<Desc/Clms Page number 1>
''Vaartuig voor het opvangen van in het water drijvende lagen"
De huidige uitvinding heeft 'betrekking op een vaar- tuig voor het opvangen of kapteren van in het water drijvende lagen, meer speciaal lagen waarvan de densiteit kleiner is dan de densiteit van water en meer¯ speciaal nog lagen die gevormd zijn door aardoliederivaten of dergelijke. men weet dat zowel op zee en alzo ook aan de busten, als op de binnenwaters en alzo ook in de havens en dokken, het water steeds meer en meer wordt verontreinigde onder meer door op het water drijvende lagen aardoliederivaten of dergelijke.
Zulke lagen koren in het algemeen terecht in het water bij ongevallen, bijvoorbeeld tijdens het lossen en laden van schepen, alsook bij scheepsrampen en dergelijke, waarbij
<Desc/Clms Page number 2>
vooral in dit laatste geval meestal aanzienlijke hoeveelheden aardoliederivaten in het water terecht komen. Zulke drijvende lagen aardeliederivaten hebben niet alleen als -nadeel dat de wateren,, kusten, aanleg}-..aaien; vaartuigen en dergelijke worden verontreinigd, doch zulke 'verontreiniging heeft eveneens zeer nadelige invloeden op de waterflora en waterfauna.
-Vooral tijdens scheepsrampen worden zeer dikwijls werkelijke eilanden gevormd op zee, die bestaan uit aardolie- derivaten en die een relatief zeer aanzienlijke dikte kunnen 'bereiken. Deze lagen volgen de stromingen en komen. alzo langs verschillende kuststreken waardoor niet alleen de waters zelf worden verontreinigd, maar waardoor de kusten dikwijls volkomen ontoegankelijk worden, met alle nadelige gevolgen voor de aan zulke kusten levende dieren en planten, enerzijds: en het toerisme anderzijds.
Tot op heden is het probleem van het verwijderen van zulke drijvende lagen nog niet volledig opgelost.
Inderdaad bestaat de enigste oplossing voor het be- strijden van zulke lagen er tot op heden in dat nen de lagen behandelt met chemische produkten, die er worden overheen uitgestrooid. Dit helpt wel, alhoewel niet altijd afdoend, voor het zichtbaar verwijderen van deze olielagen of dergelijke, doch deze chemische bestrijding vertoont hoofdzakelijk de hiernavolgende nadelen: zij is zeer kostelijk en relatief traag en door de gevormde chemische verbindingen worden in het water andere verontreinigingen veroorzaakt die eveneens nadelig zijn voor de onderwaterfauna en -flora.
De huidige uitvinding heeft een vaartuig als voorwerp, dat het verwijderen van zulke drijvende lagen mekanisch. kan verwezenlijken, zodat zulke kaptatie zeer doeltreffend kan uitgevoerd worden. Inderdaad zal bij het mekanisch opvangen van zulke drijvende lagen, van deze lagen, in het water geen
<Desc/Clms Page number 3>
enkel spoor overblijven zodat in zulk- geval een volledig' beverdigende oplossing wordt gebracht voor het hier -voorgesteld probleem.
Een ander voordeel van het mekanisch verwijderen van zulke drijvende- aardolielagen of dergelijke is dat zij ten overstaan van de hiervoor genoemde chemische bestrijdingsmiddelen zeer ekonomisch is.Inderdaad volstaat het in dit geval¯ deze lagen op te vangen, de inrichting te ledigen en de aardolie of dergelijke van de plaats der storting te verwijderen waarna zulke mekanische inrichting steeds terug kan gebruikt worden.
Nog een ander voordeel van zulke mekanische verwijde- ring van drijvende olielagen en dergelijke is dat deze lagen on- middellijk kunnen verwijderd worden, eenvoudig door zulke in- richting volgens de uitvinding bijvoorbeeld te voorzien op plaatsen waar zulke ongevallen en/of raspen zich het vlugst kunnen voordoen, zoals bijvoorbeeld, in-havens, aan de kusten en zelfs op iedere tanker zodat, bij een eventuele rasp, onmid- dellijk met de verwijdering van de aardoliederivaten een aanvan kan genomen worden, en alzo de verspreiding van zulke lagen te vermijden. Vanzelfsprekend kan zulke inrichting in verschillende afmetingen worden verwezenlijkt naargelang het gebruik dat men er wil van maken.
Zo zal bijvoorbeeld een inrichting, die bedoeld is om -permanent aanwezig te zijn op een tanker, bijvoorkeur niet groter zijn dan een normale reddingsboot.
Het vaartuig voor het opvangen van drijvende lagen volgens de huidige uitvinding dat de voornoemde en andere voordelen vertoont bestaat hiertoe hoofdzakelijk uit een eigenlijk aangedreven vaartuig; verbonden met dit laatste tenminste één vergaartank waarvan de voorzijde voorzien is van minstens één inlaat die nagenoeg op de waterlijn van het vaartuig is voorzien; minstens één middel voor het uitpompen van het water uit deze
<Desc/Clms Page number 4>
tank, waarbij dit middel-uitgeeft in het onderste gedeelte van de achterkant van de vergaartank en minstens één middel voor het uitpompen van de opgevangen lagen.
Volgens de uitvinding kan men de opgevangen olielagen of dergelijke, hetzij volledig, hetzij gedeeltelijk opslaan in tanks die in het eigenlijk aangedreven vaartuig zijn voorzien, ofwel in drijvende tanks, bijvoorbeeld plastiekzakken die al dan niet worden gevuld met chemische middelen, die een chemische verbinding aangaan met de aardoliederivaten teneinde bijvoor-
EMI4.1
beeld de 'rmvang van zulke verpakkingen aanzienlijk te verkleinen. eveneens bekomt men, bij het gebruik van zulke plastiek- zakken of dergelijke, dat de opgevangen lagen eenvoudig in zulke zakken worden aangebracht, waarna deze zakken gewoon achter het
EMI4.2
"!!trt"11:! volp1'} OP '\,d i;
v1niii11 worden gehangfn,
Teneinde de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend
EMI4.3
karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van zulk vaartuig waarbij wordt verwezen naar de bijgaande tekeningen waarin:
EMI4.4
figuur 1 een schematisch bovenst cht toont van een vaartuig volgens de uitvinding; fim#i:;r 2 een L.y,"'<"¯Idr:r 1o:1rn-e(!e . :z:3r volgens lijn 1I-II van fig*mr 1; figuur 3 een voorzicht toont van het vaartuig volgens figuur 1.
Zoals in deze figuren is weergegeven bestaat het vaar- tuig volgens de uitvinding hoofdzakelijk uit tree afzonderlijk
EMI4.5
aangedreven vaartuigen, re3pektlevelijk 1 en ?r die 3ede voorzien zijn van een dubbe--- aandrijving, neer speciaal iN d,e vorm van twee schroeven, respektievelijk 3-4 en 5-6.
waarbij ieder van deze schroeven afzonderlijk kan aangedreven worden in beiden draaizinnen. Tussen deze vaartuigen 1 en 2 is in dit geval de
EMI4.6
eigenlijke verzameltank 7 aangobracht, waarbij deze verza..lle1.tar.k
<Desc/Clms Page number 5>
tegelijkertijd de verbinding naakt tussen de voornoemde vaar- tuigen 1. en 2 en waarbij de overeenstemmende zijwanden van deze vaartuigen tevens als zijwand zullen fungeren van deze tank 1.
De tank 7 heeft een diepgang die bijvoorbeeld groter is dan deze van de vaartuigen 1 en 2, waarbij de bodem 8 van deze tank bijvoorkeur zal gestroomlijnd zijn teneinde de weer- standen tijdens het voortbewegen van het alzo gevormde vaartuig, zo klein mogelijk te houden, waarbij de achterwand 9 van de tank eenvoudig gevormd wordt door een vertikale plaat die tussen de betreffende zijwanden van de vaartuigen 1 en 2 waterdicht is aangebracht.
In de alzo gevormde aan de bovenkant al dan niet open tank 7, zijn meerdere schotten 10 aangebracht die op onder- ling regelmatige afstanden zijn geplaatst en waarbij het boven- uiteinde van deze schotten op eenzelfdelijn is gelegen, terwijl het onderuiteinde ervan voor ieder schot op een afstand is geplaatst van de bodem 8 van de tank 7, uitgezonderd voor het schot 11 dat op deze bodem 8 is verlengd en ermede is verbonden.
Het bovenuiteinde van de voornoemde schotten 10 en 11 is zodanig aangebracht in de tank 7, ten opzichte van de waterlijn A-A van het ganse vaartuig, dat deze bovenuiteinden van de schotten 10 en 11 onder deze waterlijn A-A zijn gelegen.
Tussen het voornoemd eerste schot 11 ende 'bovenrand van de tank 7 is tenslotte een horizontale plaat 12 aangebracht waarvan het doel hierna zal uitgelegd worden.
Bijvoorkeur nog zal men de voornoemde tank 7 in twee delen verdelen door over de ganse lengte van de tank een langs middenschot 13 aan te brengen en alzo twee tanks te vorsen.
In iedere halve tank 1 is, in de voornoemde, achterwand 9, een opening aangebracht, respektievelijk 14 en 15, waarbij deze openingen achterwaarts verlengd zijn door leidingen, resperktievelijk 16 en 17, tot op de plaats van de-voornoemde
<Desc/Clms Page number 6>
schroeven .1 en 6, waarbij deze schroeven ieder in één van de voornoemde leidingen 16 en 17 zijn aangebrachte
Uiteindelijk is in iedere halve tank en ongeveer ter hoogte van de waterlijn, nog een opening voorzien, respektieve- lijk 18 en 19, die uitgeven in een gemeenschappelijke kamer 20 waarin een geschikte pomp is aangebracht, bijvoorbeeld een onderwaterpomp ,
en waarbij de afvoer van deze pomp op geschikte wijze wordt afgetakt naar één of de beide vaartuigen 1 en 2.
Het gebruik van zulk vaartuig is zeer eenvoudig en als volgt.
Het volstaat met zulk vaartuig eenvoudig naar de voor- noemde olielaag te varen en alzo deze laag samen met een gedeelte water in de tank 1. te laten vloeien. Leze tank 7 is, doordat zij gelegen is onder de waterspiegel, steeds gevuld met water
Eenvoudig door vooruitvaren verkrijgt men reeds dat zulke olielaag of dergelijke in de tank terecht komt, meer spe- ciaal boven de voornoemde schotten 10, -waarbij de plaat 12 er tijdens het binnenstromen van de te kapteren laag voor zorgt dat er geen turbulentie ontstaat tussen het water en de olie teneinde de afscheiding tussen water en olie zo zuiver mogelijk te houden.
Tijdens het voortvaren word, via de voormoemde leidingen 16 en 17 en de schroeven 4¯ en 7, het water uit de tank 7 steeds weegepompt zodat. steeds andere matarie, respectievelijk water en aardolie derivaten, de plaats kunnen inliepen van het weggepompt water.
Bovendien verkrijgt reen alzo een versnelling van het instromen van de voornoemde olielaag. leze laatste blijft op het water'drijven dat reeds in de tank aanwezig is en zal zich ophopen tegen het bovenste gedeelte van de wand 9 om bij het steeds opvolgend wegpompen van het water, door middel van de schroeven'2 en 5, te bekomen dat de
<Desc/Clms Page number 7>
olie steeds een dikkere laag vormt in ieder vak .gevormd tassen enerzijds, de achterwand 2 en een schot 10 en de schotten 10 onderling, anderzijds.
Op geschikte tijden zal men de ponp die zich in de voornoemde kamer 20 bevindt op gang brengen om te vermijden dat de olie terug in het water zou terecht komen, via de lei- dingen 16 en 17.
Het is vanzelfsprekend dat, wanneer het vaartuig op eenzelfde plaats moet werken, de laag olie eenvoudig kan aan- gezogen worden door gebruik te maken van de afzuiging door middel van de voornoemde schroeven 5 en 6 en eenvoudig de schroeven en 4 in omgekeerde zin te laten draaien van de schroeven 2 en 6.
Doordat de voornoemde schotten 10 op een kleine afstand zijn gelegen van de bodem 8 van de voornoemde tank zal steeds water worden weggepompt, via de leidingen 16 en 17. en zal men alzo een verdikking bekomen van de olielaag. De tank 7 werkt dus in feite op dezelfde wijze als een dekantatietank.
De via de voornoemde zich in de kamer 20 bevindende pomp opgepompte aardolie of dergelijke wordt verzameld, hetzij i n geschikte opslagtanks die zich in de vaartuigen 1 en 2 bevinden, hetzij in speciale drijvende vergaartanks of dergelijke die naast of achter zulk vaartuig kannen bevestigd worden.
In een bijzondere toepassing zullen de vergaartanks gevormd worden door drijvende plastiekzakken waarin de verzamel- de oliederivaten worden verzameld.
In nog een speciale toepassing volgens de uitvinding zal man hetzijin de tanks, hetzij in de drijvende vergaartanks, chemische middelen aanbrengen die, tijdens de eigenlijke kapta- tiebewerking van het vaartuig volgens de uitvinding, inwerken op de aardoliederivaten om deze chemisch te vernietigend
<Desc/Clms Page number 8>
EMI8.1
Bij zal men tenslotte in de -vaartuigen 1 en non zogenaamde balasttanka voorzien die al dan niet --men gevuld worden Bet water-jk-.eneinde de afstand tussen de waterspiegel A-A en het' covenciteinde van de voomoesce schotten 10 steeds op geschikte wijze te regelen, enerzijds ten opzichte van de dikte van de olielaag es anderzijds, ten op- zichte van de 'beweging van het water.
.en bekom-'4"- op deze wijze een vaartuig dat op nekaznsche wijze drijvende lagen ka-- opvs-'!1Gen, waarbij zulk vaartuig zeer d-3eltreffend werkt, zeer ekono=2-isch is en on-i dce1.1ijk 'besciikbaar.
EMI8.2
Inderdaad zou. nen iedere tanker kunnen voorzien van
EMI8.3
zulk -vaartuig dat 'bijvoorbeeld door middel van een davit of
EMI8.4
dergelijke in het water kan gelaten worden teneinde alzo bij
EMI8.5
ieder veRtneel ongeval en/of raap dadelijk de middelen te kubben issetten die zijn os de olie van het water te vem 5j.ie#"en, en verspreiding te beperken.
1-e huidige ils s,:;er..azi!1s bepe:!'kt tst ü= als vü*rteeld hes<-1#e-ven en in ce bijgaande- zeken;1==gen ,weergejeven dac'.1 sulk vaartuig kan allerlei -70r--er¯ en ef- -en worden veezenlijA zOilde? 'rai'-en het kader Jer unitte ta'eé=n.
!S-r'l; 7a@t#iij voc-r het Jjz:;cm3én 1 1'!": ht #a'ser ërij" ,rende laten wa-:r7a: 'ae densiteit kìne> ls >lin van, water, #n;t 1=etv=%e=-k civ. ' to.>iézé;el±jl# '5'ë'' -i,f el '*'3?il''' aa-agarvgn vaart\:t1..:;; 'yey'sosd- '3 ::i'ó laa.tc".-5 t'3',:5ta ;één <frs&a'iaBk : aax-va=-# de u=é>:;#.zt,w fie '?'o'.\r.2i':n i s r... ) ;..;7: ii.1 3-3:t e iets lar is èp? az>t#=.t a ''-3 '::':':"1'. u=:#e#.l±,j;# ;>#im I=e.t '?aa'tai±gS één :icse'l '7C"j:-.
3'': 'J..;j;Ji#p.en '?eis het a,z.te#> ze.ó; 1e; -t.z:G;, S. miiiit*#:=; ésn **''-*. '"".' hx..t ''"?'Ct -i ;.ü# ,g.z.; J:apt:1i3T3#- #-a=Ó>lied#i:1.rate## ? ?c;"< Zi.lF=a #4.ö> 'i;:: t*nk<
<Desc/Clms Page number 9>
2.- Vaartuig volgens eis 1, met het kenmerk dat het
EMI9.1
hoofdzakelijk 1:.estaat uit twee evemrljdige afzonderlijk aangedreven vaartuigen, waartussen de voornoemde vergaartank is aman- gebracht.
3.- Vaartuig volgens eisen 1 en 2, met het kenmerk
EMI9.2
cat de zij"vanden van de voornoemde tank,. minstens gedeeltelijk, gevorsd zijn door de overeenste!!lreende zijden van de voox---o7emde vaartuigen.
4.- Vaartuig volgens één of meer voorgaande eisen, met het kenmerk dat de voornoemde tank van boven al dan niet open is.
EMI9.3
5.- 7aartuig volgens één of meer voorgaande eisen, met liet kenmerk dat de diepgang van de tank gelijk is aan de diepgang van het aangedreven vaartuig.
6.- 'Vaartuig volgens één of meer der eisen 1 tot 4,
EMI9.4
met het ken#erk dat de voornoemde tank is aangebracht aan de voorkant van het vaartuig en een diepgang heeft die merkelijk groter is dan deze van de aandrijvende vaartuigen. vol-gens één of meer voorgaande eiser-, met het kenmerk dat de achterwand van de tank voor een groot gedeelte 'boven de waterspiegel uitsteekt.
8.- Vaartuig volgens één of meer voorgaande eisen,
EMI9.5
:et het kenserk cat se voornoemde tank in dwarsvakk-2:Il is :.=éeelü, waarbij de wanden van deze vakken gevormd zijn door schot1;e:n waarvan de 'bovesranöen onder de .-:a-'zarspiegel zijn gelegen= .te#m;*j' de oncerranden ei-ndipen op een bepaalde afs:T;anö vas 4e boda;a v"an de take 9." Taartnig volgens één <;f meer 'voorgaaBëe 03.sen, =et het ::e1:..eyJr at de tsak tree gelijke delen is verdeeld écc:= een 1'gsscö'to 1C<,- as-'t"tu.ig 7Qlgens ouf uesr i-oo=ga*óé#i ei:s#n= net het lr=elz#ezi% a'; het voorste geceelte ''7sai de tank: fKf,üi;
<Desc/Clms Page number 10>
onder de waterspiegel, voorzien is van een horizontale of nagenoeg horizontale geleiding voor de instromende lagen.
11.- Vaartuig volgens één of meer voorgaande eisen, met het kenmerk dat de eigen aandrijving van ieder der twee evenwijdige vaartuigen gevormd is door twee schroeven.
12.- Vaartuig -volgens eis 11, met het kenmerk dat -minstens één schroef van ieder vaartuig is aangebracht in een koker, die door een leiding verlengd is tot in het onderste achterdeel van ieder halve tank.
13.- Vaartuig volgens één of neer voorgaande eisen, met het kenmerk dat in iedere halve tank juist onder de water- spiegel de monding is voorzien van een leiding waarin een pomp is aangebracht.
14.- Vaartuig voor het opvangen van in het water drijvende lagen, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.