BE905657A - Reduceerklepconstructie. - Google Patents

Reduceerklepconstructie. Download PDF

Info

Publication number
BE905657A
BE905657A BE2/61076A BE2061076A BE905657A BE 905657 A BE905657 A BE 905657A BE 2/61076 A BE2/61076 A BE 2/61076A BE 2061076 A BE2061076 A BE 2061076A BE 905657 A BE905657 A BE 905657A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
valve
wall
piston
reducing valve
pressure
Prior art date
Application number
BE2/61076A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Tlv Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP60245005A external-priority patent/JPH0786778B2/ja
Priority claimed from JP60246797A external-priority patent/JPH0786779B2/ja
Application filed by Tlv Co Ltd filed Critical Tlv Co Ltd
Publication of BE905657A publication Critical patent/BE905657A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K1/00Lift valves or globe valves, i.e. cut-off apparatus with closure members having at least a component of their opening and closing motion perpendicular to the closing faces
    • F16K1/32Details
    • F16K1/34Cutting-off parts, e.g. valve members, seats
    • GPHYSICS
    • G05CONTROLLING; REGULATING
    • G05DSYSTEMS FOR CONTROLLING OR REGULATING NON-ELECTRIC VARIABLES
    • G05D16/00Control of fluid pressure
    • G05D16/14Control of fluid pressure with auxiliary non-electric power
    • G05D16/16Control of fluid pressure with auxiliary non-electric power derived from the controlled fluid
    • G05D16/166Control of fluid pressure with auxiliary non-electric power derived from the controlled fluid using pistons within the main valve
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K17/00Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves
    • F16K17/02Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves opening on surplus pressure on one side; closing on insufficient pressure on one side
    • F16K17/04Safety valves; Equalising valves, e.g. pressure relief valves opening on surplus pressure on one side; closing on insufficient pressure on one side spring-loaded
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16KVALVES; TAPS; COCKS; ACTUATING-FLOATS; DEVICES FOR VENTING OR AERATING
    • F16K31/00Actuating devices; Operating means; Releasing devices
    • F16K31/12Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid
    • F16K31/36Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid in which fluid from the circuit is constantly supplied to the fluid motor
    • F16K31/363Actuating devices; Operating means; Releasing devices actuated by fluid in which fluid from the circuit is constantly supplied to the fluid motor the fluid acting on a piston
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/2931Diverse fluid containing pressure systems
    • Y10T137/3003Fluid separating traps or vents
    • Y10T137/3021Discriminating outlet for liquid
    • Y10T137/304With fluid responsive valve
    • Y10T137/3052Level responsive
    • Y10T137/3068Float
    • Y10T137/3071With main line gas outlet from trap chamber

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Control Of Fluid Pressure (AREA)
  • Lift Valve (AREA)
  • Fluid-Driven Valves (AREA)

Abstract

Reduceerklepconstructie voor het reduceren van de druk aan de primaire zijde, op een voorafbepaalde druk aan de secundaire zijde, door verandering van de opening van een klepkop met gebruikmaking van door het door de afsluiter passerende fuidum zelf geleverde energie, waarbij een beweegbare wand (17) van het bedieningsgedeelte en een bedieningsstang (1), voor het op de klepkop overbrengen van de verplaatsing van die beweegbare wand zijn verbonden door een gebogen wand (45) met een althans grotendeels nagenoeg half-bolvormige oppervlak, dat zich in diametrale richting ten opzichte van de bedieningsstang buitenwaarts uitstrekt of met een aantal van dergelijke gebogen oppervlakken.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   B. E S C H R IJ V I N G behorende bij een UITVINDINGSOCTROOIAANVRAGE ten name van
TLV Co. Ltd., gevestigd te
Kakogawa, Japan voor :
Reduceerklepconstructie Onder inroeping van het recht van voorrang op grond van octrooiaanvragen no. 60-245005 en   60-24679"   respectievelijk op 30 oktober 1985 en 1 november 1985 ingediend in Japan. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



   De uitvinding heeft betrekking op een reduceerklepconstructie of automatische regelklepconstructie, waarbij de druk aan de primaire zijde op een voorafbepaalde druk aan de secundaire zijde wordt gereduceerd door verandering van de opening van een klepkop onder het daarvoor benutten van de energie van het dóór de afsluiter heen passerende fluidum zélf. 



   Er zijn twee types reduceerkleppen : een rechtstreeks werkend type, waarbij een, de secundaire druk vaststellend gedeelte van de klepconstructie zèlf een bedieningsgedeelte wordt, dat rechtstreeks een klepkop bedient, èn een, door pilotbesturing bediend type reduceerklep, waarbij, met gebruikmaking van een reduceerklep van het rechtstreeks werkende type als besturingsgedeelte, de hoofdklep door regeling van de druk in een bedieningsgedeelte van de hoofd-klepkop wordt bediend. De onderhavige uitvinding betreft de constructie van een verbindingsgedeelte tussen de klep en het bedieningsgedeelte en is van toepassing voor zowel de reduceerklep van het rechtstreeks werkende type, als het type reduceerklep met bediening door pilotbesturing. 



   De onderhavige uitvinding betreft verbeteringen in hetgeen kan worden betiteld als   de"verloop-druk" ("offset")-eigenschappen   en de nominale-stroomeigenschappen van de reduceerklep. 



   In HASS-106-1978 ("Heating Air-Conditioning and Sanitary Standard") worden deze en daarmee verband houdende begrippen op de hieronder vermelde wijze nader gedefinieerd :
Minimaal regelbaar stroomdebiet : het minimale stroomdebiet   door   de reduceerklep, waarbij nog een gelijkblijvende stroomtoestand in stand kan worden gehouden. 



   Insteldruk : de druk aan de secundaire zijde bij bovengenoemd minimaal regelbaar stroomdebiet. 



   Verloopdruk ("Offset") : het drukverschil tussen de genoemde insteldruk (aan de secundaire zijde) en de aan de secundaire zijde variërende druk, naarmate het stroomdebiet geleidelijk van het bovengenoemde, minimale regelbare stroomdebiet wordt opgevoerd tot het nominale stroomdebiet van de reduceerafsluiter bij aan de primaire zijde constant gehouden druk. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 



   Nominaal stroomdebiet : het maximale stroomdebiet, dat verzekerd is binnen een bepaalde verloopdruk, wanneer de druk aan de primaire afsluiterzijde gefixeerd gehouden wordt. 



   In bovenbedoelde zin verschaft de uitvinding een uitstekende reduceerklep met lage verloopdruk en een hoog nominaal stroomdebiet. 



   Overeenkomstig de uitvinding is uitgegaan van een door pilotbesturing bediende reduceerklep, zoals weergegeven in fig. 9 van de bijgaande tekening. Het betreft daarbij een reduceerklep met een reduceerklepgedeelte 101, een stroomafscheidergedeelte 102 en een afvoerklepgedeelte 103. 



   In een klephuis 110 zijn een inlaatpoort 112, een kleppoort 114 en een uitlaatpoort 116 gevormd. De inlaatpoort is verbonden met een bron voor fluidum onder hoge druk aan de primaire zijde, terwijl de uitlaatpoort is verbonden met een lagedruk-bereik aan de secundaire zijde. De kleppoort wordt gevormd door een klepzittingelement. Aan het einde aan de inlaatzijde van de kleppoort 114 wordt een hoofdklepkop 118 door middel van een schroefveer elastisch tegen een, aan dat einde gevormde klepzitting aangedrukt. 



   In de cilinder 122 is een zuiger 120 heen en weer beweegbaar en houdt een zuigerstang 1 in aanraking met een, aan de hoofdklepkop 118 gevormde klepspil 115, reikend dóór de kleppoort 114. In de omtrekswand van de zuiger 120 zijn groeven gevormd waarin passend zuigerringen 12 en 13 opgenomen zijn, terwijl zich in de onderste eindwand 2 van die zuiger 120 een opening 11 bevindt. In een eerste druk-doortocht 124, welke inlaatpoort 112 verbindt met de ruimte boven de zuiger 120, dat wil zeggen een zuigerkamer, is een pilot-stuurklep 126 aangebracht. Met het verwijzingscijfer 128 is een membraan aangegeven, dat met zijn buitenomtrekrand tussen flenzen 130 en 132 wordt vastgehouden. Een ruimte onder het membraan 128 is via een tweede drukdoortocht 134 verbonden met de uitlaatpoort 116. 



   De punt van de klepspil 136 van de pilot-stuurklep 126 verkeert in aanraking met het midden van het ondervlak van het membraan 128. 



   Een druk-schroefveer voor het instellen van de druk is via een veerzitting 138 in aanraking met het bovenvlak van het membraan 128. 



  In het klephuis 110 is een justeerschroef 144 geschroefd. 



   Wanneer die justeerschroef 144 in klokwijzerrichting of tegen 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 de klokwijzerrichting in wordt verdraaid, verandert de elastische kracht, waarmee de drukinstelveer 140 het membraan 128 omlaag drukt. Met deze elastische kracht van de drukinstelveer 140 als referentiewaarde zal het membraan 128 overeenkomstig de secundaire druk, welke op zijn ondervlak werkzaam is, doorbuigen onder verplaatsing van de klepspil 136 van de pilot-stuurklep 126, en aldus die stuurklep 126 openen en sluiten. Als gevolg hiervan wordt de fluidumdruk aan de primaire zijde in de zuigerkamer op de zuiger 120 werkzaam en verplaatst daardoor de hoofdklep 118, waardoor het fluidum van de inlaatpoort 112 via de kleppoort 114 naar de uitlaatpoort 116 zal kunnen stromen.

   De kleppoort 114 gaat automatisch open, wanneer de fluidumdruk aan de secundaire zijde afneemt, en gaat dicht, wanneer de fluidumdruk toeneemt. 



   Onder de kleppoort 114 is een cilindrisch, het huis onderverdelend wandelement 146 aangebracht, dat een ringvormige ruimte 148 tussen dat wandelement 146 en het klephuis 110 bepaalt. Het bovendeel daarvan staat via een kegelvormige zeef 150 in verbinding met de inlaatpoort 112, terwijl het onderste deel in verbinding staat met het bovendeel van een afvoer-klepkamer 152. Het bovendeel van die kamer 152 staat in verbinding met de kleppoort 114 via de centrale-opening van het, het huis onderverdelende wandelement 146. In de ringvormige ruimte 148 bevindt zich een, uit een hellende wand bestaande wervelschoep 154. 



   Door die wervelschoep 154 wordt aldus de fluidumstroom vanuit de inlaatpoort 112, welke dóór de kleppoort 114 stroomt bij het passeren dóór de ringvormige ruimte 148 omgebogen. Het fluidum wordt daardoor buitenwaarts tegen de binnenwand van het omgevende klephuis aan geworpen en stroomt via de binnenzijde van de afvoer-klepkamer omlaag, terwijl het lichtere gas in het centrale deel opwervelt, en via de centrale opening van het, het klephuis onderverdelende wandelement 146 naar de kleppoort 114 stroomt en zo daardoorheen, naar de uitlaatpoort 116. 



   Onder in de afvoer-klepkamer 152 is een afvoer-kleppoort 158 gevormd, welke in verbinding staat met de afvoerpoort 156. In een vlotterafdekking 164 is een bolvormige klepvlotter 160 beweegbaar opgenomen. 



  De vlotterafdekking 164 is bovenin voorzien van luchtdoorlaatopeningen 162. 



   Hierdoor gaat de klepvlotter 160 op en neer met het waterniveau in de afvoer-klepkamer 152 en opent en sluit aldus de afvoerkleppoort 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 158 om automatisch water, dat zich in die afvoerklepkamer heeft verzameld, af te voeren. 



   Thans zal het aan de uitvinding ten grondslag liggende probleem nader worden toegelicht. 



   De stroomdebietkarakteristiek van deze, zo juist beschreven reduceerklep heeft een betrekkelijk hoge verloopdruk, zoals hierboven nader gedefinieerd, en een betrekkelijk laag nominaal stroomdebiet, waardoor er geen groot verschil is ten opzichte van die eigenschappen van reduceerkleppen volgens de stand van de techniek. 



   De begrenzing van de stroomdebietkarakteristiek is in constructief opzicht vermoedelijk daaraan te wijten, dat wanneer de zuiger een neerwaartse slag uitvoert, om op de hoofdklepkop te drukken, die klepkop welke de door de kleppoort uitstromende fluidumstraal moet opvangen, omhooggedrukt zal worden en tegelijkertijd in trilling komt. 



   Derhalve is het ter verbetering van de stroomdebietkarakteristiek noodzakelijk, de uitvoering van een, de zuiger of het bedieningsgedeelte met de klepkop verbindend verbindingsgedeelte, te verbeteren. 



   Voor het oplossen van bovenbedoeld probleem wordt voorgesteld, de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte te verbinden met de bedieningsstang welke verplaatsing van de beweegbare wand overbrengt, door middel van een wand welke een nagenoeg half-bolvormig oppervlak heeft, dat naar buiten toe in radiale richting ten opzichte van de bedieningsstang wijder wordt, of door middel van een aantal bochten, zoals gebogen oppervlakken. 



   Die beweegbare wand wordt bij de rechtstreeks werkende reduceerklep gevormd door een membraan zelf en bij de door pilot-besturing bediende reduceerklep door een onderste eindwand. 



   De meest wenselijke vorm van het verbindingsgedeelte tussen de beweegbare wand en de bedieningsstang is half-bolvormig ; ook kan evenwel een bolvormig oppervlak, dat iets groter is of dat iets kleiner is dan een halve bol, of een half-bolvormig oppervlak met achteraan een cilindervormig verlengstuk worden toegepast. 



   Ook kan met een gebogen, vanuit een conisch oppervlak naar buiten toe wijder wordend oppervlak, zoals een oppervlak met elliptisch profiel het hieronder nader beschreven effekt qua functie worden 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
 EMI6.1 
 bereikt ; met andere woorden worden dus met de betiteling van"nagenoeg half-bolvormig oppervlak"uitdrukkelijk tevens dergelijke gebogen oppervlakken mede bedoeld. 



  Elk gebogen oppervlak, dat de beweegbare wand met de bedieningsstang verbindende wandoppervlakken vormt kan een gebogen oppervlak zijn, verkregen door een vlak oppervlak in één richting in een bocht te buigen, of een bolvormig, dan wel een elliptisch gebogen oppervlak zijn. Ter plaatse van de verbinding tussen de gebogen oppervlakken, welke het wandoppervlak vormen, is een opstaande rand gevormd, welke men zoals deze gevormd is kan laten of welke door bewerking tot een"R"-oppervlak afgerond kan zijn. 



  Het effekt van de bovenbeschreven maatregelen is als volgt : De uit de kleppoort afkomstige fluidumstraal stroomt rechtstreeks naar de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte. Op zijn weg botst het fluidum tegen het verbindende, gebogen oppervlak en stroomt er vervolgens langs omlaag. 



  In het onderste deel van het verbindende, gebogen oppervlak neemt de fluidumsnelheid toe en is de statische druk gering. Inmiddels is in het bovenste deel de fluidumsnelheid gering en de statische druk groot. Daardoor worden de beweegbare wand en de bedieningsstang omlaag, namelijk in de richting naar de kleppoortzijde getrokken. Met andere woorden wordt de drukkracht, uitgeoefend door de fluidumstraal uit de kleppoort niet rechtstreeks opgevangen door het wandoppervlak, doch, enigszins verzacht gedeeltelijk opgevangen door de vorming van bovengenoemd statisch drukverschil, waardoor de klepkop in overeenkomstige mate naar de kleppoort wordt verplaatst, onder het aldus van elkaar scheiden van de klepkop en de klepzitting, waardoor de kleppoortopening veel wijder wordt. 



  Het gebogen verbindingsoppervlak neemt zelf de ervoor bestemde stand in in het midden ten opzichte van de fluidumstraal uit de kleppoort. Wanneer zich namelijk het gebogen verbindingsoppervlak op de centrale as van de fluidumstraalstroom bevindt, stroomt het fluidum rondom de omtrek overal met dezelfde snelheid. Wanneer die stroom echter naar opzij wordt omgebogen, zal de stroomsnelheid aan de omtrek ongelijkmatig zijn, waardoor de statische druk zich zodanig verdeelt, dat het gebogen verbindingsoppervlak tot op de centrale as teruggedrukt 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 wordt. Bijgevolg kan zich de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte en van de bedieningsstang gelijkmatig langs de centrale as van die stroom verplaatsen zonder te gaan trillen of schuin te gaan staan en voorts met geringe verandering van de secundaire druk en geringe verloop-druk. 



   Ten aanzien van het met de uitvinding bereikte effekt en bijzondere voordelen zij het volgende opgemerkt. 



   Aangezien de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte en de bedieningsstang gelijkmatig   en in ruime mate   naar de kleppoortzijde worden verplaatst, wordt als resultaat van de maatregelen volgens de uitvinding een lage verloop-druk en een hoog nominaal stroomdebiet bereikt. 



   Doordat de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte en de bedieningsstang nauwelijks aan trillingseffecten en schuin gerichte krachten blootstaan, varieert de druk aan de secundaire zijde slechts in geringe mate. Bovendien zijn ook de verschuivend afglijdend beweegbare gedeelten van zuiger en cilinder en van klepkop en-zitting slechts in geringe mate aan slijtage onderhevig, waardoor de aanvankelijk bereikte, goede werking ook op de lange duur behouden blijft. 



   In hetgeen thans volgt zullen enkele voorbeelden van reduceerklepconstructies welke overeenkomstig de technische kenmerken van de uitvinding zijn uitgevoerd, nader worden beschreven. 



   Fig.   l is   een doorsnede-met-aanzicht van een reduceerklepconstructie overeenkosmtig een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding ; de figuren 2,3 en 4 zijn doorsneden-met-aanzichten van een drietal verdere uitvoeringsvormen overeenkomstig de uitvinding ; fig. 5 is een onderaanzicht van de zuiger volgens fig. 4 ; fig. 6 is een schuin zijaanzicht loodrecht op de lijn   111-111   in fig. 5 van de zuiger volgens fig. 5 ; de figuren 7 en 8 zijn soortgelijke onderaanzichten als fig. 5 van de zuiger van een andere uitvoeringsvorm ; en fig. 9 is een doorsnede-met-aanzicht van een reduceerklepconstructie volgens de stand van de techniek. 



   Aangegeven zijn in de tekening met het verwijzingscijfer   l   een zuigerstang met 2 een onderwand ; met 10 en 30 bolvormige oppervlakken ; met 20 een driekwarts-boloppervlak ; met 45,75 en 85 verbindingswanden 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 met gebogen oppervlak ; met 47,77 en 87 gebogen oppervlakken ; met 101 een reduceerklepgedeelte ; met 102 een stoomafscheidergedeelte ; met 103 een afvoergedeelte van de reduceerklepconstructie ; met 120 een zuiger en met 126 een stuurklep. 



  Eerste uitvoeringsvoorbeeld. 



   Hiervoor wordt verwezen naar figuur 1 in verband met fig. 9. 



  Het betreft bij deze uitvoeringsvorm een volgens de uitvinding halfbolvormig uitgevoerd, verbindend oppervlak tussen de beweegbare wand en de bedieningsstang. Figuur 1 toont een zuiger 120, welke de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte alsmede de bedieningsstang van de reduceerklepconstructie van de soort zoals weergegeven in fig. 9, omvat. 



  Voor overeenkomstige delen zijn dezelfde verwijzingscijfers als in fig. 9 gebezigd. 



   De zuiger 120 met zuigerringen 12 en 13, welke passend zijn aangebracht in, in de buitenomtrekswand 17 van een bovenste cilindrisch gedeelte gevormde groeven 14 en 15, is opgenomen in de cilinder. De onderwand 2 van die zuiger heeft een vlak onderoppervlak en bevat een opening 11. De zuigerstang 1 is gevormd als cirkelronde cilinder, waarvan het ondereinde in aanraking verkeert met het boveneinde van. de klepspil 115 van de hoofdklepkop. 



   Het ondervlak van de onderwand 2 van de zuiger 120, welke de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte vormt, en de zuigerstang 1 welke de bedieningsstang vormt zijn met elkaar verbonden door het halfbolvormige oppervlak 10. Dit half-bolvormige oppervlak 10 is met het oppervlak van de ondereindwand 2 verbonden en de zuigerstang 1 door een "R"-vormig oppervlak met een uiterste kleine straal of door een niet bewerkt"R"-vormig oppervlak. 



   Bij wijze van voorbeeld worden voor de betrokken delen de volgende afmetingen genoemd :
De buitendiameter van de zuiger 120 bedraagt 47 mm ; de buitendiameter van de zuigerstang 1,7 mm ; de binnendiameter van de kleppoort 114 bedraagt 20 mm ; de breedte 16 mm ; de afstand van het ondervlak van de onderwand 2 tot het klepvlak van de klepkop 118, bij in aanraking met de klepspil 15 verkerende zuigerstang 1, 50 mm ; en de straal van het bolvormige, verbindende oppervlak 10, 14 mm. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 



  Tweede uitvoeringsvoorbeeld. 



   Hiervoor wordt verwezen naar figuur 2 in verband met figuur 9. Bij deze uitvoering betreft het een, door een driekwarts-half-bolvormig oppervlak gevormd, verbindingsoppervlak tussen de beweegbare wand en de bedieningsstang. Fig. 2 laat met fig. 9 zien, hoe de zuiger 120 de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte en de bedieningsstang van de reduceerklepconstructie vormt. Ook hier zijn voor overeenkomstige delen van de constructie weer. dezelfde verwijzingscijfers gebezigd. 



   In de cilinder is de zuiger 120 aangebracht met zuigerringen 12 en 13, welke passend zijn opgenomen in, in de buitenomtrekswand 17 van het bovenste cilindergedeelte gevormde groeven 14 en 15. De onderwand 2 heeft ook hier een vlak ondervlak en bevat een opening 11. De zuigerstang is een cirkelronde cilinder, waarvan het ondereinde in aanraking verkeert met het boveneinde van de klepspil 115 van de hoofdklepkop. 



   Het ondervlak van de onderwand 2 van de zuiger 120, welke de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte, en de zuigerstang 1 welke de bedieningsstang vormt, zijn verbonden door middel van het driekwarts-' half-bolvormige oppervlak 20. Dit bolvormig oppervlak 20 en het ondervlak van de onderwand 2 zijn met elkaar verbonden door een"R"-vormig oppervlak, waardoor een gelijkmatige soepel verlopende ombuiging van het fluidum plaats vindt. Het oppervlak 20 en de zuigerstang 2 zijn verbonden door. een"R"-vormig oppervlak met uiterst kleine straal, òf door een niet bewerkt"R"-vormig oppervlak. 



  Derde uitvoeringsvoorbeeld. 



   Hiervoor wordt verwezen naar fig. 3 in verbinding met fig. 9. 



   Bij deze uitvoeringsvorm wordt het verbindingsoppervlak tussen de beweegbare wand en de bedieningsstang gevormd door een half-bolvormig oppervlak met achteraan een voortzetting in de vorm van een cilindrisch oppervlak. Fig. 3 laat, met fig. 9, de zuiger 120 zien, welke de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte vormt, en de bedieningsstang van de reduceerklep. Voor overeenkomstige delen van de constructie zijn ook hier weer dezelfde verwijzingscijfers gebezigd. 



   In de cilinder bevindt zich de zuiger 120 met zuigerringen 12 en 13, welke passend zijn opgenomen in, in de buitenomtrekswand 17 van het bovenste cilindergedeelte gevormde groeven 14 en 15. De onderwand 2 heeft een vlak ondervlak en bevat een opening 11. De   zuigerstang'l   wordt 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 gevormd door een cirkelronde cilinder, waarvan het ondereinde in aanraking met het boveneinde van de klepspil 115 van de hoofdklepkop verkeert. 



   Het ondervlak van de onderwand 2 van de zuiger 120, dat de beweegbare wand vormt van het bedieningsgedeelte van de reduceerklepconstructie, en de zuigerstang 1 welke de bedieningsstang van die constructie vormt, zijn verbonden door het half-bolvormige oppervlak 30met als voortzetting achteraan een cilindrisch oppervlak 39. Dit cilindrische oppervlak 39 is met het ondervlak van de onderwand 2 verbonden, terwijl het half-bolvormige oppervlak 30 met de zuigerstang 1 via een"R"-vormig oppervlak met uiterst kleine straal of door een   niet-bewerkt"R"-vormig   oppervlak is verbonden. 



  Vierde uitvoeringsvoorbeeld. 



   Hiervoor zij verwezen naar de figuren 4 tot 6 in verbinding met fig. 9. Bij deze uitvoering wordt het verbindingsvlak tussen de beweegbare wand en de bediendingsstang gevormd door een zestal gebogen oppervlakken. 



   De zuiger, welke aangeduid met het verwijzingscijfer 120, welke zuiger de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte van de reduceerklepconstructie vormt en de bedieningsstang van de reduceerklep, evenals in fig. 9. Overeenkomstige delen zijn ook weer met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. 



   In de cilinder zit de zuiger 120 met zuigerringen 12 en 13, welke passend zijn opgenomen in de, in de buitenomtrekswand 17 van het bovenste, cilindergedeelte gevormde groeven 14 en 15. De onderwand 2 heeft een vlak onderoppervlak en bevat een opening 11, terwijl de zuigerstang 1 cirkelrond cilindrisch is uitgevoerd en met zijn ondereinde in aanraking met het boveneindevandeklepspil 115 van de hoofdklepkop verkeert. 



  De zuigerstang is gewoonlijk een cirkelronde cilinder, doch kan ook als in dwarsdoorsnede hoekige, bijvoorbeeld zeshoekige kolom zijn uitgevoerd. 



   Het ondervlak van de onderwand 2 van de zuiger 120, welke de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte van de reduceerklepconstructie vormt, en de zuigerstang   1,   welke de bedieningsstang vormt zijn met elkaar verbonden door een verbindingswand 45 met gebogen oppervlak. 



   Die verbindingswand 45 met gebogen oppervlak bestaat uit een zestal gebogen oppervlakken 47, welke in diametrale richting van de 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 zuigerstang 1 buitenwaarts reiken, waarbij opstaande randen 49 zijn gevormd ter plaatse van de verbonden gedeelten. Alle gebogen oppervlakken 47 zijn identiek van vorm en aangebracht rondom de zuigerstang   1,   waarbij telkens twee oppervlakken naar elkaar toe gekeerd zijn. 



  Vijfde uitvoeringsvoorbeeld. 



   Hiervoor wordt verwezen naar fig. 7. 



   Bij deze uitvoeringsvorm is de verbindingswand met gebogen oppervlak tussen de beweegbare wand en de bedieningsstang gevormd door een viertal gebogen oppervlakken. Fig. 7 is het onderaanzicht van dezelfde zuiger, als weergegeven in fig. 5. 



   De onderwand 2 heeft een vlak oppervlak en bevat een opening 11. 



  De zuigerstang   l,   welke de bedieningsstang vormt, is gevormd als cirkelvormige kolom, waarvan het ondereinde in aanraking verkeert met het boveneinde van de klepspil 115 van de hoofdklepkop. De zuigerstang 1 is gewoonlijk een cirkelvormige kolom, doch kan ook een kolom zijn met hoekig, bijvoorbeeld vierkant dwarsprofiel. 



   Het ondervlak van de onderwand 2 van de zuiger 120, welke de beweegbare wand vormt van het bedieningsgedeelte van de reduceerklepconstructie en de zuigerstang 1 welke de bedieningsstang vormt zijn met elkaar verbonden door de verbindingswand 75 met gebogen oppervlak. 



   De verbindingswand 75 met gebogen oppervlak bestaat uit een viertal gebogen oppervlakken 77, welke zich in diametrale richting van de zuigerstang 1 buitenwaarts uitstrekken, waarbij opstaande randen 79 zijn gevormd ter plaatse van de verbonden gedeelten. Alle gebogen oppervlakken 77 zijn identiek van vorm en aangebracht rondom de zuigerstang 1 met telkens twee oppervlakken naar elkaar toe gekeerd. 



  Zesde uitvoeringsvoorbeeld. 



   Hiervoor wordt verwezen naar fig. 8. 



   Bij deze uitvoeringsvorm is de verbindingswand met gebogen oppervlak tussen de beweegbare wand en de bedieningsstang gevormd door een drietal gebogen oppervlakken. Fig. 8 is een onderaanzicht van dezelfde zuiger als weergegeven in fig. 5. 



   Het ondervlak van de onderwand 2 van de zuiger 120 is vlak uitgevoerd en bevat een opening 11. De zuigerstang   l,   welke de bedieningsstang vormt, bestaat uit een cirkelvormige kolom waarvan het ondereinde in aanraking verkeert met het boveneinde van de klepspil 115 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 van de hoofdkopklep. De zuigerstang 1 is gewoonlijk cirkelvormig van gedaante doch kan ook in dwarsdoorsnede hoekig, bijvoorbeeld driehoekig zijn. 



   Het ondervlak van de onderwand 2 van de zuiger 120, dat de beweegbare wand van het bedieningsgedeelte van de reduceerklepconstructie vormt en de zuiger   1,   welke de bedieningsstang vormt, zijn met elkaar verbonden door de verbindingswand 85 met gebogen oppervlak. 



   De verbindingwand 85 met gebogen oppervlak bestaat uit een drietal gebogen oppervlakken 87, welke zich in diametrale richting ten opzichte van de zuigerstang 1 buitenwaarts uitstrekken met opstaande randen 89 die gevormd zijn ter plaatse van de verbonden gedeelten. 



  Alle gebogen oppervlakken 87 zijn identiek van vorm en aangebracht rondom de zuigerstang 1 met telkens twee oppervlakken naar elkaar toe gekeerd.

Claims (6)

CONCLUSIES.
1. Reduceerklepconstructie, voorzien van een inlaat-en uitlaatpoort en daartussen een, in een klepzittingdeel gevormde kleppoort, tegen welks inlaateinde een, vóór een tot in die kleppoort reikende klepspil voorziene kop van de klep elastisch aan kan worden gedrukt terwijl op die kop, in tegengestelde richting, via de spil een bedieningsdeel van de klepconstructie, voorzien van een beweegbare wand door middel van een daar werkzaam mee verbonden gedieningsstang aangrijpt, met het kenmerk, dat die beweegbare wand van het bedieningsdeel en de beweegbare stang, welke de verplaatsing van die bedieningswand overbrengt op de klepkop, met elkaar zijn verbonden door een wand met ten minste grotendeels gebogen oppervlak.
2. Reduceerklepconstructie volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het gebogen oppervlak althans nagenoeg half-bolvormig is.
3. Reduceerklepconstructie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het gebogen oppervlak is samengesteld uit een half-bolvormig gedeelte en een als verlengstuk daarop aansluitend cilindrisch gedeelte.
4. Reduceerklepconstructie volgens ten minste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het gebogen oppervlak is samengesteld uit een half-bolvormig gedeelte en een als verlengstuk daarop aansluitend conisch gedeelte.
5. Reduceerklepconstructie volgens ten minste een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gebogen oppervlak is opgebouwd uit een aantal in omtreksrichting rondom de bedieningsstang opeenvolgende in hoofdzaak onderling even grote gebogen deeloppervlakken.
6. Reduceerklepconstructie volgens conclusie 5, gekenmerkt door langs de onderlinge ontmoetingsranden tussen de opvolgende deeloppervlakken opstaande randen.
BE2/61076A 1985-10-30 1986-10-27 Reduceerklepconstructie. BE905657A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP60245005A JPH0786778B2 (ja) 1985-10-30 1985-10-30 減圧弁
JP60246797A JPH0786779B2 (ja) 1985-11-01 1985-11-01 減圧弁

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE905657A true BE905657A (nl) 1987-02-16

Family

ID=26537005

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/61076A BE905657A (nl) 1985-10-30 1986-10-27 Reduceerklepconstructie.

Country Status (20)

Country Link
US (1) US4921215A (nl)
KR (1) KR920007710B1 (nl)
CN (1) CN1005588B (nl)
AR (1) AR243270A1 (nl)
AU (1) AU573458B2 (nl)
BE (1) BE905657A (nl)
CA (1) CA1286194C (nl)
CH (1) CH673881A5 (nl)
DE (2) DE8628477U1 (nl)
DK (1) DK164240C (nl)
ES (1) ES2003900A6 (nl)
FR (1) FR2589549B1 (nl)
GB (1) GB2183792B (nl)
GR (1) GR862571B (nl)
IT (1) IT1207579B (nl)
NL (1) NL190206C (nl)
NZ (1) NZ218048A (nl)
PH (1) PH25624A (nl)
PT (2) PT83631A (nl)
SE (1) SE464934B (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6331415U (nl) * 1986-08-12 1988-03-01
JPS6372615U (nl) * 1986-10-28 1988-05-16
DE9106391U1 (nl) * 1991-05-24 1991-07-11 Festo Kg, 7300 Esslingen, De
FR2716730B1 (fr) * 1994-02-25 1996-05-24 Snri Sa Dispositif réducteur-régulateur de pression d'un fluide.
US6712242B2 (en) 2000-10-26 2004-03-30 International Dispensing Corporation Fluid dispensing system and dual-mode, system fluid actuated valve for use therein
DE102011079366A1 (de) 2011-07-19 2013-01-24 Zf Friedrichshafen Ag Druckregelventilvorrichtung mit einer Strömungsführungseinrichtung
DE102011087264B4 (de) 2011-11-29 2023-01-19 Zf Friedrichshafen Ag Druckregelventilvorrichtung
DE102012111226B4 (de) * 2012-11-21 2016-03-17 Reinhold Schulte Temperierkreislauf für ein Kraftfahrzeug mit einer Druckbegrenzungseinrichtung

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3262464A (en) * 1966-07-26 Drain valve
DE14633C (de) * F. ROSENTHAL in Cöln a. Rhein, Vor den Siebenbürgen 37 Wasserdruck-Reduktionsventil
US1950728A (en) * 1929-03-26 1934-03-13 Locke Regulator Company Valve
DE622913C (de) * 1932-05-06 1935-12-09 Schweizerische Lokomotiv Druckregler
GB496296A (en) * 1937-06-21 1938-11-29 Whitehead Torpedo Company Ltd Improvements in or relating to pressure reducing valves
US2155170A (en) * 1937-12-28 1939-04-18 Hal Charles J Odend Reducing valve
GB554480A (en) * 1942-02-06 1943-07-06 Ascot Gas Water Heaters Ltd Improvements in and relating to diaphragm controlling devices for valves, switches and the like
GB622556A (en) * 1947-03-26 1949-05-04 British Oxygen Co Ltd Improvements in or relating to pressure reducing valves
GB739729A (en) * 1952-04-11 1955-11-02 Snecma Improvements in or relating to safety cut-off valves for pulsatory combustion machines
GB825568A (en) * 1956-09-19 1959-12-16 Sidney Flavel & Co Ltd Improvements in or relating to gas-fired water heaters
US2963040A (en) * 1957-09-20 1960-12-06 Victor Equipment Co Dome type regulating valve
GB999504A (en) * 1960-10-08 1965-07-28 Birfield Eng Ltd Improvements in or relating to fluid-flow control valves
NL301684A (nl) * 1962-12-11 1900-01-01
US3358964A (en) * 1964-12-16 1967-12-19 Donald M Cohen Seat assembly for balanced pressure reducing valve
US3701599A (en) * 1970-11-25 1972-10-31 Seco Dyn Inc Fast acting valve
US3783848A (en) * 1972-12-13 1974-01-08 Gen Motors Corp Exhaust gas recirculation valve
GB1567170A (en) * 1976-02-20 1980-05-14 Northern Eng Ind Valve assemblies
GB2168504B (en) * 1984-12-14 1988-09-07 Tlv Co Ltd Pressure reducing valve

Also Published As

Publication number Publication date
CN1005588B (zh) 1989-10-25
GB2183792B (en) 1989-09-27
CH673881A5 (nl) 1990-04-12
IT1207579B (it) 1989-05-25
DE8628477U1 (nl) 1987-03-12
GB2183792A (en) 1987-06-10
PT8596U (pt) 1995-09-12
DK164240B (da) 1992-05-25
IT8622173A0 (it) 1986-10-29
FR2589549B1 (fr) 1989-11-17
NL190206C (nl) 1993-12-01
AU6460886A (en) 1987-05-21
FR2589549A1 (fr) 1987-05-07
CA1286194C (en) 1991-07-16
CN86106801A (zh) 1987-05-13
DK164240C (da) 1992-10-19
PH25624A (en) 1991-08-08
PT8596T (pt) 1993-06-30
AU573458B2 (en) 1988-06-09
SE8604539L (sv) 1987-05-01
DK494386A (da) 1987-05-01
US4921215A (en) 1990-05-01
GR862571B (en) 1987-02-09
NL190206B (nl) 1993-07-01
ES2003900A6 (es) 1988-12-01
PT83631A (pt) 1987-05-29
KR870004264A (ko) 1987-05-08
DE3636348A1 (de) 1987-05-21
GB8625501D0 (en) 1986-11-26
KR920007710B1 (ko) 1992-09-15
NZ218048A (en) 1989-11-28
SE464934B (sv) 1991-07-01
NL8602734A (nl) 1987-05-18
DK494386D0 (da) 1986-10-16
SE8604539D0 (sv) 1986-10-23
AR243270A1 (es) 1993-07-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4691894A (en) Valve
BE905657A (nl) Reduceerklepconstructie.
GB2128505A (en) Multi-nozzle spray desuperheater
US5411054A (en) Positive displacement compressor
CN100385156C (zh) 精确调节的球阀
CA1270721A (en) Pressure reducing valve
US4703772A (en) Disk valve for a reciprocating compressor
GB2071818A (en) Improved compressor valve having annular valve elements
JPS62103717A (ja) 減圧弁
JPS62163122A (ja) 減圧弁
KR960011806B1 (ko) 수압조절시 수격작용을 방지하는 장치
JPS62163124A (ja) 減圧弁
JPH0436406B2 (nl)
JPH0418016Y2 (nl)
JPH0449696Y2 (nl)
JPH0341708B2 (nl)
JPS5842542Y2 (ja) 自動減圧式消火栓
EP0386613A2 (en) A mixing valve with means for slowing down the closing action
JP2565725B2 (ja) 減圧弁
GB2045901A (en) Disk-type check valve
JPH0786779B2 (ja) 減圧弁
JPH09170523A (ja) 内燃機関用の燃料噴射弁
JP2022068059A (ja) 弁装置とこれを用いた減圧弁
KR19990030024U (ko) 가스요리기구의 정압기
JPH06314128A (ja) 整圧器

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20051031