NL1000877C2

NL1000877C2 - Werkwijze en inrichting voor het losmaken van ingewanden.

Info

Publication number: NL1000877C2
Application number: NL1000877A
Authority: NL
Inventors: Thomas Gerardus Maria Jacobs; Johannes Wilhelmus Paulus; Sander Antonie Van Ochten
Original assignee: Stork Rms Bv
Priority date: 1995-07-24
Filing date: 1995-07-24
Publication date: 1997-01-28
Also published as: ATE171597T1; DE69600717D1; DK0755628T3; DE69600717T2; JPH0928283A; EP0755628B1; JP3825839B2; US5820452A; EP0755628A1

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET LOSMAKEN VAN INGEWANDEN

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het losmaken van ingewanden in een aan de buikzijde geopend karkas, in het bijzonder van een schapen-, varkens- of runderkarkas. De uitvinding heeft tevens betrekking op een 5 inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

Het losmaken van de ingewanden van een aan de buikzijde geopend karkas vindt tot op heden handmatig plaats. Dit is in het bijzonder in een automatische slachtlijn een arbeidsintensief proces waarbij de arbeidsomstandigheden zwaar 10 zijn.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze en inrichting voor het tenminste gedeeltelijk automatisch losmaken van ingewanden van een karkas.

De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze voor 15 het losmaken van ingewanden in een aan de buikzijde geopend karkas, in het bijzonder een schapen-, varkens- of runderkarkas omvattende achtereenvolgens de stappen: - het in een werkpositie tussen het buikvlies en de buikwand brengen van tenminste één beugelorgaan, 20 - het in hoofdzaak evenwijdig aan de ruggegraat bewegen van het beugelorgaan waardoor het buikvlies met daarin opgenomen organen tenminste gedeeltelijk loskomt van de buikwand, en - het vanuit de werkpositie uit het karkas voeren van het beugelorgaan.

25 De uitvinding verschaft tevens een inrichting voor het losmaken van ingewanden in een aan de buikzijde geopend karkas omvattende: - een toevoerinrichting voor geopende karkassen, - een manipulator voorzien van tenminste één beugelorgaan voor 30 het in een werkpositie tussen het buikvlies en de buikwand brengen van het beugelorgaan, het in hoofdzaak evenwijdig aan 1000877 2 de ruggegraat van het karkas doen bewegen van het beugelorgaan, en het uit de werkpositie naar een positie buiten het karkas voeren van het beugelorgaan, en - een afvoerinrichting voor bewerkte geopende karkassen.

5 De automatisering van het losnemen vermindert de benodigde personeelsbezetting met name in een slachtlijn; dit kan tot aanzienlijke besparingen leiden. Een ander belangrijk voordeel is dat de zware lichamelijke arbeid uitgevoerd kan worden door mechanisch aangedreven gereedschap en met minder 10 bewerkingsstappen een karkas uitgeslacht wordt. Weer een ander voordeel is dat de kans op besmeuring van het karkas door vloeistoffen aanwezig in de ingewanden beperkt kan worden. Dit vereenvoudigt een verdere verwerking van de karkassen.

Tenslotte is het mogelijk met behulp van de uitvinding een meer 15 constante kwaliteit van verwerkte karkassen te realiseren. Deze voordelen kunnen gerealiseerd worden door gebruikmaking van de anatomie van het geslachte dier. In de buikholte bevinden zich de maag (magen), de twaalfvingerige darm, de dunne darm, de dikke darm en vervolgens de endeldarm. Het uiteinde van de 20 endeldarm vormt de anus welke is vergroeid met de wand van het karkas. Ter hoogte van de twaalfvingerige darm bevinden zich tevens vertakkingen naar de alvleesklier, de lever en de gal. Bovengenoemde ingewanden en organen zijn omgeven door het buikvlies. Bovendien zijn de nieren als het ware vergroeid met 25 het buikvlies. Tussen het buikvlies en de buikwand bevindt zich een vetlaag. Door nu de verbinding tussen het buikvlies en de buikwand tenminste gedeeltelijk te verbreken wordt het mogelijk genoemde ingewanden en organen als één geheel uit het karkas te nemen. De zakvormige constructie gevormd door het buikvlies 30 houdt de ingewanden en organen bijeen en maakt daardoor een eenvoudiger en minder verontreinigende verwijdering van de in de buikholte opgenomen te verwijderen objecten mogelijk. Een bijkomend belangrijk voordeel is dat door de sterke hechting van de reuzel (vet dat zich tussen buikwand en buikvlies 35 bevindt) aan het buikvlies bij het losnemen van het buikvlies tevens de reuzel van het karkas losgenomen kan worden. De reuzel hoeft daardoor niet meer handmatig of anderszins van het karkas losgenomen te worden.

1000877 3

Het beugelorgaan wordt bij voorkeur nabij het middenrif ingebracht. Tevens is het karkas bij voorkeur tenminste aan de achterpoten opgehangen en wordt het beugelorgaan in werkpositie in hoofdzaak naar de achterpoten 5 gericht bewogen. Het inbrengen kan daardoor aan de van het buikvlies afgekeerde zijde van het middenrif plaatsvinden in een holte die ontstaat tussen het middenrif en de longen. Van de van het buikvlies afgekeerde zijde van het middenrif zal het beugelorgaan naar de achterpoten gericht worden bewogen, 10 waardoor het middenrif tenminste gedeeltelijk wordt gesepareerd van het karkas. Het beugelorgaan bevindt zich vervolgens in de werkpositie tussen het buikvlies en de buikwand. Ook kan nuttig gebruik gemaakt worden van het gewicht van de te verwijderen organen. Dit bevordert een gelijkmatige losneembeweging. Voor 15 het indringen van het beugelorgaan is bij voorkeur de aanhechting van het darmstelsel met de wand van het karkas ter hoogte van de anus verbroken. Daardoor wordt het mogelijk ook de verbinding tussen het buikvlies en de wand van het karkas in de nabijheid van deze verbroken verbinding los te maken.

20 De inrichting overeenkomstig de uitvinding, zoals bovengaand reeds beschreven, is voorzien van een beugelorgaan dat iedere gewenste vorm kan vertonen, hierbij valt te denken aan lepelvormige, gekromde staafvormige, spatelvormige en andere beugelorganen. Als manipulator kan gebruik gemaakt 25 worden van een robotarm. In de praktijk is een dergelijke oplossing echter vrij kostbaar en zal daarom gebruik gemaakt worden van een aandrijfunit met bijvoorbeeld twee of meer vrijheidsgraden.

Het beugelorgaan is tijdens de losneembeweging in 30 hoofdzaak evenwijdig aan de ruggegraat bij voorkeur verplaatsbaar in een richting nagenoeg loodrecht op de losneembeweging. In een voorkeursuitvoering is deze nagenoeg loodrecht op de losneembeweging staande beweging aanstuurbaar door een manipulator. In een andere voorkeursuitvoering wordt 35 de nagenoeg loodrecht op de losneembeweging staande beweging van het beugelorgaan bij voorkeur door door het karkas op het beugelorgaan uitgeoefende krachten bepaald. Afhankelijk van de vorm van de buikwand dient het beugelorgaan ook in nagenoeg loodrecht op de losneembeweging staande richting te bewegen 1000877 4 tijdens de losneembeweging. Indien de buikwand bijvoorbeeld cilindrisch zou zijn is een dergelijke beweging overbodig, in de praktijk zal de buikwand echter een meer complexe vorm vertonen. De nagenoeg loodrecht op de losneembeweging staande 5 beweging voorkomt dat het beugelorgaan in de buikwand of door het buikvlies gedrukt wordt. Deze nagenoeg loodrecht op de losneembeweging staande beweging van het beugelorgaan kan ofwel zijn voorgeprogrammeerd of deze kan door de vorm van het karkas worden aangestuurd. Het laatste is bijvoorbeeld het geval 10 wanneer het beugelorgaan zelf zoekend de weg van de minste weerstand kiest tussen de buikvlies en de buikwand. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door het onder voorspanning naar de buikwand dringen van het beugelorgaan.

In een voorkeursuitvoering is het beugelorgaan 15 voorzien van tenminste twee beugelsegmenten waarvan de uiteinden tijdens het in de werkpositie brengen naar elkaar toe bewogen worden zodanig dat de beugelsegmenten in werkpositie nagenoeg op elkaar aansluiten. Door middel van deze constructie is het mogelijk met een enkele losneembeweging het buikvlies 20 vrijwel volledig los te nemen van de buikwand. Het buikvlies wordt in deze voorkeursuitvoering immers nagenoeg volledig omsloten door de beugelsegmenten. Het is daarbij aanbevelenswaardig dat de beugelsegmenten tijdens de losneembeweging onafhankelijk ten opzichte van elkaar 25 beweegbaar zijn.

In een andere voorkeursuitvoering is de vorm van het beugelorgaan aangepast aan tenminste een deel van de binnenzijde van de buikwand van het karkas. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een gekromd beugelorgaan waarvan de 30 kromming in hoofdzaak overeenkomt met de kromming van de binnenzijde van de buikwand van het karkas.

In weer een andere voorkeursuitvoering is het beugelorgaan bij voorkeur voorzien van snij- of zaagmiddelen. Aangezien de verbinding tussen het buikvlies en de buikwand 35 niet overal even sterk is is het mogelijk met behulp van snij-of zaagmiddelen sterke aanhechtingen te verbreken. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de aanhechting van het longhaasje. Deze aanhechting is zo sterk dat bij het lostrekken ervan een rafelige structuur ontstaat waarbij ook vlees van het karkas 1 0 00 8 77 5 getrokken kan worden. Een ander voorbeeld zijn de aanhechtingen aan de buikwand nabij het middenrif. Om deze relatief sterke verbindingen te verbreken kan gebruik gemaakt worden van snij-of zaagmiddelen.

5 De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van het in navolgende figuren weergegeven niet limitatieve uitvoeringsvoorbeeld.

Hierin toont:

Fig. 1 een zijaanzicht op een inrichting 10 overeenkomstig de uitvinding en

Fig. 2 een bovenaanzicht op een beugelorgaan in werkpositie.

Fig. 1 toont een inrichting 1 waarin een karkas 2 aan de achterpoten 3 ervan is opgehangen. De inrichting 1 omvat een 15 manipulator 4 bestaande uit een horizontale geleider 5 waarlangs een horizontale slede 6 verplaatsbaar is. Aan de horizontale slede 6 is een verticale geleider 7 bevestigd waarlangs een verticale slede 8 beweegbaar is. Aan de verticale slede 8 is een zwenkbaar beugelorgaan 9 bevestigd. In deze 20 figuur is tevens een in onderbroken lijnen weergegeven tweede positie van de verticale slede 8' met het beugelorgaan 9’ weergegeven. Daarbij zijn tevens meerdere mogelijke standen van het beugelorgaan 9' aangeduid.

De in getrokken lijnen weergegeven slede 8 is in een 25 werkpositie gebracht in een richting aangeduid met pijl PI. Het beugelorgaan 9 bevindt zich nu gedeeltelijk binnen het karkas 2. Vervolgens kan overeenkomstig een pijl P2 het beugelorgaan 9 naar boven bewogen worden waardoor de losneembewerking wordt uitgevoerd.

30 In figuur 2 is een uit twee delen 10,11 bestaand beugelorgaan 9 in werkpositie in bovenaanzicht weergegeven. De beugelorgaandelen 10,11 zijn onder tussenkomst van een cilinder 13 met de verticale slede 8 verbonden.

De twee delen 10,11 van het beugelorgaan 9 zijn zodanig gevormd 35 dat hun vorm nagenoeg overeenkomt met de binnenzijde van de buikwand 12 van het karkas 2. De twee delen 10,11 van het beugelorgaan omgeven een, in deze figuur niet weergegeven, buikvlies nagenoeg volledig. De uiteinde van de twee delen 10,11 raken elkaar nagenoeg nabij de ruggegraat 14 van karkas 1000877 6 2. In deze figuur zijn geen middelen weergegeven voor de nagenoeg loodrecht op de losneembeweging staande verplaatsing van de beugelorgaandelen 10,11. Hiervoor zijn echter talloze constructies denkbaar. Deze nagenoeg loodrecht op de 5 losneembeweging staande beweging kan tevens voordelig worden aangewend bij het in werkpositie brengen van het beugelorgaan 3.

***** 1000877

Claims

1. Werkwijze voor het losmaken van ingewanden in een aan de buikzijde geopend karkas, in het bijzonder een schapen-, varkens- of runderkarkas omvattende achtereenvolgens de stappen: 5. het in een werkpositie tussen het buikvlies en de buikwand brengen van tenminste één beugelorgaan, - het in hoofdzaak evenwijdig aan de ruggegraat bewegen van het beugelorgaan waardoor het buikvlies met daarin opgenomen organen tenminste gedeeltelijk loskomt van de buikwand, en 10. het vanuit de werkpositie uit het karkas voeren van het beugelorgaan.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 waarbij het beugelorgaan nabij het middenrif wordt ingebracht.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 waarbij het 15 karkas tenminste aan de achterpoten is opgehangen en het beugelorgaan in werkpositie in hoofdzaak naar de achterpoten gericht wordt bewogen.

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies waarbij voor het inbrengen van het beugelorgaan de 20 aanhechting van het darmstelsel met de wand van het karkas ter hoogte van de anus is verbroken.

5. Inrichting voor het losmaken van ingewanden in een aan de buikzijde geopend karkas omvattende: - een toevoerinrichting voor geopende karkassen, 25. een manipulator voorzien van tenminste één beugelorgaan voor het in een werkpositie tussen het buikvlies en de buikwand brengen van het beugelorgaan, het in hoofdzaak evenwijdig aan de ruggegraat van het karkas doen bewegen van het beugelorgaan, en het uit de werkpositie naar een positie 30 buiten het karkas voeren van het beugelorgaan, en - een afvoerinrichting voor bewerkte geopende karkassen. 1000877

6. Inrichting volgens conclusie 5 waarbij het beugelorgaan tijdens de losneembeweging, in hoofdzaak evenwijdig aan de ruggegraat, verplaatsbaar is in een richting nagenoeg loodrecht op de losneembeweging.

7. Inrichting volgens conclusie 6 waarbij de nagenoeg loodrecht op de losneembeweging staande beweging van het beugelorgaan aanstuurbaar is door de manipulator.

8. Inrichting volgens conclusie 6 waarbij de nagenoeg loodrecht op de losneembeweging staande beweging van het 10 beugelorgaan door door het karkas op het beugelorgaan uitgeoefende krachten wordt bepaald.

9. Inrichting volgens één der conclusies 5-8, waarbij het beugelorgaan is voorzien van tenminste twee beugelsegmenten waarvan de uiteinden tijdens het in de 15 werkpositie brengen naar elkaar toe bewogen worden zodanig dat de beugelsegmenten in werkpositie nagenoeg op elkaar aansluiten.

10. Inrichting volgens één der conclusies 5-9, waarbij het beugelorgaan zodanig gevormd is dat het nagenoeg 20 overeenkomt met tenminste een deel van de binnenzijde van de buikwand van het karkas.

11. Inrichting volgens één der conclusies 5-10, waarbij het beugelorgaan is voorzien van snij- of zaagmiddelen. 25 ***** 1000877