NL1005578C2

NL1005578C2 - Werkwijze voor het verwijderen van een verontreiniging uit een gas onder gebruikmaking van een gasreinigend middel.

Info

Publication number: NL1005578C2
Application number: NL1005578A
Authority: NL
Inventors: Cornelis De Vries
Original assignee: Amsterdam Gem Dienst Afvalverw
Priority date: 1997-03-20
Filing date: 1997-03-20
Publication date: 1998-09-22
Also published as: ES2162429T3; CA2284546A1; EP0968046A1; DE69801424T2; WO1998041310A1; JP2001516276A; ATE204507T1; PT968046E; AU6525398A; CA2284546C; US20020112607A1; EP0968046B1; HK1026651A1; WO1998041310A8; DK0968046T3; DE69801424D1; US6419727B1

Description

Werkwijze voor het verwijderen van een verontreiniging uit een gas onder gebruikmaking van een gasreinigend middel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van een verontreiniging uit een gas onder gebruikmaking van een gasreinigend middel, welke verontreiniging is gekozen uit de groep die bestaat uit 5 aromatische koolwaterstoffen en (poly)gehalogeneerde aromatische koolwaterstoffen.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit de praktijk. Daarbij wordt, onder andere bij het reinigen van rookgassen uit een afvalverbrandingsinstallatie, voor het verwijderen 10 van gezondheidsschadelijke bestanddelen, zoals dioxinen, uit deze gassen gebruik gemaakt van aktieve kool. Deze aktieve kool kan direct in poedervorm (droog) of in suspensie in contact worden gebracht met de gassen.

De belangrijkste rol van de aktieve kool is het bin-15 den van de schadelijke stoffen. De aktieve kool met de daaraan gebonden schadelijke stoffen kan vervolgens worden verwerkt tot en/of worden opgeslagen als chemisch afval. Hierdoor wordt de emissie van deze schadelijke bestanddelen via het rookgas in de lucht verminderd.

20 Het gebruik van de aktieve kool is bij afvalverbran dingsinstallaties in het bijzonder bedoeld voor het verwijderen van polygehalogeneerde koolwaterstoffen zoals PCDD's ("dioxinen") en PCDF's ("furanen").

Het gebruik van aktieve kool brengt echter enkele 25 nadelen met zich mee. Met de steeds strenger wordende milieuvoorschriften is het steeds moeilijker om door middel van reinigen van rookgassen met aktieve kool aan de strenger wordende PCDD/F-schoorsteenemissiewaarden te voldoen.

Bovendien is een aanzienlijk aktieve kool-gebruik 30 vereist, hetgeen derhalve een aanzienlijk grondstofgebruik en hoge kosten tot gevolg heeft.

Een ander nadeel is dat door de grote hoeveelheid gebruikte aktieve kool ook een grote reststoffenstroom ontstaat .

1005578 2

Verder ontstaat er door het gebruik van aktieve kool in suspensie een extra slijtage van de in de inrichting voor het reinigen van de gassen gebruikte pompen, wasser, nozzles, appendages en dergelijke ten gevolge van de aktieve kool.

5 Ook bestaan er verhoogde gevaarsaspecten (stofexplo sies) indien gewerkt wordt met droge aktieve kool.

De onderhavige uitvinding heeft als doel deze nadelen te vermijden. Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt doordat voor het verwijderen van de veront-10 reiniging als gasreinigend middel een detergens wordt toegevoegd .

Door het gebruik van een detergens in plaats van aktieve kool als een gasreinigend middel voor het verwijderen van een verontreiniging uit een gas kunnen tegen substantieel 15 lagere kosten en met eenvoudige middelen ten minste dezelfde PCDD/F-schoorsteenemissiewaarden worden bereikt als volgens de stand der techniek.

Bovendien zal een lager chemicaliën- c.q. grondstof-fengebruik nodig zijn en dientengevolge ook een lagere rest-20 stoffenproduktie ontstaan ten gevolge van dit lagere grondstof fengebruik .

Ook zal de extra slijtage aan gebruikte pompen, wassers, nozzles, appendages en dergelijke ten gevolge van het aktieve kool in suspensie worden voorkomen.

25 De verhoogde gevaarsaspecten ten gevolge van het werken met droge aktieve kool (stofexplosies) komen te vervallen.

Een verder voordeel van de onderhavige uitvinding is dat extra onderhoud/vervanging ten aanzien van leidingen, 30 membranen, pH-elektroden en dergelijke door verstopping met aktieve kool wordt voorkomen.

Dit alles heeft tot gevolg dat de investerings- en exploitatiekosten in aanzienlijke mate worden verlaagd.

Grofweg kunnen vier soorten detergentia worden on-35 derscheiden, te weten:

- nonionische R-O-R-O-R

- kationische R-NH3+ - anionische R-S02-0' - zwitterionische +H3N-R-S02-0‘ 1005578 3 waarbij R de zogenaamde apolaire staart is, waar vet of niet-wateroplosbare organische moleculen in het algemeen aan kunnen hechten. Deze niet-wateroplosbare organische moleculen worden derhalve door middel van het polaire deel van het de-5 tergens toch wateroplosbaar.

Volgens een verder kenmerk volgens de onderhavige uitvinding is het detergens gekozen uit een groep die wordt gevormd door een anionisch detergens, nonionisch detergens en een mengsel hiervan.

10 Het gebruik van kationische en zwitterionische de- tergentia wordt niet aanbevolen vanwege instabiliteit van deze detergentia onder de vaak in rookgasreinigingsinstalla-ties gebruikte omstandigheden. Deze omstandigheden worden vaak gekenmerkt door: 15 - pH = 1 tot 7 - zoutconcentraties van 10 g Cl'/l 10 g SCV/1 10 g Na+/1

- temperatuur van 50-l00°C

20 Derhalve worden volgens de uitvinding bij voorkeur nonionische en anionische detergentia of een mengsel daarvan gebruikt.

Met de meeste voorkeur volgens de onderhavige uitvinding is het detergens een anionisch detergens. Anionische 25 detergentia zijn namelijk, vergeleken met nonionische detergentia, relatief onafhankelijk van de toepassingstemperatuur. De anionische detergentia zijn wel afhankelijk van de pH en het zoutgehalte. Anionische detergentia hebben namelijk de neiging om bij lage pH-waarden en/of hoge zoutgehaltes te 30 desulfateren (i.e. het afsplitsen van een sulfaatgroep). Dit afsplitsen van een sulfaatgroep hoeft echter geen nadelige gevolgen te hebben indien het resterende deel maar nonionisch is.

Volgens nog een ander kenmerk volgens de onderhavige 35 uitvinding wordt het detergens in combinatie met een drager gebruikt. Bij voorkeur wordt daarvoor water gebruikt, aangezien water goedkoop is en goed mengbaar is met detergentia.

Volgens nog een ander kenmerk volgens de onderhavige uitvinding vindt de toevoeging van het detergens continu 1005578 4 plaats. Een continue toevoeging van detergens zorgt ervoor dat het detergens goed in contact kan komen met de verontreinigingen in het rookgas.

Volgens nog een ander kenmerk volgens de onderhavige 5 uitvinding vindt de toevoeging van het detergens plaats in een hoeveelheid waarbij nog geen schuimvorming optreedt. Een dergelijke hoeveelheid detergens zorgt ervoor dat voldoende detergens aanwezig is voor het reinigen van het rookgas.

Hierna zal de onderhavige uitvinding nader worden 10 toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld.

Rookgas dat afkomstig is van een afvalverbrandingsinstallatie wordt in een eerste rookgasreiniger (le wasser) ingeleid. Het rookgas wordt vervolgens in een 2e wasser ingeleid, en zal daarna de rookreinigingsinrichting via een 15 schoorsteen verlaten. Aan de 2e wasser wordt continu met behulp van een doseerpompje een detergens in plaats van aktieve kool gedoseerd. De dosering vindt plaats met een concentratie van 5,6 1/24 u, hetgeen overeenkomt met 117 mg/1 circulatie-water van de le wasser.

20 Het overtollige circulatiewater van de 2e wasser wordt af gespuid naar de le wasser.

Het detergens is een natriumzout van een geëthoxy-leerde en gesulfateerde tridecylalcohol met een detergensge-halte van 25-50%. De concentratie anionisch detergens is > 25 26%, de concentratie nonionisch detergens is 2-4%.

Het concentratieniveau PCDD/F in het circulatiewater van de le wasser bedraagt 6,8 ng TEQ/1. De spui uit de le wasser is ingesteld op 2 m3/u, daarmee wordt 6,8 x 2000 = 13.600 ng TEQ/u uitgesluisd. Met een rookgasflow van 134.000 Nm3/u 30 volgt een verwijdering via de spui uit de le wasser van 0,101 ng/Nm3. Via de schoorsteen wordt 0,106 ng/Nm3 geëmitteerd. In het totaal was het aanbod aan de 1* wasser dus 0,207 ng/Nm3.

In tabel I wordt de concentratie TEQ van de invoer en de uitvoer van aktieve kool-bedrijf en detergensbedrijf 35 weergegeven.

1005578 5

Bedrijf invoer verwijde- uitvoer effici- in 1* was- ring via de uit entie- ser wassers schoor- verhou- steen ding ng TEQ/Nm3 ng TEQ/Nm3 ng TEQ/Nm3 % aktieve 0,14-0,3 0,08-0,24 0,060 57-80 kool detergens 0,207 0,101 0,106 49 1005578

Claims

1. Werkwijze voor het verwijderen van een verontreiniging uit een gas onder gebruikmaking van een gasreinigend middel, welke verontreiniging is gekozen uit de groep die bestaat uit aromatische koolwaterstoffen en (poly)gehaloge- 5 neerde aromatische koolwaterstoffen, met het kenmerk, dat voor het verwijderen van de verontreiniging als gasreinigend middel een detergens wordt toegevoegd.

2. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het detergens is gekozen uit een groep 10 die wordt gevormd door een anionisch detergens, een nonio-nisch detergens, en een mengsel hiervan.

3. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het detergens een anionisch detergens is.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het detergens in combinatie met een drager wordt gebruikt.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de drager water is.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toevoeging van het detergens continu plaatsvindt.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de toevoeging van het detergens ge- 25 schiedt in een hoeveelheid waarbij nog geen schuimvorming optreedt. 1005578