NL1003683C2 - Spuitgietinrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen, en robot voor een dergelijke spuitgietinrichting. - Google Patents

Spuitgietinrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen, en robot voor een dergelijke spuitgietinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1003683C2
NL1003683C2 NL1003683A NL1003683A NL1003683C2 NL 1003683 C2 NL1003683 C2 NL 1003683C2 NL 1003683 A NL1003683 A NL 1003683A NL 1003683 A NL1003683 A NL 1003683A NL 1003683 C2 NL1003683 C2 NL 1003683C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold
injection molding
robot arm
robot
molding device
Prior art date
Application number
NL1003683A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrikus Johannes Theo Albers
Dirk Van Manen
Original Assignee
Inter Tooling Services Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Inter Tooling Services Bv filed Critical Inter Tooling Services Bv
Priority to NL1003683A priority Critical patent/NL1003683C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1003683C2 publication Critical patent/NL1003683C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/03Injection moulding apparatus
    • B29C45/04Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves
    • B29C45/0408Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves involving at least a linear movement
    • B29C45/0416Injection moulding apparatus using movable moulds or mould halves involving at least a linear movement co-operating with fixed mould halves
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25JMANIPULATORS; CHAMBERS PROVIDED WITH MANIPULATION DEVICES
    • B25J18/00Arms
    • B25J18/02Arms extensible
    • B25J18/025Arms extensible telescopic
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C45/00Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
    • B29C45/17Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
    • B29C45/40Removing or ejecting moulded articles
    • B29C45/42Removing or ejecting moulded articles using means movable from outside the mould between mould parts, e.g. robots
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2105/00Condition, form or state of moulded material or of the material to be shaped
    • B29K2105/25Solid
    • B29K2105/253Preform

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Robotics (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)

Description

Titel: Spuitgietinrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen, en robot voor een dergelijke spuitgietinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen omvattend een matrijs met een eerste deel dat voorzien is van een aantal holtes en een tweede deel dat is voorzien van een aantal 5 kernen, waarbij de kernen in de gesloten stand van de matrijs in de holtes reiken voor het vormen van een spuitgietholte en in een open stand van de matrijs geheel vrij liggen van de holtes, en een robotinrichting voor het opnemen van in de matrijs gevormde voorwerpen en het overbrengen daarvan naar 10 een afvoerinrichting, waarbij de robotinrichting tenminste één ten opzichte van een drager tot tussen de matrijsdelen uitschuifbare robotarm omvat.
Een voorbeeld van een dergelijke spuitgietinrichting is beschreven in de Europese octrooiaanvrage 0283644. Dergelijke 15 spuitgietinrichtingen worden gebruikt om voorvormen, in het desbetreffende vakgebied normaliter aangeduid met de term "preforms", van kunststof flessen of dergelijke te vervaardigen. Daarbij wordt in bedrijf in de gesloten toestand van de matrijs in de tussen elke kern en de holte 20 waarin de kern reikt vrijgelaten ruimte vloeibaar gemaakte kunststof, bijvoorbeeld PET, geïnjecteerd. Nadat aldus de matrijsholtes met kunststof zijn gevuld wordt gedurende korte tijd de kunststof in de holte onder druk gehouden (het nadrukken) om een goed produkt te waarborgen. Na een 25 afkoelperiode wordt vervolgens de matrijs geopend. In de geopende toestand van de matrijs wordt een opneeminrichting voor preforms, meestal aangeduid met robot, tussen de matrijsdelen gebracht om de zojuist gevormde, nog hete preforms over te nemen en naar een koelstation over te 30 brengen. Vervolgens kan de matrijs weer worden gesloten en kan een nieuwe spuitgietcyclus starten.
1003583.
-2-
Een dergelijke spuitgietinrichting omvat een tweetal machineplaten, die evenwijdig aan elkaar tegenover elkaar zijn opgesteld. De machineplaten dragen elk één der matrijsdelen en kunnen naar elkaar toe en van elkaar af 5 worden bewogen voor het sluiten en het openen van de matrijs. Normaliter is één der machineplaten stationair en de andere heen en weer beweegbaar opgesteld. Achter de stationaire machineplaat bevindt zich dan gebruikelijk een toevoerinrichting voor vloeibare kunststof, bijvoorbeeld een 10 extrusie-inrichting of een voorraadcilinder.
De machineplaten zijn met elkaar verbonden middels een viertal geleidestangen of dergelijke, ook wel holmen genoemd, langs welke holmen de beweegbare machineplaat (of -platen) naar de andere machineplaat toe of van de andere machineplaat 15 af kan bewegen. De holmen bevinden zich rondom matrijsdelen, nabij de vier hoekpunten van de machineplaten.
De robotinrichting voor het opnemen van de zojuist gevormde preforms omvat een arm, dikwijls robotarm genoemd, die van opneemorganen is voorzien, die op dezelfde wijze ten 20 opzichte van elkaar zijn gepositioneerd als de kernen en holtes van de matrijs en die in geopende stand van de matrijs tussen de matrijsdelen kan worden geschoven tot de opneemorganen nauwkeurig in lijn liggen met de zich in één der matrijshelften bevindende preforms, teneinde de preforms 25 over te nemen en tot buiten de matrijs te brengen. De opneemorganen kunnen bestaan uit hulzen, indien de preforms bij het openen van de matrijs op de kernen achterblijven, of uit kernen, indien de preforms bij het openen van de matrijs in de holtes achterblijven.
30 De arm kan een plaatvormig orgaan zijn waarop de hulzen of kernen zijn gemonteerd. De hulzen of kernen kunnen ook op afzonderlijke stripvormige dragers zijn gemonteerd, die elk met een rij matrijskernen of -holtes corresponderen en die zelf weer op het plaatvormige orgaan zijn gemonteerd.
35 De robotinrichting kan ook een meervoudige robotinrichting zijn met meerdere, op een roterende drager gemonteerde robotarmen, zoals bijvoorbeeld beschreven in de 1003683.
-3-
Europese octrooiaanvrage 0592021. De roterende drager kan een horizontale of verticale rotatie-as hebben en kan een in doorsnede meerhoekige vorm hebben, die een aantal vlakken heeft, die elk een robotarm bevatten. De drager kan 5 bijvoorbeeld een vierkante dwarsdoorsnede hebben en roteerbaar zijn om een as door het middelpunt van het vierkant. Elk der vier zijvlakken draagt dan een robotarm, zodat de robotarmen opeenvolgend, corresponderend met opeenvolgende spuitgietcycli van de matrijs, in een zodanige 10 stand gebracht kunnen worden, dat de desbetreffende arm bij geopende matrijs tussen de matrijsdelen kan schuiven.
De uitvinding is zowel van toepassing op een spuitgietinrichting met een enkelvoudige robotinrichting als op een spuitgietinrichting met een meervoudige 15 robotinrichting.
Spuitgietinrichtingen van de boven beschreven soort zijn bestemd voor massaproduktie in continu bedrijf. Daar dergelijke spuitgietinrichtingen kostbaar zijn en omvangrijk is een zo kort mogelijke cyclustijd, dat wil zeggen de tijd 20 die verloopt tussen het tijdstip, waarop de matrijs sluit voor het spuitgieten van één of meerdere preforms en het tijdstip, waarop de matrijs sluit voor het spuitgieten van een volgende (lading) preform(s), wenselijk.
Één van de factoren, die de cyclustijd bepaalt, is de 25 robottijd, dat wil zeggen de tijd, die nodig is om een robotarm tot in de geopende matrijs te brengen, te vullen met zojuist gevormde preforms, en weer uit de matrijs te bewegen.
De uitvinding beoogt een verbeterde spuitgietinrichting met een gereduceerde cyclustijd en meer in het bijzonder een 30 spuitgietinrichting met een gereduceerde robottijd te verschaffen. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een spuitgietinrichting van de boven beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat de tenminste ene uitschuifbare robotarm twee of meer delen omvat, die telescopisch uitschuifbaar met 35 elkaar zijn verbonden en dat bedieningsmiddelen zijn voorzien voor het verschuiven van de twee of meer uitschuifbaar met elkaar verbonden delen van de tenminste ene robotarm.
1003683.
-4-
In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.
Figuur 1 toont schematisch in zij-aanzicht een voorbeeld van een bekende spuitgietinrichting, waarbij de 5 uitvinding kan worden toegepast; figuur 2 toont schematisch een aanzicht van één der machineplaten van de inrichting van figuur 1, alsmede een robotarm; figuur 3 toont schematisch in bovenaanzicht een deel 10 van een spuitgietinrichting volgens de uitvinding met een robotarm in de beginstand; figuur 4 toont een soortgelijk aanzicht als figuur 3 met een robotarm in de paraatstand; figuur 5 toont een soortgelijk aanzicht als figuur 4 15 met een robotarm in de opneemstand; figuren 6,7 en 8 tonen een mogelijke praktische uitvoeringsvorm van een robotarm in de beginstand, de paraatstand en de opneemstand; figuur 9 toont schematisch een voorbeeld van een 20 meervoudige robot voor een inrichting volgens de uitvinding; figuur 10 toont schematisch in dwarsdoorsnede een ander uitvoeringsvoorbeeld van een robotarm voor een inrichting volgens de uitvinding; en figuur 11 illustreert schematisch een 25 spuitgietinrichting volgens de uitvinding met een meervoudige matrijshelft.
Figuur 1 toont schematisch in zij-aanzicht een spuitgietinrichting 1 omvattend een gestel 2 met een stationaire machineplaat 3, voorzien van een matrijsdeel 4 30 met vormholtes, en een beweegbare machineplaat 5, voorzien van een. matrijsdeel 6 met kernen. De machineplaat 5 is verbonden met een slechts schetsmatig aangegeven aandrijfinrichting 7, met behulp waarvan de machineplaat 5 langs de holmen 8,9 van en naar de tegenoverliggende 35 machineplaat 3 bewogen kan worden, zoals aangegeven met een pijl 10. De inrichting omvat voorts nog een toevoerinrichting 11 voor vloeibare kunststof, zoals bijvoorbeeld een extrusie- 1003683.
-5- inrichting. Ofschoon de robotinrichting voor het opnemen van gevormde preforms niet in figuur 1 is getoond, zal duidelijk zijn, dat de robotarm slechts tussen de matrijsdelen 4 en 6 gebracht kan worden als de matrijs zich in de getoonde 5 geopende stand bevindt.
Één en ander is verduidelijkt in figuur 2. De figuur 2 toont een aanzicht van een machineplaat, bijvoorbeeld machineplaat 5 van figuur 1 met matrijsdeel 6 en holmen 8,8', 9,9'. De matrijs heeft in dit voorbeeld een matrix van vijf 10 kolommen en acht rijen vormnesten. De afstand tussen de bovenste begrenzing van de bovenste rij en de onderste begrenzing van de onderste is aangegeven met A. De vertikale afstand tussen de bovenste holmen 8,8' en de onderste holmen 9,9' is aangegeven met B.
15 Figuur 2 toont voorts schematisch een robotarm 14, die in dit voorbeeld een plaatvormig deel 15 omvat, dat is voorzien van een aantal opneemorganen voor preforms. De opneemorganen kunnen bijvoorbeeld hulsvormig zijn en zijn in het getoonde voorbeeld bevestigd op strippen 16, die ook wel 20 hulsstrippen genoemd worden. De opneemorganen zijn evenals de vormnesten van de matrijs in figuur 2 slechts schematisch aangegeven met cirkeltjes. De strippen strekken zich dwars op de met een pijl 17 aangegeven bewegingsrichting van de robotarm 14 uit. De lengte van de strippen is met C 25 aangegeven. Elke strip 16 correspondeert met een kolom vormnesten van de matrijs. In het onderhavige voorbeeld draagt de robotarm derhalve vijf strippen 16.
De figuren 3,4 en 5 tonen schematisch in bovenaanzicht de machineplaten 10,11 van een spuitgietinrichting 12, met 30 holmen 13,13 en matrijsdelen 15,16. In het getoonde voorbeeld is de machineplaat 11 beweegbaar ten opzichte van de stationaire machineplaat 10, zoals met een pijl 17 in figuur 3 is aangegeven. Voorts is in dit voorbeeld het matrijsdeel 15, dat op de stationaire machineplaat is bevestigd, voorzien 35 van vormholtes, teriwjl het beweegbare matrijsdeel 16 kernen 18 voor de te produceren preforms draagt. Voorts is schematisch een robotinrichting 19 volgens de uitvinding 1003683.
-6- afgebeeld. De getoonde robotinrichting heeft een drager 20, die een verschuifbare arm 22 draagt, die volgens een pijl 21 in figuur 3 vanuit een beginstand, getoond in figuur 3, tot tussen de matrijsdelen 15,16 geschoven kan worden, indien de 5 matrijs in de open-stand is. De arm 22 is volgens de uitvinding uitgevoerd als een telescopische arm, die in het getoonde voorbeeld twee delen 23,24 omvat, doch die ook uit meer delen opgebouwd zou kunnen zijn. Het deel 23 is verschuifbaar ten opzichte van de drager 20 en draagt zelf 10 weer verschuifbaar het deel 24. Het deel 24 kan aldus ten opzichte van de drager over de grootste afstand verschuiven. Het deel 24 is voorzien van opneemelementen 25 voor het opnemen van in de matrijs gevormde produkten. De opneemelementen voor preforms voor flessen omvatten meestal 15 hulzen, waarin de preforms kunnen worden opgenomen. Hiertoe is normaliter een met het de kernen dragende matrijsdeel samenwerkende afstroopinrichting (niet getoond) voorzien, die de preforms van de kernen stroopt en in de hulzen duwt. Hierbij kan tevens gebruik worden gemaakt van perslucht 20 respectievelijk zuiglucht.
Figuur 3 toont de robotarm 22 in de beginstand. De matrijs is gesloten en de arm verkeert in de volledig ingetrokken toestand. Deze situatie doet zich voor nadat de preforms uit de hulzen 25 zijn verwijderd en aan een 25 afvoerinrichting, zoals bijvoorbeeld een koelinrichting, transporteur of opslaginrichting zijn afgegeven. In de situatie van figuur 4 is de matrijs nog steeds gesloten, doch de beide delen 23,24 van de robotarm 22 zijn gezamenlijk tot tussen de machineplaten 10,11 en de holmen geschoven. De 30 robotarm bevindt zich nu in de paraatstand. Zodra de matrijs zich opent kan het van opneemelementen 25 voorziene deel 24 van de arm ten opzichte van het deel 23 verder schuiven tot tussen de matrijsdelen om de preforms over te nemen. Deze situatie is getoond in figuur 5. Na het overnemen van de 35 preforms schuift het deel 24 weer terug zoals met een pijl 26 aangegeven en vervolgens schuiven de delen 23 en 24 gezamenlijk verder terug, zoals met een pijl 27 aangegeven, 1003683.
-7- tot in de beginstand. Het terugschuiven of -trekken van de delen 23 en 24 kan desgewenst ook tenminste deels simultaan plaatsvinden.
De toepassing van een telescopische robotarm biedt het 5 voordeel, dat het van de opneemelementen voorziene deel van de robotarm slechts een relatief korte slag behoeft te maken om de preforms uit de matrijs te verwijderen. Bovendien kan het van de opneemelementen voorziene deel van de robotarm een geringer gewicht hebben dan een gebruikelijke eendelige 10 robotarm, zodat grotere versnellingen mogelijk zijn. De korte slag en het geringere gewicht maken een zeer korte robottijd mogelijk, waardoor de matrijs korter in de open stand behoeft te blijven. Derhalve kan op deze wijze de cyclustijd van de spuitgietinrichting verkort worden.
15 Een belangrijk extra voordeel van de toepassing van een meerdelige telescopische robotarm is, dat de robotarm in de ingeschoven stand korter is dan een ééndelige robotarm, die dezelfde totale slag dient te maken. Derhalve kan de totale spuitgietinrichting inclusief robotinrichting smaller zijn 20 dan volgens de bekende techniek het geval is. Bij eenzelfde oppervlakte van bijvoorbeeld een fabriekshal kunnen ofwel meer spuitgietinrichtingen geplaatst worden of ontstaat meer vrije ruimte tussen de machines.
De figuren 6,7 en 8 tonen schematisch een voorbeeld van 25 een mogelijke praktische uitvoeringsvorm van een robotinrichting 30 met een meerdelige telescopische robotarm volgens de uitvinding. De robotarm 31 is bevestigd op een drager 32, die een enkelvoudige drager kan zijn, maar die ook uitgevoerd kan zijn als om een rotatie-as 33 roteerbare 30 drager, die een aantal opeenvolgend operationele robotarmen draagt, zoals bijvoorbeeld beschreven in de Europese octrooiaanvrage 0592021, die hier geacht wordt te zijn geïncorporeerd middels referentie. Volledigheidshalve is in figuur 9 een dergelijke meervoudige robotinrichting 30', 35 voorzien van twee op een om een as 33' roteerbare drager 321 gemonteerde tweedelige armen 31' en 31”, getoond. Duidelijksheidshalve is de arm 31' in de paraatstand en de 1003680.
-8- arm 31" in de volledig uitgeschoven stand getoond. Deze standen doen zich normaliter echter niet gelijktijdig voor.
Figuur 6 toont een robotarm in de beginstand, figuur 7 toont dezelfde arm in de paraatstand en figuur 8 toont deze 5 arm in de opneemstand. De getoonde robotarm 31 is weer tweedelig, met een basisdeel 34 en een ten opzichte van het basisdeel uitschuifbaar einddeel 35. Het einddeel draagt weer opneemelementen 36, die in dit voorbeeld op een montagebeugel 36' zijn gemonteerd. Het basisdeel en het eindddeel vormen 10 weer samen een robotarm, die, zoals gebruikelijk, kan schuiven ten opzichte van een drager 32. In het getoonde voorbeeld is de drager 32 voorzien van een steunelement 37, dat de robotarm zodanig ondersteunt, dat deze in hoofdzaak evenwijdig aan de as 33 verschoven kan worden. Het 15 steunelement 37 vormt in dit voorbeeld een centrale ondersteuning voor de robotarm en de drager 32 is voorts nog voorzien van zijdelingse steunmiddelen 38 voor de robotarm. Het steunelement omvat een centrale bedieningscilinder 39 met een zuiger 40, die met het basisdeel 34 is verbonden en die 20 bij toevoer van een geschikt drukmedium het basisdeel samen met het einddeel ten opzichte van de drager en het steunelement kan verschuiven. Uitgaande van de begin- of rusttoestand van figuur 6 ontstaat na bekrachtiging van de cilinder 39 de in figuur 7 getoonde situatie. De zuiger 40 25 omvat op soortgelijke wijze weer een cilindrische holte 41 met daarin een tweede zuiger 42, die het einddeel 35 van de robotarm draagt. Bij toevoer van een geschikt drukmedium aan de holte 41 verschuift, uitgaande van de toestand van figuur 7, de zuiger 42 met het einddeel 35 ten opzichte van het 30 basisdeel verder naar buiten, zoals in figuur 8 getoond. De cilinders 39 en 41 zijn bij voorkeur dubbelwerkend uitgevoerd zodat de delen 35 en 34 met gebruikmaking van dezelfde cilinders weer terug getrokken kunnen worden tot in de begintoestand.
35 Opgemerkt wordt, dat de telescopische robotarm of althans het einddeel daarvan desgewenst dunner uitgevoerd kan worden. De matrijs behoeft dan minder ver geopend te worden. Eén en ander kan op eenvoudige wijze bewerkstelligd worden 1003683.
-9- door bijvoorbeeld de opneemelementen niet naast het einddeel 35, doch in het verlengde daarvan te monteren. Ook is het mogelijk de armdelen in een langwerpig platte vorm uit te voeren met een aangepaste aandrijving. Figuur 10 toont 5 schematisch in dwarsdoorsnede een voorbeeld van een uit relatief platte elementen opgebouwde telescooparm 50. De getoonde arm omvat een basisdeel 51, dat derhalve ten opzichte van een niet getoonde drager dwars op het vlak van tekening kan schuiven. Het basisdeel bestaat in hoofdzaak uit 10 een langwerpigee strook plaatmateriaal, dat desgewenst van openingen kan zijn voorzien om gewicht te besparen en dat bijvoorbeeld van aluminium kan zijn vervaardigd. De strook plaatmateriaal heeft een in hoofdzaak vlak gedeelte 52 dat is voorzien van C-vormig omgebogen langsranden 53, die als 15 geleiders fungeren voor een einddeel 54, dat eveneens uit al dan niet van openingen voorzien plaatmateriaal, bijvoorbeeld aluminiumplaat, is vervaardigd en dat opneemorganen 55 draagt.
Een uit twee of meer telescopisch in en uitschuifbare 20 delen bestaande, als geheel ook weer ten opzichte van een drager in- en uitschuifbare robotarm kan op verschillende manieren zijn voorzien van opneemelementen. In de figuren 3 t/m 5 en 10 zijn de opneemelementen direkt op het einddeel van de arm bevestigd. In de figuren 6 t/m 9 zijn de 25 opneemelementen op een afzonderlijke montagebeugel 36' gemonteerd. Indien strippen 16 worden gebruikt, zoals in het voorbeeld van figuur 2, kunnen deze strippen desgewenst zijn uitgevoerd met scharnierende einddelen of als geheel scharnieren ten opzichte van een zich dwars op het vlak van 30 tekening uitstrekkende as, zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 1001087, die geacht wordt hier te zijn geïncorporeerd middels referentie. De strippen kunnen dam een lengte C hebben, die groter is dan de afstand B tussen de holmen en ook de matrijs kan een afmeting A hebben, die 35 groter is dan B.'
Voorts kan een uit twee of meer telescopisch in- en uitschuifbare delen opgebouwde, als geheel ook weer ten 100*683.
-10- opzichte van een drager in- en uitschuifbare robotarm ook worden toegepast bij een spuitgietmachine van het shuttle-type. Dit is een spuitgietmachine, waarbij een der matrijsdelen dubbel is uitgevoerd. Het desbetreffende 5 matrijsdeel kan dwars op de open/sluitbeweging van de matrijs heen en weer schuiven en in de ene stand werkt de ene helft of sectie van het dubbele matrijsdeel samen met het andere matrijsdeel, terwijl in de andere stand de andere helft of sectie van het dubbele matrijsdeel samenwerkt met het andere 10 matrijsdeel. Een dergelijke spuitgietinrichting is bijvoorbeeld beschreven in de Europese octrooiaanvrage 0688651.
Figuur 11 toont schematisch in bovenaanzicht een deel van een spuitgietinrichting 60 van het shuttle-type. De 15 inrichting omvat twee machineplaten 61,62, die langs niet getoonde holmen van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar zijn voor het openen van een matrijs, die een eerste deel 63 en een dubbel uitgevoerd tweede deel 64,65 omvat. In het getoonde voorbeeld dragen de secties 64,65 kernen voor de 20 preforms. De secties 64,65 zijn gemonteerd op een slede 66, die in de richting van de pijl 67 over de machineplaat 62 heen en weer kan bewegen, zodat afwisselend de ene sectie 64 of de andere sectie 65 met het matrijsdeel 63 kan samenwerken. De figuur toont voorts een telescopische 25 robotarm 68, die weer deel kan uitmaken van een enkelvoudige of meervoudige robotinrichting 69. De robotinrichting is ingericht om door de van kernen voorziene matrijssecties 64,65 gedragen preforms over te nemen als het desbetreffende matrijsdeel zich centraal in de spuitgietinrichting bevindt. 30 In de getoonde situatie bevindt matrijssectie 64 zich centraal in de spuitgietinrichting, terwijl matrijssectie 65 zich rechts daarvan bevindt. Beide matrijssecties dragen preforms, waarbij de preforms van matrijssectie 65 in een zojuist beëindigde cyclus gevormd zijn en de preforms van 35 matrijssectie 64 in de daaraan voorafgaande cyclus. De preforms van matrijssectie 64 hebben dus reeds gedurende meer dan een cyclustijd kunnen koelen. Uitgaand van de in figuur 1003683.
-11- 11 getoonde situatie neemt vervolgens de robotarm 68 in de hulzen 70 de preforms van matrijssectie 64 over, waarna de robotarm wordt teruggetrokken en de matrijs zich sluit voor het vormen vein nieuwe preforms. Als de matrijs zich 5 vervolgens weer opent beweegt de slede 66 zich naar links tot in de met onderbroken lijnen bij 66' aangegeven stand. Gelijktijdig beweegt de robotarm 68 mee naar binnen om de preforms van matrijssectie 65 over te nemen zodra dit matrijsdeel de centrale positie heeft bereikt. De robotarm 10 beweegt bij voorkeur simultaan met de slede 66, waarbij de arm afwisselend met de slede mee en tegen de slede in beweegt. Door toepassing van een telescopische robotarm bij een machine van het shuttle-type kan enerzijds een zo kort mogelijke cyclustijd doch anderzijds een zo lang mogelijke 15 koeltijd in de spuitgietinrichting worden verkregen. De koeltijd kan nog worden verlengd door toepassing van een meervoudige robotinrichting. Opgemerkt wordt, dat in de Europese octrooiaanvrage 0688651 een inrichting van het shuttle-type is beschreven waarbij aan beide zijden van de 20 machine een robotinrichting is aangebracht, die de preforms overnemen van de zich op dat moment niet centraal in de inrichting bevindende matrijssectie 64 of 65. Een voordeel daarvan is dat de robotinrichting zeer snel kan zijn, doch daar staat tegenover dat twee robotinrichtingen nodig zijn en 25 dat de mogelijke koeltijd in de spuitgietinrichting niet maximaal benut wordt. Om de preforms naar de opneemelementen 70 van de robotarm over te brengen is in dit voorbeeld elk der matrijssecties 64,65 voorzien van uitstootmiddelen, die bediend worden door uitstootpennen 71,72. De uitstootpennen 30 hebben uitsteeksels, die in de centrale stand van het desbetreffende matrijsdeel opgenomen zijn in klauwen 73 of dergelijke van een uitstootinrichting 74.
Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse constructieve varianten voor de deskundige voor de hand 35 liggen. Zo is het bijvoorbeeld natuurlijk desgewenst wel mogelijk om in een spuitgietinrichting van het shuttle-type aan beide zijden een al dan niet meervoudige robotinrichting 1003683.
-12- met een telescopische arm toe te passen, waarbij de robot aan de linker zijde dan de preforms van matrijssectie 64 overneemt en de robot aan de rechterzijde de preforms van matrijssectie 65 overneemt. Deze en soortgelijke modificaties 5 worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
1003683.

Claims (10)

1. Spuitgietinrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen omvattend een matrijs met een eerste deel dat voorzien is van een aantal holtes en een tweede deel dat is voorzien van een aantal kernen, waarbij de kernen in 5 de gesloten stand van de matrijs in de holtes reiken voor het vormen van een spuitgietholte en in een open stand van de matrijs geheel vrij liggen van de holtes, en een robotinrichting voor het opnemen van in de matrijs gevormde voorwerpen en het overbrengen daarvan naar een 10 afvoerinrichting, waarbij de robotinrichting tenminste één ten opzichte van een drager tussen de matrijsdelen uitschuifbare robotarm omvat, met het kenmerk, dat de tenminste ene uitschuifbare robotarm twee of meer delen omvat, die telescopisch uitschuifbaar met elkaar zijn 15 verbonden en dat bedieningsmiddelen zijn voorzien voor het verschuiven van de twee of meer uitschuifbaar met elkaar verbonden delen van de tenminste ene robotarm.
2. Spuitgietinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de robotinrichting een meervoudige 20 robotinrichting is met een aantal op een roteerbare drager gemonteerde robotarmen, waarbij de roteerbare drager een aantal discrete standen heeft in elk waarvan één der robotarmen tot tussen de matrijsdelen geschoven kan worden indien de matrijs geopend is.
3. Spuitgietinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen zijn ingericht om bij gesloten stand van de matrijs een robotarm tot in een positie juist naast de matrijs uit te schuiven en vervolgens na het openen van de matrijs een voorste deel van de robotarm tot 30 tussen de matrijsdelen te schuiven voor het overnemen van de gevormde voorwerpen en om vervolgens de robotarm terug te trekken en weer in elkaar te schuiven.
4. Spuitgietinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spuitgietinrichting van 35 het shuttle-type is, waarbij één der matrijsdelen meervoudig 1003683. -14- is uitgevoerd met een aantal secties die heen en weer verschuifbaar zijn zodat de secties opeenvolgend in een centrale positie voor samenwerking met het andere matrijsdeel kunnen worden gebracht voor het vervaardigen van holle 5 lamststof voorwerpen.
5. Spuitgietinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tenminste ene robotarm is ingericht om de gevormde voorwerpen over te nemen van een matrijsdeel dat zich in de centrale positie bevindt.
6. Spuitgietinrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat aan beide zijden van de spuitgietinrichting van het shuttle-type een robotinrichting met tenminste een robotarm met telescopisch uitschuifbare delen is aangebracht.
7. Spuitgietinrichting volgens conclusie 4 of 5, met 15 het kenmerk, dat elk der secties is voorzien van uitstootorganen, die in de centrale positie van een sectie gekoppeld zijn met een uitstootinrichting.
8. Spuitgietinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tenminste ene robotarm 20 is voorzien van op dwarsstrippen gemonteerde opneemelementen voor gevormde voorwerpen en dat de dwarsstrippen althans deels ten opzichte van de robotarm scharnierbaar zijn uitgevoerd om tijdelijk schijnbaar de lengte van de dwarsstrippen te verminderen tot een afmeting, die kleiner is 25 dan de afstand tussen de holmen van de spuitgietinrichting.
9. Spuitgietinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen voor het verschuiven van de uitschuifbaar met elkaar verbonden delen van een robotarm tenminste één dubbelwerkende cilinder 30 omvatten.
10. ^Spuitgietinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat een der dubbelwerkende cilinders is gevormd in een holle zuiger van een andere dubbelwerkende cilinder. 1003683.
NL1003683A 1996-07-25 1996-07-25 Spuitgietinrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen, en robot voor een dergelijke spuitgietinrichting. NL1003683C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003683A NL1003683C2 (nl) 1996-07-25 1996-07-25 Spuitgietinrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen, en robot voor een dergelijke spuitgietinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003683A NL1003683C2 (nl) 1996-07-25 1996-07-25 Spuitgietinrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen, en robot voor een dergelijke spuitgietinrichting.
NL1003683 1996-07-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1003683C2 true NL1003683C2 (nl) 1998-01-28

Family

ID=19763275

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003683A NL1003683C2 (nl) 1996-07-25 1996-07-25 Spuitgietinrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen, en robot voor een dergelijke spuitgietinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1003683C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0016921A1 (de) * 1979-02-05 1980-10-15 Georg Fischer Aktiengesellschaft Teleskopbewegungselement
GB2135965A (en) * 1983-03-01 1984-09-12 Dart Ind Inc Improvements in or relating to a workpiece manipulator
US5125789A (en) * 1990-01-02 1992-06-30 Peerless Automation Molded parts removal and transfer robot
US5234328A (en) * 1991-10-29 1993-08-10 Cbw Automation, Inc. Retrieval system for removing articles formed by a manufacturing apparatus
EP0592021A1 (en) * 1992-10-08 1994-04-13 Inter Tooling Services B.V. Injection moulding apparatus
EP0688651A1 (en) * 1994-06-20 1995-12-27 Inter Tooling Services B.V. Injection molding machine and method for manufacturing hollow plastic articles

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0016921A1 (de) * 1979-02-05 1980-10-15 Georg Fischer Aktiengesellschaft Teleskopbewegungselement
GB2135965A (en) * 1983-03-01 1984-09-12 Dart Ind Inc Improvements in or relating to a workpiece manipulator
US5125789A (en) * 1990-01-02 1992-06-30 Peerless Automation Molded parts removal and transfer robot
US5234328A (en) * 1991-10-29 1993-08-10 Cbw Automation, Inc. Retrieval system for removing articles formed by a manufacturing apparatus
EP0592021A1 (en) * 1992-10-08 1994-04-13 Inter Tooling Services B.V. Injection moulding apparatus
EP0688651A1 (en) * 1994-06-20 1995-12-27 Inter Tooling Services B.V. Injection molding machine and method for manufacturing hollow plastic articles

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192434C (nl) Spuitgiet-rekblaasvormmachine.
EP0283644B1 (en) Apparatus for producing hollow plastic articles
USRE33237E (en) Apparatus for producing hollow plastic articles
JPS62214916A (ja) 成形方法
NL9201738A (nl) Spuitgietinrichting.
NL1005872C2 (nl) Spuitgietmachine voor het spuitgieten van preforms voor kunststof flessen en soortgelijke houders.
BE1007893A7 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van plastiekvoorwerpen, in het bijzonder van voorvormelingen.
CN107127936B (zh) 包括由铰接链节构成的链的用于模具的分离装置
US4552526A (en) Blow molding machine with mold shuttle structure
EP0313400B1 (en) In-mould labeling accessory for a blow moulding machine
NL9401007A (nl) Spuitgietmachine voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen.
US20010038866A1 (en) Machine for the production of preforms for hollow plastic containers
CN114311557A (zh) 一种大型塑料模具脱模取料装置
NL1003683C2 (nl) Spuitgietinrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen, en robot voor een dergelijke spuitgietinrichting.
US3585682A (en) Blow-molding apparatus for molding hollow plastic articles
JP4791182B2 (ja) インジェクションブロー成形機
CN217531751U (zh) 一种注塑自动放料机
NL1013770C2 (nl) Spuitgietinrichting met robotinrichting en mechanische uittrekinrichting voor het verwijderen van preforms uit de robotinrichting, alsmede robotinrichting voor een spuitgietinrichting.
NL1001087C2 (nl) Spuitgietinrichting voor het vervaardigen van holle kunststof voorwerpen.
JPH1119982A (ja) 竪型ゴム射出成形機の成形品取り出し方法
RU2523323C2 (ru) Способ и устройство для инжекционного формирования и охлаждения изделий из пластмассы
US3229558A (en) Blown article holding and de-flashing device
US3794454A (en) Apparatus for automatically trim finishing blow molded plastic articles
CN219820508U (zh) 一种塑料制品加工用注塑机
SU1682198A1 (ru) Экструзионно-выдувна машина дл изготовлени полых изделий из полимерного материала

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010201