NL1000854C2 - Inrichting voor het bedekken of naar keuze vrijgeven van een opening in een buitenwand van een gebouw. - Google Patents

Description

Inrichting voor het bedekken of naar keuze vrijgeven van een opening in een buitenwand van een gebouw

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 inrichting voor het bedekken of naar keuze vrijgeven van een opening in een buitenwand van een gebouw, voorzien van een stationair frame dat zich ten minste gedeeltelijk om de opening uitstrekt, een met het frame verbonden beweegbaar deel voor het bedekken en vrijgeven van de opening en een 10 tussen het frame en het beweegbare deel geplaatst bewegings-mechanisme voor het verplaatsen van het beweegbare deel ten opzichte van het frame met het kenmerk.

Een dergelijke inrichting kan bijvoorbeeld bestaan uit een venster voor een buitenmuur of dak van een gebouw of 15 uit een zonwerings-systeem. Vooral vensters zijn in vele uitvoeringen bekend, waarbij het beweegbare deel als schuifraam is uitgevoerd, of als kantelraam, waarbij het beweegbare deel om een vertikaal en/of horizontaal scharnier scharnier- respectievelijk kantelbaar is.

20 De uitvinding beoogt thans een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij het comfort en de gebruiksmogelijkheden verder worden verbeterd.

Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat het bewegingsmechanisme is inge-25 richt voor het bewerkstelligen van zowel een buitenwaartse kantelbeweging als een schuifbeweging van het beweegbare deel ten opzichte van het frame.

Door deze mogelijkheid van zowel kanteling als verschuiving, kan enerzijds worden gekozen voor een stand, 30 waarbij door de kanteling wel een opening wordt bereikt, doch nog wel een bedekking van de opening min of meer gehandhaafd blijft, terwijl anderzijds door verschuiving van het beweegbare deel de bedekking voor een groot gedeelte wordt opgeheven.

10 00 850 2

Bij voorkeur wordt daarbij bewerkstelligd, dat de schuifbeweging plaatsvindt met het beweegbare deel in de gekantelde stand, zodanig dat het naar buiten gekantelde gedeelte van het beweegbare deel de buitenwand van het 5 gebouw overlapt.

Door deze beweging kan de geleiding voor het beweegbare deel geheel binnen de buitenomtrek van het frame plaatsvinden, waardoor de buitenwand slechts over een gebied van niet veel meer dan de opening aan de inrichting behoeft 10 te worden aangepast.

De genoemde beweging is bijvoorbeeld bereikbaar doordat het beweegbare deel nabij een eerste zijde is uitgevoerd met een scharnier evenwijdig aan het vlak van het beweegbare deel, welk scharnier is ondersteund op glijschoe-15 nen die geleid zijn op evenwijdige geleidingsrails aan twee tegenoverliggende zijden van het frame, welke geleidingsrails loodrecht op het scharnier zijn gericht en bij voorkeur tevens het bewegingsmechanisme ondersteunen.

Een gunstige uitvoering van de inrichting volgens 20 de uitvinding is die, waarbij de inrichting is uitgevoerd als een venster, het beweegbare deel uit een glasruit met omlijsting bestaat en het frame en kozijn omvat, en waarbij bij voorkeur het frame is voorzien van een onderste montage-raam van het venster in de gebouwwand, en een daarop plaats-25 baar kozijn met het beweegbare deel.

Een nog specifiekere uitvoering van het venster is die, waarbij het venster is bedoeld voor plaatsing in een schuin dak van een gebouw en de eerste zijde van het beweegbare deel met het scharnier aan de bovenzijde dient te 30 worden geplaatst, waarbij echter moet worden opgemerkt dat het volgens de uitvinding tevens mogelijk is dat de inrichting is uitgevoerd als een venster in een buitenmuur, als zonwerings-systeem- of als dakpaneel voor serre's, fabrieks-daken e.d..

35 Uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, die een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding weergeven.

10 00 854.

3

Fig. 1 is een schematisch bovenaanzicht van een schuin dak van een gebouw met daarin een als dakvenster uitgevoerde inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II - II in 5 fig. 1, op grotere schaal.

Fig. 3 is een met fig. 2 overeenkomende doorsnede met het venster in de geheel geopende stand.

Fig. 4 is een doorsnede volgens de lijn IV - IV in fig. 1, op grotere schaal.

10 Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waarbij de inrichting is uitgevoerd als venster 1, dat is ingebouwd in een schuin dak 2 van een gebouw zoals een woning. In dit geval is het dak 2 voorzien van pannen 3 als dakbedekking, doch het venster is geschikt voor inbouw 15 in allerlei soorten schuine als ook platte daken.

Zoals in het bijzonder de fig. 2-4 tonen, is het venster 1 voorzien van een stationair frame 4 dat in dit geval is uitgevoerd met een onderste montageraam 5 voor bevestiging van het venster 1 in de bijvoorbeeld van hout 20 vervaardigde dakwand 6. Het montageraam 5 strekt zich buitenwaarts ongeveer tot aan de buitenzijde van de dakwand 6 uit en bovenop het montageraam 5 is een kozijn 7 als deel van het frame 4 geplaatst, die zich derhalve buiten de dakwand 6 bevindt. Met behulp van gebruikelijk afdichtmate-25 riaal 8, zoals zink of andere vervormbare flappen, is het kozijn 7 afdichtend op de dakbedekking 3 aangesloten.

Het kozijn 7 van het frame 4 ondersteunt een beweegbaar deel 9 in de vorm van een glasruit 10 die is gevat in een omlijsting 11. De omlijsting 11 komt qua 30 omtrekafmetingen in hoofdzaak overeen met die van het kozijn 7. In de gesloten stand van het beweegbare deel 9 ligt de omlijsting 11 met de onderzijde afdichtend tegen de bovenzijde van het kozijn 7, waarbij de omlijsting 11 nog kan zijn uitgevoerd met een afdichting 12.

35 Zoals fig. 4 toont, zijn zijranden 14, resp. 15 van het kozijn 7, resp. van het beweegbare deel 9 aan de naar elkaar toe gerichte oppervlakken voorzien van een uitspa- 10 00 854.

4 ring, waarin een geleidingsrail 16 is opgenomen. Deze geleidingsrail 16 is in dit geval aan elke zijrand 14 van het kozijn 7 bevestigd. In deze geleidingsrail 16 loopt een glijschoen 17 van een verder niet weergegeven bewegings-5 mechanisme voor het bewerkstellligen van de bewegingen van het beweegbare deel 9. Het beweegbare deel 9 is kantelbaar op de beide glijschoenen 17 aangebracht door middel van scharnieren 18 die zich nabij de bovenzijde van het beweegbare deel 9 bevinden en evenwijdig aan de bovenzijde van het 10 beweegbare deel verlopen. Het bewegingsmechanisme tussen elke glijschoen 17 en het beweegbare deel 9 kan bijvoorbeeld hefbomen of schaarmechanieken omvatten voor het bewerkstelligen van de kantelbeweging van het beweegbare deel 9 om het scharnier 18. Anderzijds is het mogelijk elke geleidingsrail 15 16 scharnierbaar met de zijrand 14 van het kozijn 7 te verbinden en het beweegbare deel 9 verschuifbaar op de geleidingsrail 16 aan te brengen.

Voor het initiëren van de bewegingen van het beweegbare deel 9 is in dit uitvoeringsvoorbeeld een elek-20 tromotor 19 aan de bovenzijde in het montageraam 5 opgenomen, waarbij de van een tandwiel voorziene uitgangsas van de elektromotor 19 via geprofileerde kabels 20 met de glij-schoenen 17 in de geleidingsrail 16 is verbonden, welke kabels tevens het bewegingsmechanisme voor het bewerkstelli-25 gen van de kantelbeweging van het beweegbare deel 9 kunnen aandrijven.

Fig. 2 en 3 tonen verder nog de aanwezigheid van een aan de bovenzijde van het kozijn 7 bevestigde, omgekeerd L-vormige afdekrand 21, die zodanig vanaf het kozijn uit-30 steekt, dat het beweegbare deel 9 in de gesloten stand met de bovenzijde hieronder valt zodat lekkagegevaar aan de bovenzijde van het beweegbare deel 9 is uitgesloten.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is in de fig. 2 en 3 te zien, dat het bewegingsmechanisme zodanig is 35 ontworpen, dat het beweegbare deel 9 allereerst vanuit de gesloten stand om het scharnier 18 kan worden gekanteld naar een schuin op het frame 4 staande ventilatiestand (pijl A) 10 0 0 8 5 4.' 5 en vervolgens in deze gekantelde stand met behulp van de glijschoenen 17 langs de geleidingsrail 16 naar beneden kan worden verschoven in een stand evenwijdig aan zichzelf (pijl B) . In fig. 3 is het beweegbare deel 9 in de geheel geopende 5 stand getoond, waarbij de opening binnen het kozijn 7 voor een groot deel is vrijgegeven en derhalve zonnestralen ongehinderd de woning kunnen binnentreden zonder tussenkomst van de glasruit 10. In de in fig. 2 in stippellijnen weergegeven ventilatiestand wordt een ventilatie bereikt, terwijl 10 inregening niet of nauwelijks kan plaatsvinden.

Het beschreven en getoonde dakvenster heeft verschillende voordelen. Allereerst wordt een aaneengesloten opening bereikt die goed toegankelijk is, een vrij uitzicht biedt en een onbelemmerde zoninstraling mogelijk maakt. Ook 15 behoeft buiten de vensteropening geen geleiding te worden aangebracht, zodat de inbouw van de dakvenster niet of nauwelijks meer aanpassingen vergt dan bij een gewoon dakvenster. Het dakvenster heeft een grote inbraakveilig-heid, ook in de ventilatiestand met een mechanische begren-20 zing. Verder is het venster stormveilig doordat het beweegbare deel altijd dicht bij het dak is gelegen en een stabiele ondersteuning en begrenzing heeft. Door de buitenwaartse kanteling en de uitwendige verschuiving van het beweegbare deel heeft het dakvenster goede mogelijkheden tot het binnen 25 aanbrengen van een afscherming, zoals gordijnen, binnenzon-wering en horren. Het dakvenster biedt de mogelijkheid van motoraandrijving, eventueel zelfs gecombineerd met afstandsbediening. Daarbij kan de beweging van het venster worden gekoppeld aan die van de afscherming. Ook kan het dakvenster 30 in meerdere standen worden ingebouwd. Het aandrijfmechanisme kan in diverse standen in het kozijn worden gemonteerd.

De uitvinding is niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het 35 kader van de uitvinding kan worden gevariëerd. Zo kan in plaats van elektrische aandrijving ook worden gekozen voor een handbediende uitvoering, waarbij het beweegbare deel 10 00 854.

6 geheel met de hand op de wijze van de schuifdeur, of via een slingeraandrijving of mechanische afstandsbediening worden verplaatst. In principe is het ook mogelijk de schuifbewe-ging in een niet-gekantelde stand binnen of buiten te laten 5 plaatsvinden.

Het beweegbare deel kan in plaats van een ruit ook een ondoorzichtig (zonwerend/isolerend) paneel bevatten. De kantel- en schuifbeweging kunnen zijn gekoppeld of geheel onafhankelijk worden uitgevoerd.

10 10 0 0 8 5 4 ."

Claims (10)

1. Inrichting voor het bedekken of naar keuze vrijgeven van een opening in een buitenwand van een gebouw, voorzien van een stationair frame dat zich ten minste gedeeltelijk om de opening uitstrekt, een met het frame verbonden beweegbaar deel voor het bedekken en vrijgeven van 10 de opening en een tussen het frame en het beweegbare deel geplaatst bewegingsmechanisme voor het verplaatsen van het beweegbare deel ten opzichte van het frame, met het kenmerk, dat het bewegingsmechanisme is ingericht voor het bewerkstelligen van zowel een buitenwaartse kantelbeweging als een 15 schuifbeweging van het beweegbare deel ten opzichte van het f rame.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de schuifbeweging plaatsvindt met het beweegbare deel in de gekantelde stand, zodanig dat het naar buiten gekantelde 20 gedeelte van het beweegbare deel de buitenwand van het gebouw overlapt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het beweegbare deel nabij een eerste zijde is uitgevoerd met een scharnier evenwijdig aan het vlak van het beweegbare deel, 25 welk scharnier is ondersteund op glijschoenen die geleid zijn op evenwijdige geleidingsrails aan twee tegenoverliggende zijden van het frame, welke geleidingsrails loodrecht op het scharnier zijn gericht en bij voorkeur tevens het bewegingsmechanisme ondersteunen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de inrichting is uitgevoerd als een venster, het beweegbare deel uit een glasruit met omlijsting bestaat en het frame een kozijn omvat.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het 35 frame is voorzien van een onderste montageraam voor montage van het venster in de gebouwwand, en het daarop plaatsbare kozijn met het beweegbare deel. 10 0 0 8 5 4. 9

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, waarbij het venster is bedoeld voor plaatsing in een schuin dak van een gebouw en de eerste zijde van het beweegbare deel met het scharnier aan de bovenzijde dient te worden geplaatst.

7. Inrichting volgens een der conclusies 3-6, waarbij het frame aan de zijde aangrenzend aan de eerste zijde van het beweegbare deel is uitgevoerd met een bovenwaarts uitstekende afdekrand die zich tot over het beweegbare deel uitstrekt in de sluitstand van het beweegbare deel. 10

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij het bewegingsmechanisme is voorzien van een elektromotor.

9. Inrichting volgens een der conclusies, 1-3, waarbij deze is uitgevoerd als een venster in een buiten-15 muur, als zonwerings-systeem, of als dakpaneel voor serre's, fabrieksdaken en dergelijke.

10 00 854.