NL1003324C2 - Loketinrichting met schuivende deuren. - Google Patents

Description

Loketinrichting met schuivende deuren.

De uitvinding heeft betrekking op een loketinrichting.

Op zich zijn loketinrichtingen reeds in diverse varianten bekend.

5 Veel toegepast wordt bijvoorbeeld een inrichting waarbij er tussen de beide personen die een transactie uitvoeren een afscheiding aanwezig is bijvoorbeeld in de vorm van een glaspaneel van voldoende hoogte dat aan de onderzijde eindigt op een toonbank. In de toonbank is een holte aanwezig via welke holte goederen van de ene zijde naar de ander zijde kun-10 nen worden geschoven. Een nadeel van een dergelijke inrichting is dat er in feite een open verbinding bestaat tussen beide zijden van de loketinrichting.

Bekend zijn verder inrichtingen die deze open verbinding als het ware hebben gevuld en daartoe gebruik maken van een draaiplateau met 15 vakverdeling. Elk der personen kan zijn goederen in een afzonderlijk vak van het draaiplateau deponeren en door draaien van het plateau over 180 worden de goederen onder de afscheiding door getransporteerd naar de andere zijde van de inrichting. Tijdens het verdraaien van het plateau wil het voorkomen dat lichte voorwerpen, zoals bijvoorbeeld bankbiljet-20 ten van het draaiplateau af bewegen en derhalve niet correct naar de andere zijde worden getransporteerd. Verder zijn de afmetingen van dergelijke draaiplateaus veelal zodanig beperkt gekozen dat grotere voorwerpen niet via het draaiplateau overgedragen kunnen worden.

De uitvinding heeft nu ten doel een loketinrichting te verschaffen 25 waarbij er geen directe verbinding tussen beide zijden optreedt en waarbij ook grotere voorwerpen tussen de aan de transactie deelnemende personen kunnen worden uitgewisseld.

Aan deze doelstelling wordt voldaan door een loketinrichting voor het uitvoeren van transacties tussen een eerste persoon aan de ene zijde 30 van de inrichting en een tweede persoon aan de andere zijde van de inrichting, omvattende: - twee naast elkaar gelegen onderling gescheiden transactieruimten via welke goederen van de eerste persoon naar de tweede persoon of vice versa kunnen worden overgedragen, 35 - een eerste schuifdeur aan de ene zijde die in de ruststand de beide transactieruimten afsluit, - een tweede schuifdeur aan de andere zijde die in de ruststand de beide transactieruimten afsluit, 1003324 2 - een eerste bewegingsmechanisme voor het doen bewegen van de eerste deur in een eerste richting naar een eerste uiterste stand waarin de eerste transactieruimte is geopend maar de tweede transactieruimte is afgesloten, dan wel in een tweede tegengestelde richting naar een tweede 5 uiterste stand waarin de eerste transactieruimte is geopend maar de tweede transactieruimte is afgesloten, - een tweede bewegingsmechanisme voor het doen bewegen van de tweede deur in een eerste richting naar een eerste uiterste stand waarin de eerste transactieruimte is geopend maar de tweede transactieruimte is 10 afgesloten, dan wel in een tweede tegengestelde richting naar een tweede uiterste stand waarin de eerste transactieruimte is geopend maar de tweede transactieruimte is afgesloten, - een stuureenheid voor het besturen van de beide bewegingsmechanismen zodanig dat de beide deuren altijd in tegengestelde richting bewegen en 15 altijd tegelijkertijd de ruststand innemen.

Doordat de beide deuren altijd vanuit een ruststand, waarin aan beide zijden de beide transactieruimten zijn afgesloten, in tegengestelde richting bewegen naar de respectieve uiterste standen ontstaat altijd een situatie waarin de ene transactieruimte alleen vanaf de ene zijde 20 toegankelijk is en de andere transactieruimte vanaf de andere zijde, dan wel vice versa. Ook als de beide deuren vanuit een dergelijke situatie gaan bewegen naar de andere uiterste stand dan zullen zij gelijktijdig de ruststand passeren. Er ontstaat derhalve nooit een situatie waarin een transactieruimte op een of andere wijze vanaf beide zijden toeganke-25 lijk is.

Een verdere vereenvoudiging van de constructie van de inrichting kan worden bereikt door de bewegingsmechanismen geheel of gedeeltelijk te combineren en zodanig uit te voeren dat beide deuren tegelijkertijd en in tegengestelde richting worden bewogen. In het bijzonder de stuur-30 eenheid kan daardoor sterk vereenvoudigd worden omdat deze alleen nog dient voor het starten en stoppen van het gecombineerde bewegingsmechanisme.

Binnen het kader van de uitvinding kunnen de deuren bijvoorbeeld vertikaal staan ter weerszijden van rechthoekige transactieruimten. Dit 35 is echter in veel gevallen niet praktisch. Het verdient dan ook de voorkeur dat de deuren geplaatst zijn onder een hoek van ongeveer 45 met het horizontale vlak en zodanig dat de deuren aan beide zijden van de transactieruimte (n) gepositioneerd zijn in vlakken die een hoek van ongeveer 1003324 3 90 met elkaar maken. Daarmee worden een aantal voordelen bereikt zoals goed zicht op de inhoud van de transactieruimten door beide personen, betere bestendigheid tegen kogels, eenvoudig herschaalbaar met behoud van veel onderdelen, veel rechthoekige en daarmee makkelijk produceer-5 bare delen.

Alhoewel er redenen kunnen zijn om niet-transparant materiaal voor de deuren te gebruiken verdient het toch in veel gevallen de voorkeur dat de deuren zijn vervaardigd uit een transparant materiaal. Daardoor blijven alle handelingen die door beide personen worden uitgevoerd ook 10 voor beide personen goed zichtbaar.

Ter verhoging van de veiligheid verdient het verder de voorkeur dat de deuren zijn vervaardigd uit een kogelvast materiaal, in het bijzonder kogelvast glas of kunststof.

Om bijvoorbeeld de motoren voor het aandrijven van de bewegingsme-15 chanismen te kunnen plaatsen verdient het de voorkeur dat de inrichting verder voorzien is van tenminste een componentruimte aangrenzend aan een der transactieruimten, in welke componentruimte(n) althans een deel van de bewegingsmechanismen ondergebracht is.

De uitvinding zal in het volgende in detail worden toegelicht aan 20 de hand van de bijgaande figuren.

De figuren 1a ... 1c tonen voor een eerste uitvoeringsvorm schematisch in doorsnede de transactieruimten en de bijbehorende schuifdeuren in diverse standen.

De figuren 2a ... 2c tonen voor een tweede uitvoeringsvorm schema-25 tisch in doorsnede de transactieruimten en de bijbehorende schuifdeuren in diverse standen.

Figuur 3 toont een perspectief aanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van de loketinrichting volgens de uitvinding, waarbij de deuren in een schuine stand zijn geplaatst.

30 Een eenvoudige uitvoeringsvorm van de loketinrichting is schema tisch geïllustreerd in de figuren 1a ... 1c. In deze uitvoeringsvorm bevat de inrichting drie opstaande wanden 30, 32 en 34 en twee schuifdeuren 36 en 38. De opstaande wanden 30 en 32 bepalen tezamen met de niet zichtbare boven- en onderwand een eerste transactieruimte 26 en de 35 wanden 32 en 34 bepalen eveneens tezamen met de niet zichtbare boven- en onderwand een tweede transactieruimte 24. De beide deuren 36 en 38 zijn zodanig breed dat ze in de neutrale middenstand, zoals getoond in figuur 1a, beide transactieruimten 24 en 26 geheel afsluiten.

1003324 4

De beide deuren 36 en 38 worden bediend met behulp van deurbedie-ningsmechanismen. Deze bedieningsmechanismen worden zodanig bestuurd dat, indien een transactieruimte aan de ene zijde toegankelijk is, de toegang via de andere zijde geblokkeerd is. Door nu de schuifdeuren 5 vanuit de centrale stand, die getoond is in figuur la, telkens tegengesteld te laten bewegen naar de ene of de andere zijde, kunnen twee situaties worden bereikt, waarbij telkens aan de gestelde eis, dat een transactieruimte maar aan één zijde toegankelijk mag zijn, wordt voldaan. In figuur 1b is de situatie getoond, waarin de deur 38 naar links 10 is geschoven, terwijl de deur 36 naar rechts is geschoven. In de resulterende situatie is de transactieruimte 24 vanaf de ene zijde toegankelijk, maar wordt aan de andere zijde door de deur 36 gesloten gehouden. De tweede transactieruimte 26 is vanaf de andere zijde toegankelijk, maar wordt aan de ene zijde door de deur 38 gesloten gehouden.

15 Worden de beide deuren in tegengestelde richting verschoven tot de andere uiterste stand is bereikt, dan ontstaat de situatie volgens figuur 1c, waarin de transactieruimte 24 slechts aan één zijde wordt afgesloten door de deur 38, terwijl de transactieruimte 26 aan de andere zijde wordt afgesloten door de deur 36. Tijdens de overgang van de situ-20 atie volgens figuur 1b naar die van figuur 1c passeren beide deuren tegelijkertijd de neutrale middenstand die getoond is in figuur 1a. Met andere woorden, er treedt nooit een situatie op waarin een transactieruimte van beide kanten toegankelijk is, zelfs niet via een kleine kier.

Het is mogelijk om voor beide deuren een identiek bewegingsmecha-25 nisme toe te passen en beide bewegingsmechanismen te laten besturen door een stuureenheid die er voor zorgt dat aan de gestelde eisen wordt voldaan, te weten: beide deuren bewegen altijd tegengesteld aan elkaar, en beide deuren gaan altijd tegelijkertijd door de middenstand waarin 30 de transactieruimten volledig gesloten zijn.

Een geschikte elektronische stuureenheid ligt binnen het bereik van de vakman op dit gebied en behoeft derhalve geen nadere toelichting.

Daarnaast is het ook mogelijk de beide bewegingsmechanismen geheel of gedeeltelijk te combineren en mechanisch zodanig te koppelen dat de 35 bewegingsmogelijkheden van de deuren zodanig worden beperkt dat alleen de toegestane bewegingen mogelijk zijn. De stuureenheid kan in dat geval sterk gereduceerd worden en dient in feite alleen voor het starten en stoppen van het gecombineerde bewegingsmechanisme. Ook dit wordt geacht 1003324 5 binnen het bereik van de vakman te liggen en zal derhalve niet nader worden toegelicht.

Ongeacht de uitvoeringsvorm van de stuureenheid heeft de uitvoeringsvorm van de figuren 1a, b, c, heeft het voordeel dat met één druk-5 toetsbediening de situatie kan worden gewijzigd tussen die van figuur 1b en die van figuur 1c. In de praktijk is daarmee het uitvoeren van een transactie met de inrichting volgens figuur 1 erg eenvoudig. Hordt de loketinrichting bijvoorbeeld toegepast op een spoorwegstation voor de verkoop van spoorkaartjes en wordt uitgegaan van de situatie van figuur 10 1b, dan is transactieruimte 24 voor de reiziger toegankelijk, terwijl de loketbediende toegang heeft tot de transactieruimte 26. De reiziger legt het benodigde geldbedrag in de transactieruimte 24 en tegelijkertijd legt de loketbediende het spoorkaartje tezamen met het eventuele wisselgeld in de transactieruimte 26. Na een druk op de knop bewegen de deuren 15 36 en 38 naar de andere uiterste stand en wordt de situatie volgens figuur 1c bereikt, waarbij de reiziger zijn spoorkaartje plus wisselgeld uit de ruimte 26 kan nemen en de loketbediende het geld uit de ruimte 24 kan ophalen.

Gedurende deze hele procedure ontstaat er nooit een situatie waarin 20 de transactieruimte van beide kanten toegankelijk is. Bovendien blijft de bediening van de deuren geheel in handen van de loketbediende, zodat alleen deze de functionele afhandeling van de transactie kan bepalen. De transactieruimte kan relatief groot worden uitgevoerd, zodat eventueel ook pakketjes van enige omvang kunnen worden uitgewisseld.

25 Een verdere ontwikkeling van de inrichting volgens figuur 1 is schematisch geïllustreerd in de figuren 2a ... 2c. In deze uitvoeringsvorm zijn er naast de transactieruimten 24 en 26 twee verdere in hoofdzaak gesloten ruimten gecreëerd, aangeduid met 52 en 54. De ruimte 52 is gecreëerd door op de getoonde wijze de zijwand 30 te combineren met ver-30 dere wanden 40, 42 en 44 tot de gesloten ruimte 52 ontstaat. Verder is de andere zijwand 34 gecombineerd met verdere zijwanden 46, 48 en 50, zodat de gesloten ruimte 54 ontstaat. Het zal duidelijk zijn dat ook de ruimten 52 en 54 aan bovenzijde en onderzijde door een bovenwand respectievelijk onderwand worden gesloten. Verder zal het duidelijk zijn, dat 35 deze ruimten via een deur of via het wegnemen van één der wanden toegankelijk kunnen worden gemaakt voor onderhouds- en reparatiedoeleinden. In de ruimten 52 en 54 worden nu de bewegingsmechanismen geïnstalleerd voor het bewegen van de deuren 38 en 36. Deze deuren lopen bijvoorbeeld over 1003324 6 rails aan boven- en onderzijde, waarbij tandriemen, snaren of dergelijke worden gebruikt om de deuren te doen bewegen. Deze tandriemen, snaren en dergelijke worden op bekende wijze aangedreven door een of meer elektromotoren, die binnen de ruimten 52, 54 kunnen worden geïnstalleerd en 5 deze elektromotoren worden op hun beurt aangestuurd door een geschikte elektronische schakeling, die er in samenhang met diverse sensoren voor zorgt, dat de deuren kunnen bewegen vanuit een middenstand naar een der gewenste uiterste standen altijd zodanig, dat de beide deuren in tegengestelde richting bewegen en altijd zodanig, dat de beide deuren tege-10 lijkertijd de middenstand passeren. Het realiseren van de benodigde elektronica wordt binnen het kader van de deskundige geacht en derhalve zullen de benodigde elektronische schakelingen waaruit de stuureenheid bestaat niet nader worden toegelicht.

De afmetingen van de wanden 40, 45, 50, 54 zijn bij voorkeur zoda-15 nig gekozen dat in de geheel geopende stand de deuren 36 en 38 niet uitsteken voorbij de eindwanden 42, 48. De situatie met geopende deuren in de ene uiterste stand is geïllustreerd in figuur 1b en de situatie met geopende deuren in de andere uiterste stand is geïllustreerd in figuur 1c.

20 Figuur 3 illustreert in perspectief aanzicht de toepassing van een loketinrichting als schematisch geïllustreerd in figuur 2 in een meer praktische omgeving. De scheiding tussen loketbediende en buitenwereld wordt enerzijds gevormd door een muur 60, waarop zich een toonbank 62 bevindt, met aan de bovenzijde daarop aansluitend een glazen scheidings-25 paneel 64. Voor al deze componenten worden bij voorkeur sterke breukvas-te en zonodig kogelvaste materialen toegepast, in het glazen paneel 64 is een rechthoekige langgerekte uitsparing gemaakt waarin een loketinrichting als geïllustreerd in figuur 2 is ingeschoven en vastgezet. Hieruit blijkt al direct een van de voordelen van de uitvoeringsvorm van 30 figuur 2. De inrichting kan als geheel worden voorgemonteerd en voorgefabriceerd en kan zeer eenvoudig worden geplaatst door in het betreffende paneel een rechthoekige opening van vooraf bekende afmetingen aan te brengen, waarna de loketinrichting als één geheel in deze opening kan worden geschoven en op de gewenste plaats kan worden vastgezet, bijvoor-35 beeld zowel aan de ruit 64 als aan het blad 62.

In de uitvoeringsvorm van figuur 3 worden in elk geval bij voorkeur de deuren 36 en 38 vervaardigd uit een transparant materiaal, zodat de loketbediende aan de ene zijde en ook de klant aan de andere zijde kan 1003324 7 kijken in elk van de transactieruimten 24 en 26.

Zoals in het bovenstaande al is opgemerkt kan de inrichting als geheel een rechthoekige vorm hebben, zoals met de stippellijnen 68 in figuur 3 is aangegeven. Daarbij staan de deuren 36 en 38 vertikaal. Om het zicht 5 tot in de transactieruimtes zo min mogelijk te beperken zou in dat geval de bovenwand van de inrichting uit doorzichtig materiaal moeten bestaan.

Om diverse redenen, die in het volgende nog worden opgesomd, verdient het de voorkeur om de inrichting in langsdoorsnede gezien een driehoeksvorm te geven zoals in figuur 3 net getrokken lijnen is ge-10 illustreerd. Daarbij staan de deuren onder een hoek van ongeveer 45 ten opzichte van het horizontale vlak. Dit brengt de volgende voordelen met zich mee: - De lokettist en de klant hebben beiden een goed zicht op de inhoud van de transactieruimten. Zijn de deuren aan de onder en 15 bovenzijde opgehangen aan rails dan zouden deze in de rechthoekige vorm het zicht zeker belemmeren. In de driehoeksvorm zijn deze rails vlak bij de top van de driehoek gepositioneerd en belemmeren daar het zicht niet.

De kogelwerendheid van de inrichting is beter dan in het geval 20 de deuren vertikaal zouden staan. Een kogel zal de deuren altijd onder een hoek treffen en afketsen, danwel in het materiaal blijven steken. Doordat de deur onder een hoek staat is het kogelwerend effect ervan vergelijkbaar met een veel dikkere vertikaal staande ruit. Daardoor kan dus relatief dunner materiaal voor de deuren 25 worden gebruikt hetgeen leidt tot gewichtsvermindering van de in richting.

Het produkt is eenvoudig om te schalen naar andere afmetingen met behoud van de onderdelen die tot het bewegingsmechanisme behoren.

30 - Alle delen zijn rechthoekig en derhalve eenvoudig te produce ren.

Eenvoudige inbouw in een rechthoekige opening in de scheidingswand.

De componentruimten 52 en 5^ aan beide zijden van de transactierui-35 mten 24 en 26 bevatten ook in deze uitvoeringsvorm componenten van de bewegingsmechanismen en van de stuureenheid. De enig uitwendig zichtbare component is de drukknop 70 die bijvoorbeeld aan de zijkant gemonteerd kan zijn zoals in de figuur getoond, maar ook elders geplaatst kan 1003324 5 8 worden, bijvoorbeeld in het blad 62. Met deze knop kan de lokettist de inrichting besturen.

1003324

Claims (5)

1. Loketinrichting voor het uitvoeren van transacties tussen een eerste persoon aan de ene zijde van de inrichting en een tweede persoon 5 aan de andere zijde van de inrichting, omvattende: - twee naast elkaar gelegen onderling gescheiden transactieruimten via welke goederen van de eerste persoon naar de tweede persoon of vice versa kunnen worden overgedragen, - een eerste schuifdeur aan de ene zijde die in de ruststand de beide 10 transactieruimten afsluit, - een tweede schuifdeur aan de andere zijde die in de ruststand de beide transactieruimten afsluit, - een eerste bewegingsmechanisme voor het doen bewegen van de eerste deur in een eerste richting naar een eerste uiterste stand waarin de 15 eerste transactieruimte is geopend maar de tweede transactieruimte is afgesloten, dan wel in een tweede tegengestelde richting naar een tweede uiterste stand waarin de eerste transactieruimte is geopend maar de tweede transactieruimte is afgesloten, - een tweede bewegingsmechanisme voor het doen bewegen van de tweede 20 deur in een eerste richting naar een eerste uiterste stand waarin de eerste transactieruimte is geopend maar de tweede transactieruimte is afgesloten, dan wel in een tweede tegengestelde richting naar een tweede uiterste stand waarin de eerste transactieruimte is geopend maar de tweede transactieruimte is afgesloten, 25. een stuureenheid voor het besturen van de beide bewegingsmechanismen zodanig dat de beide deuren altijd in tegengestelde richting bewegen en altijd tegelijkertijd de ruststand innemen.

2. Loketinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bewe-30 gingsmechanismen geheel of gedeeltelijk zijn gecombineerd en zodanig zijn uitgevoerd dat beide deuren tegelijkertijd en in tegengestelde richting worden bewogen.

3. Loket inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de deuren zijn vervaardigd uit een transparant materiaal.

3. Loketinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het ken-35 merk, dat de deuren geplaatst zijn onder een hoek van ongeveer 45 met het horizontale vlak en zodanig dat de deuren aan beide zijden van de transactieruimte(n) gepositioneerd zijn in vlakken die een hoek van ongeveer 90 met elkaar maken. 1003324

4. Loketinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het ken-5 merk, dat de deuren zijn vervaardigd uit een kogelvast materiaal.

5. Loketinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting verder voorzien is van tenminste een component-ruimte aangrenzend aan een der transactieruimten, in welke component- 10 ruimte(n) althans een deel van de bewegingsmechanismen ondergebracht is. ***** 1003324