<Desc/Clms Page number 1>
Aanvrager : Joosen B. V., Neerstraat 19, Postbus 365,6040 AJ Roermond,
Nederland.
Onder inroeping van de prioriteit van 11 november 1982 onder nummer 8204361 in Nederland ten name van Joosen B. V.
Korte aanduiding : Werkwijze voor de vervaardiging van een vloerelement, een volgens deze werkwijze vervaardigd vloerelement alsmede bij deze werkwijze te gebruiken isolatiedeken.
<Desc/Clms Page number 2>
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de vervaardiging van een uit beton of dergelijk materiaal bestaand vloerelement, voorzien van een vloerplaat en althans een onder de vloerplaat uitstekende rug, waarbij het vloerelement wordt vervaardigd in een een aangepaste vorm bezittende mal.
In verband met de aan de isolatie van bouwwerken en dergelijke gestelde eisen is het gebruikelijk om dergelijke vloerplaten aan de onderzijde van isolatiemateriaal te voorzien. Voor het aanbrengen van isolatiemateriaal onder vloerplaten maakt men wel gebruik van uit isolerend materiaal bijvoorbeeld polystyreen bestaande elementen, welke op de bouwplaats worden opgesteld en dierst doen als verloren bekisting voor een op deze elementen gestorte vloerplaat of volledige vloer. Dergelijke als verloren bekisting gebruikte elementen uit isolerend materiaal hebben in het algemeen een gecompliceerde vorm, zodat voor de vervaardiging van deze uit isolerend materiaal bestaande elementen dure mallen noodzakelijk zijn, terwijl tevens het transport van deze volumineuze elementen naar de bouwplaats duur is.
Verder is het bekend om uit beton of dergelijk materiaal vervaardigde vloerelementen na hun vervaardiging, veelal op de bouwplaats, aan de onderzijde te bekleden met speciaal hiervoor gevormde uit isolerend materiaal bestaande elementen. Aan deze voor de bekleding van vervaardigde vloerelementen gebruikte elementen kleven in feite dezelfde nadelen als hierboven omschreven voor de als verloren bekisting gebruikte elementen.
Een verder nadeel van deze bekende elementen is, dat zij veelal slechts te vervaardigen zijn uit polystyreen schuim of dergelijk materiaal waarvan de toepassing uit oogpunt van brandveiligheid niet altijd toegelaten resp. gewenst is.
Volgens de uitvinding wordt er voor het in de mal aanbrengen van het beton of dergelijk materiaal in de mal een isolatiedeken geplaatst bestaande uit een bij voorkeur damp doorlatend vel en uit op dit vel aangebracht isolatiemateriaal, een en ander zodanig, dat de deken zich langs het profiel van het vloerelement bepalende wanddelen van de mal uit-
<Desc/Clms Page number 3>
strekt.
Bij toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kan een goedkoop als vlak deken te vervaardigen isolatiedeken in de mal worden geplaatst zodanig, dat de deken zich goed aanvlijt tegen het profiel van het vloerelement bepalende wanddelen van de mal, waarna het het eigenlijke vloerelement vormende materiaal in de mal kan worden ingebracht waarbij tevens een goede hechting tussen het materiaal van het isolatiedeken en het materiaal van het eigenlijke vloerelement kan worden bewerk- stellig. Daarbij kan dus het gebruik van speciale mallen voor het vervaardigen van isierende elementen vervallen.
Volgens de uitvinding kan een bijzonder eenvoudig isolatiedeken, dat gemakkelijk in de gewenste vorm is te brengen, worden verkregen indien het isolatiemateriaal op het vel is aangebracht in een aantal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende stroken. Bij voorkeur zijn deze stroken ter plaatse van de punten waar delen van de deken ten opzichte van elkaar moeten worden verdraaid ter aanpassing aan de vorm van de mal afgeschuind, zodat zij onder verstek op elkaar kunnen aansluiten. Bij toepassing van een dergelijk deken kan een goede aansluiting van de verschillende een hoek met elkaar insluitende delen van het deken worden verkregen, zonder dat daarbij ongewenst spanningen in het isolerende materiaal zullen gaan optreden.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Fig. 1 toont een dwarsdoorsnede over een vloerelement volgens de uitvinding en een schematisch aangeduide mal waarin dit vloerelement is vervaardigd.
Fig. 2 toont een langsdoorsnede over een uiteinde van het in fig. 1 afgebeelde vloerelement opgelegd op een muur.
Fig. 3 toont een doorsnede over een isolatiedeken volgens de uitvinding.
Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede over een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een vloerelement volgens de uitvinding.
Zoals in fig. 1 en 2 is weergegeven omvat een erelement 1 een vloerplaat 2 en een tweetal aan de onderzijde van deze vloerplaten aangebrachte, zich in de lengterichting van deze vloerplaat 2 uitstrekkende ruggen of ribben 3 waarin deel van deze ruggen of ribben 3 uitmakende
<Desc/Clms Page number 4>
balken 4 zijn ingegoten. Deze voorafgaand aan de vervaardiging van het vloerelement vervaardigde balken 4 kunnen op gebruikelijke wijze zijn voorzien, van een niet nader weergegeven wapening, terwijl zij ook, indien gewenst voorspannen kunnen zijn.
Zoals verder nog in de figuur is weergegeven is in de vloerplaat 2 een wapeningsnet 5 ingestort. Aan het uiteinde kan de vloerplaat zijn voorzien van een een geheel daarmee vormend dwarsschotten 6 met behulp waarvan de vloerplaat zich kan af steunen op een bouwmuur 7.
Zoals verder in fig. 1 is weergegeven is het vloerelement aan zijn onderzijde bekleed met een isolatiedeken 8. Zoals nader is weergegeven in fig. 3 is dit isolatiedeken voorzien van een bij voorkeur damp doorlatend vel 9, bijvoorbeeld een van perforaties voorzien uit kunststof bestaand vel. Op dit vel zijn een aantal zich evenwijdig aan elkaar en in de lengterichting van het vel uitstrekkende stroken 10-18 uit isolerend materiaal vervaardigd. Deze stroken kunnen bijvoorbeeld uit polystyreen schuim zijn vervaardigd maar ook uit mineraalwol, dat bijvoorbeeld samengeperst is in de vorm van mineraalwolplaten bij de vervaardiging waarvan ook goed gebruik kan worden gemaakt van afvalmaterialen.
Zoals in het bijzonder duidelijk uit fig. 3 blijkt zijn de naar elkaar toegkeerde begrenzingsranden van de verschillende stroken 10-18 onder bepaalde hoeken afgeschuind.
Een dergelijke deken kan worden geplaatst in een schematisch in fig. 3 in doorsnede afgebeelde mal 19 waarvan het dwarsdoorsnede profiel is aangepast aan het dwarsdoorsnede profiel van de te vormen vloerplaat.
Zoals in fig. 1 is weergegeven komen daarbij de verschillende stroken 10- 14 aan te liggen tegen een hoek met elkaar insluitende wanddelen van de mal 19. Door de juiste vormgeving van de afgeschuinde randen zullen daarbij, zoals uit fig. 1 blijkt, de randen van de stroken 10-18 goed op elkaar kunnen aansluiten.
Nadat het isolatiedeken zo in de mal is geplaatst kunnen de bovengenoemde vooraf vervaardigde balken 4 in de mal worden aangebracht.
Tevens kunnen op de buitenranden van het isolatiedeken het te vormen vloerelement begrenzende malelementen in de vorm van hoekijzers 20 of dergelijke worden geplaatst. Vervolgens kan de beton in de mal worden gestort tor het vormen van de vloerplaat en de de balken 4 omgevende
<Desc/Clms Page number 5>
delen van de ruggen. Nadat de beton in voldoende mate is verhard kan de vloerplaat uit de mal worden verwijderd, waarbij het isolerende deken 8 stevig aan het in de mal gegoten beton zal zijn gehecht.
Het zal duidelijk zijn, dat een isolatiedekèn volgens de uitvinding ook kan worden toegepast indien geen vooraf vervaardigde balken 4 in de mal worden geplaatst. In dat geval kan eventueel ter plaatse van de te vormen ruggen een wapening in de mal worden aangebracht voor het storten van de beton.
Het aanbrengen van de vooraf vervardigde balken 4 brengt echter het voordeel met zich mee, dat men er zeker van kan zijn, dat de gevormde ruggen 3 aan de te stellen kwaliteitseisen voldoen.
Bij het inbrengen van dergelijke balken 4 zal echter geen hechting optreden tussen de stroken 12 en 16 van het isolerende deken en de onderzijde van deze balken 4 tenzij men deze balken 4 van tevoren met een hechtmiddel zou insmeren. Om toch een goede verbinding tussen deze stroken 12 en 16 en de daarop aansluitende stroken te verkrijgen kan, zoals in fig. 3 is weergegeven, ter plaatse van de stroken 12 en 16 en de aan weerszijden daarop aansluitende stroken een aan deze stroken gehechte wapening 21, bijvoorbeeld bestaande uit gaas vervaardigd uit metaal, nylon of dergelijke kunststof zijn aangebracht.
Zoals verder nog uit de figuur blijkt zijn de buiten de ruggen 3 uitstekende delen van de vloerplaat ter hoogte van hun aansluiting op deze ruggen 3 dikker uitgevoerd dan het daartussen gelegen deel van de vloerplaat, waardoor deze uitstekende delen beter bestand zijn tegen daarop uitgeoefende belastingen.
Uiteraard zijn op het boven omschreven en in de figuren afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld variaties en/of wijzigingen denkbaar. Fig. 4 toont een uitvoeringsvorm waarvan die delen, die overeenkomen met de delen afgebeeld in fig. 1 van dezelfde verwipingscijfers zijn voorzien als in
EMI5.1
fig. 1. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt in plaats van de in doorsnede T-vormige balken 4 gebruik gemaakt van in doorsnede althans in hoofdzaak rechthoekige balken 22, welke zijn voorzien van een boven deze balken uitstekende wapening 23, welke bij het storten van de vloerplaat 2 en de daarop aansluitende de balken 22 opnemende delen van de ruggen 3 in het beton van deze ruggen en de vloerplaat worden ingebed, zodat ook hier een goede verankering van de balk 22 met het overige deel van het vloerelement wordt verkregen.
<Desc/Clms Page number 6>
Doordat het isolerende deken wordt samengesteld uit vlakke de stroken vormende platen heeft men een grote vrijheid in het kiezen van het isolerende materiaal, zodat zowel polystyreen schuim als mineraal wol kan worden toegepast. Daarnaast nemen dergelijke vlakke platen weinig ruimte in beslag, hetgeen van belang is voor het transport van deze platen. Verder behoeven er voor het vervaardigen van het isolerende deken, in het bijzonder voor de vervaardiging van de isolerende stroken geen gecompliceerde en dure mallen te worden vervaardigd.
Doordat verder het isolerende deken 8 bij de vervaardiging op eenvoudige wijze zodanig kan worden aangebracht, dat de deken in dwarsdoorsnede gezien een weinig buiten het vloerelement uitsteekt zal bij het naast elkaar plaatsen van dergelijke vloerelementen het isolerende materiaal, ter plaatse van de aansluiting enigzins worden samengedrukt zodat ook ter plaste van de aansluiting een goede isolatie wordt gewaarborgd.
Verder kan men indien men bijvoorbeeld bij een wandelement een buiten een rug uitstekende vleugel van de vloerplaat wilt weglaten, zoals aangeduid met stippellijn a, ook gemakkelijk het daar het niet nodige deel van het isolerende deken verwijderen door doorsnijden van het draagvel 9.
Het lsolatiedeken kan ook eenvoudig op iedere gewenste lengte worden afgekort.