BE1021092B1 - Inrichting voor het reinigen van schepen en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast. - Google Patents

Inrichting voor het reinigen van schepen en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast. Download PDF

Info

Publication number
BE1021092B1
BE1021092B1 BE2012/0824A BE201200824A BE1021092B1 BE 1021092 B1 BE1021092 B1 BE 1021092B1 BE 2012/0824 A BE2012/0824 A BE 2012/0824A BE 201200824 A BE201200824 A BE 201200824A BE 1021092 B1 BE1021092 B1 BE 1021092B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
ship
cleaned
thrusters
water jets
water
Prior art date
Application number
BE2012/0824A
Other languages
English (en)
Original Assignee
VAN ROMPAY BOUDEWIJN GABRIëL
VAN ROMPAY, Boudewijn Gabriël
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by VAN ROMPAY BOUDEWIJN GABRIëL, VAN ROMPAY, Boudewijn Gabriël filed Critical VAN ROMPAY BOUDEWIJN GABRIëL
Priority to BE2012/0824A priority Critical patent/BE1021092B1/nl
Priority to PCT/IB2013/002584 priority patent/WO2014087207A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1021092B1 publication Critical patent/BE1021092B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B59/00Hull protection specially adapted for vessels; Cleaning devices specially adapted for vessels
    • B63B59/06Cleaning devices for hulls
    • B63B59/08Cleaning devices for hulls of underwater surfaces while afloat
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B59/00Hull protection specially adapted for vessels; Cleaning devices specially adapted for vessels
    • B63B59/06Cleaning devices for hulls
    • B63B59/08Cleaning devices for hulls of underwater surfaces while afloat
    • B63B2059/082Cleaning devices for hulls of underwater surfaces while afloat the devices being supported on arms or rods

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Cleaning By Liquid Or Steam (AREA)

Abstract

Inrichting voor het reinigen van schepen en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast. Inrichting voor het reinigen van een ondergedompeld gedeelte van de romp (15) en andere onderdelen van een schip (14) die behandeld zijn met een niet toxische verflaag op basis van een oppervlaktebehandelde coating, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van een draags truc tuur (5) met daarop bevestigd één of meer waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke voor het genereren van een waterstraal (10) met groot debiet en lage druk, waarvan de straal (10) gericht kan worden op de romp (15) van het te reinigen schip.

Description

Inrichting voor het reinigen van schepen en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het reinigen van schepen.
Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor het reinigen van het ondergedompeld gedeelte van de romp en andere onderdelen van schepen die behandeld zijn met een niet toxische verflaag op basis van een oppervlaktebehandelde coating zoals bijvoorbeeld een composiet versterkt met glasvlokken.
Traditioneel zijn de romp en andere onderdelen van een schip behandeld met een biocidehoudende toxische verflaag.
Een nadeel is dat dergelijke verflagen gemakkelijk afslijten en/of beschadigen tijdens reiniging. Hierdoor is het noodzakelijk dat na een aantal reinigingen de verflaag opnieuw wordt aangebracht.
Bovendien zal na enkele reinigingen het effect van de verflaag verminderen, waardoor er meer aangroei zal ontstaan wanneer het schip terug rondvaart.
Deze aangroei zal ervoor zorgen dat het schip tijdens het varen meer weerstand ondervindt. Hierdoor zal het verbruik van brandstof toenemen.
Bovendien kunnen schepen die behandeld zijn met dergelijke verflagen niet gereinigd worden wanneer het schip zich in het water bevindt.
Tijdens het reinigen van dergelijke schepen met traditionele verflagen komen immers zeer veel toxische stoffen vrij die schadelijk zijn voor het milieu en marine leven.
Hierdoor is het noodzakelijk dat het reinigen van de romp en andere onderdelen van het schip gebeurt in een droogdok.
Deze werkwijze heeft als nadeel dat ze veel tijd kost waardoor het schip lange tijd onbeschikbaar is.
Schepen die behandeld zijn met een oppervlaktebehandelde verflaag vertonen de voornoemde nadelen· in veel mindere mate aangezien de verflaag veel resistenter is en geen toxische stoffen bevat die bij het reinigen kunnen vrijkomen.
Het reinigen van zulke schepen die behandeld zijn met een oppervlaktebehandelde verflaag gebeurt doorgaans in het water met behulp van duikers door middel van machines met roterende borstels.
Alhoewel het reinigen van schepen met een oppervlaktebehandelde verflaag veel sneller en gemakkelijker kan gebeuren dan in het geval van schepen met een toxische traditionele verflaag, zijn er bij het gebruik van duikers toch wel enkele nadelen.
De zichtbaarheid in het water kan beperkt zijn, wat het goed uitvoeren van de reinigingen kan bemoeilijken.
Bovendien zijn de duikers soms blootgesteld aan sterke stromingen onder water, wat het reinigen gevaarlijk kan maken.
Bijkomend is een groot aantal professionele duikers nodig die wereldwijd verspreid zijn in de havens, waarbij het aanwerven van geschikte duikers soms een probleem kan stellen.
Ook bij deze methode neemt het reinigen van een schip toch één of meer dagen in beslag, periode gedurende dewelke het schip niet operationeel ter beschikking is.
De huidige uitvinding heeft tot doel voor minstens één van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.
De huidige uitvinding heeft een inrichting als voorwerp voor het reinigen van het onder gedompeld gedeelte van de romp en andere onderdelen van een schip die behandeld zijn met een niet toxische verflaag op basis van een oppervlaktebehandelde coating, waarbij de inrichting voorzien is van een draagstructuur met daarop bevestigd één of meer waterjets, thrusters of dergelijke voor het genereren van een waterstraal met groot debiet en lage druk, waarvan de straal gericht kan worden op de romp van het te reinigen schip.
Met waterjet wordt hier bedoeld de krachtige aandrijvingen die traditioneel gebruikt worden voor het voorstuwen van schepen zoals vleugelboten, overzetboten en andere werkschepen, welke waterjets in staat zijn om enorme hoge debieten aan water te stuwen van een inlaat naar een uitlaat en dit met drukken die relatief laag zijn. Zulke waterjets worden bijvoorbeeld gecommercialiseerd door Rolls-Royce® in allerlei vermogens gaande tot 25 megawatt.
Ook thrusters worden gebruikt voor het voortstuwen van schepen. Thrusters hebben als voordeel dat ze in staat zijn om een groter rendement te halen dan waterjets. Zulke thrusters worden bijvoorbeeld gecommercialiseerd door Voith® en Schottel® in allerlei vermogens.
Het voordeel van zulke waterjets of thrusters is dat ze een krachtige waterstraal kunnen genereren die, wanneer ze goed is gedoseerd en gepast is gericht, het slijm en de aangroei van de romp kan spuiten.
Dit maakt het mogelijk om met een schip langs zulke waterstraal te varen of zulk schip langs zulke waterstraal te loodsen aan lage snelheid om het schip al varende te reinigen.
Dit biedt het voordeel dat het schip in een zeer korte tijdsspanne kan gereinigd worden en dat het schip zelfs niet moet dokken om het schip te reinigen. Immers bij het binnenloodsen in een haven kan het schip langs een inrichting volgens de uitvinding worden geloodst zodat er geen operationele stilstand gemoeid is met de reinigingsoperatie.
Zulke inrichting kan als het ware ingericht zijn als een soort carwash voor schepen waar het te reinigen schip doorheen wordt geloodst.
Een voordeel van dergelijke inrichting is dat het schip niet meer naar een droogdok moet voor het reinigen van de romp en andere onderdelen die ondergedompeld zijn.
Een bijkomend voordeel van dergelijke inrichting is dat er geen duikers meer nodig zijn voor het reinigen van het ondergedompeld gedeelte van de romp, waardoor de zichtbaarheid onder water en het gevaar van de stromingen in het water geen rol meer spelen.
Nog een bijkomend voordeel is dat het reinigen, door de aard van de verflaag, het effect van de verflaag niet zal verminderen.
Doordat de verflaag terug schoon gemaakt is, zal het schip minder weerstand ondervinden, waardoor het sneller zal kunnen varen en minder brandstof zal verbruiken.
Op zeer voordelige wijze kunnen op die manier inrichtingen volgens de uitvinding wereldwijd verspreid worden in verschillende havens zodat een schip telkens bij het aandoen van een haven gereinigd kan worden waardoor slijm en aangroei telkens verwijderd wordt alvorens een oceaan of een andere zee over te steken zodat de verflaag van de romp steeds in optimale condities verkeert en de aangroei van pokken en dergelijke vermeden wordt doordat telkens de voedingsbodem voor deze pokken wordt weggenomen.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de draagstructuur uitgevoerd als een U-vormige structuur met twee opstaande benen op een afstand van elkaar die groter is dan de breedte van het te reinigen schip en een bodem op een niveau onder water dat lager is dan de diepgang van het te reinigen schip waarbij de draagstructuur voorzien is van waterjets, thrusters of dergelijk waarvan de straal naar binnen is gericht ten opzichte van de draagstructuur.
Hierbij is er minstens één waterjet, thruster of dergelijk gemonteerd op de bodem met zijn waterstraal naar boven gericht en minstens één waterjet, thruster of dergelijk op elk been met zijn straal gericht naar het overstaande been.
Een voordeel hiervan is dat zowel de onderzijde van de romp van het schip als de zijkanten van de romp gereinigd kunnen worden wanneer het schip door de draagstructuur vaart.
Bij voorkeur zijn waterjets, thrusters of dergelijk symmetrisch opgesteld ten opzichte van het middenvlak tussen de opstaande benen van de draagstructuur.
Dit heeft als voordeel dat de krachten die het schip ondervindt ten gevolge van de waterstraal van de waterjets, thrusters of dergelijk symmetrisch zijn, waardoor het schip geen netto zijwaartse kracht ondervindt die ertoe zou leiden dat het schip onder invloed van deze zijwaartse kracht zijdelings naar één been wordt gestuwd.
Om schepen met verschillende grootte te kunnen reinigen, kan de draagstructuur vlottend gemaakt worden waarbij de diepte kan ingesteld worden al naargelang de diepgang van het te reinigen schip en/of kan de afstand tussen de benen of de afstand tussen de waterjets, thrusters of dergelijk van de overstaande benen instelbaar zijn naar gelang de breedte van het schip zodanig dat de uitlaat van de waterjets, thrusters of dergelijk gesitueerd is op een gepaste afstand van de romp van het te reinigen schip.
Volgens een andere voorkeurdragende uitvoeringsvorm bevat de draagstructuur een vast gedeelte dat is bevestigd of verankerd in een watergeul of dergelijke en een beweegbaar gedeelte dat toelaat de positie van één of meer waterjets, thrusters of dergelijk in de hoogte en/of zijwaarts in te stellen.
Gezien de diversiteit in de omvang van schepen, voornamelijk van zeeschepen kan het nuttig zijn te beschikken over een set van inrichtingen volgens de uitvinding waarbij de inrichtingen zich van elkaar onderscheiden door verschillende breedtes en dieptes voor het reinigen van schepen met verschillende afmetingen.
De uitvinding betreft ook het gebruik van een inrichting volgens de uitvinding waarbij de inrichting wordt gebruikt voor het reinigen van een schip dat doorheen de inrichting vaart, meer bepaald tussen de benen van de draagstructuur.
De uitvinding betreft ook een werkwijze voor het reinigen van schepen waarvan het ondergedompeld gedeelte van de romp en andere onderdelen behandeld zijn met een niet toxische verflaag op basis van een oppervlaktebehandelde coating, waarbij gebruik gemaakt wordt van een inrichting die voorzien is van een draagstructuur met daarop bevestigd één of meer waterjets, thrusters of dergelijke waarvan de straal gericht kan worden op de romp van het te reinigen schip, waarbij schepen, die doorheen of langs de inrichting varen of worden geloodst, worden gereinigd door het aandrijven van de waterjets, thrusters of dergelijke en het richten van de waterstraal van de waterjets, thrusters of dergelijke op de romp of de onderdelen van het te reinigen schip.
Deze werkwijze heeft als voordeel dat het reinigen kan gebeuren zonder dat het schip moet stoppen. Hierdoor is er nauwelijks of geen tijdverlies.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een inrichting volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin:
Figuur 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergeeft; figuur 2 schematisch een doorsnede weergeeft volgens de lijn II-II' in figuur 1; figuur 3 schematisch op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 is aangeduid door F3; figuur 4 schematisch een zicht weergeeft volgens lijn IV-IV' in figuur 3; figuur 5 een alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van figuur 3 ; figuur 6 schematisch op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens de lijn VI-VI' in figuur 5; figuur 7 schematisch een alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 8 schematisch een alternatieve uitvoeringsvorm weergeeft van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 9 schematisch het gebruik van een inrichting volgens de uitvinding weergeeft.
De in figuren 1 en 2 weergegeven inrichting 1 is uitgevoerd met een U-vormige draagstructuur 2 waarop een aantal waterjets 3 gemonteerd zijn.
De U-vormige draagstructuur 2 is in dit geval uitgevoerd als een drijvend dok 2 en omvat een bodem 4 en twee opstaande benen of schotten 5.
Op de bodem 4 en de opstaande benen 5 zijn verschillende water jets 3 gemonteerd, met hun inlaten 6 naar de buitenzijde 7 van het droogdok 2 gericht en met hun uitlaten 8 naar de binnenzijde 9 van het droogdok 2.
Hierbij zijn alle waterjets ondergedompeld.
De inlaten 6 van de waterjets zijn op de opstaande benen 5 neerwaarts gericht en kunnen indien gewenst langer gemaakt worden dan de dikte van de draags truc tuur 2 zodat ze neerwaarts uitsteken aan de buitenzijde 7 van de draagstructuur 2, zoals is weergegeven voor enkele waterjets 3 in figuur 1.
Zoals in figuur 4 te zien is, is de uitlaat 8 van de waterjets 3 instelbaar. Hierdoor is richting van de waterstraal 10 die uit de uitlaat 8 komt, instelbaar waardoor de waterstraal 10 zowel in horizontale richting en/of in verticale richting instelbaar is.
In dit voorbeeld zijn de waterjets 3, zoals schematisch weergegeven in figuren 3 en 4, uitgevoerd zoals waterjets 3 die traditioneel gebruikt worden voor het voortstuwen van schepen zoals vleugelboten, overzetboten en andere werkschepen.
De waterjets 3 zijn voorzien met een dubbele schroef 11 die aangedreven wordt door een aandrijving 12, in dit geval een motor met stroomgroep, waarbij de motor in verbinding staat met de as 13 van de dubbele schroef 11 en de stroomgroep de nodige stroom levert aan de motor.
De werking en het gebruik van de inrichting 1 voor het reinigen van schepen 14, waarvan de romp 11 en andere onderdelen behandeld zijn met een niet toxische verflaag op basis van een oppervlaktebehandelde coating, is zeer eenvoudig en als volgt.
Een schip 14, met aangroei aan zijn romp 15, kan tussen de benen 5 van het drijvend dok 2 varen, zoals voorgesteld in figuur 1.
De inrichting 1 is hierbij zodanig gedimensioneerd of kan zodanig gedimensioneerd worden dat de afstand A tussen de benen 5 en de diepte B van de bodem 4 zodanig is gekozen dat wanneer een schip 14 door het drijvend dok 2 vaart de uitlaten 8 van de water jets 3 zich op een gemiddelde afstand C van de romp 15 en op een gemiddelde afstand D van de bodem 16 van het schip 14 bevinden.
Deze afstanden C en D bedragen in dit geval een halve meter tot een meter.
Doordat de water jets 3 met hun uitlaten 8 naar de binnenzijde 9 gericht zijn, zal hun waterstraal 10 gericht zijn op de romp 15 van het schip 14, bijvoorbeeld loodrecht op het oppervlak van de romp 15 of onder een zekere hoek.
Door het aandrijven van de dubbele schroef 11 met behulp van de aandrijving 12, zal de water jet 3 water kunnen aanzuigen via de inlaat 6. Dit water zal met een hoog debiet en onder verhoogde druk de waterjet 3 verlaten via de uitlaat 8.
Op deze manier wordt een krachtige waterstraal 10 met een groot debiet gegenereerd die als het ware het slijm en de aangroei van de romp 15 blaast waardoor, naarmate het schip 14 doorheen de inrichting 1 vaart, het schip 14 over de ganse lengte wordt schoongemaakt.
In dit geval is er één verticale rij van water jets 3 voorzien in het drijvend dok 2. In de meeste gevallen zal één of twee verticale rijen van waterjets 3 volstaan om de aangroei van de romp 15 van het schip 14 te verwijderen. Echter, meerdere verticale rijen zijn niet uitgesloten.
Bij een normale vervuiling van het schip 14 zal het schip volledig gereinigd kunnen worden zonder dat het schip 14 moet stilliggen en waarbij het schip 14 aan een trage snelheid van bijvoorbeeld twee knopen de inrichting 1 kan passeren.
Door de aard van de coating, is de verflaag zeer hard en zal ze niet slijten door de kracht van de waterstraal 10. De levensduur van de coating zal tot 2 5 jaar gegarandeerd kunnen worden. Bovendien zullen er ook geen toxische stoffen vrijkomen tijdens het verwijderen van de aangroei.
De waterjets 3 kunnen hetzij vast op de draagstructuur 2 zijn aangebracht of kunnen beweegbaar zijn aangebracht ten einde de afstand C van de uitlaten 8 tot de romp 15 en andere onderdelen van het betreffende schip 14 te kunnen aanpassen in functie van de afmetingen van het schip 14 en van de graad van vervuiling.
Indien nodig kan ook het debiet van de waterjets 3 aangepast worden, bijvoorbeeld als de aangroei moeilijker van de romp 15 te verwijderen is en er bijgevolg een krachtigere waterstraal 10 nodig is. Hierdoor zal steeds elke vorm van aangroei verwijderd kunnen worden.
Bovendien zijn, zoals is figuur 4 voorgesteld, de waterstralen 10 van de waterjets 3 richtbaar, althans van sommige waterjets 3, zodat, wanneer het schip 14 met zijn boeg 17 of achtersteven 18 langs een water jet 3 vaart, de waterstraal 10 van deze waterjet 3 op de boeg 17 of het achtersteven 18 kan gericht worden zodanig dat de waterstraal 10 optimaal de aangroei op de boeg 17 of het achtersteven 18 kan wegspuiten.
Wanneer het schip 14 door de inrichting 1 is gevaren, is het vrij van enige aangroei aan zijn romp 11 en kan zijn traject in optimale omstandigheden voortzetten.
Optioneel zijn er sensoren 19 voorzien op de draagstructuur 2, zoals schematisch is weergegeven in figuur 4. Deze sensoren 19 zijn verbonden met een besturingssysteem 20 dat de aandrijving 12 van de dubbele schroef 11 en/of van de richtbare uitlaten 8 van de waterjets 3 bestuurt.
Wanneer de sensoren 19 de aanwezigheid van een schip 14 dat door de inrichting 1 vaart detecteren, zal het besturingssysteem 20 ervoor zorgen dat de waterjets 3 in werking worden gesteld en/of dat hun uitlaten 8 gericht worden.
Wanneer de sensoren 19 het schip 14 niet meer detecteren, omdat het doorheen de inrichting 1 is gevaren, zullen de waterjets 3 uitgeschakeld worden.
Bij voorkeur kunnen er meerdere sensoren 19 voorzien zijn, zodat de voortgang van het schip 14 doorheen de inrichting 1 kan gevolgd worden waarbij een waterjet 3 pas in werking wordt gesteld wanneer het schip 14 langs de betreffende waterjet 3 vaart.
Vanzelfsprekend kunnen deze sensoren bijvoorbeeld ook voorzien worden op de uitlaten 8 van de waterjets 3.
De sensoren 19 kunnen bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als onderwatercamera's, die via een visueel beeld het schip 14 detecteren wanneer het langs de betreffende waterjet 3 vaart. Hierbij is het nuttig dat de waterjets 3 volledig zijn ondergedompeld zodat ze geen lucht kunnen aanzuigen en aanvoeren waardoor de zichtbaarheid in het water gehandhaafd blijft.
Aan de hand van dit beeldsignaal kan het besturingssysteem 20 dan bovendien de optimale richting van de waterstraal 10 bepalen en instellen.
Het is duidelijk dat de draagstructuur 2 ook uitgevoerd kan worden als een vlottende structuur, waarbij de diepte B van de bodem 4 kan aangepast worden aan de diepgang van het te reinigen schip 14 door bijvoorbeeld vlotter of ballasten aan de draags truc tuur 2 te bevestigen of van de draagstructuur 2 te verwijderen.
Het is verder ook duidelijk dat niet alle waterjets 3 ondergedompeld moeten zijn, bijvoorbeeld als de diepte B van de bodem 4 is aangepast aan een schip 14 met een relatief kleine diepgang, is het mogelijk dat sommige waterjets 3 op de benen 5 van de draags truc tuur 2 gedeeltelijk of volledig boven water steken. Door de neerwaarts gerichte inlaat 6 van de waterjets 3, zullen waterjets 3 die gedeeltelijk of volledig boven water steken toch nog een waterstraal 10 kunnen genereren. Dit laat toe om, wanneer het schip 14 niet volledig geladen is het gedeelte van de romp 15 dat boven water steekt en dat voorzien is van een aangroei ook doeltreffend te reinigen.
Het is verder ook duidelijk dat de waterstaal 10 van de waterjets 3 ook richtbaar kan gemaakt worden doordat de waterjets 3 zelf richtbaar zijn opgesteld in de draagstructuur 2.
Alhoewel de hierboven beschreven inrichting 1 bij het gebruik verankerd is terwijl er een schip 14 door vaart, is het niet uitgesloten dat het drijvend dok 2 onder een verankerd schip 14 wordt doorgetrokken met de waterjets 3 in werking zodat ook een schip 14 aan de kade gereinigd kan worden. Hiertoe kan het drijvend dok 2 eventueel voorzien zijn van eigen voortstuwingsmiddelen.
Het is verder ook duidelijk dat, alhoewel in het hierboven beschreven voorbeeld waterjets 3 gebruikt worden, één of meer of alle waterjets 3 vervangen kunnen worden door thrusters 21. In figuur 5 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven van figuur 3, waarbij de waterjet 3 vervangen is door een thruster 21. Zulke thruster 21 kan een waterstraal 10 genereren aan groot debiet en met een lage druk. Een inrichting 1 voor het reinigen van schepen 14 uitgerust met zulke thrusters 21 werkt analoog als een inrichting 1 uitgerust met waterjets 3, met dat verschil dat de waterstraal 10 nu opgewekt wordt door de thruster 21.
Zoals in figuur 6 weergegeven, is de thruster 21 in dit geval uitgevoerd met een ringvormige behuizing 22 en een asloze schroef 23 met radiaal naar het midden gerichte schoepen 24. De aandrijving voor de thruster 21 is in dit geval voorzien in de behuizing 21. Zulke thrusters 21 met asloze schroef worden bijvoorbeeld gecommercialiseerd door Voith®.
De thruster 21 zal door het in werking stellen van de schroef 23, water aanzuigen via de inlaat 6 en via de uitlaat 8 een krachtige waterstaal 10 met hoog debiet en een relatief lage druk genereren.
Het instelbaar maken van de waterjets 3 en/of thrusters 21 kan ook gebeuren door deze op balken 24 te bevestigen die aangedreven worden door hydraulisch of anders geactiveerde cilinders 25. Zulke uitvoeringsvorm is weergegeven in figuur 7.
Hierbij is het drijvend dok 2 voorzien van één horizontale beweegbare balk 25 en twee verticale beweegbare balken 25. Op deze balken 25 zijn in dit geval een aantal waterjets 3 voorzien. Alternatief kunnen ook thrusters 21 op de balken 24 voorzien worden.
Deze beweegbare balken 25 zijn verbonden met het drijvend dok 2 door middel van hydraulisch geactiveerde cilinders 26. Hierbij zijn de twee verticale beweegbare balken 25 verbonden met de benen 5 en de horizontale balk 25 met de bodem 4.
De hydraulisch geactiveerde cilinders 2 6 laten toe om de afstand tussen de verticale beweegbare balken 25, en bijgevolg ook de afstand tussen de uitlaten van de water jets 3 op deze balken 25, aan te passen en in te stellen naar gelang de afmetingen van het te reinigen schip 14.
De werking van de inrichting 1 zoals weergegeven in figuur 7, is analoog aan de eerder beschreven uitvoeringsvorm. In dit geval zullen de hydraulisch aangedreven cilinders 26 de beweegbare balken 25 op zodanige wijze instellen dat, wanneer het schip 14 door de inrichting 1 vaart, op elk ogenblik de afstand C tussen de romp 15 van het te reinigen schip 14 en de uitlaten 8 van de water jets 3 gemiddeld tussen een halve meter en een meter ligt.
Op het moment dat het schip 14 met zijn achtersteven 18 door de inrichting 1 vaart, zullen de balken 25 dan bijvoorbeeld georiënteerd zijn zoals weergegeven in figuur 7.
In figuur 8 is een alternatieve uitvoeringsvorm weergegeven van een inrichting 1 volgens de uitvinding.
In dit geval is de draagstructuur 2 uitgevoerd als een vast gedeelte 27 en een beweegbaar gedeelte 2 8 met een bodem 4 en opstaande benen 5. Op de bodem 4 en opstaande benen 5 zijn waterjets 3 voorzien.
De afstand A tussen de benen 5 kan aangepast worden en ook de diepte B van de bodem 4 is instelbaar.
Op deze manier kunnen de afmetingen van de draagstructuur 2 aangepast worden aan de afmetingen van het te reinigen schip 14.
De werking en het gebruik van de inrichting 1 voor het reinigen van schepen 14 die door de inrichting 1 varen is analoog aan de werking en het gebruik van de eerste uitvoeringsvorm waarbij in dit geval, voordat het te reinigen schip 14 door de benen 5 van de inrichting 1 vaart, de afstand A tussen de benen 5 en de diepte B van de bodem 4 wordt aangepast aan de afmetingen en diepgang van het schip 14.
Daardoor is de inrichting 1 uit figuur 8 geschikt om schepen 14 met verschillende afmetingen en diepgangen te reinigen, waarbij er steeds kan voor gezorgd worden dat de gemiddelde afstand C en de gemiddelde afstand D steeds zo optimaal mogelijk zijn tijdens het reinigen.
Teneinde het aantal nodige waterjets 3 te beperken is het ook mogelijk om de waterjets 3 beweegbaar op te stellen op de draagstructuur 2 op zodanige wijze dat zij verplaatsbaar zijn langs een deel van de romp 15, bijvoorbeeld verplaatsbaar zijn in een horizontaal vlak rond en onder de romp 15 van het schip 14.
Op voordelige manier kunnen inrichtingen 1 zoals hiervoor beschreven wereldwijd worden verspreid in de havens 29 die door zeeschepen 14 worden aangedaan. Dit is schematisch weergegeven in figuur 9.
Hierbij is er voorzien in inrichtingen 1 in havens 2 9 wereldwijd.
Wanneer het schip 14 een haven 29 binnenvaart, kan het doorheen een inrichting 1 varen.
Alle aangroei die ontstaan is tijdens de voorbije reis wordt verwijderd van de romp 15 en andere onderdelen van het schip 14 die ondergedompeld zijn, waardoor het schip 14 met een schoongemaakte romp 15 kan verder varen.
Doordat het schip 14 tijdens het binnenvaren van de haven 29 schoongemaakt kan worden en het schip 14 daarvoor niet moet stoppen of in droogdok moet gaan, treedt er geen of zo goed als geen tijdverlies op.
Wanneer het schip 14 de haven 29 terug buitenvaart, zal het door de schoongemaakte romp 15 minder weerstand ondervinden, waardoor het sneller zal kunnen varen en minder brandstof zal verbruiken. Het schip 14 zal altijd aan zijn meest optimale snelheid/verbruik verhouding varen.
Wanneer het schip 14 na zijn volgende reis binnenvaart in een andere haven 29 die uitgerust is met een inrichting 1, kan het indien nodig door de inrichting 1 varen om de aangroei ontstaan tijdens deze reis te verwijderen.
Deze werkwijze kan gevolgd worden in elke haven 29 die het schip 14 aandoet waardoor het schip 14 elke reis in optimale omstandigheden kan voortzetten.
Bij voorkeur wordt het schip 14 ook gereinigd bij het buitenvaren van de havens 29. Op deze wijze kan ook de aangroei van slijm en algen die het schip 14 tijdens zijn verblijf in de haven 29 heeft verzameld op zijn romp 15, en welke een basis vormt voor de verdere aangroei van pokken en dergelijk tijdens zijn vaart, verwijderd worden.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm(en), doch een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (20)

  1. Conclusies .
    1. - Inrichting voor het reinigen van een ondergedompeld gedeelte van de romp (15) en andere onderdelen van een schip (14) die behandeld zijn met een niet toxische verflaag op basis van een oppervlaktebehandelde coating, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) voorzien is van een draags truc tuur (5) met daarop bevestigd één of meer waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke voor het genereren van een waterstraal (10) met groot debiet en lage druk, waarvan de straal (10) gericht kan worden op de romp (15) van het te reinigen schip (14).
  2. 2. - Inrichting volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de draagstructuur (2) een U-vormige structuur is met twee opstaande benen (5) op een afstand (A) van elkaar die groter is dan de breedte van het te reinigen schip (14) en een bodem (4) op een niveau onder de waterspiegel dat lager is dan de diepgang van het te reinigen schip (14) waarbij de draagstructuur (2) voorzien is van waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke waarvan de straal (10) naar binnen is gericht ten opzichte van de draagstructuur (2).
  3. 3. - Inrichting volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de U-vormige structuur een drijvend dok (2) is waar het schip (14) doorheen kan varen.
  4. 4. - Inrichting volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat er minstens één waterjet (3), thruster (21) of dergelijke gemonteerd is op de bodem (4) met zijn waterstraal (10) naar boven gericht en minstens één water jet (3) op elk been (5) met zijn straal (10) gericht naar het overstaande been (5).
  5. 5. - Inrichting volgens één van voorgaande conclusies 2 tot 4, daardoor gekenmerkt dat de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van het middenvlak tussen de opstaande benen (5) van de draagstructuur (2).
  6. 6. - Inrichting volgens één van voorgaande conclusies 2 tot 5, daardoor gekenmerkt dat de afstand (A) tussen de benen (5) of de afstand tussen de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke van de overstaande benen (5) instelbaar is naar gelang de breedte van het te reinigen schip (14) en wel zodanig dat de uitlaat (8) van de waterjets (3) gesitueerd is op een gepaste afstand (C) van de romp (15) van het te reinigen schip (14).
  7. 7. - Inrichting volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de afstand van de uitlaat (8) van de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke tot de romp (15) een halve meter tot een meter bedraagt.
  8. 8. - Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke voorzien zijn van een inlaat (6) en een uitlaat (8) waarvan de inlaat (6) zich aan de buitenzijde (7) van de draags truc tuur (2) bevindt en de uitlaat (8) aan de binnenzijde (9).
  9. 9. - Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke ondergedompeld zijn.
  10. 10. - Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de draagstructuur (2) een vlottende structuur is waarvan de diepte kan ingesteld worden al naargelang de diepgang van het te reinigen schip (14).
  11. 11. - Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de straal (10) van minstens één waterjet (3), thruster (21) of dergelijke richtbaar is doordat ofwel de waterjet (3), thruster (21) of dergelijke zelf ofwel de uitlaat (8) van de waterjet (3), thruster (21) of dergelijke richtbaar is.
  12. 12. - Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de draagstructuur (2) een vast gedeelte (27) bevat dat is bevestigd of verankerd in een watergeul of dergelijke en een beweegbaar gedeelte (28) dat toelaat de positie van één of meer waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke in de hoogte en/of zijwaarts in te stellen.
  13. 13. - Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij sensoren (19) bevat die de aanwezigheid van het schip (14) detecteren en die de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke in werking stellen wanneer een schip (14) zich tussen de benen (5) van de inrichting (1) bevindt en die de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke uitschakelt wanneer er zich geen schip (14) bevindt tussen de benen (5) van de inrichting (1).
  14. 14. - Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het debiet van de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke zodanig is ingesteld of kan worden geregeld dat wanneer de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke gericht zijn op de romp (15) van het schip (14) ze de aangroei van wier en slijm van de romp (15) spuiten zonder dat de voornoemde coating beschadigd wordt.
  15. 15. - Inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de coating een composiet is versterkt met glasvlokken.
  16. 16. - Een set van inrichtingen (1) volgens één van voorgaande conclusies waarbij de inrichtingen (1) van de set zich van elkaar onderscheiden door verschillende breedtes en dieptes voor het reinigen van schepen (14) met een verschillende afmeting.
  17. 17. - Een net van inrichtingen (1) of van een set van inrichtingen (1) volgens één van voorgaande conclusies daardoor gekenmerkt dat de inrichtingen (1) voorzien zijn in havens (29) wereldwijd zodanig dat een schip (14) telkens bij het aandoen van een haven (29) gereinigd kan worden.
  18. 18. - Het gebruik van een inrichting volgens één van voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de inrichting (1) wordt gebruikt voor het reinigen van een schip (14) dat doorheen de inrichting (1) vaart, meer bepaald tussen de benen (5) van de draagstructuur (2).
  19. 19. - Werkwijze voor het reinigen van schepen (14) waarvan het ondergedompeld gedeelte van de romp (15) en andere onderdelen behandeld zijn met een niet toxische verflaag op basis van een oppervlaktebehandelde coating, daardoor gekenmerkt dat gebruik gemaakt wordt van een inrichting (1) die voorzien is van een draags truc tuur (2) met daarop bevestigd één of meer waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke waarvan de straal (10) gericht kan worden op de romp (15) van het te reinigen schip (14), waarbij schepen (14) , die doorheen of langs de inrichting (1) varen of worden geloodst, worden gereinigd door het aandrijven van de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke en het richten van de waterstraal (10) van de waterjets (3), thrusters (21) of dergelijke op de romp (15) of de onderdelen van het te reinigen schip (14).
  20. 20. - Werkwijze volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat een net van inrichtingen (1) is voorzien die verspreid zijn over de havens (29) en dat een schip (14) dat van haven (23) naar haven (29) vaart telkens bij het binnen-en/of buitenvaren wordt gereinigd door het gebruik van een inrichting (1) in de betreffende haven (29) zodat deze schepen (14) na een overvaart telkens voor het vertrek naar een nieuwe bestemming kunnen gereinigd worden zoals dit schematisch is weergegeven in figuur 9 waarbij een schip (14) dat in de Verenigde Staten vanuit een haven (29) vertrekt naar Europa, gereinigd wordt alvorens zijn reis aan te vatten en het schip (14) bij zijn aankomst in de haven (29) in Europa opnieuw gereinigd wordt zodat het de nieuwe oversteek naar de Verenigde Staten kan aanvatten met een gereinigde romp (15) zodat zeepokken geen kans krijgen om zich op de romp (15) vast te zetten gezien het ontbreken van een voedingsbodem.
BE2012/0824A 2012-12-06 2012-12-06 Inrichting voor het reinigen van schepen en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast. BE1021092B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0824A BE1021092B1 (nl) 2012-12-06 2012-12-06 Inrichting voor het reinigen van schepen en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast.
PCT/IB2013/002584 WO2014087207A1 (en) 2012-12-06 2013-11-19 Device for cleaning ships and method in which such a device is applied

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2012/0824A BE1021092B1 (nl) 2012-12-06 2012-12-06 Inrichting voor het reinigen van schepen en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1021092B1 true BE1021092B1 (nl) 2015-12-08

Family

ID=47631137

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2012/0824A BE1021092B1 (nl) 2012-12-06 2012-12-06 Inrichting voor het reinigen van schepen en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1021092B1 (nl)
WO (1) WO2014087207A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106314717A (zh) * 2016-08-30 2017-01-11 武汉大学深圳研究院 一种基于脉冲射流的海洋附着物清理装置
IT201700036975A1 (it) 2017-04-04 2018-10-04 Guido Bardelli Impianto galleggiante e manovrabile di lavaggio e pulizia carene di navi
CN109747795B (zh) * 2017-11-08 2023-09-19 中国海洋大学 一种基于水射流的防污装置及其防污方法
CN109018245A (zh) * 2018-07-12 2018-12-18 王奇光 一种游艇艇底的水下清洗装置
CN111994222A (zh) * 2020-09-08 2020-11-27 刘贺 一种船舶的船身附着物自动清理装置
CN112478079B (zh) * 2020-12-04 2022-03-22 济南森峰激光科技股份有限公司 船舶水下激光清洗装置

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0507757A1 (en) * 1991-04-02 1992-10-07 NOWAC INDUSTRIER a.s. Method for automatic washing of motor vehicles, and automatic device for the execution thereof
WO2000032467A1 (en) * 1998-12-03 2000-06-08 Orca Marine Company Limited Ship hull cleaning device and floating dock
EP1060983A1 (de) * 1999-06-15 2000-12-20 Klaus Baumeister Vorrichtung zum Reinigen der Aussenflächen von Booten und Yachten

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0507757A1 (en) * 1991-04-02 1992-10-07 NOWAC INDUSTRIER a.s. Method for automatic washing of motor vehicles, and automatic device for the execution thereof
WO2000032467A1 (en) * 1998-12-03 2000-06-08 Orca Marine Company Limited Ship hull cleaning device and floating dock
EP1060983A1 (de) * 1999-06-15 2000-12-20 Klaus Baumeister Vorrichtung zum Reinigen der Aussenflächen von Booten und Yachten

Also Published As

Publication number Publication date
WO2014087207A1 (en) 2014-06-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021092B1 (nl) Inrichting voor het reinigen van schepen en werkwijze waarbij zulke inrichting wordt toegepast.
BE1022860A1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een onder water liggend oppervlak van een vaartuig of dergelijke en gebruik van dergelijke inrichting.
US20080219771A1 (en) Apparatus, System and Method for Collecting Material from Water System and Uses of Apparatus
US5217611A (en) System and apparatus for the mechanical cleaning of water surfaces, even in the open, from floating pollutants
CN113874281B (zh) 一种用于船体水下监测和维护的机器人、系统和方法
JP2016534919A (ja) 自動ボート洗浄ドック、及び自動ボート洗浄ドック内でのボート洗浄のための関連の方法
EP2212187B1 (en) Apparatus and method for collecting material from water systems
US5431122A (en) Apparatus for cleaning the submerged portion of ship hulls
WO2005014387A1 (en) Apparatus for cleaning the hull exterior of a seagoing vessel
CA3114304C (en) Device for the cleaning of vessels
US20160052609A1 (en) System for Housing a Boat
US6729798B2 (en) Flow diverter system and method
CN114771763B (zh) 一种磁吸与变压吸附相混合的金属船舶污底清洁和巡视装置
KR102322287B1 (ko) 프로펠러 이물질 고착 방지장치 및 이를 가지는 선박
US20240286712A1 (en) Pair of extended arms coupled to a vessel
JP2002019687A (ja) ウォータージェット推進式水中翼船
RU2492098C2 (ru) Движительный комплекс надводного судна
GB2233881A (en) Hull cleaning apparatus
RU93067U1 (ru) Крыльевое устройство для судна на подводных крыльях
SE541833C2 (en) Motorboat with flow guiding members
WO2001036265A1 (en) Cleaning devices
GB2356129A (en) Cleaning device for submerged surfaces