NL1004551C2

NL1004551C2 - Stoel.

Info

Publication number: NL1004551C2
Application number: NL1004551A
Authority: NL
Inventors: Frans De La Haye
Original assignee: Rpi Advanced Technology Group
Priority date: 1996-11-18
Filing date: 1996-11-18
Publication date: 1998-05-19
Also published as: EP1006842A1; AU5070098A; JP2000510026A; WO1998022004A1; US6056362A

Description

5

STOEL

De uitvinding heeft betrekking op een stoel met middelen om deze een kantelbeweging te geven.

Een dergelijke stoel in de vorm van met name een bureaustoel is algemeen bekend. De bekende kantoorstoel is uit ergonomisch oogpunt aantrekkelijk, daar deze een efficiënte zithouding voor bijvoorbeeld een typiste waarborgt.

10

Een bezwaar van de bekende stoel is dat deze ongeschikt is in het bijzonder voor zogenaamde "virtual reality"-toepassingen. Bij "virtual reality"-systemen is sprake van een wisselwerking tussen een gebruiker en een gesyntheti-15 seerde, verwerkte omgeving, waarbij de gebruiker beelden van de omgeving ziet en gelijktijdig andere daarmee verbonden zintuiglijke waarnemingen (zoals horen, ruiken en tast) ervaart. Indien een gebruiker bij voorbeeld in wisselwerking wil treden met een "natuur"-omgeving, zoals 20 een strand, worden daarmee corresponderende zintuiglijke waarnemingen, zoals beeld, geluid, reuk en gevoel op synthetische wijze aan de gebruiker gepresenteerd. Tot nu toe is geen stoel ontwikkeld die op geschikte wijze binnen het eerder geschetste "virtual reality"-gebied kan worden 25 toegepast.

Het is het doel van de uitvinding een stoel te verschaffen die in het bijzonder, doch niet uitsluitend kan worden toegepast in "virtual reality"-systemen, en daartoe heeft 30 een stoel van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat de middelen een onderstel bevatten voorzien van een stationair onderframe en een daarboven gelegen stoelframe, welke met elkaar zijn verbonden middels ten minste één in elk frame scharnierbaar 35 gelagerde verbindingsarm. In het bijzonder lopen de 1004551 2 scharnierassen daarbij evenwijdig aan elkaar. Aldus wordt een in twee richtingen kantelbare stoel gerealiseerd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een stoel overeenkom-5 stig de uitvinding is voorzien in twee verbindingsarmen, terwijl de scharnierassen althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar lopen. Bij voorkeur is de afstand tussen de verbindingsassen in het onderframe groter dan die in het stoelframe. Het onderstel vormt derhalve een trapezium, 10 waarbij het trapeziumvormende delen ten opzichte van elkaar kunnen worden bewogen.

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van een stoel volgens de uitvinding bevatten de middelen voorts een bij 15 voorkeur lineaire actuator, die is verbonden tussen twee onderling beweegbare delen van het onderstel. Deze actuator, die in het bijzonder een zuiger/cilinder-eenheid bevat, is daarbij bij voorkeur verbonden tussen het onderen stoelframe.

20

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van een stoel overeenkomstig de uitvinding staan de scharnierassen althans nagenoeg loodrecht op de dwarsrichting van de stoel.

25

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van een stoel volgens de uitvinding is de stoel zwenkbaar ten opzichte van het stoelframe daarmee verbonden, bij voorkeur in een vlak althans nagenoeg evenwijdig aan de eerdergenoemde 30 scharnierassen. In het bijzonder wordt deze zwenkbaarheid gerealiseerd door de stoel te lageren in twee tegenover elkaar gelegen, opstaande delen van het stoelframe.

1004551 3

In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm van een stoel overeenkomstig de uitvinding bevatten de middelen voorts een bij voorkeur lineaire actuator die is verbonden tussen de stoel en het onderstel, in het bijzonder aan het 5 stationaire onderframe daarvan.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een onderstel kennelijk geschikt voor toepassen in een stoel volgens de uitvinding.

10

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een stoel 15 overeenkomstig de uitvinding schematisch toont; figuur 2 respectievelijk figuur 3 een schematisch voor- respectievelijk zijaanzicht van de stoel van figuur 1 weergeeft; 20 figuur 4 correspondeert met figuur 3, met dien verstande dat de stoel in diverse standen is getekend; figuren 5 en 6 corresponderen met figuur 2, waarbij 25 thans sprake is van diverse kantelstanden van de stoel; en figuur 7 betrekking heeft op een andere uitvindings-vorm van de stoel volgens de uitvinding dan die 30 getekend in figuur 1.

In figuur 1 onderscheidt men een voorkeursuitvoeringsvari-ant van een stoel 1 volgens de uitvinding, welke stoel 1 een zitting 2, een rugleuning 3, armleuningen 4, een 1004551 4 beensteun 5, alsmede een onderstel £ bevat. Dit onderstel 6 is opgebouwd uit een stationair, dat wil zeggen niet-beweegbaar onderframe 7 rustend op de grond, en een daarboven zich bevindend stoelframe 8. Beide frames 7,8 5 zijn aan elkaar bevestigd door middel van vier verbindings-armen 9, die langs scharnierassen 10 scharnierbaar in het desbetreffende frame 7,8 zijn gelagerd. Het onderstel & heeft de vorm van een trapezium, waardoor met behulp van een tussen beide frames 7,8 bevestigde zuiger/cilinder-10 eenheid 11 kantelbewegingen kunnen worden uitgevoerd, die aan de hand van figuren 5 en 6 nog nader uiteen zullen worden gezet. De zuiger/cilinder-eenheid 11 is in het bijzonder pneumatisch of hydraulisch aangedreven. Om een additionele kantelbeweging van de stoel 1 in een vlak 15 evenwijdig aan de scharnierassen 10 te bewerkstelligen, is het geheel van zitting 2, rugleuning 3, armleuningen 4 en beensteun 5 zwenkbaar gelagerd in opstaande delen 12 van het stoelframe 8. Daartoe reiken scharnierassen 13 van de delen 12 in corresponderende gaten in de armleuning 4. De 20 eerdergenoemde zwenkbeweging, die door eenzelfde zuiger/cilinder-eenheid 14 als de eenheid 11 wordt gerealiseerd, zal aan de hand van figuur 4 nog nader worden toegelicht. De genoemde zwenk- of kantelbeweging in een vlak parallel aan de scharnierassen 10 kan behalve door de 25 constructie van figuur 1 ook worden bewerkstelligd door een in figuur 7 getekende constructie, welke straks zal worden beschreven.

Figuur 2 respectievelijk figuur 3 laat een schematisch 30 voor- respectievelijk zijaanzicht zien van de stoel 1 van figuur 1, waarbij delen die met die van figuur 1 corresponderen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid.

1004551 5

Figuur 4 correspondeert met figuur 3, met dien verstande dat in gestippelde lijnen tevens kantel- of zwenkbewegingen van het geheel van zitting 2, rugleuning 3, armleuningen 4 en beensteun 5 zijn getoond. Zoals duidelijk is weergege-5 ven, wordt deze zwenkbeweging mogelijk gemaakt door de zuiger/cilinder-eenheid 14, dat wil zeggen door het in en uit de cilinder schuiven van de zuiger.

Figuren 5 en 6 corresponderen met figuur 2; echter, in 10 figuur 5 is door werking van de zuiger/cilinder-eenheid 11 sprake van een kantelbeweging in de richting van de pijl 13 (het oorspronkelijk trapeziumvormige onderstel 6. van figuur 2 is in figuur 5 als het ware "vervormd" resulterend in de desbetreffende kantelbeweging), terwijl in figuur 6 15 eveneens door actie van de zuiger/cilinder-eenheid 11 een corresponderende, tegengestelde kantelbeweging in de richting van de pijl 16 is getoond. In figuur 6 is de in figuur 5 getekende kantelstand met gestippelde lijnen weergegeven.

20

Het zal duidelijk zijn dat in het bijzonder door computergestuurde samenwerking van - in het algemeen - de lineaire actuatoren 11,14, een gecombineerde beweging van enerzijds de kantelbeweging in de richting van de pijlen 15 en 16 25 (door middel van de actuator 11) en anderzijds de kantel-of zwenkbeweging om de scharnierassen 13 (als gevolg van de actuator 14) bij voorkeur bij "virtual reality"-systemen zeer doelmatig is met relatief eenvoudige en derhalve goedkope componenten.

30

De constructie van figuur 7 verschilt met die van figuur 1 in een andere realisatie van de zwenk- of kantelbeweging van het geheel van zitting 2, rugleuning 3, armleuningen 4 en beensteun 5 in een vlak evenwijdig aan de scharnierassen 1004551 6 10. Delen die met die van figuur 1 corresponderen zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. Gebruik is gemaakt van een tussen het onder- en het stoelframe gelegen tussenframe 17, dat op een corresponderende wijze als het 5 stoelframe 8 van figuur 1 met het onderframe 7 is verbonden. Echter, het stoelframe 8 van figuur 7 is zodanig middels verbindingsarmen 9' aan het tussenframe 17 bevestigd dat, via een scharniering van deze verbindingsarmen 9' om scharnierassen 10' gelagerd in het stoel- en het 10 tussenframe, een kantelbeweging van het geheel van zitting 2, rugleuning 3, armleuningen 4 en beensteun 5 mogelijk is, en wel in een vlak parallel aan de scharnierassen 10. Feitelijk is het onderstel 6. opgebouwd uit twee dwars op elkaar aangebrachte trapezia. De afstand tussen de 15 verbindingsarmen 9' in het tussenframe 17 is dan ook groter dan die in het stoelframe 8, net zoals - gelijk figuur 1 -de afstand tussen de verbindingsarmen 9 in het onderframe 7 groter is dan die in het tussenframe 17.

20 Van belang bij de constructies volgens de figuren 1 en 7 is dat het massamiddelpunt bij gebruik van het geheel op buikhoogte van een gebruiker ligt, hetgeen bewegingsziekte tegengaat en hetgeen er voor zorgt dat de bewegingsenvelop-pe ten opzichte van de grond zo klein mogelijk is.

25

De uitvinding beperkt zich niet tot de in de figuren getekende uitvoeringsvormen, doch strekt zich tevens uit tot andere varianten.

1004551

Claims

1. Stoel met middelen om deze een kantelbeweging te geven, met het kenmerk, dat de middelen een onderstel 5 omvatten voorzien van een stationair onderframe en een daarboven gelegen stoelframe, welke met elkaar zijn verbonden middels ten minste één in elk frame schar-nierbaar gelagerde verbindingsarm.

2. Stoel volgens conclusie 1, waarbij is voorzien in twee verbindingsarmen, terwijl de scharnierassen althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar lopen.

3. Stoel volgens conclusie 2, waarbij de afstand tussen 15 de verbindingsarmen in het onderframe groter is dan die in het stoelframe.

4. Stoel volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 3, waarbij de middelen voorts een bij voorkeur 20 lineaire actuator bevatten, die is verbonden tussen twee onderling beweegbare delen van het onderstel.

5. Stoel volgens conclusie 4, waarbij de actuator is verbonden tussen het onder- en het stoelframe. 25

6. Stoel volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij de scharnierassen althans nagenoeg loodrecht op de dwarsrichting van de stoel staan. 1 1004551

7. Stoel volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij deze zwenkbaar ten opzichte van het stoelframe daarmee is verbonden.

8. Stoel volgens conclusie 7, waarbij deze zwenkbaar is in een vlak althans nagenoeg evenwijdig aan de scharnierassen.

9. Stoel volgens conclusie 7 of 8, waarbij deze zwenkbaar is gelagerd in twee tegenover elkaar gelegen, opstaande delen van het stoelframe.

10. Stoel volgens conclusie 7,8 of 9, waarbij de middelen 10 voorts een bij voorkeur lineaire actuator bevatten, die is verbonden tussen de stoel en het onderstel.

11. Stoel volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 10 toegepast in "virtual reality"-inrichtingen. 15

12. Onderstel kennelijk geschikt voor toepassing in een stoel volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 11. 1004551