NL1005399C2 - Matrijs. - Google Patents

Matrijs. Download PDF

Info

Publication number
NL1005399C2
NL1005399C2 NL1005399A NL1005399A NL1005399C2 NL 1005399 C2 NL1005399 C2 NL 1005399C2 NL 1005399 A NL1005399 A NL 1005399A NL 1005399 A NL1005399 A NL 1005399A NL 1005399 C2 NL1005399 C2 NL 1005399C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold
mold according
jacket
product
cable
Prior art date
Application number
NL1005399A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Van Dalen
Frans Johan Van Den Berg
Original Assignee
Kupron Prototypes B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kupron Prototypes B V filed Critical Kupron Prototypes B V
Priority to NL1005399A priority Critical patent/NL1005399C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1005399C2 publication Critical patent/NL1005399C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C33/00Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor
    • B29C33/44Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor with means for, or specially constructed to facilitate, the removal of articles, e.g. of undercut articles
    • B29C33/48Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor with means for, or specially constructed to facilitate, the removal of articles, e.g. of undercut articles with means for collapsing or disassembling
    • B29C33/50Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor with means for, or specially constructed to facilitate, the removal of articles, e.g. of undercut articles with means for collapsing or disassembling elastic or flexible
    • B29C33/505Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor with means for, or specially constructed to facilitate, the removal of articles, e.g. of undercut articles with means for collapsing or disassembling elastic or flexible cores or mandrels, e.g. inflatable
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C33/00Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor
    • B29C33/02Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor with incorporated heating or cooling means
    • B29C33/04Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor with incorporated heating or cooling means using liquids, gas or steam
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C33/00Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor
    • B29C33/38Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor characterised by the material or the manufacturing process
    • B29C33/3821Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor characterised by the material or the manufacturing process composed of particles enclosed in a bag
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C33/00Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor
    • B29C33/44Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor with means for, or specially constructed to facilitate, the removal of articles, e.g. of undercut articles
    • B29C33/46Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor with means for, or specially constructed to facilitate, the removal of articles, e.g. of undercut articles using fluid pressure
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C33/00Moulds or cores; Details thereof or accessories therefor
    • B29C33/56Coatings, e.g. enameled or galvanised; Releasing, lubricating or separating agents
    • B29C33/565Consisting of shell-like structures supported by backing material

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)

Description

Korte aanduiding: Matrijs.
De uitvinding heeft betrekking op een matrijs voor het vervaardigen van kunststofprodukten, omvattende ten minste één matrijsdeel dat een in een mantel opgenomen vulmassa, die gewoonlijk in hoofdzaak uit cement bestaat, 5 bevat. Het is meestal noodzakelijk, het matrijsdeel te voorzien van spanningsmiddelen voor het onder een druk-voorspanning brengen van de vulmassa, zodat de tijdens het vormen van een produkt in de matrijs optredende krachten kunnen worden opgevangen. Voorts kan het 10 matrijsdeel zijn voorzien van een of meer eenheden met een of meer beweegbare delen voor het uitstoten van een in de matrijs gevormd produkt of voor het vormen van een holte in het produkt.
Een dergelijke matrijs wordt normaal voor de ver-15 vaardiging van zeer kleine series (maximaal ca. 100 stuks) prototypen van een produkt gebruikt. Het gaat dan in het algemeen om prototypen van grote kunststof delen, zoals autobumpers, alhoewel de toepassing van deze soort matrijzen daartoe geenszins beperkt is.
20 De bekende matrijs, die uit een hoofdzaak mannelijk matrijsdeel en een in hoofdzaak vrouwelijk matrijsdeel bestaat, wordt gebruikt op een spuitgietmachine met een vast deel en een beweegbaar deel, waarbij het vrcuwelijk matrijsdeel· op het vaste deel van de spuitgietmachine 25 wordt gemonteerd en het mannelijk matrijsdeel op het losse deel van de spuitgietmachine wordt aangebracht.
De matrijs volgens de stand van de techniek heeft een aantal nadelen.
In de gebruikelijke spuitgietmachine bevindt het 3 0 aanspuitkanaal of de "hotrunner" zich in het vrouwelijk matrijsdeel dat op het vaste deel van de spuitgietmachine is gemonteerd. Het aanspuitkanaal c.q. de "hotrunner" veroorzaakt door de noodzakelijke dwarsafmetingen daarvan een aanzienlijke, ongewenste verzwakking in het vrouwe-35 lijk matrijsdeel, waar bij gebruik hoge trekspanninger. zullen optreden die bij hcge produktieaantallen aanlei- 1005399 2 ding kunnen geven tot vermoeiingsscheuren. Het zou in dit verband te verkiezen zijn, het mannelijk matrijsdeel op het vaste deel van de spuitgietmachine te monteren, omdat hierin de tijdens het vormen van produkten optredende 5 drukspanningen minder snel aanleiding zullen geven tot vermoeiingsscheuren. Een dergelijke omgekeerde opstelling van vrouwelijk matrijsdeel en mannelijk matrijsdeel impliceert echter dat de in de spuitgietmachine standaard achter het beweegbare deel daarvan voorhanden uitstoter 10 niet gebruikt zou kunnen worden, aangezien het produkt na het vormen daarvan steeds op het mannelijk matrijsdeel vastkrimpt, zodat een uitstootmechanisme in het mannelijk matrijsdeel verschaft zou moeten worden.
Daarbij levert het met behulp van uitstoters uit de 15 matrijs lossen van met name grote produkten problemen op, doordat de uitstoters synchroon met elkaar in de losrichting werkzaam moeten zijn. Een dergelijke bediening van de uitstoters, bijvoorbeeld op hydraulische wijze, is complex en duur, waarbij meestal de bereikbare onderlinge 20 synchronisatie van de uitstoters te wensen overlaat. Ook een pneumatische bediening is in onvoldoende mate te synchroniseren. Verder bestaat de theoretische mogelijkheid om uitwerppennen middels een uitwerpplaat mechanisch te koppelen en aldus te synchroniseren, waarbij de plaat 25 door willekeurige aandrijfmiddelen kan worden aangedreven. Een dergelijke opstelling vergroot de bouwhoogte van het mannelijk matrijsdeel echter aanzienlijk, waardoor de toepassing van een "hotrunner" met de daarbij behorende hoge kosten onvermijdelijk wordt. Tevens is het in een 30 dergelijke opstelling bijzonder moeilijk om de uitwerppennen op de noodzakelijke plaatsen aan te brengen, omdat de "hotrunner" in de weg zit. De bediening van de eenheden voor het vormen van een holte in het produkt (in een niet-lossende richting) kent soortgelijke problemen.
35 Een ander nadeel van de matrijs volgens de stand van de techniek is de beperkte bereikbare cyclustijd als gevolg van de aanzienlijke benodigde tijd voor het na het vormen van een produkt doen afkoelen van een produktvorm- 1005399 3 wand van de matrijsdelen, welke wand de vorm van een deel van het produkt bepaalt.
Een volgend nadeel van de matrijs, zoals bijvoorbeeld bekend uit EP-A-0 341 797, treedt aan het licht bij 5 het onder voorspanning brengen van het vrouwelijke ma-trijsdeel. In de stand van de techniek wordt hiertoe de mantel van het matrijsdeel aan de buitenzijde daarvan met behulp van een of meer trekconstructies onder drukspan-ning gezet, welke spanning door de mantel op de vulmassa 10 van het matrijsdeel wordt overgebracht. De door de trekconstructies op te wekken spanning kan met de gebruikelijke mechanische middelen, zoals trekstangen en trekan-kers, echter slechts zeer lokaal langs de buitenomtrek van de mantel worden aangebracht, waardoor de verdeling 15 van de aldus teweeggebrachte voorspanning in het inwendige van het matrijsdeel zeer ongelijkmatig is. Bovendien kan deze voorspanning niet of nauwelijks, en in elk geval niet reproduceerbaar gevarieerd worden tijdens het ver-vaardigingsproces van het produkt in de matrijs. Als 20 gevolg van de ongelijkmatige voorspanningsverdeling treden tijdens het gebruik van de matrijs (bij drukken in de orde van 500-1500 bar) in het onder voorspanning staande matrijsdeel vervormingen op die de levensduur van de matrijs beperken doordat als gevolg van de wisselende 25 trekspanningen in de matrijs vermoeiingsscheuren optreden, en die uiteraard direct nadelig doorwerken op de bereikbare maatnauwkeurigheid van het te vormen produkt.
De uitvinding beoogt in de eerste plaats een gelijkmatige voorspanningsverdeling in (de vulmassa van) het 30 matrijsdeel tot stand te brengen, waarbij de hoogte van de voorspanning bovendien snel en reproduceerbaar gevarieerd kan worden.
Voorts beoogt de uitvinding de cyclustijd van het produkt op de spuitgietmachine aanzienlijk te bekorten.
35 Een ander oogmerk van de uitvinding is het verschaf fen van een eenvoudige en goedkope bediening van de uit-stoters en produktholtevormeenheden voor de onderling synchrone beweging daarvan in een matrijsdeel, welke 1005399 4 bediening vanaf een plaats naar keuze op een matrijsdeel kan plaatsvinden.
Voor het bereiken van genoemde doelstellingen verschaft de uitvinding in de eerste plaats een matrijs voor 5 het vervaardigen van kunststofprodukten, omvattende ten minste één matrijsdeel dat een in een mantel opgenomen vulmassa bevat, waarbij het matrijsdeel is voorzien van spanningsmiddelen voor het onder een drukspanning brengen van de vulmassa, welke matrijs daardoor is gekenmerkt, 10 dat binnen de mantel ten minste een drukkussen is aangebracht, dat een drukruimte omsluit, waarbij is voorzien in een fluïdumaansluiting voor het toe- en afvoeren van een fluïdum aan resp. uit de drukruimte. De mantel, die in zichzelf gesloten kan zijn, wordt door de toepassing 15 van een of meer drukkussens op trek belast. De drukkus-sens kunnen in hoofdzaak gelijkmatig verdeeld zijn nabij de binnenzijde van de mantel en in hoofdzaak de gehele oppervlakte daarvan beslaan. Het kan anderzijds voor bepaalde toepassingen afhankelijk van de geometrie van de 20 matrijs en/of het produkt gewenst zijn slechts op bepaalde plaatsen binnen van de mantel een drukkussen aan te brengen voor een specifieke spanningsverdeling in de vulmassa. Met de drukkussens kan een spanning in het matrijsdeel nauwkeurig en snel worden ingesteld. Hierdoor 25 is het zelfs mogelijk, de in het matrijsdeel opgewekte spanning de tijdens een cyclus van het vormen van een produkt optredende drukken te laten volgen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het tenminste ene drukkussen twee platen, bij voorkeur van metaal, die 30 langs de randen daarvan op afdichtende wijze met elkaar zijn verbonden voor het tussen de platen vormen van de drukruimte. De platen, die recht of gebogen kunnen zijn, kunnen praktisch op elkaar liggen, en nemen derhalve bijzonder weinig volume in binnen het matrijsdeel. Voor 3 5 het bereiken van een goede spanningsverdeling in de vulmassa is het samenstel van de platen in een voorkeursuitvoeringsvorm geheel ingebed in de vulmassa. Hiertoe wordt het samenstel van de platen op afstand van de mantel 1005399 5 aangebracht, bijvoorbeeld verbonden met op de mantel aangebrachte nokken.
In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is het tenminste ene drukkussen gevormd door een plaat, die in 5 zichzelf gesloten kan zijn, en langs de randen daarvan op afdichtende wijze met de binnenwand van de mantel is verbonden voor het tussen de mantel en de plaat vormen van de drukruimte. Hierdoor neemt niet alleen de benodigde hoeveelheid materiaal af, maar tevens kan op een-10 voudige wijze een fluïdum-aansluiting tot stand gebracht worden, welke een kanaal door de mantel ter plaatse van de plaat omvat.
Voor een synchrone drukverandering in alle drukkus-sens van een matrijsdeel tegelijk is de fluïdumaanslui-15 ting van elk drukkussen bij voorkeur op één gemeenschappelijke drukbron aangesloten.
Voor het bereiken van genoemde doelstellingen verschaft de uitvinding voorts een matrijs voor het vervaardigen van kunststofprodukten, waarbij elk matrijsdeel een 2 0 produktvormwand omvat voor het vormen van een deel van het produkt, welke matrijs daardoor is gekenmerkt, dat de produktvormwand aan de naar de vulmassa toegekeerde zijde daarvan is voorzien van ten minste een in thermisch contact met de produktvormwand zijnde slang voor een koel-25 fluïdum, waarbij voorts is voorzien in een koelfluïdu-maansluiting voor het toe- en afvoeren van het koel fluïdum aan de ten minste ene slang. Met deze maatregelen kan in korte tijd een grote hoeveelheid warmte uit de (gewoonlijk metalen) produktvormwand worden afgevoerd, 30 zodat een zeer korte cyclustijd van het produkt in de spuitgietmachine kan worden bereikt. Door de slang direkt achter de produktvormwand aan te brengen is de warmteoverdracht naar het koelwater zeer effectief. Bij voorkeur bestaat de slang uit een ribbenbuis. Een dergelijke buis 35 is gemakkelijk vervormbaar waardoor een kleine buigstraal bereikbaar is. Tevens kunnen met een buis temperatuurverschillen gemakkelijk worden opgevangen. Aangezien een ribbenbuis gewoonlijk dunwandig is kan een goede warmteo- 1005399 6 verdracht plaatsvinden. Dit wordt nog versterkt door het feit dat bij lage stroomsnelheden van het koel fluïdum reeds een turbulente stroming plaatsvindt, terwijl tevens een ribbenbuis een groot warmtewisselend oppervlak heeft.
5 Voorts is een ribbenbuis in grote ononderbroken lengten beschikbaar, waardoor met een minimaal aantal koppelingen kan worden volstaan. Een ribbenbuis verschaft een goede hechting met de vulmassa, terwijl tevens aan de vulmassa de mogelijkheid wordt geboden de produktvormwand goed en 10 gelijkmatig te ondersteunen in de ruimten tussen de ribben. De ribbenbuis kan zowel van metaal als van kunststof zijn vervaardigd. De toepassing van een slang maakt het mogelijk om een optimale bedekking van het oppervlak van de produktvormwand te verkrijgen, waarbij bij voorkeur 15 ten minste circa 30% van het oppervlak van de produktvormwand door een of meer slangen is bedekt.
Een goede fixatie van de ten minste ene slang op de produktvormwand wordt verkregen door de ten minste ene slang met een laag mortel of hars aan de produktvormwand 20 te bevestigen. Deze laag moet zowel mechanisch sterk zijn ten behoeve van het dragen van de produktvormwand, als de warmte goed kunnen overdragen.
Voor het bereiken van genoemde doelstellingen verschaft de uitvinding voorts een matrijs voor het vervaar-25 digen van kunststofprodukten, omvattende ten minste één matrijsdeel dat een in een mantel opgenomen vulmassa bevat, welk matrijsdeel is voorzien van een of meer eenheden met een of meer beweegbare delen voor het uitstoten van een in de matrijs gevormd produkt of voor het vormen 30 van een holte in het produkt, welke matrijs daardoor is gekenmerkt, dat elke eenheid wordt aangedreven door middel van een samengestelde kabel, bestaande uit een flexibele slangvormige kabelmantel, bijvoorbeeld van kunststof of metaal, en bijvoorbeeld van schroefvormig gewonden 35 materiaal of bestaande uit een homogene slang, en een flexibele, draadvormige, binnen de kabelmantel beweegbare kabelkern, bijvoorbeeld van getwiste draden of homogeen van samenstelling, van welke kabel een uiteinde is gekop- 1005399 7 peld met voornoemde eenheid en het andere uiteinde is gekoppeld met een aandrijving.
De toepassing van een dergelijke samengestelde kabel voor de aandrijving van een eenheid levert belangrij-5 ke voordelen op: een samengestelde kabel verschaft een direkte mechanische koppeling tussen de aandrijving en de eenheid, waardoor een beweging van de aandrijving onvertraagd en in dezelfde mate kan worden overgedragen aan de eenheid. Dankzij de samengestelde kabel is de opstelling 10 van de eenheid ten opzichte van de aandrijving in principe vrij te kiezen. Een samengestelde kabel kan binnen een beperkt volume, dat in de vulmassa wordt ingenomen, een relatief grote kracht overdragen.
Voor een gunstige opstelling van de aandrijving is 15 de met elke eenheid gekoppelde samengestelde kabel door de mantel van het matrijsdeel doorgevoerd. Aangezien de mantel van het matrijsdeel gewoonlijk de opstaande wand daarvan vormt, kan aldus vermeden worden, dat de aandrijving onder of achter het matrijsdeel zou moeten worden 20 geplaatst. Aldus wordt een grote vrijheid van plaatsing van de aandrijving verkregen.
Voor een synchrone aandrijving van een aantal eenheden met een gelijke functie worden de samengestelde kabels, in het bijzonder de kabelkernen daarvan, onderling 25 mechanisch gekoppeld. Een dergelijke koppeling wordt bij voorkeur op eenvoudige en doeltreffende wijze buiten het matrijsdeel tot stand gebracht. Er kan worden gewerkt met een standaard aan de zijkant van een matrijsdeel aan te bouwen aandrijving die voor verschillende matrijzen kan 3 0 worden toegepast, en ook hergebruikt kan worden voor een volgende matrijs.
Wanneer de samengestelde kabel is bestemd om een drukkracht over te dragen van de aandrijving aan de eenheid, zoals in het geval van een lineair bewegende uit-35 stoter, bestaat de kabelmantel aan de zijde van de aandrijving bij voorkeur gedeeltelijk uit een drukveer, die aan de buitenomtrek daarvan in een ruimte is ondersteund. De windingen van de drukveer voorkomen dat de kabelkern 1005399 δ bij een daarop uitgeoefende drukkracht knikt.
Wanneer de samengestelde kabel is bestemd om een trekkracht over te dragen van de aandrijving aan de eenheid, bestaat de kabelmantel aan de zijde van de eenheid 5 in een voorkeursuitvoeringsvorm gedeeltelijk uit een drukveer, die aan de buitenomtrek daarvan in een ruimte is ondersteund. Voor de bediening van de eenheid kan in een dergelijk geval worden volstaan met een enkelwerkende aandrijving.
10 In dit verband wordt een huls van een elastisch materiaal ook beschouwd als een drukveer.
In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm is de samengestelde kabel binnen de mantel in een slang aangebracht, waardoor de mogelijkheid wordt verschaft, de 15 samengestelde kabel uit het door de slang bepaalde kanaal te verwijderen voor reparatie en onderhoud.
De uitvinding wordt in het navolgende meer in detail toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoor-2 0 snede, toont van een deel van een matrijs volgens de uitvinding; fig. 2 op vergrote schaal een in fig. 1 met II aangegeven detail van de matrijs volgens de uitvinding toont; 25 fig. 2a op vergrote schaal een in fig. 1 met Ha aangegeven detail van de matrijs volgens de uitvinding toont; fig. 3 een bij de in fig. 2 getoonde eenheid behorende uitvoeringsvorm van een samengestelde kabelaandrij-30 ving toont; fig. 3a een bij de in fig. 2a getoonde eenheid behorende uitvoeringsvorm van een samengestelde kabelaandrij-ving toont; fig. 4a en 4b een dwarsdoorsnede van een eerste 35 uitvoeringsvorm van een cilindervormige mantel met druk-kussens volgens de lijn IVa-IVa resp. een aanzicht van de binnenwand van de mantel in uitgeslagen toestand tonen; fig. 5a en 5b een dwarsdoorsnede van een tweede 1005399 9 uitvoeringsvorm van een cilindervormige mantel met druk-kussens volgens de lijn Va-Va resp. een aanzicht van de binnenwand van de mantel in uitgeslagen toestand tonen, en 5 fig. 6a en 6b een dwarsdoorsnede van een derde uit voeringsvorm van een cilindervormige mantel met drukkus-sens volgens de lijn Vla-VIa resp. een aanzicht van de binnenwand van de mantel in uitgeslagen toestand tonen.
In de verschillende figuren hebben gelijke verwij-10 zingscijfers betrekking op gelijke onderdelen of onderdelen met een gelijke functie.
Fig. 1 toont een matrijsdeel dat in zijn geheel met 2 is aangeduid. Het matrijsdeel 2 omvat een mantel 4, gewoonlijk van metaal, waarin een dunne schaal 6, bij-15 voorbeeld van elektrolytisch nikkel, is aangebracht, welke schaal 6 een produktvormwand is die een gedeelte van het in de matrijs te vormen produkt bepaalt. Het matrijsdeel 2 is ter ondersteuning van de schaal 6 opgevuld met een vulmassa 8, die bijvoorbeeld bestaat uit een 20 speciale mortel die met metaalgrit is gemengd. De schaal 6 is aan de naar de vulmassa 8 toegekeerde zijde voor een goede hechting voorzien van een niet nader getoonde hechtlaag. Aan dezelfde zijde is de schaal 6 voorzien van (een) daarmee in thermisch contact zijnde slang(en) 15 25 waardoorheen een koelmiddel kan vloeien voor het koelen van de schaal 6. Het matrijsdeel 2 is aan het van de schaal 6 afgekeerde einde met een afwerklaag 10 afgewerkt .
In de vulmassa 8 zijn grenzend aan de schaal 6 uit-30 stoters 12 aangebracht, welke een in een huls 13 beweegbare stift 14 omvatten die uit het van de vulmassa 8 afgekeerde oppervlak van de schaal 6 bewogen kan worden. De schaal 6 is hiertoe voorzien van geschikte openingen voor het doorlaten van de stift 14. De bediening van de 35 stift 14 van elke uitstoter 12 vindt plaats door middel van samengestelde kabels 16, die zijn geleid naar een centrale plaats 18 op het matrijsdeel 2. Op de werking en de bediening van de uitstoters wordt hierna aan de hand 1005399 10 van fig. 2 en 3 meer in detail ingegaan, waarbij tevens de zich in fig. 1 buiten het matrijsdeel 2 bevindende stiftaandrijfeenheid 20 nader zal worden besproken.
In fig. 1 is voorts getoond, dat in de vulmassa 8 5 een drukkussen 22 is geplaatst op afstand van de mantel 4 van het matrijsdeel 2. Het drukkussen 22 bestaat uit twee platen materiaal die langs de randen daarvan op afdichtende wijze met elkaar zijn verbonden. Aldus is tussen de platen een drukruimte gevormd. Aan de drukruimte kan met 10 behulp van een aansluiting 24 via een door de mantel 4 lopend kanaal 26 een fluïdum worden toegevoerd. Alhoewel in fig. 1 slechts één drukkussen 22 is weergegeven, bevat het matrijsdeel 2 in een praktische uitvoering één of meer drukkussens die zich binnen de mantel 4 uitstrekken, 15 waarbij op één of meer geschikte plaatsen in een aansluiting 24 is voorzien. In het navolgende zullen aan de hand van fig. 4a, 4b, 5a, 5b, 6a en 6b mogelijke alternatieve drukkussenconfiguraties worden beschreven.
Fig. 2 toont een detail van het matrijsdeel 2, waar-20 bij aan de naar de vulmassa 8 gekeerde zijde van de schaal 6 een uitstoter 12 is aangebracht. De uitstoter 12 bestaat in hoofdzaak uit een huls 13 waarin een stift 14 in de richtingen van dubbele pijl 28 kan bewegen, zoals met streeplijnen is geïllustreerd. De huls 13 is verbon-25 den met de flexibele kabelmantel 30 van de samengestelde kabel 16, terwijl een uiteinde van een ten opzichte van de kabelmantel 30 beweegbare, flexibele en op trek en druk belastbare kabelkern 32 van de samengestelde kabel 16 vast is verbonden met de stift 14. In de huls 13 is 30 rondom de kabelkern 32 een schroefdrukveer 36a aange bracht, die in fig. 2 in de ingedrukte toestand is af geheeld, en zal uitveren bij het naar de met streeplijnen aangegeven stand van de stift 14. De stift 14 is voorzien van een conisch uitlopend uiteinde dat kan rusten in een 3 5 conisch uitlopend uiteinde van de huls 13 voor het verkrijgen van een goede afdichting tussen de stift 14 en de huls 13 tijdens het vormen van een produkt in de matrijs.
Fig. 3 toont het nabij de mantel 4 van het matrijs- 1005399 11 deel 2 gelegen andere uiteinde van de in fig. 2 getoonde samengestelde kabel 16, waarvan de kabelmantel 30 en de kabelkern 32 door een gat in de mantel 4 buiten het ma-trijsdeel 2 is gebracht. Op de mantel 4 is een gelei-5 dingshuls 34 aangebracht, waarin de kabelkern 32 van de samengestelde kabel 16 in een schroefdrukveer 36 is geleid. Het uiteinde van de kabelkern 32 is vast verbonden met een zuigerstang 38 van een niet in nader detail getoonde pneumatische of hydraulische cilinder-zuigereen-10 heid 40. In principe kan de cilinder-zuigereenheid 40, wanneer de veerconstante van de veer 36 groter is dan die van de veer 3 6a, of wanneer de veer 3 6a zou ontbreken, enkelwerkend zijn: bij een uitgaande beweging van de zuigerstang 38 in de geleidingshuls 34 wordt de drukveer 15 36, die de kabelkern 32 ondersteunt, samengedrukt, waar bij de veer 36a - indien aanwezig - ontspant; wanneer in de cilinder-zuigereenheid 40 de aandrijfkracht op de zuigerstang 38 wordt weggenomen, drukt de veer 36 de zuigerstang 38 terug, waarbij de veer 36a wordt samenge-20 drukt. Het is natuurlijk ook mogelijk om de veerconstante van de veer 36a groter dan die van de veer 36 te kiezen, of om de veerconstante van de beide veren gelijk aan elkaar te kiezen, in alle gevallen met een bijbehorende besturing van de (eventueel dubbelwerkende) cilinder-25 zuigereenheid 40.
De uitstoter 12 en de samengestelde kabel 16 worden in het matrijsdeel 2 geplaatst voordat de vulmassa 8 wordt aangebracht. Hierbij verschaft de samengestelde kabel 16 een grote flexibiliteit in de keuze van de 3 0 plaats van de uitstoter 12 en de keuze van de plaats van doorvoer van de kabelkern 32 van de samengestelde kabel 16 door de mantel 4. Een voordelige eigenschap van een samengestelde kabel is dat een uiteinde van de kabelkern onvertraagd en in dezelfde mate beweegt als het andere 35 uiteinde van de bodemkabel. Dit maakt de synchrone aandrijving van een aantal eenheden tegelijk zeer gemakkelijk en goedkoop uitvoerbaar. In fig. 1 is hiervan schematisch een voorbeeld gegeven: uit een aantal op de man- 1005399 12 tel 4 van het matrijsdeel 2 aangebrachte geleidingshulzen 34 steken met de kabelkernen 32 van de respectieve samengestelde kabels 16 verbonden pennen 42, die zijn bevestigd op een plaat of strip 44 die vast is verbonden met 5 een zuigerstang 46 van een cilinder-zuigereenheid 48. Dankzij de mechanische koppeling van alle pennen 42 met de zuigerstang 46 drijft de cilinder-zuigereenheid 48 alle pennen 42 tegelijkertijd en over dezelfde afstand aan, waarbij de bij de pennen 42 behorende samengestelde 10 kabels 16 de respectieve stiften 14 van de uitstoters 12 eveneens tegelijkertijd en over dezelfde afstand doen bewegen.
In fig. 2 en 3 is om de kabelmantel 30 een slang 35 aangebracht, waarin de samengestelde kabel 16 kan bewe-15 gen. Hiermee wordt de mogelijkheid geschapen, bij onderhoud en reparatie een samengestelde kabel 16 te vervangen.
Fig. 2a toont een eenheid 12a met een schuif 14a die door middel van de kabelkern 32 van de samengestelde 2 0 kabel 16 kan worden verschoven in de richtingen van dubbele pijl 28a in een huls 13a, tussen de in fig. 2a weergegeven stand en een stand waarin de schuif 14a geheel in de holte van de huls 13a is opgenomen. Zoals uit fig. 1 blijkt, kan een in de matrijs gevormd produkt bij de in 25 fig. 2a aangegeven stand van de schuif 14a niet gelost worden. De schuif 14a dient voorafgaand aan de lossing van het produkt uit de matrijs onder het buitenoppervlak van de schaal 6 bewogen te worden met behulp van de kabelkern 32. Hierbij illustreert fig. 3a een bijbehorende 30 mogelijke aandrijving, waarbij de met de zuigerstang 38 van een cilinder-zuigereenheid 40 verbonden kabelkern 32 door de schroefdrukveer 36, al dan niet in combinatie met de cilinder-zuigereenheid 40, in de gewenste richting kan worden verplaatst.
35 De in fig. 2 en 3 getoonde samengestelde kabel dient in het algemeen grote drukkrachten en relatief kleine trekkrachten te kunnen overdragen. De in fig. 2a en 3a getoonde samengestelde kabel dient grote drukkrachten, 1005399 13 die optreden bij het vormen van een produkt in de matrijs, en aanzienlijke trekkrachten, die optreden bij het uit het produkt trekken van de schuif 14a te kunnen overdragen. Er zijn uiteraard ook combinaties van eenheden 5 12, 12a, samengestelde kabels 16 en aandrijfinrichtingen denkbaar, waarin de samengestelde kabels uitsluitend op trek worden belast: in een eenheid 12 of 12a kan, zoals in fig. 2 is weergegeven, een veerelement 36a worden opgenomen, dat voldoende kracht kan leveren om, indien de 10 eenheid een produktuitstooteenheid is, de vereiste uitstoting van (een deel van) het produkt tot stand te brengen of om, indien de eenheid een produktholtevormende eenheid is, de bij het vormen van het produkt optredende matrijsdruk te weerstaan.
15 In fig. 3a is uitsluitend de kabelkern 32 van de samengestelde kabel 16 door de mantel 4 van het matrijsdeel 2 gevoerd. In fig. 3 zijn zowel de kabelmantel 3 0 als de kabelkern 32 van de samengestelde kabel 16 door de mantel 4 geleid.
20 In fig. 2a is/zijn de slang(en) 15 voor een koelflu- ïdum ingebed in een laag 17 van een mortel of hars.
Fig. 4a en 4b tonen een mogelijke configuratie van drukkussens 50a, 50b, 50c, 50d, 50e en 50f die elk be staan uit twee platen die langs de randen daarvan op 25 afdichtende wijze met elkaar zijn verbonden, waardoor tussen de platen een drukruimte ontstaat. Elk drukkussen 50a-50f is voorzien van een centrale fluïdumaansluiting 52. De drukkussens 50a-50f zijn met behulp van pennen 54 op afstand van de binnenzijde van de mantel 4 opgesteld, 30 en zijn derhalve geheel ingebed in de vulmassa 8. De fluidumaansluitingen 52 van de drukkussens 50a-50f zijn door middel van leidingen 56 met een verdeelstuk 58 verbonden, waaraan via een leiding 60, die buiten de mantel 4 uitmondt, een fluïdum kan worden toegevoerd voor het 35 onder druk brengen van de drukkussens 50a-50f. De drukkussens 50a, 50b, 50d, 50e en 50f strekken zich in hoofdzaak evenwijdig aan de mantel 4 uit, terwijl het drukkussen 50c zich in hoofdzaak dwars op de mantel 4 uitstrekt.
1005399 14
De drukkussens 50a-50f kunnen elk verschillende, aan de gewenste spanningsverdeling in het matrijsdeel 2 aangepaste vorm en afmetingen hebben. Voor de eenvoud is in fig. 4a, 5a en 6a geen aanduiding opgenomen van de eerder 5 aan de hand van fig. 1, 2, 2a, 3 en 3a besproken maatregelen.
Fig. 5a en 5b tonen drukkussens 50g die elk zijn gevormd door een plaat 51 die langs de randen daarvan op afdichtende wijze met de binnenwand van de mantel 4 is 10 verbonden. Elke aldus tussen de mantel 4 en de plaat 51 gevormde drukruimte heeft een zich als een kanaal door de mantel 4 uitstrekkende fluïdumaansluiting 52a.
Fig. 6a en 6b tonen een cilindermantelvormige plaat 51a die langs de randen daarvan op afdichtende wijze met 15 de binnenwand van de mantel 4 is verbonden. Aldus ontstaat tussen de mantel 4 en de plaat 51a een zich langs de binnenomtrek van de mantel 4 uitstrekkend drukkussen 50h met een drukruimte, waaraan via een zich door de mantel 4 uitstrekkende fluïdumaansluiting 52b fluïdum kan 20 worden toegevoerd.
Het zal duidelijk zijn, dat de in het voorgaande beschreven drukkussens, de koeling van de produktwand en de aandrijving m.b.v. samengestelde kabels zowel in combinatie met elkaar als elk afzonderlijk in een matrijs 25 toegepast kunnen worden.
1005399

Claims (20)

1. Matrijs voor het vervaardigen van kunststofproduk-ten, omvattende ten minste één matrijsdeel dat een in een mantel opgenomen vulmassa bevat, waarbij het matrijsdêel is voorzien van spanningsmiddelen voor het onder een 5 drukspanning brengen van de vulmassa, met het kenmerk, dat binnen de mantel (4) ten minste een drukkussen (22; 50a, 50b, 50c, 50d, 50e, 50f, 50g, 50h) is aangebracht, dat een drukruimte omsluit, waarbij is voorzien in een fluïdumaansluiting (24, 26; 52; 52a; 52b) voor het toe- 10 en afvoeren van een fluïdum aan resp. uit de drukruimte.
2. Matrijs volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ten minste ene drukkussen (22; 50a-50f) op afstand van de mantel (4) is aangebracht.
3. Matrijs volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 15 dat het ten minste ene drukkussen (22; 50a-50h) nabij de binnenzijde van de mantel (4) is aangebracht.
4. Matrijs volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het ten minste ene drukkussen (22; 50a-50f) twee platen omvat die langs de randen daarvan op afdich- 20 tende wijze met elkaar zijn verbonden voor het tussen de platen vormen van de drukruimte.
5. Matrijs volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het ten minste ene drukkussen is gevormd door een plaat (51; 51a) die langs de randen daarvan op 25 af dichtende wijze met de binnenwand van de mantel (4) is verbonden voor het tussen de mantel (4) en de plaat vormen (51; 51a) van de drukruimte.
6. Matrijs volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de plaat (51a) in zichzelf gesloten is.
7. Matrijs volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, 1005399 dat de fluïdumaansluiting (52a; 52b) een kanaal door de mantel (4) ter plaatse van de plaat (51; 51a) omvat.
8. Matrijs volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de f luïdumaansluiting (52) van elk drukkus- 5 sen (50a-50f) op één gemeenschappelijke drukbron is aangesloten.
9. Matrijs volgens een van de conclusies 4-8, met het kenmerk, dat de plaat (51; 51a) uit metaal bestaat.
10. Matrijs volgens een van de voorgaande conclusies, 10 waarbij elk matrijsdeel een produktvormwand omvat voor het vormen van een deel van het produkt, met het kenmerk, dat de produktvormwand (6) aan de naar de vulmassa (8) toegekeerde zijde daarvan is voorzien van ten minste een in thermisch contact met de produktvormwand (6) zijnde 15 slang (15) voor een koelfluïdum, waarbij voorts is voorzien in een koel f luïdumaansluiting (15a) voor het toe- en afvoeren van het koelfluïdum aan de ten minste ene slang (15) .
11. Matrijs volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat 20 de ten minste ene slang (15) in een zodanig patroon is aangebracht, dat ten minste ca. 30% van het oppervlak van de produktvormwand (6) daardoor is bedekt.
12. Matrijs volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de ten minste ene slang (15) met een laag (17) mortel 25 of hars aan de produktvormwand is bevestigd.
13. Matrijs volgens conclusie 10, 11 of 12, met het kenmerk, dat de slang (15) bestaat uit een ribbenbuis.
14. Matrijs volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het matrijsdeel is voorzien van een of meer een- 30 heden met een of meer beweegbare delen voor het uitstoten van een in de matrijs gevormd produkt of voor het vormen 1005399 van een holte in het produkt, met het kenmerk, dat elke eenheid (12, 12a) wordt aangedreven door middel van een samengestelde kabel (16), bestaande uit een flexibele slangvormige kabelmantel (30) en een flexibele, draadvor-5 mige, binnen de kabelmantel (30) beweegbare kabelkern (32) , van welke samengestelde kabel (16) een uiteinde is gekoppeld met voornoemde eenheid (12, 12a) en het andere uiteinde is gekoppeld met een aandrijving (20).
15. Matrijs volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat 10 althans de kabelkern (32) van de met elke eenheid (12, 12a) gekoppelde samengestelde kabel (16) door de mantel (4) van het matrijsdeel (2) is doorgevoerd.
16. Matrijs volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat het matrijsdeel (2) een aantal eenheden (12) met een 15 gelijke functie bevat, van welke eenheden (12) de samengestelde kabels (16) onderling mechanisch zijn gekoppeld voor een synchrone aandrijving van de eenheden (12).
17. Matrijs volgens een van de conclusies 14-16, met het kenmerk, dat de samengestelde kabel (16) is bestemd om 20 een drukkracht over te dragen van de aandrijving (20) aan de eenheid (12) , en dat de kabelmantel aan de zijde van de aandrijving (20) gedeeltelijk uit een drukveer (36) bestaat, die aan de buitenomtrek daarvan in een ruimte is ondersteund.
18. Matrijs volgens een van de conclusies 14-17, met het kenmerk, dat de samengestelde kabel (16) is bestemd om een trekkracht over te dragen van de aandrijving (20) aan de eenheid (12) , en dat de kabelmantel aan de zijde van de eenheid (12) gedeeltelijk uit een drukveer (36a) be-3 0 staat, die aan de buitenomtrek in een ruimte is ondersteund.
19. Matrijs volgens een van de conclusies 14-18, met het kenmerk, dat de samengestelde kabel (16) binnen de mantel 1005399 (4) in een slang (35) is aangebracht.
20. Matrijsdeel (2) voor een matrijs volgens een van de conclusies 1-19. 1005399
NL1005399A 1997-02-28 1997-02-28 Matrijs. NL1005399C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005399A NL1005399C2 (nl) 1997-02-28 1997-02-28 Matrijs.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005399A NL1005399C2 (nl) 1997-02-28 1997-02-28 Matrijs.
NL1005399 1997-02-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005399C2 true NL1005399C2 (nl) 1998-08-31

Family

ID=19764504

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005399A NL1005399C2 (nl) 1997-02-28 1997-02-28 Matrijs.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1005399C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE537490C (de) * 1929-09-15 1931-11-04 Jaroslaw S Erste Glimmerwaren Schutzeinlage fuer Formen zum Pressen von geschichtetem Material, wie Mikanit, Hartpapier u. dgl.
US2517902A (en) * 1944-08-31 1950-08-08 George C Luebkeman Molding process and means
US3629030A (en) * 1968-06-12 1971-12-21 Alvin G Ash Method for forming a mandrel and fabricating a duct thereabout
FR2631278A1 (fr) * 1988-05-16 1989-11-17 Leviel Jean Luc Coffrage souple moulable
EP0491650A2 (en) * 1990-12-19 1992-06-24 United Technologies Corporation Conformal composite molding
GB2292332A (en) * 1994-04-22 1996-02-21 Alan Roger Harper Moulding process and apparatus

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE537490C (de) * 1929-09-15 1931-11-04 Jaroslaw S Erste Glimmerwaren Schutzeinlage fuer Formen zum Pressen von geschichtetem Material, wie Mikanit, Hartpapier u. dgl.
US2517902A (en) * 1944-08-31 1950-08-08 George C Luebkeman Molding process and means
US3629030A (en) * 1968-06-12 1971-12-21 Alvin G Ash Method for forming a mandrel and fabricating a duct thereabout
FR2631278A1 (fr) * 1988-05-16 1989-11-17 Leviel Jean Luc Coffrage souple moulable
EP0491650A2 (en) * 1990-12-19 1992-06-24 United Technologies Corporation Conformal composite molding
GB2292332A (en) * 1994-04-22 1996-02-21 Alan Roger Harper Moulding process and apparatus

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR920002391B1 (ko) 금형 고정 방법 및 고정 장치
GB2158389A (en) Apparatus for opening and closing a mould
US6439876B1 (en) Injection molding machine having a platen for uniform distribution of clamping forces
CN106103058B (zh) 用于制造薄壁的塑料型材的方法和装置
US3346924A (en) Injection mold locking device
JPH11207786A (ja) スタックモールド及びスプルーバーアセンブリ
US6171097B1 (en) Device for injection moulding of plastics
JP2000117784A (ja) 中空プラスチック物品を製造するための射出成形機
NL1005399C2 (nl) Matrijs.
CA2384390A1 (en) Releasing undercut moulded containers after a thermoforming process
CN109996661B (zh) 成型机
CN101450521B (zh) 模内装饰的成型装置
KR102135823B1 (ko) 금속을 성형하는 장치 및 방법
JPH0433617B2 (nl)
CN100404155C (zh) 用于内型面的反挤压工艺
CN103507209B (zh) 模内注塑成形方法以及模内注塑装置
CN110978257A (zh) 预压组合立式钢筋混凝土盾构管片生产方法
SE511384C2 (sv) Anordning för formsprutning eller formning av arbetsstycken samt metoder för låsning av formverktyg
WO1996018487A1 (en) Open frame injection molding machine
CN211334284U (zh) 一种强韧型抗刮擦pmma/abs箱体材料的注塑装置
JP4914920B2 (ja) 射出成形機構
US6428727B1 (en) Process and apparatus for preparing a molded article
JP3642934B2 (ja) マグネットロールの成形装置
WO2008033025A2 (en) Apparatus and method for the manufacture of products
JPS5945460B2 (ja) 多連型締装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010901