal leiden tot uit het rioolstelsel ontsnappende stank. Reparatie is niet eenvoudig en brengt aanzienlijke kosten met zich mee. De zeefplaat functioneert dus tevens als een bescherming voor het stankscherm.

20 Bij voorkeur bezit de zeefplaat een in horizontale doorsnede gebogen vorm, waarbij de bolle zijde naar het verzamelcompartiment wijst. Door deze vorm wordt voorkomen dat de zeefplaat door kan buigen in de richting van de kolkafvoer als gevolg van druk welke op de zeefplaat wordt uitgeoefend door 25 het via de openingen in de zeefplaat stromende water en het in het verzamelcompartiment verzamelde vaste vuil.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de zeefplaat uit veerkrachtig materiaal vervaardigd en is deze onder spanning tussen de wanden van de kolkkamer opgenomen. Op deze wijze 30 wordt de zeefplaat zeer eenvoudig in de kolkkamer gefixeerd, waardoor de kans op verplaatsing of omvallen van de zeefkolk erg gering is. Mocht dit namelijk optreden dan kan het vaste vuil in het afvoercompartiment terechtkomen en verliest de zeefplaat zijn werking.

35 In een mogelijke uitvoeringsvorm zijn fixeringsmidde- len verschaft, waardoor de zeefplaat in de kolkkamer wordt gefixeerd. Hierdoor wordt voorkomen dat de zeefplaat zich in voorkomende gevallen in de kolkkamer kan verplaatsen of kan omvallen. Het verzamelcompartiment zou hierdoor namelijk kun- 1005806 5 nen worden verkleind of vast vuil zou anders in het afvoercom-partiment terecht kunnen komen, waardoor de zeefplaat zijn werking verliest. De fixeringsmiddelen kunnen zijn aangebracht op de kolkkamer, op de zeefplaat of kunnen los van beide zijn 5 verschaft. Het is ook mogelijk om lijm of kit als fixeringsmiddelen toe te passen.

De fixeringsmiddelen kunnen in de wanden van de kolkkamer aangebrachte opnamesleuven omvatten, waarin de randen van de zeefplaat zijn opgenomen. Hiermee kan bijvoorbeeld 10 op eenvoudige wijze een zeefplaat in de kolkkamer worden vastgezet. Ook kunnen de fixeringsmiddelen veerkrachtige stroken omvatten, welke stroken zijn bevestigd aan, op wanden van de kolkkamer aansluitende randen van de zeefplaat en welke stroken na het in de kolkkamer plaatsen van de zeefplaat onder 15 spanning aansluiten op deze wanden van de kolkkamer. Door deze spanning wordt een fixerende kracht geleverd en door de stroken wordt een goede aansluiting van de zeefplaat op de wanden van de kolkkamer gewaarborgd.

Het geniet de voorkeur dat de zeefplaat uitneembaar 20 is uit de afvoerkolk. Dit heeft het voordeel dat de zeefplaat buiten de afvoerkolk kan worden gereinigd, wanneer bijvoorbeeld de openingen van de zeefplaat zijn verstopt. Ook kan een eventueel beschadigde zeefplaat op deze wijze zeer eenvoudig worden vervangen.

25 De uitvinding is tevens belichaamd in een werkwijze voor het verbeteren van een bestaande afvoerkolk voor het op-vangen en aan een rioolstelsel toevoeren van water, met een kolkkamer die aan zijn boveneinde is voorzien van een kolkaan-voer voor ontvangst van het water, en die op een lager niveau 30 is voorzien van een in de kolkkamer uitmondende, op het rioolstelsel, aansluitbare kolkafvoer, gekenmerkt door de volgende stappen: - het elastisch buigen van een buigbare zeefplaat die in ontspannen toestand een iets grotere breedtemaat heeft dan 35 de binnenwijdte van de kolkkamer bedraagt, tot de zeefplaat een breedte heeft die enigszins geringer is dan genoemde binnenwijdte ; 1005806 6 - het in de kolkkamer inbrengen van de elastisch vervormde zeefplaat totdat de onderzijde daarvan aansluit op een bodem van de kolkkamer; - het ontspannen van de zeefplaat tot deze aan 5 weerszijden aandrukt tegen tegenover elkaar liggende binnenwanden van de kolkkamer.

De in het algemeen toegepaste afvoerkolken waarin geen kolk-zeef is opgenomen, zijn volgens de werkwijze eenvoudig en efficiënt te voorzien van een zeefplaat volgens de uitvinding.

10 Hierdoor zijn de hierboven genoemde problemen van de in het algemeen in straten, etc. toegepaste afvoerkolken, zoals verstopping en het snel volraken van de vuilruimte in de afvoer-kolk, ook bij bestaande afvoerkolken te voorkomen.

Bij voorkeur wordt bij de werkwijze de zeefplaat in 15 de afvoerkolk ingebracht met de bolle zijde afgericht van de kolkafvoer. Een door het in het verzamelcompartiment verzamelde vuil en door het door de zeefplaat stromende water op de zeefplaat uitgeoefende kracht zal zodoende als een extra fixerende kracht voor de zeefplaat dienen.

20 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers naar gelijksoortige onderdelen verwijzen, en waarin: fig. 1 een langsdoorsnede toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van een afvoerkolk volgens de uitvinding; en 25 de fign. 2a, 2b en 2c dwarsdoorsneden tonen van ver schillende uitvoeringsvormen van een afvoerkolk volgens de uitvinding.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een afvoerkolk volgens de uitvinding is getoond in fig. 1 en wordt in zijn ge-30 heel aangegeven door het verwijzingscijfer 1. De afvoerkolk 1 omvat een kolkkamer 10 en is aan zijn bovenzijde voorzien van een kolkaanvoer 20, bijvoorbeeld een putdeksel of een rooster, en in één van zijn zijwanden is een kolkafvoer 30 geplaatst.

De kolkafvoer 30 ligt op een lager niveau dan de kolkaanvoer 35 20 en de kolkafvoer 30 dient voor aansluiting op een riool stelsel. In de kolkkamer 10 is een stankscherm 31 over de kolkafvoer 30 geplaatst. Door dit stankscherm 31 wordt voorkomen dat onwelriekende gassen of ongedierte, zoals ratten, uit het rioolstelsel kunnen ontsnappen.

10 0 5 a 0 6 7

In de getoonde uitvoeringsvorm is een plaatvormige zeefwand als kolkzeef 40 verticaal in de kolkkamer 10 aangebracht. De zeefplaat 40 strekt zich uit vanaf de onderzijde naar de bovenzijde van de kolkkamer 10. De zijranden van de 5 zeefplaat 40 sluiten voorts aan op de wanden van de kolkkamer 10. Hierdoor wordt de kolkkamer 10 verdeeld in een op de kolkaanvoer 20 aansluitend verzamelcompartiment 50 en een op de kolkafvoer 30 aansluitend afvoercompartiment 60. Af te voeren water zal nu via de kolkaanvoer 20 in het verzamelcompar-10 timent 50 terechtkomen. Met dit af te voeren water zal ook vuil, zoals straatvuil, bladeren en zand, worden meegevoerd. Nadat het water in het verzamelcompartiment is gekomen, kan dit water via openingen in de zeefplaat 40 het afvoercompartiment 60 en vervolgens de kolkafvoer 30 bereiken, en naar het 15 rioolstelsel worden afgevoerd. Voorkomen moet worden dat het water en het vuil direct in het afvoercompartiment 60 terecht kunnen komen.

De grootte van de openingen in de zeefplaat 40 moet zodanig zijn gekozen dat het door het water meegevoerde vaste 20 vuil, dat de kolkafvoer 30 of het rioolstelsel zou kunnen verstoppen, door de zeefplaat wordt tegengehouden. Dit tegengehouden vaste vuil zal in het verzamelcompartiment 50 achterblijven en hierin bezinken. Het vuil dat de openingen in de zeefplaat 40 kan passeren, zoals bijvoorbeeld zand, kan veilig 25 in het afvoercompartiment 60 komen, zonder gevaar voor verstopping van de afvoer 30 of het rioolstelsel. Het vaste vuil kan zich over nagenoeg de gehele hoogte van de afvoerkolk 1 in het verzamelcompartiment 50 verzamelen, zonder dat het afvoeren van water naar het afvoercompartiment 60 wordt geblok-30 keerd. Boven het niveau van het verzamelde vaste vuil zijn namelijk steeds openingen in de zeefplaat 40 aanwezig om het aangevoerde water vanuit het verzamelcompartiment 50 naar het afvoercompartiment 60 af te voeren. De ruimte welke nu beschikbaar is voor het verzamelen van vast vuil is aanzienlijk 35 groter dan de ruimte welke beschikbaar is bij een in het algemeen toegepaste afvoerkolk. Bij een dergelijke afvoerkolk bevindt deze ruimte zich namelijk slechts tussen de onderzijde van de afvoerkolk en de onderzijde van de kolkafvoer 30.

1005806 δ

De vorm van de openingen in de zeefplaat 40 is niet tot een bepaalde vorm beperkt. Deze kunnen o.a. rond, rechthoekig, ovaal, sleufvormig, ruitvormig, etc. zijn. De grootte van de openingen in de zeefplaat 40 dient echter zodanig te 5 worden gekozen dat vast vuil dat de kolkafvoer 30 of het rioolstelsel zou kunnen verstoppen door de zeefplaat wordt tegengehouden. De openingen in de zeefplaat 40 mogen het afvoeren van het water niet beperken. Daartoe moet het afvoerende oppervlak van de openingen in de zeefplaat 40 over een beperk-10 te hoogte direct boven het niveau van het vaste vuil ten minste gelijk zijn aan het doorsnede-oppervlak van de kolkafvoer 30.

Bij de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm is de zeefplaat 40 geheel verticaal in de kolkkamer 10 geplaatst.

15 Het kan echter voordelig zijn de zeefplaat 40 schuin in de kolkkamer 10 te plaatsen. Dit zal het geval zijn wanneer de kolkaanvoer 20 zich bijvoorbeeld over de volledige bovenzijde van de afvoerkolk uitstrekt. De zeefplaat 40 kan nu zodanig schuin worden geplaatst, dat de bovenrand van de zeefplaat 40 20 aansluit op de wand van de kolkkamer 10. De bovenzijde van de zeefplaat 40 volgens fig. 1 zou in dat geval naar links moeten worden verschoven. Nu kan er geen vuil direct vanuit de kolkaanvoer 20 in het afvoercompartiment 50 terechtkomen. Dit moet worden voorkomen, omdat anders dan een deel van het vaste 25 vuil zich alsnog in het afvoercompartiment 60 zou kunnen verzamelen, hetgeen aldus tot verstoppingen kan leiden. Het is ook mogelijk de bovenzijde van de zeefplaat 40 in dit geval boven het afvoercompartiment 60 naar de wand van de kolkkamer 10 te vouwen. Ook kan de bovenzijde van de opening van de in 30 de kolkkamer 10 geplaatste zeefplaat 40 afgeschermd worden met een aparte plaatvormige zeef, zodat er geen vuil via deze opening in het afvoercompartiment 60 terecht kan komen.

De dwarsdoorsnede van de afvoerkolk volgens de uitvinding is niet beperkt tot een bepaalde vorm. In de fign. 2a 35 en 2b zijn rechthoekige dwarsdoorsneden weergegeven, maar ook dwarsdoorsneden van een andere vorm zijn heel goed mogelijk, zoals rond, getoond in fig. 2c, of ovaal. De fign. 2a, 2b en 2c tonen mogelijke dwarsdoorsneden van de afvoerkolk 1 welke in fig. 1 in langsdoorsnede is weergegeven.

1005806 9

Fig. 2a toont een afvoerkolk met een rechthoekige dwarsdoorsnede, waarbij de zeefplaat 40 evenwijdig is geplaatst aan de wand van de kolkkamer 10 waarin de kolkafvoer 30 is aangebracht. Bij de uitvoeringsvorm van fig. 2a zijn 5 opnamesleuven 11 in zijwanden van de kolkkamer 10 aangebracht, waarin de zeefplaat 40 kan worden opgenomen. Hierdoor wordt de zeefplaat 40 op eenvoudige wijze in de kolkkamer 10 gefixeerd en zal de zeefplaat 40 niet verschuiven of kunnen omvallen. Wanneer niet is voorzien in opnamesleuven 11 kunnen bijvoor-10 beeld steunstrippen verticaal op de zeefplaat 40 worden aangebracht, welke steunstrippen in dit geval tegen de zijwand van de kolkkamer 10 waarin de kolkafvoer 30 is aangebracht en de hier tegenoverliggende wand steunen. Een dergelijke ondersteuning behoeft niet aan de zeefplaat 40 te worden bevestigd, 15 maar kan ook op een andere wijze zijn voorzien. Aan de vakman zullen vele verschillende manieren bekend zijn waarop de zeefplaat in de kolkkamer kan worden gefixeerd, welke alle binnen de beschermingsomvang van de uitvinding liggen.

Fig. 2b toont een dwarsdoorsnede van een uitvoe-20 ringsvorm van een afvoerkolk volgens de uitvinding, waarbij de zeefplaat 40 is gebogen. In deze uitvoeringsvorm bestaat de zeefplaat 40 uit een veerkrachtig materiaal, zoals bijvoorbeeld polyethyleen of PVC. De zeefplaat 40 staat bij deze uitvoeringsvorm onder spanning tussen tegenover elkaar liggen-25 de zijwanden van de kolkkamer 10 en klemt dus tussen deze tegenover elkaar liggende zijwanden. Hierdoor zit deze zeefplaat 40 vast in de kolkkamer 10 en kan slechts met aanzienlijke kracht worden verschoven. De gebogen vorm van de zeefplaat 40, waarbij de bolle zijde naar het verzamelcompartiment 60 wijst, 30 bezit ook het voordeel dat, door een kracht vanuit het verzamelcompartiment 50, de zeefplaat 40 niet in de richting van de kolkafvoer 30 kan vervormen, waardoor deze zou kunnen worden beschadigd of worden geblokkeerd. Deze kracht kan optreden als gevolg van, via de openingen in de zeefplaat van het verzamel-35 compartiment 50 naar het afvoercompartiment 60 stromend water en door in het verzamelcompartiment 50 verzameld vast vuil.

De hierboven beschreven gebogen uitvoeringsvorm van de zeefplaat 40 kan ook schuin in de afvoerkolk worden geplaatst om te vermijden dat vuil direct in het afvoercompar- 1005806 10 timent 60 kan komen. In dit geval zal de zeefplaat 40 voorafgaand aan plaatsing in het algemeen trapeziumvormig zijn.

De al of niet schuin geplaatste, na plaatsing gebogen en onder spanning tussen tegenover elkaar liggende zijwanden 5 van de kolkkamer 10 opgenomen zeefplaat 40 is in het bijzonder geschikt om te worden aangebracht in bestaande afvoerkolken met een in het algemeen rechthoekige dwarsdoorsnede. Hiertoe wordt een buigbare zeefplaat 40 die in ontspannen toestand een iets grotere breedtemaat heeft dan de binnenwijdte van de 10 kolkkamer 10 bedraagt, elastisch gebogen tot de zeefplaat 40 een breedte heeft die enigszins geringer is dan de genoemde binnenwijdte. Vervolgens wordt de elastisch vervormde zeefplaat 40, met de bolle zijde afgericht van de kolkafvoer 30, in de kolkkamer 10 ingebracht totdat de onderzijde van de 15 zeefplaat 40 aansluit op de bodem van de kolkkamer 10, waarna de zeefplaat 40 kan ontspannen tot deze aan weerszijden aandrukt tegen tegenover elkaar liggende binnenwanden van de kolkkamer 10. Het resultaat van het volgens deze werkwijze aanbrengen van een zeefplaat 40 in bestaande, in het algemeen 20 toegepaste afvoerkolken is zichtbaar in de fign. 1 en 2b.

Verder is het ook mogelijk om veerkrachtige stroken te bevestigen aan zijranden van de zeefplaat 40. Deze veerkrachtige stroken moeten na plaatsing van de zeefplaat 40 onder spanning tussen de zeefplaat 40 en de wanden van de kolk-25 kamer 10 staan. Hierdoor wordt de zeefplaat 40 gefixeerd en wordt een goede aansluiting van de zeefplaat 40 op de wanden van de kolkkamer 10 gewaarborgd.

Fig. 2c toont een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van een afvoerkolk met een cirkelvormige dwarsdoor-30 snede. De hierin geplaatste zeefplaat 40 is door middel van lijm of kit in de kolkkamer 10 gefixeerd. In dit geval moeten de kolkkamer 10 en de zeefplaat 40 wel van te verlijmen materiaal, zoals bijvoorbeeld PVC, zijn vervaardigd.

In de beschreven uitvoeringsvormen is de zeefplaat 40 35 uit de afvoerkolk te verwijderen. Het uitneembaar zijn van de zeefplaat 40 is voorts bijzonder voordelig voor het kunnen reinigen hiervan, indien bijvoorbeeld de openingen verstopt zijn. In het geval de zeefplaat 40 is beschadigd, kan deze ook eenvoudig worden vervangen. Wanneer de zeefplaat door middel 1005806 11 van lijm of kit is gefixeerd, is deze ook te verwijderen, waarna bij herplaatsen opnieuw lijm of kit dient te worden gebruikt.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen moeten niet 5 worden opgevat als beperkingen van de uitvinding. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding en de hiernavolgende conclusies kunnen de afvoerkolk en de zeefplaat in diverse uitvoeringsvormen worden gerealiseerd, welke alle binnen de be-schermingsomvang van de uitvinding liggen. Ook de afzonderlij-10 ke zeefplaat in zijn vele uitvoeringsvormen voor plaatsing in bestaande afvoerkolken valt binnen de beschermingsomvang.

1005806

Claims (10)

1. Afvoerkolk voor het opvangen en aan een rioolstelsel toevoeren van water, met een kolkkamer die aan zijn boveneinde is voorzien van een kolkaanvoer voor ontvangst van het water en die op een lager niveau is voorzien van een in de 5 kolkkamer uitmondende, op het rioolstelsel aansluitbare kol-kafvoer, en met een in de kolkkamer opgenomen kolkzeef die de kolkkamer verdeelt in een op de kolkaanvoer aansluitend verzamel compartiment en een op de kolkafvoer aansluitend afvoercom-partiment, met het kenmerk, dat de kolkzeef een zeefplaat is, 10 die zich over nagenoeg de gehele hoogte van de kolkkamer uit-strekt, nabij de kolkafvoer is aangebracht, en met ten minste zijn zijranden en zijn onderrand aansluit op de wanden van de kolkkamer.

2. Afvoerkolk volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de zeefplaat (40) een in horizontale doorsnede gebogen vorm bezit, waarbij de bolle zijde naar het verzamelcomparti-ment (50) wijst.

3. Afvoerkolk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zeefplaat (40) uit veerkrachtig materiaal is ver- 20 vaardigd en onder spanning tussen de wanden van de kolkkamer (10) is opgenomen.

4. Afvoerkolk volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat fixeringsmiddelen zijn verschaft, waardoor de zeefplaat (40) in de kolkkamer (10) wordt ge- 25 fixeerd.

5. Afvoerkolk volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de fixeringsmiddelen in de wanden van de kolkkamer (10) aangebrachte opnamesleuven omvatten, waarin de randen van de zeefplaat (40) zijn opgenomen.

6. Afvoerkolk volgens conclusie 4 of 5, met het ken merk, dat de fixeringsmiddelen veerkrachtige stroken omvatten, welke stroken zijn bevestigd aan, op wanden van de kolkkamer (10) aansluitende randen van de zeefplaat (40) en na het in de kolkkamer (10) plaatsen van de zeefplaat (40) onder spanning 35 aansluiten op deze wanden van de kolkkamer (10). 1005806

7. Afvoerkolk volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zeefplaat (40) uitneembaar is uit de afvoerkolk (1).

8. Zeefplaat voor toepassing in een afvoerkolk vol-5 gens één van de voorgaande conclusies.

9. Werkwijze voor het verbeteren van een bestaande afvoerkolk voor het opvangen en aan een rioolstelsel toevoeren van water, met een kolkkamer die aan zijn boveneinde is voorzien van een kolkaanvoer voor ontvangst van het water, en die 10 op een lager niveau is voorzien van een in de kolkkamer uitmondende, op het rioolstelsel, aansluitbare kolkafvoer, gekenmerkt door de volgende stappen: - het elastisch buigen van een buigbare zeefplaat (40) die in ontspannen toestand een iets grotere breedtemaat 15 heeft dan de binnenwijdte van de kolkkamer (10) bedraagt, tot de zeefplaat (40) een breedte heeft die enigszins geringer is dan genoemde binnenwijdte; - het in de kolkkamer (10) inbrengen van de elastisch vervormde zeefplaat (40) totdat de onderzijde daarvan aansluit 20 op een bodem van de kolkkamer (10); - het ontspannen van de zeefplaat (40) tot deze aan weerszijden aandrukt tegen tegenover elkaar liggende binnenwanden van de kolkkamer (10).

10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, 25 dat de zeefplaat (40) in de kolkkamer (10) wordt ingebracht met de bolle zijde afgericht van de kolkafvoer (30). 1005806