NL1003857C1 - Werkwijze voor het inspecteren van pijpleidingen, voor het reinigen van pijpleidingen en een inrichting voor het uitvoeren van dergelijke werkwijzen. - Google Patents

Werkwijze voor het inspecteren van pijpleidingen, voor het reinigen van pijpleidingen en een inrichting voor het uitvoeren van dergelijke werkwijzen. Download PDF

Info

Publication number
NL1003857C1
NL1003857C1 NL1003857A NL1003857A NL1003857C1 NL 1003857 C1 NL1003857 C1 NL 1003857C1 NL 1003857 A NL1003857 A NL 1003857A NL 1003857 A NL1003857 A NL 1003857A NL 1003857 C1 NL1003857 C1 NL 1003857C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vehicle
pipeline
liquid
pump
spray head
Prior art date
Application number
NL1003857A
Other languages
English (en)
Inventor
Robert Van Agthoven
Jan Arie De Raad
Original Assignee
Roentgen Tech Dienst Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Roentgen Tech Dienst Bv filed Critical Roentgen Tech Dienst Bv
Priority to NL1003857A priority Critical patent/NL1003857C1/nl
Priority to PCT/NL1997/000477 priority patent/WO1998007532A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1003857C1 publication Critical patent/NL1003857C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B9/00Cleaning hollow articles by methods or apparatus specially adapted thereto 
    • B08B9/02Cleaning pipes or tubes or systems of pipes or tubes
    • B08B9/027Cleaning the internal surfaces; Removal of blockages
    • B08B9/04Cleaning the internal surfaces; Removal of blockages using cleaning devices introduced into and moved along the pipes
    • B08B9/049Cleaning the internal surfaces; Removal of blockages using cleaning devices introduced into and moved along the pipes having self-contained propelling means for moving the cleaning devices along the pipes, i.e. self-propelled

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Cleaning In General (AREA)

Description

Titel: Werkwijze voor het inspecteren van pijpleidingen, voor het reinigen van pijpleidingen en een inrichting voor het uitvoeren van dergelijke werkwijzen.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het inspecteren van pijpleidingen die worden gebruikt voor het transporteren van olie, gas en/of hiervan afgeleide raffinage-producten. De uitvinding heeft voorts betrekking op een 5 werkwijze voor het reinigen van dergelijke pijpleidingen.
Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een systeem voor het uitvoeren van dergelijke werkwijzen.
Voor het met olie en/of hiervan afgeleide raffinage-producten laden van schepen vanaf een raffinaderij op de vaste 10 wal wordt veelal gebruik gemaakt van pijpleidingen die op de zeebodem liggen. Deze pijpleidingen verbinden een zogenaamde "charge facility" met de verwerkingsinstallatie c.q. opslag (hierna genoemd "installatie") op de wal. Tevens is het bekend om op deze wijze een tankpark op de vaste wal met een 15 zogenaamde "discharge facility" te verbinden teneinde de lading olie en/of hiervan afgeleide raffinage-producten, die zich in een schip bevinden, over te brengen naar het tankpark.
De lengte van dergelijke pijpleidingen varieert meestal van 1-15 kilometer. De wanden van deze pijpleidingen behoren 20 met enige regelmaat te worden geïnspecteerd om corrosie te constateren. Het doel van de inspectie is het detecteren en registreren van zwakke plekken in de pijpleiding zodat maatregelen kunnen worden genomen om lekkage te voorkomen.
De inspecties van de wanden van de met vloeistof gevulde 25 pijpleidingen worden met op zich bekende inrichtingen uitgevoerd. Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van ultrageluid. De reflecties van dat geluid tegen de wand worden gedetecteerd en geanalyseerd. Aan de hand van de aard van de reflecties kan een analyse van de wand worden uitgevoerd en corrosieplekken 30 worden gedetecteerd en gekwantificeerd.
Het uitvoeren van een inspectie wordt echter bemoeilijkt doordat de wand vervuilt is. Dit is vaak een paraffine-achtige 1003857 2 substantie, waarvan de dikte tot enkele centimeters kan oplopen. Voor een goede meting met behulp van ultrageluid is het echter noodzakelijk dat de aanslag op de wand niet meer dan 1 millimeter dik is. Ook kan in de corrosieplekken 5 paraffine-achtige substantie aanwezig zijn. Het gevolg is dat de inspectie van de wanden van de pijpleidingen niet goed kan worden uitgevoerd. Eerder is gedacht om deze pijpleidingen door te spoelen met een vloeistof zoals water teneinde de leidingen vooraf aan de inspectie te reinigen. Het blijkt 10 echter dat op deze wijze pijpleidingen veelal toch niet voldoende schoon worden gemaakt voor het uitvoeren van een goede inspectie. In het bijzonder wanneer de diameter van de pijpleiding toeneemt, zal bij een gelijkblijvend debiet de vloeistofsnelheid in de leiding afnemen met als gevolg dat 15 genoemde vervuiling in de leiding niet wordt weggespoeld.
De uitvinding beoogt een oplossing te geven voor het hierboven geschetste probleem. Hierbij kan de werkwijze eveneens worden toegepast bij land-pijpleidingen. De werkwijze voor het inspecteren van de pijpleiding omvat hiertoe 20 overeenkomstig de uitvinding de volgende stappen: - het in de pijpleiding positioneren van een voertuig waarbij het voertuig is voorzien van een motor voor het aandrijven van het voertuig, tenminste een sproeikop voor het genereren van een vloeistofstraal en een voertuigpomp 25 voor het onder druk toevoeren van een vloeistof aan de sproeikop; - het toevoeren van energie aan de motor van het voertuig zodat het voertuig door de pijpleiding rijdt; - het toevoeren van de vloeistof en energie aan de 30 voertuigpomp zodat de sproeikop tegen althans een deel van de binnenwand van de pijpleiding spuit voor het reinigen van de binnenwand; en - het inspecteren van althans het gereinigde gedeelte van de pijpleidingen.
35 Doordat overeenkomstig de uitvinding de binnenwand van de pijpleiding ter plekke door een hogedrukvloeistofstraal wordt bewerkt, kan deze goed worden gereinigd. Hierdoor wordt een 1003857 3 goede inspectie van de pijpleiding mogelijk. Doordat de pomp zich in de leiding bevindt, kan ter plekke door de pomp een vloeistofstraal met een hoge druk worden gegenereerd.
In het verleden is eraan gedacht een pomp buiten de 5 pijpleiding op te stellen, waarbij de door de pomp afgegeven vloeistof via een lange slang naar de te reinigen locatie in de pijpleiding wordt toegevoerd. Het blijkt echter dat zich in de slang, in het bijzonder wanneer deze langer is dan 1 kilometer, een dusdanig grote drukval voordoet dat het niet 10 meer mogelijk is de pijpleiding ter plaatse goed te reinigen. Doordat overeenkomstig de uitvinding de pomp zich in de pijpleiding bevindt, in het bijzonder in de nabijheid van de te reinigen locatie in de pijpleiding, is het probleem van de drukval overeenkomstig de uitvinding opgelost.
15 Overeenkomstig een bijzondere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt het voertuig getransporteerd door de pijpleiding wanneer deze is gevuld met een vloeistof. Bij voorkeur wordt dan het voertuig getransporteerd door de pijpleiding wanneer deze is gevuld met de in de ZO pijpleiding voor transport aanwezige vloeibare producten en worden de in de pijpleiding voor transport aanwezige vloeibare producten aan de voertuigpomp toegevoerd voor het reinigen van de binnenwand.
Volgens een alternatief worden de in de pijpleiding voor 25 transport aanwezige producten weggepompt en wordt een andere vloeistof aan de binnenzijde van de pijpleiding toegevoerd.
Bij voorkeur wordt dan het voertuig getransporteerd door de pijpleiding wanneer deze met de andere vloeistof is gevuld en wordt de in de pijpleiding aanwezige andere vloeistof aan de 30 voertuigpomp toegevoerd voor het reinigen van de binnenwand.
Volgens deze aspecten van de uitvinding wordt op een bijzonder eenvoudige en efficiënte manier vloeistof aan de pomp toegevoerd.
Volgens een andere variant van de uitvinding wordt met 35 behulp van een zich buiten de pijpleiding bevindende externe pomp via een flexibele aanvoerslang vloeistof aan de voertuigpomp toegevoerd. De pomp die zich in de leiding 1003857 4 bevindt, functioneert dan als een boosterpomp teneinde er zorg voor te dragen dat een voldoende krachtige straal wordt ontwikkeld voor het reinigen van de leiding.
Volgens een zeer efficiënte uitvoeringsvorm van de 5 werkwijze volgens de uitvinding wordt de inspectie van de pijpleiding uitgevoerd met behulp van middelen die althans voor een deel staan opgesteld op het voertuig. Op deze manier zou het zelfs mogelijk zijn dat het reinigen en het vervolgens inspecteren van de pijpleiding in één handeling wordt 10 uitgevoerd.
Het systeem voor het reinigen van pijpleidingen heeft overeenkomstig de uitvinding als kenmerk, dat het systeem een voertuig omvat dat is voorzien van een motor voor het aandrijven van het voertuig, tenminste een sproeikop voor het genere-15 ren van een vloeistofstraal en een voertuigpomp voor het onder druk toevoeren van vloeistof aan de sproeikop waarbij het systeem verder is voorzien van vloeistoftoevoermiddelen voor het toevoeren van vloeistof aan de voertuigpomp.
Een werkwijze voor het reinigen van pijpleidingen omvat 20 overeenkomstig de uitvinding de volgende stappen: - het in de pijpleiding positioneren van een voertuig waarbij het voertuig is voorzien van een motor voor het aandrijven van het voertuig, tenminste een sproeikop voor het genereren van een vloeistofstraal en een voertuigpomp 25 voor het onder druk toevoeren van een vloeistof aan de sproeikop; - het toevoeren van energie aan de motor van het voertuig zodat het voertuig door de pijpleiding rijdt; en - het toevoeren van de vloeistof en energie aan de 30 voertuigpomp zodat de sproeikop tegen althans een deel van de binnenwand van de pijpleiding spuit voor het reinigen van de binnenwand.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: 35 Figuur 1 een pijpleiding die dient te worden gereinigd; 1003857 5 figuur 2 schematisch een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een systeem overeenkomstig de uitvinding voor het uitvoeren van een werkwijze overeenkomstig de uitvinding; figuur 3 schematisch een dwarsdoorsnede van het systeem 5 volgens figuren 2 en 4; en figuur 4 een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een pijpleiding die dient te worden gereinigd.
In figuur 1 is met referentienummer 1 een opslag c.q. verwerkingsinrichting (installatie) aangeduid. Voorts is met 10 referentienummer 2 een ladingsfaciliteit (charge facility) 2 aangeduid voor het ter plekke via een leiding 4 laden van een schip 6 met een raffinage-product van de installatie 1. Hiertoe is de installatie 1 via een (onderwater)pijpleiding 8 met de ladingsfaciliteit 2 verbonden. Via de pijpleiding 8 wordt 15 het raffinage-product van de installatie 1 naar de ladingsfaciliteit 2 gepompt. Het schip 6 kan ter plekke bij de ladingsfaciliteit 2 worden geladen. Ook wanneer het schip 6 moet worden ontladen, kan van een vergelijkbare inrichting gebruik worden gemaakt. De faciliteit fungeert dan als ontla-20 dingsfaciliLeit 3, waarbij het raffinage-product van het schip 6 naar de ontladingsfaciliteit 3 wordt gepompt en vervolgens van de ontladingsfaciliteit 3 via de pijpleiding 8 naar een tankopslagplaats 10.
De pijpleiding 8 kan een lengte hebben van bijvoorbeeld 25 1-15 kilometer.
De pijpleiding 8 is van staal vervaardigd en derhalve gevoelig voor corrosie. In het bijzonder ontstaan op de binnenwand van de pijpleiding zogenaamde corrosieplaatsen, ook corrosie aan het buitenoppervlak kan voorkomen. Deze 30 corrosieplaatsen kunnen een lekkage van de pijpleiding en hiermee brand of een onveilige situatie doen ontstaan of een vervuiling van het milieu met zich brengen. Daarom is het gewenst de pijpleiding 8 over zijn volledige afstand te inspecteren op onvolkomenheden. Het door de pijpleiding te 35 transporteren product kan in de leiding blijven of vervangen worden door een andere vloeistof zoals (zee)water. Vervolgens 1 0 0 3 8 5 7 6 kan met behulp van ultrageluid en het meten van reflecties van de pijpwand, een analyse van de wand worden uitgevoerd.
Figuur 2 toont een systeem 12 overeenkomstig de uitvinding voor het reinigen voor verbeterd inspecteren van de 5 pijpleiding 8. Het systeem 12 is bijvoorbeeld vanaf de installatie 1 bij de pijpleiding 8 ingebracht. Het is uiteraard evéneens mogelijk het systeem 12 op een andere wijze bij de pijpleiding 8 in te brengen. De wijze waarop het systeem 12 bij de pijpleiding 8 wordt ingebracht is niet 10 essentieel voor de vinding.
Volgens een mogelijke uitvoeringsvorm van het systeem, zoals getoond in de figuren 2 en 3, bestaat het systeem uit een voertuig 14 dat is voorzien van een motor 16 voor het aandrijven van het voertuig 14. Het voertuig is voorts 15 voorzien van een sproeikop 18 voor het afgeven van een vloeistofstraal 20 en een voertuigpomp 22 voor het onder druk via leiding 24 toevoeren van vloeistof aan de sproeikop 18.
Het systeem is voorts voorzien van vloeistoftoevoermiddelen 26 voor het toevoeren van vloeistof aan de voertuigpomp 22. De 20 vloeistoftoevoermiddelen 26 omvatten in dit voorbeeld tenminste een zuigmond 28 die via een leiding 30 met de voertuigpomp 22 is verbonden. Hierbij is in de leiding 30 nog een filter 32 geplaatst. De voertuigpomp 22 is in dit voorbeeld een elektrisch aangedreven pomp die in gebruik een 25 vloeistofdruk van tenminste 80 bar genereert. Omdat de afstand tussen de voertuigpomp 22 en de sproeikop 18 in dit voorbeeld klein is (bijvoorbeeld kleiner dan 15 meter), zal zich in de leiding 24 geen noemenswaardige drukval voordoen, zodat de genoemde 80 bar althans nagenoeg volledig bij de sproeikop 18 30 beschikbaar is. Ook de motor 16 is in dit voorbeeld elektrisch aangedreven. Het systeem is verder voorzien van een flexibele elektrische kabel 34 voor het toevoeren van elektrische energie aan de motor 16 en de voertuigpomp 22 van het voertuig. In dit voorbeeld strekt de kabel 34 zich uit vanaf het 35 voertuig naar het einde van de pijpleiding 8 bij de installatie 1. In of nabij de installatie 1 is in een gedeelte van de pijpleiding 8, dat zich boven vloeistof uitstrekt, een 1003857 7 opening gemaakt waardoor het voertuig 14 in de leiding 8 is gebracht en waardoor de kabel 34 zich naar buiten de leiding uitstrekt voor toevoer van energie aan deze kabel 34. De elektrische kabel heeft tenminste een lengte van 1 kilometer 5 en in dit voorbeeld zelf een lengte van 15 kilometer teneinde het mogelijk te maken dat het voertuig 14 door de gehele pijpleiding 8 kan rijden tot nabij de ladingsfaciliteit 2. Omdat de vervuiling van de leiding zich vooral in een onderste gedeelte, dat in figuur 3 met de pijl 36 is aangegeven, 10 bevindt, is de sproeikop 18 althans in hoofdzaak naar beneden gericht. Het gevolg is dat een vloeistofstraal wordt gegenereerd die in hoofdzaak naar beneden toe is gericht en die tenminste een gebied, dat in figuur 3 met de pijl 38 is aangegeven, van de pijpleiding 8 bestrijkt.
15 De werking van het systeem is als volgt. Zoals gezegd is de pijpleiding 8 met vloeistof 40 gevuld. Vervolgens is in de pijpleiding 8 het voertuig 14 gepositioneerd. Via de elektrische kabel 34 wordt energie aan de motor 16 van het voertuig 14 toegevoerd, zodat het voertuig door de pijpleiding 20 gaat rijden. Tevens wordt energie toegevoerd aan de voertuig-pomp 22. Het gevolg is dat de voertuigpomp 22 via de zuigmond 28 vloeistof zal aanzuigen om dit vervolgens in de vorm van de vloeistofstraal 20 via de sproeikop 18 te verspuiten. Hierdoor zal de sproeikop tegen het genoemde gedeelte 38 van de binnen-25 wand van de pijpleiding spuiten voor het reinigen van de binnenwand. Al rijdend wordt op deze wijze althans nagenoeg de gehele pijpleidinglengte gereinigd. In dit voorbeeld zal het voertuig over een afstand die groter is dan 1 kilometer door de pijpleiding rijden. Nadat een gedeelte van de binnenwand is 30 gereinigd, kan dit gedeelte op op zich bekende wijze worden geïnspecteerd met behulp van ultrageluid. Hierbij wordt ultrageluid uitgezonden en de reflecties van de pijpleidingwand gedetecteerd en geanalyseerd. Uit deze op zich bekende analyse kan relevante informatie over de aanwezigheid van bijvoorbeeld 35 corrosieplaatsen in pijpleiding 8 worden verkregen.
Voorts kunnen gelijke middelen op het voertuig 14 staan opgesteld om de effectiviteit van het reiningingsproces te 1003857 8 kunnen controleren. Deze middelen bestaan in dit voorbeeld uit een ultrasoon systeem en sensor 42. De door het ultrasone systeem gegenereerde signalen kunnen bijvoorbeeld via de kabel 34 aan een registratiemiddel, dat bij de installatie 1 5 staat opgesteld, worden toegevoerd voor verdere verwerking. Omdat in dit voorbeeld het voertuig 14 in de tekening van links naar rechts beweegt, betekent dit dat de middelen, voor het uitvoeren van de inspectie, een ongereinigde pijpleiding analyseren. Bij voorkeur omvatten de middelen voor het 10 uitvoeren van de inspectie tevens een tweede ultrasoon systeem en een tweede sensor 44, die eveneens met het voertuig 14 zijn verbonden. In dit geval is de tweede sensor 44 dusdanig opgesteld dat deze zich vóór het voertuig 14, maar achter de spuitmond 18 bevindt en aldus een gereinigde pijpleiding 15 analyseert. Door de informatie over gereinigde en niet gereinigde plaatsen op op zich bekende wijze in combinatie te verwerken en te vergelijken, kan de effectiviteit van de reiniging worden vastgesteld. In het bijzonder heeft de elektrische kabel 34 een (gekozen) soortelijk gewicht dat 20 althans nagenoeg overeenkomt met het soortelijk gewicht van de voorafbepaalde vloeistof waarmee de pijpleiding 8 is gevuld. Hierdoor zal de elektrische kabel 34 in de pijpleiding 8 gaan zweven. De zwevende elektrische kabel 34 heeft als voordeel dat deze het voertuig nauwelijks hindert bij het rijden. Het 25 voertuig behoeft de kabel 34 dan immers niet dusdanig over de pijpbodem te slepen dat hierbij een grote wrijving moet worden overwonnen.
In figuur 4 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm van het systeem overeenkomstig de uitvinding getoond, waarin met 30 figuur 2 overeenkomende onderdelen van eenzelfde referentie-nummer zijn voorzien.
Overeenkomstig de bijzondere uitvoeringsvorm van het systeem, zoals getoond in figuur 4, omvatten de vloeistoftoe-voermiddelen 26 een externe pomp 46 en een flexibele aanvoer-35 slang 48. Hierbij is een uitgang 50 van de externe pomp 46 via de flexibele aanvoerslang 48 met een ingang 52 van de voertuigpomp 22 verbonden. De flexibele aanvoerslang 48 heeft 1003857 9 evenals de elektrische kabel 34 een lengte van tenminste 1 kilometer en in dit geval zelfs een lengte tot 15 kilometer.
De externe pomp 46 staat los opgesteld van het voertuig. In dit voorbeeld is de externe pomp 46 buiten de leiding 8 bij de 5 installatie 1 opgesteld. Zoals getoond in figuur 4 wordt met behulp van een voedingsbron 54 via de elektrische kabbel 34 elektrische energie aan de pomp 22 en de motor 16 toegevoerd. De werking van het systeem volgens figuur 4 is als volgt.
Het eventueel vervangen van de in de pijpleiding aanwe-10 zige olie en/of hiervan afgeleide raffinage-producten door een andere vloeistof zoals (zee)water.
Op de bodem van de volledig met vloeistof gevulde pijpleiding kan zich nog een paraffine-achtige substantie bevinden, die dient te worden verwijderd om een optimale 15 inspectie van de wand van de pijpleiding 8 mogelijk te maken. Het voertuig 14 wordt geheel vergelijkbaar, zoals in relatie met figuur 2 is omschreven, in de pijpleiding 8 gepositioneerd. Met behulp van de voeding 54 wordt elektrische energie aan de pomp 22 en de motor 16 toegevoerd. Tegelijkertijd wordt 2 0 met behulp van de externe pomp 46 vloeistox. aan de voertuig-pomp 22 toegevoerd. De externe pomp 46 betreft bijvoorbeeld een hogedrukpomp van 500 bar of meer. Doordat de flexibele leiding 48 een lengte heeft van ongeveer 15 kilometer zal zich over deze leiding een zeer grote drukval voordoen. De voer-25 tuigpomp 22 fungeert dan als boosterpomp om de relatief lage druk in de leiding 48 nabij het voertuig 14 te verhogen tot een gewenst niveau van bijvoorbeeld 80 bar. De sproeikop 18 zal derhalve wederom een vloeistofstraal 20 afgeven met de vereiste druk van bijvoorbeeld 80 bar. Het voertuig, zoals 30 getoond in figuur 4, zal derhalve eveneens door de pijpleiding 8 gaan rijden terwijl de in hoofdzaak naar beneden gerichte sproeikop 18 een vloeistofstraal 20 genereert, die de op de bodem van de pijpleiding 8 achtergebleven paraffine-achtige substantie verwijderd teneinde een goede inspectie van de wand 35 van de pijpleiding mogelijk te maken. Voor de gevulde flexibele leiding 43 geldt eveneens dat deze bij voorkeur een (gekozen) soortelijk gewicht heeft dat althans nagenoeg gelijk 1003857 10 is aan het soortelijk gewicht van de voorafbepaalde vloeistof waarmee de pijpleiding 8 is gevuld. Dit heeft een vergelijkbaar voordeel als in relatie met de kabel 34 is besproken.
Met nadruk wordt erop gewezen dat de uitvinding geenszins 5 beperkt is tot de hierboven geschetste uitvoeringsvormen.
Zo kan het voertuig 14 uiteraard eveneens bij de ladings-faciliteit 2, de ontladingsfaciliteit 3 of bij de tankopslag-plaats 10 worden ingebracht. Op dezelfde posities kunnen desgewenst de externe pomp 46 en de voeding 54 worden opge-10 steld. Ook kan op deze positie voor het uitvoeren van de werkwijze volgens figuur 2 het vloeistof aan de leiding 8 worden toegevoerd zodat het via de zuigmond 28 door de pomp 22 kan worden aangezogen. Na het reinigen van de pijpleiding 8 kan de inspectie van de pijpleiding uiteraard eveneens met een ander 15 voertuig worden uitgevoerd. In dat geval kunnen bij het voertuig 14 volgens de figuren 2 en 4 de sensoren 42 en 44 voor het uitvoeren van de reinigingscontrole achterwege worden gelaten. Ook kunnen in plaats van één sproeikop een aantal sproeikoppen worden gebruikt voor het reinigen van de leiding. 20 Ook kan de sproeikop 18 op op zich bekende wijze roteerbaar worden uitgevoerd teneinde bijvoorbeeld de binnenwand langs zijn gehele omtrek of een deel ervan te reinigen. Als een alternatief kan de sproeikop worden uitgevoerd als een ringvormige stationaire en/of een oscillerende multi 25 sproeikop. De motor kan ook bijvoorbeeld een hydro motor zijn. Het voertuig kan zowel geleed als ongeleed worden uitgevoerd. Bovendien kunnen andere middelen voor het inspecteren van de binnenwand van de (onderwater)pijpleiding worden toegepast. De uitvinding kan ook bij ondergrondse en bovengrondse land-30 pijpleidingen worden toegepast.
Dergelijke varianten worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
1003857

Claims (34)

1. Werkwijze voor het reinigen van pijpleidingen die worden gebruikt voor het transporteren van vloeibare producten zoals olie, gas en/of hiervan afgeleide raffinage-producten omvattende: 5. het in de pijpleiding positioneren van een voertuig waarbij het voertuig is voorzien van een motor voor het aandrijven van het voertuig, tenminste een sproeikop voor het genereren van een vloeistofstraal en een voertuigpomp voor het onder druk toevoeren van een vloeistof aan de 10 sproeikop; - het toevoeren van energie aan de motor van het voertuig zodat het voertuig door de pijpleiding rijdt; en - het toevoeren van de vloeistof en energie aan de voertuigpomp zodat de sproeikop tegen althans een deel van 15 de binnenwand van de pijpleiding spuit voor het reinigen van de binnenwand.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de pijpleiding ook vooraf aan het reinigen wordt geïnspecteerd .
3. Werkwijze voor het inspecteren met behulp van bijvoor- 20 beeld reflecties van geluid van pijpleidingen die worden gebruikt voor het transporteren van vloeibare producten zoals olie, gas en/of hiervan afgeleide raffinage-producten omvattende: - het in de pijpleiding positioneren van een voertuig 25 waarbij het voertuig is voorzien van een motor voor het aandrijven van het voertuig, tenminste een sproeikop voor het genereren van een vloeistofstraal en een voertuigpomp voor het onder druk toevoeren van een vloeistof aan de sproeikop; 30. het toevoeren van energie aan de motor van het voertuig zodat het voertuig door de pijpleiding rijdt; - het toevoeren van de vloeistof en energie aan de voertuigpomp zodat de sproeikop tegen althans een deel van de binnenwand van de pijpleiding spuit voor het reinigen 35 van de binnenwand; en 1003857 - het inspecteren van althans het gereinigde gedeelte van de pijpleidingen.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het voertuig wordt getransporteerd door de pijpleiding 5 wanneer deze is gevuld met een vloeistof.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het voertuig wordt getransporteerd door de pijpleiding wanneer deze is gevuld met de in de pijpleiding voor transport aanwezige vloeibare producten.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de in de pijpleiding voor transport aanwezige vloeibare producten aan de voertuigpomp worden toegevoerd voor het reinigen van de binnenwand.
7. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het 15 kenmerk, dat de in de pijpleiding voor transport aanwezige producten worden weggepompt en dat een andere vloeistof aan de binnenzijde van de pijpleiding wordt toegevoerd.
8. Werkwijze volgens conclusies 4 en 7, met het kenmerk, dat het voertuig wordt getransporteerd door de pijpleiding wanneer 20 deze met de andere vloeistof is gevuld.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de in de pijpleiding aanwezige andere vloeistof aan de voertuigpomp wordt toegevoerd voor het reinigen van de binnenwand.
10. Werkwijze volgens conclusie 6 of 9, met het kenmerk, dat het voertuig is voorzien van een met een ingang van de pomp verbonden zuigmond voor het vanuit de pijpleiding opzuigen van de in de pijpleiding aanwezige vloeistof.
11. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het 30 kenmerk, dat de vloeistof met behulp van een zich buiten de pijpleiding bevindende externe pomp via een flexibele aanvoerslang aan de voertuigpomp wordt toegevoerd.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat een flexibele slang wordt gebruikt die langer is dan een 35 kilometer. 1003857
13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voertuig over een afstand die groter is dan een kilometer door de pijpleiding wordt voortbewogen.
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het 5 kenmerk, dat de voertuigpomp een vloeistofdruk van tenminste 80 bar genereert.
15 Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tenminste ene sproeikop via een leiding met de voertuigpomp is verbonden waarbij de afstand tussen de 10 voertuigpomp en de sproeikop minder is dan 15 meter.
16. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat via een elektrische kabel vanaf een positie buiten de pijpleiding elektrische energie aan de motor en/of de voertuigpomp van het voertuig wordt toegevoerd.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat een elektrische kabel wordt gebruikt met een lengte van tenminste een kilometer.
18. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een onderste gedeelte van de 20 pijpleiding met de vloeistofstraal wordt gereinigd.
19. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de inspectie van de pijpleiding wordt uitgevoerd met behulp van middelen die althans voor een deel staan opgesteld op het voertuig.
20. Werkwijze volgens conclusies 4 en 15, met het kenmerk, dat de elektrische kabel een soortelijk gewicht heeft dat althans nagenoeg gelijk is aan het soortelijk gewicht van de vloeistof waarmee de pijpleiding is gevuld.
21. Werkwijze volgens conclusies 11 en 15, met het kenmerk, 30 dat de flexibele aanvoerslang een soortelijk gewicht heeft dat althans nagenoeg gelijk is aan het soortelijk gewicht van de vloeistof waarmee de pijpleiding is gevuld.
22. Systeem voor het reinigen van pijpleidingen die worden gebruikt voor het transporteren van producten zoals olie en/of 35 hiervan afgeleide raffinage-producten omvattende een voertuig dat is voorzien van een motor voor het aandrijven van het voertuig, tenminste een sproeikop voor het genereren van een 1 0 0 3 8 5 7 vloeistofstraal en een voertuigpomp voor het onder druk toevoeren van vloeistof aan de sproeikop waarbij het systeem verder is voorzien van vloeistoftoevoermiddelen voor het toevoeren van vloeistof aan de voertuigpomp.
23. Systeem volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de vloeistoftoevoermiddelen een externe pomp en een flexibele aanvoerslang omvatten waarbij een uitgang van de externe pomp via de flexibele slang met een ingang van de voertuigpomp is verbonden en waarbij de externe pomp los staat opgesteld van 10 het voertuig.
24. Systeem volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de flexibele aanvoerslang een lengte heeft van tenminste een kilometer.
25. Systeem volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de 15 vloeistoftoevoermiddelen tenminste een zuigmond omvatten die via een leiding met een ingang van de voertuig pomp is verbonden waarbij de zuigmond aan het voertuig is gemonteerd voor het opzuigen van in de pijpleiding aanwezige vloeistof.
26. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 22-25, met 20 het kenmerk, dat de afstand tussen de voertuigpomp en de sproeikop kleiner is dan 15 meter.
27. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 22-26, met het kenmerk, dat de voertuigpomp van een type is dat in gebruik een vloeistofdruk van tenminste 80 bar genereert.
28. Systeem volgens en der voorgaande conclusies 22-27, met het kenmerk, dat de motor een elektromotor is.
29. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 22-28, met het kenmerk, dat het systeem verder is voorzien van een flexibele elektrische kabel voor het toevoeren elektrische 30 energie aan de motor en/of de voertuigpomp van het voertuig.
30. Systeem volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de elektrische kabel tenminste een lengte heeft van een kilometer.
31. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 22-30, met 35 het kenmerk, dat de sproeikop althans in hoofdzaak naar beneden is gericht. 1003857
32. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 22-31, met het kenmerk, dat het voertuig voorts is voorzien van middelen voor het met behulp van geluid inspecteren van de pijpleiding.
33. Systeem volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat het 5 soortelijk gewicht van de elektrische kabel althans nagenoeg gelijk is gekozen aan het soortelijk gewicht van de voorafbepaalde vloeistof waarmee de pijpleiding is gevuld die door het systeem dient te worden gereinigd.
34. Systeem volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het 10 soortelijk gewicht van de flexibele aanvoerslang althans nagenoeg gelijk is gekozen aan het soortelijk gewicht van de voorafbepaalde vloeistof waarmee de pijpleiding is gevuld die door het systeem dient te worden gereinigd. 1 0 0 3 85 7
NL1003857A 1996-08-22 1996-08-22 Werkwijze voor het inspecteren van pijpleidingen, voor het reinigen van pijpleidingen en een inrichting voor het uitvoeren van dergelijke werkwijzen. NL1003857C1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003857A NL1003857C1 (nl) 1996-08-22 1996-08-22 Werkwijze voor het inspecteren van pijpleidingen, voor het reinigen van pijpleidingen en een inrichting voor het uitvoeren van dergelijke werkwijzen.
PCT/NL1997/000477 WO1998007532A1 (en) 1996-08-22 1997-08-22 Method for inspecting pipelines, for cleaning pipelines, and apparatus for carrying out such methods

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003857A NL1003857C1 (nl) 1996-08-22 1996-08-22 Werkwijze voor het inspecteren van pijpleidingen, voor het reinigen van pijpleidingen en een inrichting voor het uitvoeren van dergelijke werkwijzen.
NL1003857 1996-08-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1003857C1 true NL1003857C1 (nl) 1998-02-26

Family

ID=19763404

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003857A NL1003857C1 (nl) 1996-08-22 1996-08-22 Werkwijze voor het inspecteren van pijpleidingen, voor het reinigen van pijpleidingen en een inrichting voor het uitvoeren van dergelijke werkwijzen.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1003857C1 (nl)
WO (1) WO1998007532A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6206016B1 (en) * 1998-07-27 2001-03-27 Mac & Mac Hydrodemolition Inc. Spray cleaner for interior surface of pipeline
US7128074B2 (en) 1998-07-30 2006-10-31 Mac & Mac Hydrodemolition, Inc. Scarifier for the interior surface of a pipeline
US6418947B1 (en) 1998-07-30 2002-07-16 Mac & Mac Hydrodemolition, Inc. Scarifier for interior surface of pipeline
US6550486B2 (en) 1998-07-30 2003-04-22 Mac & Mac Hydrodemolition, Inc. Apparatus for scarifying the interior surface of a pipeline
NO342314B1 (en) * 2016-08-29 2018-05-07 Pipetech Int As Cleaning system for cleaning a subsea manifold by use of water, and method for using said cleaning system
CN108687070A (zh) * 2018-04-25 2018-10-23 榆林学院 一种在役石油管道内壁除蜡智能小车
BR102018072062B1 (pt) 2018-10-26 2023-12-12 Universidade Federal Do Rio Grande Do Sul - Ufrgs Sistema tracionador de intervenção compreendendo um umbilical
CN110201952A (zh) * 2019-04-30 2019-09-06 国网山东省电力公司临沂供电公司 电力电缆管道清扫器

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2887118A (en) * 1955-02-02 1959-05-19 Thornhill Craver Company Inc Pipe cleaning devices
FR1197088A (fr) * 1957-01-04 1959-11-27 Appareil pour effectuer le goudronnage et le nettoyage des parois intérieures des conduites d'alimentation en eau
US3267504A (en) * 1964-06-01 1966-08-23 C W Fuelling Inc Pipe cleaning apparatus
FR2381657A1 (fr) * 1977-02-24 1978-09-22 Commissariat Energie Atomique Vehicule autopropulse a bras articules
DE3224498C2 (de) * 1982-06-28 1987-02-12 Mannesmann AG, 4000 Düsseldorf Rohrmolch

Also Published As

Publication number Publication date
WO1998007532A1 (en) 1998-02-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1003857C1 (nl) Werkwijze voor het inspecteren van pijpleidingen, voor het reinigen van pijpleidingen en een inrichting voor het uitvoeren van dergelijke werkwijzen.
US8770892B2 (en) Subsea recovery of swabbing chemicals
US2992553A (en) Coupling method and apparatus for ultrasonic testing of solid bodies
US4996879A (en) Subsea pipeline leak detection
JPS5826256A (ja) 管の検査装置
US8601875B2 (en) Device and method to assess impairment of pipeline wall strength
JP5093699B2 (ja) 管端部の超音波探傷装置
EP1038175A1 (en) Monitoring pipes
EP0661527B1 (fr) Dispositif et méthode de détection d'interfaces séparant plusieurs phases par ondes ultrasonores
US20180178256A1 (en) Marine Riser Cleaning and Inspection Process
CA3140961A1 (en) Pig including an x-ray fluorescence sensor
US20230393101A1 (en) UT Sensor Interface for Scanning Complex Environments
JP4707594B2 (ja) 管内検査装置
KR102519684B1 (ko) 초음파 검사 장치의 프로브 모듈
CN110095778B (zh) 储罐缺陷检测装置、系统及方法
JP2001090900A (ja) 液体輸送管路内の異物位置検知方法及び装置
RU2392597C1 (ru) Способ обнаружения и устранения течи в бассейне выдержки оят и устройство для его осуществления
FI97829C (fi) Mittausmenetelmä ja -laitteisto rajapintojen määrittämiseksi
JP3256745B2 (ja) 超音波探傷方法及び装置
JP2001027628A (ja) 多重配管の検査方法および装置
NL1032608C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het inspecteren van een pijpleiding.
US20230070754A1 (en) Gel pigging improvement
KR102228868B1 (ko) 노출형 저장탱크용 ict 기반 토양 오염물질 실시간 모니터링 및 세정 자동화 시스템
JPH0249889A (ja) 水中油・ガス漏洩検知装置
US10866215B2 (en) Device with a protective device for inspection of a pipe wall or other workpiece

Legal Events

Date Code Title Description
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010301