NL1003679C2 - Afdrukinrichting voor het afdrukken van tonerpoederbeelden op beide zijden van een beeldontvangstdrager. - Google Patents

Afdrukinrichting voor het afdrukken van tonerpoederbeelden op beide zijden van een beeldontvangstdrager. Download PDF

Info

Publication number
NL1003679C2
NL1003679C2 NL1003679A NL1003679A NL1003679C2 NL 1003679 C2 NL1003679 C2 NL 1003679C2 NL 1003679 A NL1003679 A NL 1003679A NL 1003679 A NL1003679 A NL 1003679A NL 1003679 C2 NL1003679 C2 NL 1003679C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
image receiving
image
receiving carrier
fixing
transport
Prior art date
Application number
NL1003679A
Other languages
English (en)
Inventor
Hubertus Wilhelmus Gerar Zandt
Original Assignee
Oce Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Tech Bv filed Critical Oce Tech Bv
Priority to NL1003679A priority Critical patent/NL1003679C2/nl
Priority to DE69720876T priority patent/DE69720876T2/de
Priority to EP97202225A priority patent/EP0821291B1/en
Priority to JP9194251A priority patent/JP3001833B2/ja
Priority to US08/900,837 priority patent/US5815788A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1003679C2 publication Critical patent/NL1003679C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03GELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
    • G03G15/00Apparatus for electrographic processes using a charge pattern
    • G03G15/20Apparatus for electrographic processes using a charge pattern for fixing, e.g. by using heat
    • G03G15/2003Apparatus for electrographic processes using a charge pattern for fixing, e.g. by using heat using heat
    • G03G15/2014Apparatus for electrographic processes using a charge pattern for fixing, e.g. by using heat using heat using contact heat
    • G03G15/2017Structural details of the fixing unit in general, e.g. cooling means, heat shielding means
    • G03G15/2032Retractable heating or pressure unit
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03GELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
    • G03G15/00Apparatus for electrographic processes using a charge pattern
    • G03G15/22Apparatus for electrographic processes using a charge pattern involving the combination of more than one step according to groups G03G13/02 - G03G13/20
    • G03G15/23Apparatus for electrographic processes using a charge pattern involving the combination of more than one step according to groups G03G13/02 - G03G13/20 specially adapted for copying both sides of an original or for copying on both sides of a recording or image-receiving material
    • G03G15/231Arrangements for copying on both sides of a recording or image-receiving material
    • G03G15/232Arrangements for copying on both sides of a recording or image-receiving material using a single reusable electrographic recording member
    • G03G15/234Arrangements for copying on both sides of a recording or image-receiving material using a single reusable electrographic recording member by inverting and refeeding the image receiving material with an image on one face to the recording member to transfer a second image on its second face, e.g. by using a duplex tray; Details of duplex trays or inverters
    • G03G15/235Arrangements for copying on both sides of a recording or image-receiving material using a single reusable electrographic recording member by inverting and refeeding the image receiving material with an image on one face to the recording member to transfer a second image on its second face, e.g. by using a duplex tray; Details of duplex trays or inverters the image receiving member being preconditioned before transferring the second image, e.g. decurled, or the second image being formed with different operating parameters, e.g. a different fixing temperature
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03GELECTROGRAPHY; ELECTROPHOTOGRAPHY; MAGNETOGRAPHY
    • G03G2215/00Apparatus for electrophotographic processes
    • G03G2215/20Details of the fixing device or porcess
    • G03G2215/207Type of toner image to be fixed 
    • G03G2215/2083Type of toner image to be fixed  duplex

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Fixing For Electrophotography (AREA)
  • Counters In Electrophotography And Two-Sided Copying (AREA)
  • Control Or Security For Electrophotography (AREA)

Description

Afdrukinrichting voor het afdrukken van tonerpoederbeekfen op beide zQden van een beeldontvangstdrager 5
De uitvinding heeft betrekking op een afdrukinrichting voor het afdrukken van tonerpoederbeelden op beide zijden van een beeldontvangstdrager omvattende een beeldregistratiemedium voor het vormen van een tonerpoederbeeld hierop; transfermiddelen voor het transfereren van een tonerpoederbeeld van het 10 beeldregistratiemedium naar de beeldontvangstdrager; fixeermiddelen voor het fixeren van een getransfereerd tonerpoederbeeld op het beeldontvangstdrager door middel van met beide zijden van de beeldontvangstdrager in aanraking komende drukoppervlakken; beeldontvangstdragertransportmiddelen voor het transporteren van aan een eerste zijde van een tonerpoederbeeld voorzien beeldontvangstdrager 15 terug naar de transfermiddelen voor het transfereren van een tonerpoederbeeld naar een tweede zijde van de beeldontvangstdrager.
Een dergelijke afdrukinrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooi US 4 488 801 waarin een printer wordt beschreven met een keerbaan voor duplex prints. Hierbij wordt een ladingsbeeld gevormd op een fotogeleider door de opgeladen 20 fotogeleider overeenkomstig de te reproduceren beeldinformatie door middel van belichting door een laser lokaal te ontladen. Vervolgens wordt tonerpoeder via magneetrollen in contact gebracht met de fotogeleider waarbij tonerpoeder blijft hechten op de niet ontladen delen van de fotogeleider. Door middel van een spanningsverschil tussen een transfer coronadraad en de fotogeleider, wordt het 25 aan de fotogeleider gehechte tonerpoeder overgebracht op een eerste zijde van een hier tussen door gevoerd papiervel. Het los op het papier liggende tonerpoeder wordt vervolgens hierop gefixeerd door het papiervel tussen twee fixeerrollen door te voeren en waarbij het tonerpoeder door middel van de aan weerszijden van het papier aanwezige fixeerrollen hierop wordt aangedrukt. Vervolgens wordt het 30 papiervel in een duplexbaan gekeerd en terugevoerd naar de transfercorona. Een tweede op de fotogeleider ontwikkeld beeld kan dan op de tweede zijde van het papiervel worden overgebracht. Het tonerpoeder op de tweede zijde wordt vervolgens ook op het papiervel gefixeerd door het papiervel weer tussen de fixeerrollen door te voeren.
35 Nu is een probleem bij dergelijke tweezijdige fixeerrollen dat door de bij het fixeren uitgeoefende druk, en meestal ook nog door de temperatuursverhoging bij verwarmde fixeermiddelen, het ontstaan van vervuiling van de afdrukinrichting door 1003679.
2 van de beeldontvangstdrager afkomstige tonerresten of vervuilende stoffen die uit de beeldontvangstdrager zelf komen zoals lijm, was of papiervezels. De bij een eerste maal fixeren van de beeldontvangstdrager vrijkomende vervuilende stoffen worden door de beeldontvangstdrager zelf, via de beeldontvangstdragertransportbaan, naar 5 bijvoorbeeld het beeldregistratiemedium gevoerd. Daarbij worden niet alleen de beeldontvangstdragertransportmiddelen vervuild maar ook de beeldvormende middelen met als gevolg een verminderde werking en storingen. Met name bij hergebruikte beeldontvangstdragers of voorbedrukte beeldontvangstdragers is kans op een dergelijke vervuiling groot. Een andere mogelijk bron van vervuiling is 10 release-vloeistof. Om namelijk te voorkomen dat het papiervel blijft plakken aan een fixeerrol, wordt vaak release-vloeistof aangebracht op de fixeerrol. In het Amerikaanse octrooi US 5 132 739 is bijvoorbeeld een kleurenafdrukinrichting beschreven waarbij dit het geval is. Hierin worden een op een eindloze bandvormige fotogeleider gevormde kleurentonerpoederbeelden achtereenvolgens overgebracht 15 en verzameld op een papiervel welke op een drum is opgespannen. Als de kleurendeelbeelden aan één zijde van het papiervel zijn overgebracht, wordt het vel in een duplexbaan gekeerd en teruggevoerd naar de drum en opnieuw hier opgespannen met de nog onbedrukte zijde naar de fotogeleider gekeerd. De tweede zijde van het papiervel wordt dan op overeenkomstige wijze eveneens voorzien van 20 kleurendeelbeelden. In de duplexbaan is een fixeerrol met een drukrol opgenomen ten behoeve van het fixeren van de toner op het papiervel. Hierbij wordt een gelijkmatige laag olieachtige releasevloeistof overgebracht op de verwarmde fixeerrol door middel van een hier tegenaan liggende poreuze, van releasevloeistof verzadigde opbrengrol.
25 Dergelijke releasevloeistof wordt nu geleidelijk afgezet op de diverse papierveltransportrolien waardoor deze uiteindelijk minder goed gaan functioneren. Of, zoals in kleurenafdrukinrichting volgens het bovengenoemde octrooi, het vervuilen van de drum waarop het papiervel wordt opgespannen. Deze drum kan weer in direct contact komen met de fotogeleider die door een aandrukrol tegen de 30 drum wordt gedrukt. Hierdoor kan ook de fotogeleider verontreinigd raken wat weer aanleiding geeft tot artefacten in een te ontwikkelen beeld zoals bijvoorbeeld een streperige achtergrond .
De geciteerde stand van techniek in het laatstgenoemd octrooi beschrijft diverse maatregelen om de hoeveelheid op te brengen releasevloeistof zo gering 35 mogelijk te houden. In een geciteerde eerste uitvoering gebeurt dit door de opbrengwals van de fixeerrol los te nemen om excessieve opbouw van releasevloeistof op de fixeerrol te voorkomen. Of, in een geciteerde tweede 1003679.
3 uitvoering, door de hoeveelheid releasevloeistof af te stemmen op het type beeldontvangstdrager. In het geval van een transparantvel, hoeft namelijk minder releasevloeistof te worden gebruikt dan in het geval van een papiervel.
Echter, in beide uitvoeringen zal een bepaalde, zij het dan minimale, 5 hoeveelheid releasevloeistof zal dan echter nog steeds resteren en voor vervuiling kunnen zorgen.
In de kleurenafdrukinrichting zoals beschreven in het laatst genoemde octrooi wordt in het geval van dubbelzijdig afdrukken op een papiervel, bij een eerste doorgang van het papiervel, geen releasevloeistof toegevoerd doordat de 10 releasevloeistof opbrengende opbrengwals van de fixeerrol wordt wegbewogen. Pas bij de tweede doorgang van het papiervel wordt er weer releasevloeistof aangebracht doordat de opbrengwals tegen de fixeerrol wordt gedrukt. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat er bij de eerste doorgang nog voldoende releasevloeistof aanwezig is op de fixeerrol voor een goede werking.
15 Deze bekende maatregelen zijn echter erop gebaseerd de hoeveelheid releasevloeistof te minimaliseren met alle risico's van een verminderde werking van de fixeermiddelen doordat het werkgebied hiervan te klein wordt. Een kleine verstoring kan dan al leiden tot vastplakken van papiervellen op de fixeermiddelen.
Daarbij blijft nog de vervuiling door van de beeldontvangstdrager zelf 20 afkomstige stoffen.
De afdrukinrichting overeenkomstig de uitvinding beoogt het genoemde bezwaar van vervuiling van het systeem op te heffen zonder daarbij de goede werking van de fixeermiddelen te verstoren.
De afdrukinrichting wordt daartoe gekarakteriseerd doordat de afdrukinrichting 25 verder omvat: instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen voor het transporteren van de beeldontvangstdrager door middel van met de beeldontvangstdrager in aanraking komende transportoppervlakken waarbij de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen, gezien in de beeldontvangstdragertransportrichting, meteen na de fixeermiddelen zijn opgesteld; 30 schakelmiddelen voor het instellen van de fixeermiddelen en van de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen in een eerste en tweede bedrijfstoestand, waarbij in de eerste bedrijfstoestand de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen werkzaam zijn en de beeldontvangstdrager transporteren waarbij de transportoppervlakken in aanraking komen met de 35 beeldontvangstdrager en de fixeermiddelen niet werkzaam zijn en de drukoppervlakken hiervan niet in aanraking komen met de beeldontvangstdrager, in de tweede bedrijfstoestand de fixeermiddelen werkzaam zijn en de 1 00 3 6 7 9 .
4 beeldontvangstdrager fixeren en transporteren waarbij de drukoppervlakken in aanraking komen met de beeldontvangstdrager en de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen niet werkzaam zijn en de transportoppervlakken hiervan niet in aanraking komen met de 5 beeldontvangstdrager,de schakelmiddelen de eerste, respectievelijk de tweede bedrijfstoestand instellen bij de eerste, respectievelijk de tweede doorgang van de aan twee zijden door de fixeermiddelen te fixeren beeldontvangstdrager.
De na de fixeermiddelen opgestelde instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen zorgen voor het transport van de 10 beeldontvangstdrager als de fixeermiddelen dit niet doen. Andersom zorgen deze beeldontvangstdragertransportmiddelen voor het transport van de beeldontvangstdrager als de fixeermiddelen dit niet doen. Doordat nu de drukoppervlakken bij de eerste doorgang van de beeldontvangstdrager niet hiermee in contact komen, kan er geen releasevioeistof of andere, bij het fixeren vrijkomende 15 vervuilende stoffen met de beeldontvangstdrager worden meegegeven en in het systeem komen. Bij de tweede doorgang, als de fixeermiddelen wel werkzaam zijn en in contact komen met de beeldontvangstdrager, komen daarentegen de transportoppervlakken niet in aanraking met de beeldontvangstdrager. Deze kunnen dus niet vervuild raken met releasevioeistof of andere, bij het fixeren vrijgekomen 20 vervuilende stoffen. Na de tweede doorgang zal de beeldontvangstdrager de duplexbaan niet opnieuw doorlopen maar worden geleid naar een aflegvak. De duplexbaan zal dan niet vervuild raken met de releasevioeistof die in de tweede doorgang is opgebracht of met andere van de beeldontvangstdrager afkomstige vervuilende stoffen .
25 Een verbeterde uitvoeringsvorm wordt verkregen als de fixeermiddelen voorzien zijn van verplaatsbare beeldontvangstdragergeleidemiddelen welke in de eerste, respectievelijk tweede bedrijfstoestand tussen, respectievelijk niet tussen de drukoppervlakken van de fixeermiddelen zijn geplaatst. Hierdoor wordt voorkomen dat bij de eerste doorvoer de beeldontvangstdrager in contact komt met 30 de fixeermiddelen.
Een nadere uitvoeringsvorm hiervan wordt gekarakteriseerd doordat de beeldontvangstdragergeleidemiddelen zijn uitgevoerd als twee evenwijdige geleideplaten welke zich uitstrekken over de gehele drukoppervlakken. De beeldontvangstdrager kan tussen de twee geleideplaten door worden geleid zodat, 35 als de geleideplaten tussen de beide drukoppervlakken zijn geplaatst, de beeldontvangstdragertransportbaan hiervan is afgeschermd.
In een uitvoeringsvorm zijn de fixeermiddelen uitgevoerd als een instelbaar 1003679.
5 fixeerrollenpaar waarvan de rollen in de eerste, respectievelijk de tweede bedrijfstoestand elkaar raken, respectievelijk los van elkaar zijn. Het openen en sluiten van een rollenpaar is constructief eenvoudig te realiseren, terwijl een rollenpaar ook voor transport van de beeldontvangstdrager kan zorgen.
5 De instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen zijn in een andere uitvoering uitgevoerd als [een instelbaar transportrollenpaar waarvan de rollen in de eerste, respectievelijk tweede bedrijfstoestand elkaar raken, respectievelijk los van elkaar zijn. Met bandvormige beeldontvangstdragertransportmiddelen is dit moeilijker te realiseren.
10 Een betrouwbaar beeldontvangstdragertransport wordt verkregen met een uitvoering welke naast de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen, achtereenvolgens in de beeldontvangstdragertransportrichting opgestelde tweede en derde beeldontvangstdragertransportmiddelen omvat, waarbij de tweede beeldontvangstdragertransportmiddelen zijn opgesteld voor de fixeermiddelen op 15 een afstand van minder dan een beeldontvangstdragerdoorvoerafmeting van de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen en de derde beeldontvangstdragertransportmiddelen zijn opgesteld na de fixeermiddelen op een afstand van minder dan een beeldontvangstdragerdoorvoerafmeting van de fixeermiddelen.
20 Bij het niet werkzaam zijn van de fixeermiddelen is de beeldontvangstdrager dus altijd in contact met ten minste één beeldontvangstdragertransportmiddel en is transport gewaarborgd.
In het geval dat de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen en de fixeermiddelen beide zijn uitgevoerd als rollenparen, wordt een praktische en 25 robuuste uitvoering verkregen als de schakelmiddelen scharnierbare frames omvatten waarbij elk asuiteinde van een fixeerrol door middel van een scharnierbaar frame is verbonden met een corresponderend asuiteinde van een transportrol van het instelbare transportrollenpaar, het scharnierpunt van elk frame wordt gevormd door de as van de corresponderende transportrol, de assen van de 30 transportrollen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, waarbij in de eerste bedrijfstoestand de instelbare transportrollen door aandrukmiddelen met elkaar in aanraking zijn en in de tweede bedrijfstoestand de frames zodanig scharnierbaar zijn dat de fixeerrollen onderling een kantelpunt voor de frames vormen waardoor de transportrollen los van elkaar komen te liggen tegen de werking van de 35 aandrukmiddelen in.
De afdrukinrichting overeenkomstig de uitvinding zal aan de hand van de volgende figuren worden beschreven, waarbij 1003679.
6
Fig. 1 schematisch een afdrukinrichting overeenkomstig de uitvinding weergeeft met een duplexbaan met daarin een fixeer- en beeldontvangstdragertransportsamenstel voor tweezijdig te bedrukken beeldontvangstdragers, waarbij 5 Fig. 1A de beeldvorming en de duplexbaan weergeeft en
Fig. 1B de aan- en afvoer van beeldontvangstdrager weergeeft; en Fig. 2 een uitvoering van een fixeer- en beeldontvangstdragertransportsamenstel van de afdrukinrichting volgens Fig.1 werkzaam in een eerste bedrijfstoestand weergeeft en in 10 Fig. 3 een uitvoering van een fixeer- en beeldontvangstdragertransportsamenstel van de afdrukinrichting volgens Fig. 1 werkzaam in een tweede bedrijfstoestand weergeeft.
In Fig.1 zijn een aantal beeldregistratiemedia 1 weergegeven waarbij op elk beeldregistratiemedium 1 een tonerpoederbeeld van een bepaalde kleur wordt 15 ontwikkeld. Aangezien het hier een full-colour afdrukinrichting betreft, zijn de toner kleuren zwart, rood, groen, blauw, cyaan, magenta en geel. Het beeldregistratiemedium 1 is uitgevoerd als een roterende cilinder met daarop, een niet in de figuur weergegeven diêlectrische oppervlaktelaag met onder deze laag in omwentelingsrichting lopende en naast elkander liggende elektrodebanen. Een 20 opvoermolen 2 en een magnetische opbrengwals 3 zetten voortdurend een volvlak van elektrische geleidende en magnetische aantrekbare tonerpoeder af op het beeldregistratiemedium 1 als gevolg van een continue spanningsverschil tussen de opbrengwals 3 en de elektroden van het beeldregistratiemedium 1. De diêlectrische laag zal opgeladen worden en de toner daardoor enige tijd hierop worden 25 vastgehouden Normaliter zal deze toner door een ten opzichte van het roterend beeldregistratiemedium 1 in axiale richting opgesteld magneetmes 4 door een overheersende magneetkracht weer van het beeldregistratiemedium 1 worden afgehaald. Hierbij beweegt om het magneetmes 4, een, ten opzichte van het beeldregistratiemedium 1 in tegengestelde richting draaiende huls 5. Door nu 30 selektief een extra spanning op een elektrode te zetten kan er lokaal, op een kruising van een dergelijke onder extra spanning staande elektrode en het magneetmes 4, toner op het beeldregistratiemedium 1 worden vastgehouden door de lokaal en momenteel overheersende elektrische kracht. Dit principe van een tonerpoederbeeld ontwikkelen is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 35 EP 0 310 209.
De toner wordt hierbij aangevoerd van een tonerpoedervoorraadreservoir 6 naar een onder de opvoermolen 2 aangebrachte tonerpoederbak 7.
1003679.
7
De uitvinding is echter niet beperkt tot een afdrukinrichting met deze wijze van beeldvorming. Elke beeldvorming waarbij gebruik wordt gemaakt van tonerpoeder welke uiteindelijk door druk en warmte op de beeldontvangstdrager zoals een papiervel moet worden gefixeerd, komt in aanmerking. Bijvoorbeeld een als 5 fotogeleider uitgevoerd beeldregistratiemedium met een laser of LED-belichting in combinatie met een isolerende binaire toner is evenzeer toepasbaar in combinatie met de uitvinding.
Daarnaast is de beeldvorming ook niet beperkt tot een meer-kleuren beeldvorming, alhoewel bij kleur glansvorming door fixeren en het gebruik van een 10 releasevloeistof een grotere rol speelt.
De op de afzonderlijke beeldregistratiemedia 1 gevormde tonerpoederbeelden worden vervolgens in register overgebracht op een roteerbaar centraal verzamellichaam 8. Dit verzamellichaam 8 is voorzien van een oppervlaktelaag welke tonerpoeder beter vasthoudt dan de oppervlaktelaag van de beeldvormende 15 lichamen 1. Door de beeldregistratiemedia 1 met een bepaalde contactdruk tegen het verzamellichaam 8 te drukken, wordt het tonerpoeder dan door zogenaamde druktransfer overgebracht op het verzamellichaam 8. Hierbij wordt het verzamellichaam 8 door warmtestralers 9 en 10 op een dusdanige temperatuur gehouden dat een zekere verweking van het tonerpoeder plaatsvindt waardoor de 20 hechting aan het verzamellichaam 8 verder verbeterd.
De op het verzamellichaam 8 verzamelde tonerpoederbeelden worden uiteindelijk door middel van eveneens druktransfer door een drukrol 11 overgebracht op een tussen deze drukrol 11 en het verzamellichaam 8 doorgevoerde beeldontvangstdrager zoals bijvoorbeeld een papiervel. De drukrol 11 wordt 25 gereinigd door een drukrolcleaner 18. Hierbij wordt opgemerkt dat het verzamellichaam 8 ook wordt gereinigd met verder niet in de figuur weergeven reinigingsmiddelen.
Overdracht van tonerpoeder door middel van druktransfer is evenwel niet vereist voor de uitvinding alhoewel bij druktransfer wel meer kans bestaat op verder 30 transport van bij de fixeermiddelen gebruikte releasevloeistof of uit de beeldontvangstdrager afkomstig vervuilende stoffen naar de beeldregistratiemedia 1 zelf. Andere uitvoeringen worden bijvoorbeeld verkregen met elektrische transfer, zoals bijvoorbeeld door middel van een corona, waarbij tonerpoeder wordt overgebracht op de beeldontvangstdrager zonder dat het verzamellichaam of met de 35 beeldontvangstdrager in contact komt. Evenzeer kan het verzamellichaam 8 achterwege worden gelaten en het tonerpoeder rechtstreeks van het beeldregistratiemedium 1 op het beeldontvangstdrager worden overgebracht. Hierbij 100367».
8 kan een op het verzamellichaam 8 lijkend cilindervormige drum worden gebruikt om de beeldontvangstdrager tijdelijk op te spannen.
Vanzelfsprekend is juist bij elektrische transfer de noodzaak van fixeermiddelen nog meer aanwezig dan bij druktransfer waar al een zekere fixering van tonerpoeder op 5 de beeldontvangstdrager wordt verkregen.
In Fig. 1A is de richting A aangegeven van waaruit de beeldontvangstdrager wordt aangevoerd naar de drukrol 11. Deze beeldontvangstdrager kan afkomstig zijn van in Fig. 2B weergegeven opslagmagazijnen 12 in geval van het bedrukken van een eerste zijde of van een aanvoer vanuit de 10 beeldontvangstdragertransportbaan uit de richting B in geval van het bedrukken van een tweede zijde van een aan twee zijden te bedrukken beeldontvangstdrager. in de beschrijving hierna zal de situatie worden beschreven als de beeldontvangstdrager aan twee zijden moet worden voorzien van tonerpoeder.
De beeldontvangstdrager wordt dan eerst aangevoerd vanuit een 15 geselecteerd opslagmagazijn 12. Transportrollenparen 13 en 14 transporteren de beeldontvangstdrager verder naar een voorverwarmingstation opgebouwd uit een bandtransport 15, een geleideplaat 16 en verwarmingsmiddelen 17. De beeldontvangstdrager wordt vervolgens, nadat een eerste zijde door de drukrol 11 is voorzien van tonerpoeder, door onder andere met behulp van velseparatiemiddelen 20 19, via bandtransportmiddelen 20, 21 en 22 geleid naar verwarmde fixeerrollen 23 en 24. Deze fixeerrollen 23 en 24 zijn weergegeven in een eerste, niet werkzame bedrijfstoestand waarbij ze los van elkaar zijn en van de beeldontvangstdrager worden geïsoleerd door, met een niet onderbroken lijn in een eerste bedrijfstoestand weergegeven instelbare beeldontvangstdragergeleide middelen 25 en 26. Deze 25 beeldontvangstdragergeleidemiddelen 25 en 26 zijn uitgevoerd als geleideplaten welke zich uitstrekken over de gehele axiale afstand van de fixeerrollen 23 en 24. Deze eerste bedrijfstoestand is werkzaam als de beeldontvangstdrager, in geval van tweezijdig te bedrukken, voor de eerste keer tussen de fixeermiddelen 23 en 24 wordt doorgevoerd.
30 De fixeerrollen 23 en 24 worden voorzien van een geschikte releasevloeistof .zoals bijvoorbeeld een siliconenolie, om hechting van de beeldontvangstdrager aan de fixeerrollen 23 en 24 te voorkomen. De releasevloeistof wordt aangevoerd uit reservoirs 27 en 28 van waaruit de releasevloeistof wordt opgezogen door lonten 29 en 30 geschikte poreus dragermateriaal. De releasevloeistof wordt door middel van 35 doseerwalsen 31 en 32 en opbrengwalsen 33 en 34 egaal en gedoseerd verdeeld over de fixeerrollen 23 en 24.
In de eerste bedrijfstoestand wordt dus het aan eerste zijde van de 1 00 3 6 7 9 .
9 beeldontvangstdrager opgebrachte tonerpoeder nog niet gefixeerd. Hierdoor kan er nog geen releasevioeistof op de beeldontvangstdrager komen of andere vervuilende stof van de beeldontvangstdrager vrijkomen..
De beeldontvangstdrager wordt door de bandtransportmiddelen 21 en 22 5 getransporteerd naar een transportrollenpaar 35 welke, gezien in de beeldontvangstdragertransportrichting C meteen na de fixeerrollen 23 en 24 is geplaatst en wel binnen een beeldontvangstdragerdoorvoerafmeting van de bandtransportmiddelen 21 en 22. Hiermee is een transport van de beeldontvangstdrager gewaarborgd in de situatie als de fixeerrollen 23 en 24 los van 10 elkaar zijn.
De beeldontvangstdrager wordt vervolgens, met de wisselklep 36 in de getekende stand, via het transportrollenpaar 37 en met de wisselklep 38 in de met een onderbroken lijn weergegeven stand, getransporteerd naar een in Fig. 1B weergegeven keerbaan 39. De keerbaan 39 is voorzien van transportrollenparen 40 15 en 41 welke de beeldontvangstdrager in tegengestelde richting over hetzelfde traject transporteren als de beeldontvangstdrager de wisselklep 36 is gepasseerd. Hierbij sluit de in de keerbaan 39 opgenomen wisselklep 42 in de getekende stand het met 43 aangeduide deel van de transportbaan af. Bij het terugtransporteren van de beeldontvangstdrager wordt de wisselklep 36 in de met een onderbroken lijn 20 getekende stand gezet zodat de beeldontvangstdrager in deel 44 van de transportbaan wordt geleid. Via het transportrollenpaar 45 wordt de beeldontvangstdrager, nu met de tweede zijde naar het verzamellichaam 8 gekeerd, weer naar de drukrol 11 geleid. Hier wordt de tweede zijde vervolgens voorzien van een tonerpoederbeeld door de drukwals 11.
25 Het nu tweezijdig bedrukte beeldontvangstdrager wordt vervolgens, via de bandtransportmiddelen 20, 21 en 22, opnieuw naar de fixeerrollen 23 en 24 geleid. In tegenstelling tot de eerste doorgang, zijn de fixeerrollen 23 en 24 nu in een werkzame stand gebracht waarin ze, met een zeker aandrukkracht, tegen elkaar drukken. Hierbij zijn de beeldontvangstdragergeleidemiddelen 25 en 26 in een 30 tweede, met een onderbroken lijn weergegeven, stand geplaatst zodanig dat ze zich niet meer tussen de fixeerrollen 23 en 24 bevinden. De door de fixeerrollen op de hier tussendoor gevoerde beeldontvangstdrager uitgeoefende druk zorgt uiteindelijk voor een betere hechting van het tonerpoeder op de beeldontvangstdrager en voor een betere bedekking van de beeldontvangstdrager door het tonerpoeder. Zoals al 35 eerder opgemerkt, worden de fixeerrollen 23 en 24 daarnaast ook nog inwendig verwarmd waardoor de fixerende werking wordt versterkt.
Verder wordt bij deze tweede doorgang het transportrollenpaar 35 in een niet- 1003679.
10 werkzame stand gebracht door de rollen hiervan onderling te scheiden. Deze rollen komen dan niet meer in aanraking met de hier tussendoor gevoerde beeldontvangstdrager en kunnen dan ook niet verontreinigd raken met bij het fixeren op de beeldontvangstdrager opgebrachte releasevloeistof of van de 5 beeldontvangstdrager bij het fixeren van vrijkomende stof. De beeldontvangstdragertransportfunctie van het transportrollenpaar 35 wordt nu overgenomen door de fixeerrollen 23 en 24 zelf. De afstand tussen de fixeerrollen 23 en 24 en de eerstvolgende werkzame transportrollen 37 is daarom niet groter dan een beeldontvangstdragerafmeting in doorvoerrichting.
10 Deze standen van de fixeerrollen 23 en 24, beeldontvangstdragergeleidemiddelen 25 en 26 en het transportrollenpaar 35 karakteriseren, na de eerdere genoemde eerste, de tweede bedrijfstoestand.
De beeldontvangstdrager moet vervolgens worden verzameld in de in Fig. 1B weergegeven verzamelbakken 46. Hierbij moet de eerste bedrukte beeldzijde van de 15 beeldontvangstdrager naar onder gekeerd liggen. Om dit te bereiken wordt de van de fixeerrollen 23 en 24 afkomstige beeldontvangstdrager, via de wisselklep 38 in de met een onderbroken lijn weergegeven stand, naar de keerbaan 39 geleid voorbij de wisselklep 42 om de beeldontvangsdrager te keren. Met de wisselklep 42 in de met een onderbroken lijn weergegeven stand, wordt de beeldontvangstdrager 20 vervolgens door de transportrollen 40 en 41 in tegengestelde richting terug geleid en nu via het deel 43 van de beeldontvangstdragertransportbaan en naar de verzamelbakken 46 getransporteerd.
Het spreekt vanzelf dat bij een eenzijdig te bedrukken beeldontvangstdrager, de fixeermiddelen wel in de eerste en ook enige doorgang werkzaam zijn en dus in 25 de eerste bedrijfstoestand verkeren. Om de bedrukte zijde naar onder gericht in de verzamelbak 46 te verzamelen, wordt de beeldontvangstdrager nu meteen, via het deel 47 van de beeldontvangstdragertransportbaan, hierna toe geleid. Hierbij staat de wisselklep 38 in met een aaneengesloten lijn, en de wisselklep 47 in de met een onderbroken lijn weergegeven stand.
30 Verder zij opgemerkt dat bij een tweede doorgang van de tweezijdig bedrukte beeldontvangstdrager, de verder van de fixeermiddelen gelegen transportrollen 37, 40 en 41 wel in aanraking komen met de van releasevloeistof voorziene beeldontvangstdrager. Echter, in de praktijk blijkt dit een minder verontreinigde invloed te hebben op het systeem dan bij verontreiniging van het meteen na de 35 fixeerrollen 23 en 24 opgestelde transportrollenpaar 35. Verontreiniging van de overige systeemonderdelen, zoals bijvoorbeeld het verzamelmedium 8, blijkt dan zeer beperkt te zijn. De reden hiervoor is de opgetreden afkoeling van de 1003673.
11 beeldontvangstdrager na de doorvoer door verwarmde fixeerrollen waardoor de hierop aanwezige release vloeistof beter blijft hechten op de beeldontvangstdrager zelf. Ook het vrijkomen van stoffen uit de beeldontvangstdrager zelf neemt af bij de opgetreden afkoeling. Door het transportrollen paar 35 te lichten, wordt al een 5 voldoend lange transportweg bereikt voor deze afkoeling.
Voorts zij opgemerkt dat de maatregelen overeenkomstig de uitvinding, naast op andere uitvoeringen van beeldvorming en beeldverzameling, evenzeer toepasbaar zijn op een andere uitvoering van de beelontvangstdragertransportbaan zelf. Essentieel is het samenwerken van de fixeerrollen 23 en 24 en het hierna 10 opgestelde transportrollen paar 35 in de genoemde twee bedrijfstoestanden.
Een voordelige uitvoeringsvorm waarin deze bedoelde samenwerking van de fixeerollen 23 en 24 met het transportrollenpaar 35 wordt verkregen, is weergegeven in de Figuren 2 en 3.
Fig. 2 geeft een eerste bedrijfstoestand weer met de fixeerrollen 23 en 24 in 15 de niet-werkzame positie en het transportrollenpaar 35 in de werkzame positie. Voorts bevinden de beeldontvangstdragergeleideplaten 25 en 26 zich in deze bedrijfstoestand zich voor een groot deel tussen de fixeerrollen 23 en 24. De beeldontvangstdragergeleideplaten 25 en 26 strekken zich hierbij uit over de gehele axiale richting van de fixeerrollen 23 en 24. Het schakelmechanisme om de eerste 20 en de, in Fig. 3 weergegeven tweede bedrijfstoestand te realiseren, is in de Figuren 2 en 3 voor wat betreft één zijde van de fixeerrollen 23 en 24 het transportrollensamenstel 35 weergegeven. Het weergegeven deel omvat frames 48 en 49 waarin asuiteindes van de fixeerrollen 23 en 24 en het transportrolsamenstel 35 zijn opgehangen. Hierbij verbindt het frame 48 het asuiteinde 50 van de fixeerrol 25 23 met het asuiteinde 53 van de éne, aan eenzelfde zijde gelegen, rol van het rolsamenstel 3. Het frame 49 verbindt het asuiteinde 51 van de fixeerrol 24 met het asuiteinde 52 van de andere rol van het rolsamenstel 52. Verder omvat het schakelmechanisme een koppelingstaaf 54 welke met het éne uiteinde via een eerste verbindingstuk 55 scharnierbaar is gekoppeld met een met het frame 49 30 verbonden as 56 en met het andere uiteinde via een tweede verbindingstuk 58 excentrisch scharnierbaar is gekoppeld met een beweegbare nok 57. Verder is het frame 48 is door middel van een verbindingstuk 59 welke met het éne uiteinde scharnierbaar is gekoppeld met het frame 48 via een as 60 en met het andere uiteinde eccentrisch scharnierbaar is gekoppeld met de nok 57.
35 Door de verplaatsing van de nok 57 worden, via de excentrische werking van de verbindingstukken 58 en 59, die uiteinden waarop de assen 60 en 56 van de frames 48 en 49 zich bevinden, of uit elkaar bewogen zoals in de in Fig. 2 1003 679 .
12 weergegeven eerste bedrijfstoestand, of naar elkaar toe bewogen zoals In de Fig. 3 weergeven tweede bedrijfstoestand.
In het geval van Fig. 2 functioneert het transportrolsamenstel 35 in de eerste bedrijfstoestand als een kantelpunt voor de beide frames 48 en 49. Hierbij moet 5 bedacht worden dat de rollen van het transportrolsamenstel 35 van vervormbaar materiaal zijn vervaardigd en enigermate indrukbaar zijn. Als de fixeerrollen 23 en 24 los van elkaar zijn, worden de rollen van het transportrolsamenstel 35 door veermiddelen 61 en 62 op elkaar gedrukt.
In het geval van Fig. 3 functioneren de fixeerrollen 23 en 24 in de tweede 10 bedrijfstoestand als een kantelpunt van de frames 48 en 49 en worden de rollen van het transportrolsamenstel 35 gelicht tegen de werking van de veermiddelen 35 in. Hierbij moet eveneens worden bedacht de fixeerrollen 23 en 24 enigermate indrukbaar zijn.
De beschreven koppeling heeft als voordeel dat de synchronisatie van het 15 openen en sluiten van de fixeerrollen 23 en 24 op betrouwbare en eenvoudige wijze is gekoppeld met het openen en sluiten van de rollen van het transportrollenpaar 35.
Er zij verder opgemerkt dat de aanwezigheid van de geleideplaten 25 en 26 op zich geen vereiste is voor de werking van de uitvinding, echter wel een verbetering hiervan betekent.
20 Tenslotte zij nog opgemerkt dat het ten aanzien van de kopiekwaliteit voordelig is om de tweezijdig bedrukte beeldontvangstdrager in één keer, tegelijk aan beide zijden te fixeren bij de laatste doorvoer. In het geval van het bij een eerste doorvoer al fixeren of bij fixeermiddelen welke maar aan één zijde kunnen fixeren, zal behalve releasevloeistofverontreiniging, ook een verandering optreden 25 van de eigenschappen van de beelontvangstdrager. Dit heeft vervolgens weer invloed op de overdracht van een beeldregistratiemedium of een beeldverzamel lichaam van tonerpoeder op de tweede zijde zodat de kopiekwaliteit aan beide zijde verschillend is.
1003673.

Claims (7)

1. De uitvinding heeft betrekking op een afdrukinrichting voor het afdrukken van tonerpoederbeelden op beide zijden van een beeldontvangstdrager omvattende 5 een beeldregistratiemedium voor het vormen van een tonerpoederbeeld hierop; transfermiddelen voor het transfereren van een tonerpoederbeeld van het beeldregistratiemedium naar de beeldontvangstdrager; fixeermiddelen voor het fixeren van een getransfereerd tonerpoederbeeld op 10 het beeldontvangstdrager door middel van met beide zijden van het beeldontvangstdrager in aanraking komende drukoppervlakken; beeldontvangstdragertransportmiddelen voor het transporteren van aan een eerste zijde van een tonerpoederbeeld voorziene beeldontvangstdrager terug naar de transfermiddelen voor het transfereren van een tonerpoederbeeld naar een 15 tweede zijde van de beeldontvangstdrager; met het kenmerk, dat de afdrukinrichting verder omvat; instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen voor het transporteren van de beeldontvangstdrager door middel van met de beeldontvangstdrager in aanraking komende transportoppervlakken waarbij de instelbare 20 beeldontvangstdragertransportmiddelen, gezien in de beeldontvangstdragertransportrichting, meteen na de fixeermiddelen zijn opgesteld; schakelmiddelen voor het instellen van de fixeermiddelen en van de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen in een eerste en tweede bedrijfstoestand, waarbij 25 in de eerste bedrijfstoestand de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen werkzaam zijn en de beeldontvangstdrager transporteren waarbij de transportoppervlakken in aanraking komen met de beeldontvangstdrager en de fixeermiddelen niet werkzaam zijn en de drukoppervlakken hiervan niet in aanraking komen met de beeldontvangstdrager, 30 in de tweede bedrijfstoestand de fixeermiddelen werkzaam zijn en de beeldontvangstdrager fixeren en transporteren waarbij de drukoppervlakken in aanraking komen met de beeldontvangstdrager en de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen niet werkzaam zijn en de transportoppervlakken hiervan niet in aanraking komen met de 35 beeldontvangstdrager, de schakelmiddelen de eerste, respectievelijk de tweede bedrijfstoestand instellen bij de eerste, respectievelijk de tweede doorgang van de aan twee zijden 1003679. door de fixeermiddelen te fixeren beeidontvangstdrager.
2. Afdrukinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de fixeermiddelen voorzien zijn van verplaatsbare beeldontvangstdragergeleidemiddelen welke in de eerste, respectievelijk tweede 5 bedrijfstoestand tussen, respectievelijk niet tussen de drukoppervlakken van de fixeermiddelen zijn geplaatst.
3. Afdrukinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de beeldontvangstdragergeleidemiddelen zijn uitgevoerd als twee geleideplaten welke zich uitstrekken over de gehele drukoppervlakken.
4. Afdrukinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de fixeermiddelen zijn uitgevoerd als een instelbaar fixeerrollenpaar waarvan de rollen in de eerste, respectievelijk de tweede bedrijfstoestand elkaar raken, respectievelijk los van elkaar zijn.
5. Afdrukinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen zijn uitgevoerd als een instelbaar transportrollenpaar waarvan de rollen in de eerste, respectievelijk tweede bedrijfstoestand elkaar raken, respectievelijk los van elkaar zijn.
6. Afdrukinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat, de inrichting naast de instelbare 20 beeldontvangstdragertransportmiddelen verder omvat: achtereenvolgens in de beeldontvangstdragertransportrichting opgestelde tweede en derde beeldontvangstdragertransportmiddelen, waarbij de tweede beeldontvangstdragertransportmiddelen zijn opgesteld voor de fixeermiddelen op een afstand van minder dan een 25 beeldontvangstdragerdoorvoerafmeting van de instelbare beeldontvangstdragertransportmiddelen en de derde beeldontvangstdragertransportmiddelen zijn opgesteld na de fixeermiddelen op een afstand van minder dan een beeldontvangstdragerdoorvoerafmeting van de fixeermiddelen.
7. Afdrukinrichting volgens conclusies 4 en 5, met het kenmerk, dat de schakeimiddelen scharnierbare frames omvatten waarbij elk asuiteinde van een fixeerrol door middel van een schamierbaar frame is verbonden met een corresponderend asuiteinde van een transportrol van het instelbare transportrollenpaar, 35 het scharnierpunt van elk frame wordt gevormd door de as van de corresponderende transportrol, de assen van de transportrollen ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn, 1003679. waarbij in de eerste bedrijfstoestand de instelbare transportrollen door aandrukmiddelen met elkaar in aanraking zijn en in de tweede bedrijfstoestand de frames zodanig scharnierbaar zijn dat de 5 fixeerrollen onderling een kantelpunt voor de frames vormen waardoor de transportrollen los van elkaar komen te liggen tegen de werking van de aandrukmiddelen in. 1 00 3 6 7 9 ·
NL1003679A 1996-07-25 1996-07-25 Afdrukinrichting voor het afdrukken van tonerpoederbeelden op beide zijden van een beeldontvangstdrager. NL1003679C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003679A NL1003679C2 (nl) 1996-07-25 1996-07-25 Afdrukinrichting voor het afdrukken van tonerpoederbeelden op beide zijden van een beeldontvangstdrager.
DE69720876T DE69720876T2 (de) 1996-07-25 1997-07-16 Druckgerät zum Drucken von Tonerpulverbildern auf beide Seiten eines Bildempfangsträgers
EP97202225A EP0821291B1 (en) 1996-07-25 1997-07-16 Printing apparatus for printing toner powder images on both sides of an image receiving support
JP9194251A JP3001833B2 (ja) 1996-07-25 1997-07-18 画像受容担体の両面にトナー粉像を印刷する印刷装置
US08/900,837 US5815788A (en) 1996-07-25 1997-07-25 Printing apparatus for printing toner powder images on both sides of an image receiving support

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003679 1996-07-25
NL1003679A NL1003679C2 (nl) 1996-07-25 1996-07-25 Afdrukinrichting voor het afdrukken van tonerpoederbeelden op beide zijden van een beeldontvangstdrager.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1003679C2 true NL1003679C2 (nl) 1998-01-28

Family

ID=19763271

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003679A NL1003679C2 (nl) 1996-07-25 1996-07-25 Afdrukinrichting voor het afdrukken van tonerpoederbeelden op beide zijden van een beeldontvangstdrager.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US5815788A (nl)
EP (1) EP0821291B1 (nl)
JP (1) JP3001833B2 (nl)
DE (1) DE69720876T2 (nl)
NL (1) NL1003679C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10301587A1 (de) * 2003-01-17 2004-08-05 Nexpress Solutions Llc Verfahren und Transporteinrichtung zum Vorfixieren von Toner auf einem Bedruckstoff
JP4402508B2 (ja) * 2004-04-28 2010-01-20 キヤノン株式会社 画像形成装置
JP6117019B2 (ja) * 2013-06-28 2017-04-19 株式会社ミヤコシ 電子写真方式表裏印刷枚葉機

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4959693A (en) * 1987-11-10 1990-09-25 Hitachi, Ltd. Duplex reproducing apparatus with device for cooling and conveying fused toner image
US5132739A (en) * 1991-05-30 1992-07-21 Eastman Kodak Company Toner fuser having an offset preventing liquid applying means and image-forming apparatus for use therein
US5436711A (en) * 1993-11-29 1995-07-25 Xerox Corporation Multilevel fusing apparatus

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4162847A (en) * 1977-10-06 1979-07-31 International Business Machines Corporation Hot roll fuser early closure inhibitor
US4392739A (en) * 1980-04-30 1983-07-12 International Business Machines Corporation Electromechanically operated fuser roll closure
JPS5823073A (ja) * 1981-08-03 1983-02-10 Fuji Xerox Co Ltd 圧着ロ−ラ駆動装置
US4429987A (en) * 1982-02-16 1984-02-07 International Business Machines Corporation Early fuser roll closure with reduced force
US4488801A (en) * 1983-01-03 1984-12-18 International Business Machines Corporation Maximum throughput duplexing system for xerographic machines
US4722064A (en) * 1984-11-27 1988-01-26 Fuji Xerox Co., Ltd. Drawing output unit
NL8500319A (nl) * 1985-02-06 1986-09-01 Oce Nederland B V Patents And Inrichting voor het weergeven van informatie.
EP0310712B1 (en) * 1987-10-05 1993-09-01 Océ-Nederland B.V. Front-end system for a raster output scanner
US5023667A (en) * 1988-06-28 1991-06-11 Asahi Kogaku Kogyo Kabushiki Kaisha Apparatus for preventing damage to both an electrophotographic printer and a recording form used with the printer

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4959693A (en) * 1987-11-10 1990-09-25 Hitachi, Ltd. Duplex reproducing apparatus with device for cooling and conveying fused toner image
US5132739A (en) * 1991-05-30 1992-07-21 Eastman Kodak Company Toner fuser having an offset preventing liquid applying means and image-forming apparatus for use therein
US5436711A (en) * 1993-11-29 1995-07-25 Xerox Corporation Multilevel fusing apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
DE69720876D1 (de) 2003-05-22
JPH1073972A (ja) 1998-03-17
EP0821291A1 (en) 1998-01-28
DE69720876T2 (de) 2004-01-29
JP3001833B2 (ja) 2000-01-24
US5815788A (en) 1998-09-29
EP0821291B1 (en) 2003-04-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPS6350669Y2 (nl)
JP3739493B2 (ja) 交換可能な給送ロールユニット
US5440379A (en) Image transfer device with cleaner for electrophotographic copying
US6263176B1 (en) Apparatus for cleaning transfer roller and optical photoreceptor of printing device
JPS6223073A (ja) 色選択装置
JP4160515B2 (ja) 熱圧フューザーロール装置及び受像媒体除去装置
NL1003679C2 (nl) Afdrukinrichting voor het afdrukken van tonerpoederbeelden op beide zijden van een beeldontvangstdrager.
EP1093029B1 (en) Single-pass multi-colour printer and method of printing thereof
US4899198A (en) Dual purpose cleaning apparatus
JPH11249475A (ja) 剥離剤管理構造、加熱加圧定着器および剥離剤供給方法
US5414498A (en) Liquid/dry toner imaging system
US6901227B2 (en) Support bracket/backup shoe assembly for web-cleaning cartridge
US5412459A (en) Imaging apparatus with paper preconditioning for transfer
JP3572835B2 (ja) 定着装置用のクリーニング装置
JP2942103B2 (ja) 画像形成装置
KR100408295B1 (ko) 습식 전자사진방식 인쇄기의 잔류화상 제거장치
JP3084678B2 (ja) 画像形成装置
KR100370196B1 (ko) 습식 전자사진방식 인쇄기의 현상유니트
JPH06348141A (ja) 電子写真プリンタ
JP3382333B2 (ja) 画像形成装置及びそのクリーニング装置
JPH06148983A (ja) 画像形成装置、及び画像形成装置の排紙ガイド
JPH02216174A (ja) 画像形成装置のクリーニング装置
JPS58203470A (ja) 定着装置
KR19990001983U (ko) 인쇄기의 클리닝장치
JPH0540430A (ja) 両面印刷装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040201