BE905029A - Bekistingspaneel, evenals spangereedschap, sleutelmoer en langsdrager hierbij aangewend. - Google Patents

Bekistingspaneel, evenals spangereedschap, sleutelmoer en langsdrager hierbij aangewend. Download PDF

Info

Publication number
BE905029A
BE905029A BE2/61009A BE2061009A BE905029A BE 905029 A BE905029 A BE 905029A BE 2/61009 A BE2/61009 A BE 2/61009A BE 2061009 A BE2061009 A BE 2061009A BE 905029 A BE905029 A BE 905029A
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
profiles
formwork
formwork panel
longitudinal
transverse
Prior art date
Application number
BE2/61009A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cometal Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cometal Nv filed Critical Cometal Nv
Priority to BE2/61009A priority Critical patent/BE905029A/nl
Publication of BE905029A publication Critical patent/BE905029A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G9/00Forming or shuttering elements for general use
    • E04G9/02Forming boards or similar elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G11/00Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs
    • E04G11/06Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs for walls, e.g. curved end panels for wall shutterings; filler elements for wall shutterings; shutterings for vertical ducts
    • E04G11/08Forms, which are completely dismantled after setting of the concrete and re-built for next pouring
    • E04G11/12Forms, which are completely dismantled after setting of the concrete and re-built for next pouring of elements and beams which are mounted during erection of the shuttering to brace or couple the elements
    • E04G11/14Forms, which are completely dismantled after setting of the concrete and re-built for next pouring of elements and beams which are mounted during erection of the shuttering to brace or couple the elements with beams arranged in alignment with and between the elements and form also the shuttering face
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G17/00Connecting or other auxiliary members for forms, falsework structures, or shutterings
    • E04G17/002Workplatforms, railings; Arrangements for pouring concrete, attached to the form
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G17/00Connecting or other auxiliary members for forms, falsework structures, or shutterings
    • E04G17/04Connecting or fastening means for metallic forming or stiffening elements, e.g. for connecting metallic elements to non-metallic elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G17/00Connecting or other auxiliary members for forms, falsework structures, or shutterings
    • E04G17/04Connecting or fastening means for metallic forming or stiffening elements, e.g. for connecting metallic elements to non-metallic elements
    • E04G17/042Connecting or fastening means for metallic forming or stiffening elements, e.g. for connecting metallic elements to non-metallic elements being tensioned by threaded elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G17/00Connecting or other auxiliary members for forms, falsework structures, or shutterings
    • E04G17/14Bracing or strutting arrangements for formwalls; Devices for aligning forms
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G9/00Forming or shuttering elements for general use
    • E04G9/02Forming boards or similar elements
    • E04G2009/023Forming boards or similar elements with edge protection
    • E04G2009/025Forming boards or similar elements with edge protection by a flange of the board's frame

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)

Abstract

Bekistingspaneel, waarbij dit hoofdzakelijk bestaat uit minstens twee langsprofielen (2,3) een aantal daartussen aangebrachte dwarsprofielen (4) en een daartegen bevestigde plaat (5), met het kenmerk dat minstens de langsprofielen (2,3) bestaan uit holle profielen die aan hun naar elkaar gerichte zijden (6) voorzien zijn van verzinkingen (7) en dat minstens een aantal van de dwarsprofielen (4) hoofdzakelijk over hun volledige doorsnede S tegen de langsprofielen (2,3) bevetigd zijn, door middel van een lasverbinding of dergelijke.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Bekistingspaneel, evenals   spangereedachap. Bleutelmoer   en langedrager hierbij aangewend. 
 EMI1.1 
 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een bekistingspaneel dat bedceld is om aangewend te worden om wandbeki-atingen vloerbelistingen voor van betonplaten op te De op een langsdrager. een span- engereedschap Ln een eleutelmoer die met de bekistingspanelen kunnen samenwerken. 



  Het is bekend dat bekistingspanelen meestal bestaan uit ener-   zijds   een geraamte dat gevormd wordt door twee langsprofielen en een aantal daartussen aangebrachte dwarsprofielen en   ander-   zijds minstens één paneel dat langs één ijde tegen dit   geraam-   te is angebracht. Bij de bekende uitvoeringen worden, gezien de geprofileerde vorm van de langsprofielen, de dwarsprofielen slechts over een bepaald gedeelte van hun doorsnede tegen de langsprofielen gelas. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 



    Zulkf heeft als   nadeel dat de   bekiatingapanelen      geiaakkelljk   getorst kunnen worden en dat bij het asneenschaklfen    von een   
 EMI2.1 
 groot aantal van dergelijke panelen bestemd voor het gieten ... een zeer lange wand, de lijk vertoont dat uiteluitend k-n verholpen worden door een groot De huidige uitvinding hefft dan ook betrekking op een bekisting-    vonpaneel   dat voornoemd   nadeel   en andere   nadelen   niet vertoont. 



  Hiertoe bestaat dit bekistingspaneel hoofdzakelijk uit minstens twee langsprofielen, een aantal daartussen aangebrachte dwarsprofielen en een daartegen bevestigde plaat,   waardij   dit het bijzonder kenmerk vertoont dat miustens de langsprofielen bescaan uit holle profielen die aan hun naar elkaar gerichte zijden voorzien   zijn van \erzinkingen   en dat minstens een aantal van de dwarsprofielen hoofdzakelijk over hun volledige doorsnede tegen de   langsprofielpn   gelast zijn. Teneinde in een grote stevigte van het bekistingspaneel te voorzien zullen voor de holle langspro- 
 EMI2.2 
 fielen bij voorkeur profielen aangewend worden die hun 7ijde die in kontakt komr met de uiteinden van de dwarsprofielen van een verzinking.

   Volgens een vonrkeurdragende uitvoeringsvorm vsn het bekistingspaneel ve : tunen de   dwarsproeielen   het kenmerk dat zij ter hoogte 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 van de achterzijde van het bekistingspaneel een longitudinale gleuf vertonen die begrensd wordt door twee randen waarachter hulpmiddelen en dergelijke kunnen aangrijpeu. 



  De voornoemde langsdrager, het voornoemde spangereedschap en de   @   voornoemde sleutelmoer   zijn alle   drie hulpelementen die bij de   OP-   bouw van een bekisting met   voornoemae   bekistingspanelen zullen aangewend worden.

   De   kenmerken   van deze hulpelementen zullen 
 EMI3.1 
 verder nog aan de hand van de voorbeelden beschrever Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen zijn hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend   karakter,   een voorkeurdragende uitvoeringsvora van het bekistingspaneel, alsmede van de voornoemde   hulpelemettten,   beschreven met   verwijzing   naar de   bijgaandf tekeningen, waarin :   figuur 1 in perspectief het bekistingspaneel volgens de uit- vinding weeigeeft ; figuur 2 een ioorsnede volgens lijn II-II in figuur 1 weer- geeft ; figuur s een door-nede van een dwaraprofiel van het   bekisting8-   paneel weergeeft ; figuur 4 in   bovenaanzicht   het voornoemde spangereedschap   weerg-eft ;

      figuur 5 het spangereedschap weergeeft   : \olgens pijl F5   in 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 
 EMI4.1 
 1 figunr - figuur 6 in zijaanzicht de voornoemde 8leuteloer weergeeft -'M figuur 7 de aleutelmoer volgens pijl F 7 in figuur 6 weergeeft; - -. : figuur 8 in zijaanzicht een variante van de sleutelzoer weer- geeft   4. i@   figuur 9   t. e voornoemde   langsdrager weergeeft, waarbij eveneens de   samenwerking   hiervan met de bekistingspanelen wordt    getoornd;',   figuur 10, een wandbekisting weergeeft zoals opgebouwd met bekistingspanelen volgens de uitvinding. 



  Zoals in figuur 1 vordt weergegeven bestaat het bekistingspaneel 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit langsprofielen 2 en 3, waartussen dwarsprofielen 4 zijn aangebracht en waarbij tegen één zijde van voornoemde profielen een plaat 5 is bevestigd. 



  Zoals in figuur 2   duidelijk   wordt weergegeven bestaan de langsprofielen 2 en 3 hoofdzakelijk uit holle rechthoekige profielen die minstens aan hun naar elkaar gerichte zijden 6 voorzien zijn vau verzinkingen 7 die bij voorkeur een   trapeziumvorMige doorsnede   vertonen. Volgens de huidige   uitvinding   zijn de dwarsprofielen 4 over hun volledige doorsnede S of tagenoeg over volledig deze doorsnede tegen de langsprofielen bevestigd, door middel van een lasverbinding of dergelijke.

   Door de kombinatie van voornoemde   geprofileerde   langsprofielen 2 en 3 en de las over de volledige doorsnede S ontstaan bekistingspanelen   die bij aaneenschakeling   

 <Desc/Clms Page number 5> 

 bij de opbouw van een wandbekisting een grote stijfheid vertonen, waarbij   zich   nagenoeg geen golvend   effekt voordoet.   



  Zoals in figuur 3 wordt weergegeven wordt het bekistingspaneel 1 volgens de uitvinding voorzien van dwarsprofielen 4 die ter hoogtevan de achterzijde 8 van dit bekistingspaneel   l   een longitudinale gleuf 9 vertonen, dewelke begrensd wordt door twee randen 10 en 11 waararhter hulpmiddelen en dergelijke kunnen aaagrijpen en bevestigd worden. De dwarsprofielen 4 worden bij voorkeur    gevormd   door een T-vormig lichaam 12 dat zodauig tussen de langsprofielen 2 en 3 is aangebracht dat de plaat 5 van het bekistingspaneel   l   tegen de dwarsflens 13 van dit lichaam 12 aansluit. De plaat 5   wordl   dan door middel van bevestigingsmiddelen tegen de dwarsflenzen 13 bevestigd. Zoalb in figuur 2 wordt weergegeven bestaat de plaat 5 uit Finse multiplex, terwijl de bevestigingsmiddelen bestaan uit schroeven 14. 



  De gleuf 9 in de dwarsprofielen 4 kan uiteraard volgens ver-   scheidene   varianten verwezenlijkt worden. Zoals in figuur 3 nog wordt weergegeven zijn hiertoe de dwarsprofielen 4 lang (. hun vrije uiteinde 15 van het middenbeen 16 van hun T-vormig lichaam 12 voorzien van een   afgeplat b'iisvormig gedeelte   17 dat langs   een     zijde voornoemde gleuf   9 vertoont. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
 EMI6.1 
 



  Aan de langsprofielen 2 en 3 en de buitenste    dwarsprofielen 18   kunnen   stootranden   19   aangebracht   zijn   waartussen   de plaat 5 verzonken   vordt.   De stootranden 19 voorkomen dat de meeatal houten plaat 5 aan haar omtrek beschadigd zal worden. 



  Het is duidelijk dat de buitenste dvarsprofielen 18 bij voorkeur uit gelijkaardige profielen zullen verzaardigd zijn dan de langsprofielen 2 en 3. 



  Het is ook duidelijk dat het bekistingspaneel volgens de uitvinding meer dan twee langsprofielen kan vertonen en dat het paneel niet noodzakelijk vlak hoeft te zijn. Zulk bekistingspaneel 1 kan bijvoorbeeld ook gebogen, in een L-vorm of enig andere vorm tot stand gebracht worden. 



  In figuren 4 en 5 wordt een   spangereedschap   20 weergegeven iat bijzonder bedoeld is. met de bekistingspanelen volgens de uit-   vinding sameu tf   werken. Meer speciaal zullen met het   spang' : reed-   schap 20 de bekistingspanelen 1 stevig naast elkaar kunnen be'es-   tigd worden.    

 <Desc/Clms Page number 7> 

 
 EMI7.1 
 



  Dit spangereed8cb. 20 best. een sergeant die gevormd door een vaste bek 22, een losse bek 23 er verbinding en anderzijd8 en 25. Het . bijzondere van het spangereedschap 20 bestaat volgens de ding in de kombinatie van het feit dat de bekken 22 en 23 in een positieve samenwerking met de langsprofielen 2 en 3 kunnen voorzien eu dat een klemmechanisme 25 wordt aangewend dat op een praktische en eenvoudige    wijze" in   een klemming kan voorzien. 



  Teneinde de voornoemde samenwerking van de bekken 22 en 23 met de langsprofielen 2 en 3 te bekemen, zijn deze bekken 22 en 23 aan 
 EMI7.2 
 hun naar elkaar gerichte zijden voorzien van profileringen 26 en 27 die nauw kunnen aansluiten to de voornoende verzinkingen 7. 



  In de voorkeurdragende uitvoeringavorm zullen deze profileringen 26 en 27 dan ook trapeziumvormig uitgevoerd zijn. 



    Teneinde in een   goede klemming van de sergeant   21 te voorzien   bestaat het klemmechanisme 25 volgens de   uitvinding hoofdzakelijk   uit een lichaam 28 dat zijdelings naast de verbindingsstang 24 wentelbaar is, waarbij dit roteert rond een draaias 29 die loodrecht op de verbindingsstang 24 staat.

   De draaias 29 kan hierbij bijvoorbeeld bestaan uit asgedeelten die loodrecht, en in elkaars verlengde aan twee tegenovereenliggende zijden van de verbindingsbindingstang 24   gelast z] jn.   Het voornoemde 

 <Desc/Clms Page number 8> 

   lichaam 28 bezit een kopvlak 30 dat met de losse bek 23 kan s   samenwerken, waarbij dit kopvlak 30 een boogvormig verloop ver- 
 EMI8.1 
 toont waarbij de afstand R tussen de draaia. dit kopal. in functie van de boog toeneemt, een en ander zodanig dat door het    29 enweatelen   van het lichaam 28 rond voornoemde drasiss 29 de losse bek 23 naar de vaste bek 22 gedrukt wordt. 



  In een praktische uitvoering bestaat het wentelaar lichaam 28 uit twee flenzen 31 en 32 die   respeetieve1ijk 1angs tegenovereen   liggende zijden van de verbindingstang 24 opgesteld zijn en die onderling verbonden zijn door bijvoorbeeld een brugstuk 33. 



  Het brugstuk 33 kan voortgezet zijn ter vorming van een lip 34. 



  De werking van het spangereedschap 20 kan eenvoudig uit de   figuren afgeleid   worden. Zij bestaat er hoofdzakelijk in dat na het aanbrengen van de sergeant 21 langs de langsprofielen 2 en 3,, de bekken 22 en 23 biervan kunnen   aangespannen   worden door het 
 EMI8.2 
 wentelaar lichaam 28 langs as 29 te laten wentelen, één en ander   zodanig   dat het   kopviak   30   samenwerkt met   de losse bek   23.   



  Hierbij zal dit lichaam 28 bij voorkeur met een hamer of dergelijke verder   vastgeslagen   worden door op het brugstuk 33 te slaan. Door het klemgereedschap 20, zoals weergegeven in figuur 5, op een juiste wijze toe te passen, ontstaat het voordeel dat dit de neiging heeft zichzelf vast te trekken, Bij het wegnemen van 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 de wandbekisting kan het   spangereedtchap     20   eenvoudig losgemaakt worden door tegen de lip 34 te slaan,

   Teneinde de verschillende elementen tegen een bekistingspaneel   1 te klemmen tal   bij voorkeur gebruik gemaakt worden van een sleut elmoer 35 die speciaal voor   het bekistingKpaneel   1 volgens de uitvinding bedoeld   ia.   Zoals in figuren 6 en 7 wordt weerge-   geven   bestaat deze sleutelmoer hoofdzakelijk uit een draadstang 
 EMI9.1 
 36 die aan één uiteinde voorzien is van een vast craan bevestigde   kleine langwerpige flens   37 waarvan de lengte L groter is dan de wijdte W van de gleuf 9, terwijl de breedte B kleiner is dan voornoemde wijdte W.

   Aan    he.   tegenoverliggende uiteinde is de draadstang 36 voorzien van een draaivast eraan bevestigde klem-   sleutel   38 die bij voorkeur dezelfde lengterichting vertoont dan de   kl fine langwerpige   flens 37. Cp de draadstang 36 is een grote   vleugelmoer   39   aangebracht   die van relatief grote vleugels 40 en 41 is voorzien die met een gereedschap zoals een haner kunnen vastgeslagen worden. Eventueel kan voor de vleugelmoer 39 nog een   bijvoorbeeld   los over Je   draJ8tang   36 verschuifbare tussenschijf   42 gangebracht zijn.    
 EMI9.2 
 



  De an or van de kit'mslut. ene ns 37 met de '-. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 uerking meer speciaal door de kleine flens 37 door de gleuf 9 te   bringen   en vervolgens een hoekverdraaiing van 90 graden te laten   ondergaan.   



  Tussen de tussenschijf 42 en Je achterzijde 8 van het bekistingspaneel kan een of ander element zoals bijvoorbeeld een paneelverbinding vastgeklemd worden door hiertegen de vleugelmoer 39 aan te   saies,   In figuur 8 wordt een variante van Je sleutelmoer 35 weergegeven in haar toepassing. De   draadst3ng   36 is hierbij relatief lang en strekt   zirh uit   door een   profiel   43 dat hierdoor tegen de achterzijde 8 van het bekistingspaneel 1 geklemd wordt. liet profiel 43 zal hierbij   bijvoorbeeld   tegen mcerdere naast elkaar opgestelde   bekistingspanelen   1 geklemd worden,   pen   en ander zodanig dat een stevige paneelverbinding ontstaat. 



  Een ander bijzonder kenmerk van de   sleutelmoer   35 bestaat erin dat de diameter D   van de t. ssenachijf   42 en of de vleugelmoer 39   groter     r   s dan de hoogte H van de achterzijde van een dwarsprofiel 4. Het doel hiervan zal nog hiernavolgend uit de beschrijving   blijken.   
 EMI10.1 
 



  In figur sJragpr 44 weergegeven die in het bLjzondt't ') pantc'n Le onderst. . oerbekisting aangewend worn.'''e] ragpr xakelijk. een r) t < eerd ig Le A v. middenste 46 hoofdzakelijk met de dikte van een 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 
9 word t. nog een lanbekistingspaneel l, terwijl de lengte C van ell. vrij uitstekend   gedeelte   47 en 48 van de dwarsflens   41   kleiner of gelijk is aan de breedte T van een langsprofiel 2 of 3 van het   bekisting.   
 EMI11.1 
 Kops op elk van de uiteinden van de dvar flens 49 i8 een    paneel 1.gleuf,   reapectievelijk 50 en 51, voorzien, die op gelijkaardige wijze als bij de dwarsprofielen 4 begrensd wordt door randen wa-rachter hulpelementen en dergelijke kunnen aangrijpen. 



  De wijdte van de gleuven 50 en 51 stemt bij voorkeur   hoofd-   zakelijk   overeen   met dp wijdte W van de gleaven 9 in de dwarsprofielen 4. De dikte van de gedeelten   47 en 48 stem :   overeen met voornoemdehoogteH. 



  De langsdrager 44 zal bij voorkeur hol uitgeveerd zijn, waarbij inwendig een aantal verstevigingsribnen 52 zijn aangebracht. 



  Het gebruik van de langsdrager 44 wordt duidelijk weergegeven in figuur 9 en bestaat er hoofdzakelijk in dat deze op ondersteuningen, zoals stutten 53 opgelegd wordt, waarna de bekistingspanelen 1 op de   dwarsflens   49 worden gelegd. 



  Door voornoemde sleutelmoer 35 aan te wenden, waarvan de vleugelmo, 39 en of de tussenschijf 42 een diameter D vertoont die groter is dan de voornoemde hoogte   H ontstaat het   voordeel dat : de bekistings. 
 EMI11.2 
 panelen 1 zoals weergfgeven 9 tegen de langsdrager 44 kunnen gespannen of gehouden worden. De hoogte H is hi < .'rbij de hoogte van de achtt-rzijde de 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 
 EMI12.1 
 gedeplten van de langsdrager 44 waarin e voornoemde gleuven en 51 zijn aangebracht. Het dat de bekistingsp1nelen I volgeuf evenals de hulpelementen, nog met allerlei voorsleningen kunnen   itgeru8t zijn.   Zo zullen Je bekistingspanelen 1 bijvoorbeeld in bun hoeken nog verstevigd worden door middel van hoekverbindingen 54.

   Door de langsprofielen 2 en j zrllen bovendien doorgangsbuizen 55 aangebracht worden   or.   de doorgang van bouten en dergelijke toe Le laten. Door het gebruik van deze   doorgangsbuizen   55 wordt vermeden dat   doorgangen   in de langsprofielen 2 en 3 voor bouten uitslijten en dat de multiplexplaat 5 worit beschadigd 
 EMI12.2 
 De lansprfefn 3, evenals de dvarsprofielen voorkeur uit een aluminiumlegeriot van "langs-"en"dwarsprof dat de In figuur 10 wordt nog een   wandbekiating   weergegeven   zogla   deze met de bekistingspanelen 1 volgens   d   uitvinding kan opgebouwd worden.

   In figuur 10 wordt ook   duidelijk weergegeven dat het m   vrij   cenvoudig   is oa steigers 56 en stabilisators 57 aan de bekistingspanelen l te bevestigen. 
 EMI12.3 
 



  De huidige "f'nsins rkt babchrev-ü en in bijgadn. doch tipgspdnelcn sniede atbendt--delen in allerlei 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 
 EMI13.1 
 vervezentijkt kader der uitvinding i treden. 



  . i

Claims (1)

  1. uiLviEisen.
    1.- Bekistingspaneel, waarbij dit hoofdzakelijk bestaat uit minstens twee langsprofielen (2, 3) een aantal daartussen aangebrachte dwars- EMI14.1 profielen (4) en e de merk dat mi6tens uit holle profiel n daart. e ! ; < *n bevestidie san hun saar elkaar' gerichte zijden (6) voorrien zijn van verzinkingen (7) en dat minstens een aantal van de dwarsprofielen (4) EMI14.2 hojfdzakelijk r zielen een lasverbinding of ovdergelijke.
    2. -Bekistingspaneel,waarbijdithoofdzakelijkbestsatuit minstens twee langsprofielen (2, 3) een aarttal daartussen aangebrachte dwarsprofielen (4) en een daartegen bevestigde plaat(5) met het kenmerk dat de dwarsprofielen (l) ter hoogte van de achterzijde (8) van het bekistingspaneel (1) longitudinale gleuven(9) vertonen die begrensd worden door twee randen (10, 11) waarachter hulpmiddelen en dergelijke kennen aangrijpen.
    3.-Bekistingspanpel volgens eis 2, met het kenmerk dar minstens de langsproflelen (2,3) bentaan uit holle profielen die aan hun naast elkaar gerichte zijden (6) voorzien zijn van verzinkingen (7) en Jdt minstens pen aantel van de dwarsprofielen (4) hoofdzakelijk <Desc/Clms Page number 15> 5over hun volledige doorsnede(S) tegen de langsprofielen (2, 3) be- vestigd zijn.
    4.- Bekistingspaneel volgens eisen 2 of 3, en m-t het kenmerk dat de dwarsprofielen(4) en T-vormige lichamen(12) vertonen, waarbij de plaat (5) van het bekistingspaneel (1) tegen de dvarsflenzen (13) van deze lichamen (12) aansluit en bevestigd is.
    5.- Bekistingspeneel volgen: eis 4, met het kenmerk dat de dwarsprofielen (4) langs het vrije uiteinde van het middenbeen (16) van hun T-vormige lichamen (12) een afgeplat buisvormig gedeelte (17) vertonen waarin de voornoemde gleuf (9) is aangebracht.
    6.- Bekistingspanelen volgens eisen 1 of 3, met het kenmerk dat de verzinkingen (7) in de langsprofielen (2,3) hoofdzakelijk een trapeziumvormige doorsnede vertonen.
    7.- Bekistingspaneel volgens een der voorgnande eisen, met kenmerk dat de angsprofielen(2,3) met uitzondering van de verzinkingen(7) hoofdzakelijkdenrechthokigedooranedevertonen.
    8.-BekistingspanetI volgens één der voorgaande eisen, met het kenmerkdatdelangsprofielen (2,3)endedwarsprofielen(18)diezich aan Je omtrek e van het bekistingspancel (l) bevinden, voorzien zijn <Desc/Clms Page number 16> EMI16.1 van stootraden (l) verzonken is.zo 9.-Bekletingspaneel der voorgaande eisen, met het kenmerk dat de langsprofielen en eventueel de (4) bestaan uit een aluininiumlegering.
    voorgaande eisen kan samenwerken, waarbij dit bestaat uit een sergeant die gevormd wordt door een vaste bek en een losse bek die verbonden zijn door een verbindin8stang (24), anderzijds een klemmechanisme met het kenmerk dat de (22 en 23) op een positieve wijze de verau zinkingen in de langsprofielen en dat het t (25) hoofdzakelijk bestaat uit een lichaam (28) dat langs de verbindingsstsny is bevestigd sen laarste, waarbij dit lichaam een boogvormig kopvlak (30) vertoont dat met de losse bek (23) kan samenwerken, waarbij de (R) tot de draya'as (29) van het lichaam (28), van het lichaam (28) - 11.-Spangereedschap 10, met kenmerk dat de bekken = @&verbar;
    (22, de sergeant (21) voorzien zijn van profileringen (26, ige *** si - 12.-Spangereedschdp met het kenmerk dat <Desc/Clms Page number 17> het wentelbaar lichaam (28) van een lip (34) is voorzien.
    13.- Sleutelmoer om aangewend te worden bij bekistingspaneleo volgens eisen 1 tot en met 9, met het kenmerk dat zij hoofdakelijk bestaat in de kombinatie van een draadstang (36) ; een aan een uiteinde van deze draadstang (36) bevestigde kleine langwerpige flens (37) ; een aan de draadstang (36) bevestigde klemsleutel (38) ; en een over de draadst3ng (36) verdraaibare vleugelmoer (39).
    14. - Sleutelmoer volgens eis 13, met kenmerk dat de breedte (B) van de langwerpige kleine flens (37) kleiner is dan de wijdte (W) van (9) van Je dwarsprofielen (4), terwijl de leugte (L) groter it dan de voornoemde wijdte (W).
    15.-Sleutelmoer volgens eiser, 13 of 14 met het kenmerk dat de grootste doormeter (D) van de vleugelmoer (39), of van een even- tueel daarvoor geplaatste tussenschijf (42), groter is dan de hoogte (H) van de achterzijde van een dwarsprofiel (4). EMI17.1
    16.-Langsdrager om de bekistingspanelen volgens een der eisen 1 tot en met 9 te ondersteunen, met het kenmerk dat hij hoofdzakelijk uit een omgekeerd T-vormig profiel (45) bestaat waarvan de lengte (A) van het middenste been (46) hoofdzakelijk overeenstemt met de dikte van een bekistingspaneel (1), terwijl de len te (C) van elk vu ils <Desc/Clms Page number 18> uithtekend gedeelte (47, 48) van de dwarsflens (49) of gel ijk is aan de breedte (T) van een Ifngsprofiel (2, 3) van een bekisting- paneel (1), waarbij aan elk van de uiteinden van de dwaraflene (49) een langs het T-profiel (45) verlopende gleuf (50, 51)
    ia voorzien die begrensd wordt docr twee randen waarachter hulpelementen en dergelijke kunnen aangrijpen ; en waarbij de wijdte van deze gleuven (50, 51) hoofdzakelijk overeenstemt met de wijdte (W) vap de gleuven (9) in de dwarsprofielen (4) van de bekistingspanelen (1).
    17.- Langsdrager volgens eis 16, met kenmerk dat het T-vormig profif EMI18.1 (43) hol is uitgevoerd, waarbij inwendig verstevigingsribben (52) zijn voorzien.
    18.-BekiMtingspaneel, en langadrager hierbij aangewend, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beshrevet'en rg < *geven in de hijga1ndr n.
BE2/61009A 1986-07-02 1986-07-02 Bekistingspaneel, evenals spangereedschap, sleutelmoer en langsdrager hierbij aangewend. BE905029A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2/61009A BE905029A (nl) 1986-07-02 1986-07-02 Bekistingspaneel, evenals spangereedschap, sleutelmoer en langsdrager hierbij aangewend.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE905029 1986-07-02
BE2/61009A BE905029A (nl) 1986-07-02 1986-07-02 Bekistingspaneel, evenals spangereedschap, sleutelmoer en langsdrager hierbij aangewend.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE905029A true BE905029A (nl) 1986-11-03

Family

ID=25661155

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/61009A BE905029A (nl) 1986-07-02 1986-07-02 Bekistingspaneel, evenals spangereedschap, sleutelmoer en langsdrager hierbij aangewend.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE905029A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4339554A1 (de) * 1993-11-19 1995-05-24 Hollmann Niels Rahmenschalung für das Betonieren
ES2284414A1 (es) * 2007-05-11 2007-11-01 Sistemas Tecnicos De Encofrados, S.A. "panel para el encofrado de murso y pilares".

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4339554A1 (de) * 1993-11-19 1995-05-24 Hollmann Niels Rahmenschalung für das Betonieren
ES2284414A1 (es) * 2007-05-11 2007-11-01 Sistemas Tecnicos De Encofrados, S.A. "panel para el encofrado de murso y pilares".

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2345650A (en) Skeletonized structure
FI60426C (fi) Anordning foer att foerbinda tvao byggnadsdelar
US4829727A (en) Method and apparatus for preparing a frame for installation in a door opening
US20190048906A1 (en) Bracing clamp for beams
AU2020362998B2 (en) Wall system for composing a flat wall and construction kit applied thereby
BE905029A (nl) Bekistingspaneel, evenals spangereedschap, sleutelmoer en langsdrager hierbij aangewend.
US3512325A (en) Wedge assembly
DE102014013559A1 (de) Vorrichtung zum Abschalten einer zu verfüllenden Fuge
DE19602693A1 (de) Vorrichtung zum Abziehen von Putz, Estrich oder Beton
US4300747A (en) Flat shoe form tie bracket for use with concrete forms
JPH0325163A (ja) コンクリート型枠姿勢調整具とこれを用いたコンクリート型枠姿勢調整方法
KR20160149895A (ko) 부채살 돌출형 기능성 앙카볼트
JP2801854B2 (ja) 建築用ネジ締め装置
JP3042654B2 (ja) 型枠調整金物
JPH078889Y2 (ja) 蟻溝用あと付けボルト
JP2001317522A (ja) 長孔用ボルト・ナット
JPH031921Y2 (nl)
JP3231509B2 (ja) 化粧パネル取付構造
JPH0732648Y2 (ja) 筋かいの固定金具
JPH04155058A (ja) コンクリート床の打継ぎ止枠及び打継ぎ工法
JPH0579158A (ja) 建築用パネルの取付方法
RU1819318C (ru) Угловое соединение полых профилей преимущественно стержней
EP0859113A2 (de) Bügelartige Befestigungsteile für eine Zarge
DE1100919B (de) Eckverbindung auf Gehrung geschnittener Hohlprofile
DE102015118895B4 (de) Abschalvorrichtung zur Abschalung von Fugen

Legal Events

Date Code Title Description
RE20 Patent expired

Owner name: *COMETAL N.V.

Effective date: 20060702