NL1003276C2

NL1003276C2 - Inrichting voor het leveren van warm water.

Info

Publication number: NL1003276C2
Application number: NL1003276A
Authority: NL
Inventors: Romanus Eduard Verhoeven; Eric Michael Corneli Eijnatten
Original assignee: Bravilor Bonamat B V
Priority date: 1996-06-05
Filing date: 1996-06-05
Publication date: 1997-12-10
Also published as: DE69708507D1; EP0811345A1; DE69708507T2; EP0811345B1; PT811345E; ATE209461T1; DK0811345T3; NL1003276A1; ES2168570T3

Description

Inrichting voor het leveren van warm water

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het leveren van warm water omvattende 5 - een warmwaterreservoir voorzien van een thermostatisch geregelde verwarmingseenheid om het water in het reservoir op een gewenste temperatuur te handhaven, een koudwaterreservoir boven het warmwaterreservoir waarin een hoeveelheid koud water kan worden ingevoerd, 10 - een verbindingsleiding tussen de onderzijde van het koudwaterreser voir en de onderzijde van het heet waterreservoir, een hevel via welke warm water uit het warmwaterreservoir kan worden geleverd.

Dergelijke inrichtingen zijn uit de stand der techniek al in diver-15 se varianten bekend. In een volledig handbediende uitvoeringsvorm wordt een afgemeten hoeveelheid koud water ingegoten in het koudwaterreservoir. Dit water stroomt via de verbindingsleiding binnen in de onderzijde van het heetwaterreservoir en zorgt derhalve voor een opwaartse verplaatsing van het hete water daarin. Het gevolg daarvan is dat via de 20 hevel warm water wordt geleverd. In principe wordt er via de hevel even veel warm water geleverd als er koud water in het koudwaterreservoir is ingegoten.

Worden bij een dergelijke eenvoudige inrichting elektrisch bediende waterkranen, niveausensors en dergelijke toegepast om het doseerproces 25 te automatiseren, dan ontstaat over het algemeen het nadeel dat ten minste een deel van deze componenten moet worden geplaatst binnen het warme gedeelte van de inrichting. Door de vrijwel altijd optredende afzetting van ketelsteen, de temperatuur en het intensieve contact met het hete water en met waterdamp waartegen de componenten bestand moeten zijn, is 30 met name juist bij deze componenten de kans op storingen zeer groot.

De uitvinding heeft nu ten doel de kans op storingen te verminderen door de inrichting zodanig uit te voeren, dat de eventuele storingsge-voelige componenten zich in het koude deel van de inrichting bevinden. Aan deze doelstelling wordt bij een inrichting van de in de aanhef 35 genoemde soort voldaan doordat het koudwaterreservoir voorzien is van een niveau-sonde die een signaal afgeeft zodra het water in het koud water een detectieni-veau boven de onderzijde van de hevel maar onder de bovenzijde van 1003276 2 de hevel bereikt, koud water in het koudwaterreservoir kan worden ingevoerd via een gestuurde kraan, kiesmiddelen aanwezig zijn voor het kiezen van de hoeveelheid te 5 leveren warm water en de inrichting voorzien is van een processor die aan het begin van een afleverperiode de genoemde kraan opent een signaal toegevoerd krijgt van de genoemde niveausonde en in responsie daarop een volumemeting start, 10 - zodra de volumemeting een waarde heeft bereikt die een vooraf bepaalde relatie heeft met de door de kiesmiddelen ingestelde hoeveelheid, de genoemde kraan sluit.

Deze inrichting bevat een enkele niveausonde, die zich in het koudwaterreservoir bevindt en omvat verder een enkele gestuurde kraan die 15 zich in de koudwaterleiding bevindt.

Over het algemeen zal het warmwaterreservoir een volume hebben dat voldoende is om in één keer een bepaalde maximaal gewenste hoeveelheid warm water te kunnen leveren. Moet de inrichting ook geschikt zijn voor het leveren van relatief kleine hoeveelheden warm water, bijvoorbeeld 20 een kopje per keer, dan is het niet ondenkbaar dat het niveau van de onderzijde van de hevel en het niveau van de bovenzijde van de hevel zeer dicht bij elkaar komen te liggen, hetgeen problemen kan veroorzaken. Om dit te vermijden verdient het volgens een eerste bijzondere uitvoeringsvorm de voorkeur, dat het warmwaterreservoir aan de bovenzijde 25 boven de verwarmingseenheid een gedeelte heeft met een relatief kleine doorsnede en dat de hevel aangebracht is binnen dit gedeelte.

Een andere mogelijkheid om het gesignaleerde probleem te vermijden is het zodanig uitvoeren van de inrichting, dat de inrichting verder voorzien is van een hevelreservoir waarin de hevel is aangebracht, 30 waarbij de onderzijde van het hevelreservoir via een leiding in verbinding staat met de bovenzijde van het warmwaterreservoir.

Om te vermijden dat de werking van de hevel voortijdig stopt verdient het in alle gevallen de voorkeur, dat de doorstroomsnelheid door de hevel kleiner is dan de doorstroomsnelheid door de genoemde kraan.

35 De uitvinding zal in het volgende nader worden verklaard aan de hand van de bijgaande figuren.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding.

1003276 3

Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij het bovenste gedeelte van het heetwaterre-servoir een relatief kleine doorsnede bezit.

Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvorm van een inrichting volgens 5 de uitvinding, voorzien van een afzonderlijk reservoir voor plaatsing van de hevel.

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding. Deze inrichting is voorzien van een koudwaterreser-voir 4, waarin via een gestuurde kraan 3 koud water vanuit de koudwater-10 leiding 2 kan worden ingevoerd. Het koudwaterreservoir 4 is voorzien van een overlooppijp 6 om bij eventuele calamiteiten te veel aan koud water af te voeren en is verder voorzien van een niveausensor 5 in de vorm van een vlotter. De functie van deze niveausensor komt nog verder ter sprake.

15 De onderzijde van het koudwaterreservoir 4 is via een leiding 13 verbonden met de onderzijde van een warmwaterreservoir 10. In dit warmwaterreservoir 10 bevindt zich een verwarmingseenheid 11. Aan de buitenzijde van het warmwaterreservoir 10 is een thermostaat 12 geplaatst die samen met een regelcircuit, dat ondergebracht is in een processor 1, 20 zorgt voor een zodanige sturing van de verwarmingseenheid 11, dat het water in het reservoir 10 op een gewenste temperatuur wordt gehandhaafd.

In het bovenste gedeelte van het warmwaterreservoir 10 is een hevel 8 aangebracht via welke warm water uit het reservoir 10 kan worden afgeleverd, bijvoorbeeld aan een in zijn algemeenheid aangeduide verdere 25 inrichting 9, waarin het warme water bijvoorbeeld wordt gemengd met smaakstoffen en dergelijke om daarmee een warme instant drank te bereiden. Het type en de uitvoering van deze inrichting 9 zijn verder voor de beschrijving van de uitvinding niet van belang.

In de rustsituatie bevindt het waterniveau zich ter hoogte van het 30 in figuur 1 aangegeven niveau C, dat wil zeggen direct onder de in-stroomopening van de hevel 8. De processor 1 is voorzien van kiesmidde-len 14 waarmee de gebruiker een gewenste hoeveelheid water kan kiezen, bijvoorbeeld één kopje, twee kopjes, en dergelijke. Is via deze middelen 14 de gewenste hoeveelheid warm water ingesteld en wordt het afleverpro-35 ces gestart, dan zal de processor allereerst de kraan 3 openen teneinde koud water vanaf de koud water leiding 2 in te voeren in het koud waterreservoir 4. Als gevolg daarvan zal het waterniveau in de inrichting vanaf het niveau C gaan stijgen (zowel in het koudwaterreservoir 4 als- 1003276 4 ook in het warmwaterreservoir 10) totdat het niveau B is bereikt. Op dat moment reageert de niveausonde 5 en geeft een signaal aan de processor 1. De processor 1 reageert daarop door een volumemeting te starten die in het volgende nog nader wordt besproken. Het leveren van koud water 5 vanaf de waterleiding 2 via de kraan 3 aan het reservoir 4 gaat inmiddels gewoon door.

Zodra het waterniveau in de inrichting het niveau A heeft bereikt, zal de hevel 8 in werking treden. Via de hevel 8 wordt warm water uit het reservoir 10 afgegeven aan de verder niet nader gespecificeerde in-10 richting 9, danwel bijvoorbeeld aan een heet waterkan of een ander opvangreservoir.

Zodra de volumemeting een bepaalde waarde heeft bereikt die op vooraf bepaalde wijze gerelateerd is aan de momentane instelling van de kiezermiddelen, wordt de kraan 3 gesloten. Het waterniveau in de inrich-15 ting zal vervolgens geleidelijk aan dalen, totdat het niveau C is bereikt en het onderuiteinde van de hevel loskomt van het waterniveau. De hevelwerking stopt en de inrichting komt tot rust.

Om een relatief eenvoudige volumemeting mogelijk te maken is de kraan 3 bij voorkeur van een dusdanig type dat de doorstroomsnelheid 20 door de kraan 3 onafhankelijk is van de druk in de waterleiding 2, zodat een constant debiet aan de uitgang wordt afgegeven. In dat geval behoeft in de processor alleen een tijdmeting te worden uitgevoerd om te weten welk volume er aan koud water door de kraan is gestroomd na het signaal van de niveausonde.

25 In plaats daarvan kan ook een debietmeter worden opgenomen in de waterleiding 2 (voor of na de kraan 3) waarmee het volume meer rechtstreeks wordt gemeten en waarmee corresponderende signalen aan de processor worden afgegeven.

In een andere variant wordt een tweede niveausonde toegepast in het 30 koudwaterreservoir 4. Het werken met twee sondes, dan wel een debietmeter of een tijdmeting voor het bepalen van het volume dat wordt geleverd wordt voor de deskundige op zich bekend verondersteld en behoeft geen nadere toelichting.

In alle gevallen verdient het de voorkeur dat de doorstroomsnelheid 35 door de kraan 3 bij voorkeur enigszins groter dan de doorstroomsnelheid door de hevel 8, zodat een continue doorstroming door de hevel 8 verzekerd is.

1003276 5

In de inrichting volgens figuur 1 bevinden alle storingsgevoelige componenten zich in het koude gedeelte van de inrichting. Het gaat daarbij in de getoonde uitvoering om de kraan 3 en de niveausensor 5. Worden in overeenstemming met de voorgaande paragrafen andere of verdere sto-5 ringsgevoelige componenten toegepast zoals een afzonderlijke debietmeter of een verdere niveausonde dan zullen deze zich ook in het koude gedeelte van de inrichting bevinden.

Over het algemeen zal het warmwaterreservoir 10 een volume hebben dat in elk geval geschikt is om een bepaalde maximale hoeveelheid warm 10 water in één keer te kunnen leveren. Is deze maximale hoeveelheid relatief groot en is het daarnaast wenselijk dat ook een relatief kleine hoeveelheid water, bijvoorbeeld een kopje water, afgeleverd kan worden, dan bestaat de kans dat de niveaus A, B en C relatief dicht bij elkaar komen te liggen, hetgeen problemen kan veroorzaken. Om dit te vermijden 15 verdient het in een bijzondere uitvoeringsvorm de voorkeur dat het bovenste gedeelte van het reservoir 10 uitgevoerd is met een veel kleinere diameter, waardoor ter plaatse te stijging en daling van het niveau sneller plaats vindt en derhalve de afstand tussen de niveaus A, B en C groter is. Een dergelijke uitvoeringsvorm is schematisch geïllustreerd 20 in figuur 2. In deze figuur heeft het bovenste gedeelte van het warmwaterreservoir aangeduid met 10A een aanzienlijk kleinere doorsnede dan het resterende gedeelte van dit reservoir. In dit nauwe deel 10A bevindt zich de hevel 8. Voor het overige is de werking van deze inrichting volledig identiek aan de beschreven werking van de in figuur 1 getoonde in-25 richting.

Een andere mogelijkheid om het gesignaleerde probleem op te lossen bestaat uit het gebruik van een afzonderlijk hevelreservoir, zoals geïllustreerd is in figuur 3. In de uitvoeringsvorm van figuur 3 bevindt zich boven het warmwaterreservoir 10 een afzonderlijk hevelreservoir, 30 waarin de hevel 8 is gemonteerd. Dit hevelreservoir 7 heeft ook een beperkte diameter waardoor de niveaus A, B en C een duidelijk onderscheiden afstand tot elkaar hebben, zodat de gesignaleerde problemen niet kunnen optreden. Ook hier is de werking van de inrichting als geheel verder identiek aan hetgeen beschreven is voor de inrichting die getoond 35 is in figuur 1.

1003276

Claims

1. Inrichting voor het leveren van warm water omvattende een warmwaterreservoir voorzien van een thermostatisch geregelde 5 verwarmingseenheid om het water in het reservoir op een gewenste temperatuur te handhaven, een koudwaterreservoir boven het warmwaterreservoir waarin een hoeveelheid koud water kan worden ingevoerd, een verbindingsleiding tussen de onderzijde van het koudwaterreser-10 voir en de onderzijde van het heet waterreservoir, een hevel via welke warm water uit het warmwaterreservoir kan worden geleverd, met het kenmerk, dat het koudwaterreservoir voorzien is van een niveau-sonde die een 15 signaal afgeeft zodra het water in het koud water een detectieni- veau boven de onderzijde van de hevel maar onder de bovenzijde van de hevel bereikt, koud water in het koudwaterreservoir kan worden ingevoerd via een gestuurde kraan, 20. kiesmiddelen aanwezig zijn voor het kiezen van de hoeveelheid te leveren warm water en de inrichting voorzien is van een processor die aan het begin van een afleverperiode de genoemde kraan opent een signaal toegevoerd krijgt van de genoemde niveausonde en in 25 responsie daarop een volumemeting start, zodra de volumemeting een waarde heeft bereikt die een vooraf bepaalde relatie heeft met de door de kiesmiddelen ingestelde hoeveelheid, de genoemde kraan sluit.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het warmwater reservoir aan de bovenzijde boven de verwarmingseenheid een gedeelte heeft met een relatief kleine doorsnede en dat de hevel aangebracht is binnen dit gedeelte.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting verder voorzien is van een hevelreservoir waarin de hevel is aangebracht, waarbij de onderzijde van het hevelreservoir via een leiding in verbinding staat met de bovenzijde van het warmwaterreservoir. 1003276

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, dat de doorstroomsnelheid door de hevel kleiner is dan de doorstroomsnelheid door de genoemde kraan.

5 ***** 1003276