<Desc/Clms Page number 1>
UITVINDINGSOCTROOI Laadbordbeschermingsbeslag .
De praktijk leert dat van voor transport met vorkhef- trucks bestemde houten laadborden de uiteinden van de liggers, waarop de kant- en dekplanken zijn bevestigd, bij het in- rijden van de vorken van de vorkheftrucks zeer kwetsbaar zijn.
Wanneer deze uiteinden beschadigd zijn bieden zij geen voldoende houvast meer aan de kantplanken, met het gevolg dat deze loslaten. Om het laadbord dan wederom in bruikbare toestand te brengen moeten de liggers worden vernieuwd, waartoe de kant- en dekplanken, welke veelal nog onbeschadigd zijn, gedemonteerd en op de nieuwe liggers bevestigd moeten worden. Dit is niet alleen met het oog op het materiaalver- bruik en de bewerkelijkheid duur, doch ook in verband met de herbevestiging technisch nadelig.
Van de verschillende voorzieningen, welke tot nu toe werden getroffen om aan deze bezwaren het hoofd te bieden,
<Desc/Clms Page number 2>
is Tiet meest doelmatig gebleken een beschermingsbeslag voor de liggers van laadborden, bestaande uit een U-vormig gebogen rechthoekige metalen plaat, die met zijn benen tegen de zijvlakken van een in dwarsdoorsnede rechthoekige ligger aanliggend om een uiteinde daarvan heen kan worden bevestigd.
Deze bekende beslagbeugels waarvan de binnenwerkse breedte en de hoogte in hoofdzaak respektievelijk met de breedte en hoogte van de liggers overeenkomen, worden nauwsluitend om de uiteinden van de liggers heengeschoven, zodat de ruimte tuisen de benen in hoofdzaak geheel is opgevuld, waarna de enen door middel van spijkers of schroeven aan de liggers worden bevestigd.
Hiermede worden de liggers weliswaar in zekere mate egen beschadiging door de vorken van de vork- heftrucks beschermd, doch zelfs wanneer het beslag voldoende dik is genomen om in eerste instantie vervorming en scheuren door het aanstoten van de vorken uit te sluiten, komt er op den duur onvermijdelijk werking in, waardoor de bevestigings- spijkers of-schroeven worden losgerukt en uiteindelijk een toestand ontstaat, waarbij het gevaar van beschadiging van de op het laadbord gestapelde artikelen, bijvoorbeeld papie- ren of jute zakken zeer reƫel is. Bovendien brengt dit het onbruikbaar worden van de bevestigingsplaatsen en over- mijdelijk ook beschadiging van de uiteinden van de liggers met de bovenvermelde gevolgen van dien alsmede het uiteinde- lijk toch vervormd worden van het beslag met zich mede.
De uitvinding heeft tot doel een beschermingsbeslag van de bovengenoemde soort te verschaffen, dat aan bovengenoemde bezwaren tege-moetomt en voor onmiddellijk herhaald gebruik geschikt is.
Hiertoe onderscheidt het beschermingsbeslag volgens
<Desc/Clms Page number 3>
de uitvinding zich van het bekende, doordat de benen aan beide zijden nabij hun uiteinden door een haaks op hun evenwijdige randen gelast rechthoekig plaatje met elkaar zijn verbonden. Door bij het vervaardigen van een laadbord op de uiteinden van de liggers aldus gevormde beschermings- beslagen, waarvan de hoogte in hoofdzaak met die van de liggers overeenkomt. aan te brengen, kunnen deze beslagen door het buiten tegen de verbindingsplaatjes aan op de liggers bevestigen van de kantplanken zonder enig speciaal bevestigingsmiddel onwrikbaar op de liggers worden bevestigd.
Vanwege de verbindingsplaatjes zijn de beslagen bovendien praktisch onvervormbaar, waardoor enerzijds de hun inwendige ruimte in hoofdzaak geheel opvullende uiteinden van de lig- gers in afdoende mate tegen beschadiging door het inrijden van de vorken van de vorkheftrucks worden beschermd en anderzijds, voor zover de liggers daardoor al niet bij het versleten zijn van de beplanking nog geschikt zijn om zonder meer van een nieuwe beplanking te worden voorzien, de besla- gen althans bruikbaar blijven om vele malen zonder nadere bewerking onmiddellijk opnieuw te worden gebruikt.
Teneinde te voorkomen, dat bij het xrimpen van de houten liggers de kantplanken door het beschermingsbeslag van de liggers zou worden lodqedrukt en tevens om het beslag zonder beschadiging van de eventueel te belijmen oppervlakken van de liggers, waarop de kantplanken komen te rusten, op de liggers te kunnen aanbrengen, zijn volgens de uitvinding bij voorkeur de verbindingsplaatjes zodanig op de randen van de benen gelaste dat de afstand tussen hun naar elkaar toe- gekeerde oppervlakken iets groter is dan de hoogte van de U-vormig gebogen plaat.
<Desc/Clms Page number 4>
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van de tekening, die een laadbord toont, waaruit een gedeelte is weggebroken om een daarop aangebracht be- schermingsbeslag volgens de uitvinding zichtbaar te maken.
Het beschermingsbeslag volgens de uitvinding bestaat uit een door het U-vormig ombuigen van een rechthoekige. bij voorkeur stalen plaat gevormde beugel 1, waarvan de benen 2. 3 aan hun uiteinden zowel aan de boven- als aan de onderzijde met elkaar zijn verbonden door een haaks op hun evenwijdige randen gelast rechthoekig plaatje respektievelijk
4 en 5 van ongeveer dezelfde dikte als die van de beugel 1.
Bij het samenstellen van een laadbord wordt eerst op beide uiteinden van de drie liggers 6 een beschermingsbeugel
1 geschoven, waarvan de hoogte iets kleiner is dan de hoogte van de ligger 6, de binnenwerkse breedte ongeveer met de breedte van de ligger 6 overeenkomt en de lengte zodanig is, dat in het geval van een laadbord met een van tussenruimten voorziene beplanking, zoals getoond, de afstand tussen het kopeinde van de beugel 1 en het voorvlak van de verbindings- plaatjes 4, 5 minstens gelijk doch bij voorkeur iets groter is dan de breedte van een kantplank 7. Bi j een laadbord met op elkaar aangesloten dekplanken zal, zoals nader zal worden uiteengezet,
eventueel de totale lengte van de beugel 1 gelijk aan de breedte van een kantplank kunnen zijn.
Wanneer op de drie liggers 6 de beugels 1 aangebracht en zo ver mogelijk aangeschoven zijn worden bij de getoonde uitvoeringsvorm van het laadbord de kantplanken 7 met hun binnenrand tegen de buitenvlakken van de verbindingsplaatjes 4, 5 aan bijvoorbeeld door schroeven op de liggers 6 beves- tigd. waarna ter voltooiing van het laadbord de verder be-
<Desc/Clms Page number 5>
planking met tussenruimten wordt aangebracht.
Bij een laadbord met aangesloten uitgevoerde beplanking wordt op dezelfde wijze te werk gegaan als hierboven be- schreven, met dien verstande, dat daarbij hetzij de kant- planken of de daarop aansluitende planken ofwel beide van over de verbindingsplaatjes passende insnijdingen worden voorzien en de afmetingsverhoudingen, dienovereenkomstig iets anders zijn.
Zoals in de tekening is aangegeven is de lasverbinding tussen de verbindingsplaatjes 4,5 en de randen van de beu- gels 1 zodanig uitgevoerd, dat deze plaatjes met hun binnen- oppervlak iets buiten het vlak van de boven- en onderrand van de beugels liggen. Deze afstand wordt in verhouding tot de hoogte van de liggers zodanig gekozen, dat enerzijds de houten liggers in niet gekrompen toestand met hun boven- en ondervlak zo ver buiten de beugelranden komen te liggen, dat die vlakken er bij gekrompen liggers niet binnen kunnen komen, waardoor de kantplanken door de beugelranden zouden worden losgedrukt en anderzijds de beugels onder alle uit- zettingsomstandigheden van de liggers op de uiteinden daar- van kunnen worden aangebracht zonder de bevestigingsopper- vlakken door de kantplanken te beschadigen.
Het zal uit de bovenstaande beschrijving duidelijk zijn dat een met het beschermingsbeslag volgens de uitvinding uitgerust laadbord zonder meer omkeerbaar is.
<Desc / Clms Page number 1>
INVENTION PATENT Pallet protection fitting.
Practice shows that of wooden pallets intended for transport with forklift trucks, the ends of the girders, to which the side and deck boards are attached, are very vulnerable when driving in the forks of the forklift trucks.
When these ends are damaged, they no longer offer sufficient grip to the toe boards, with the result that they come loose. In order to bring the pallet back into usable condition, the girders have to be renewed, for which purpose the side boards and deck boards, which are often still undamaged, have to be dismantled and attached to the new girders. This is not only expensive in view of the material consumption and the laboriousness, but also technically disadvantageous in connection with reattachment.
Of the various measures taken up to now to overcome these concerns,
<Desc / Clms Page number 2>
It has proved most effective to provide a protective fitting for the girders of pallets, consisting of a U-shaped curved rectangular metal plate, which can be attached with its legs against the side faces of a cross-sectional rectangular girder around one end thereof.
These known hardware brackets, the internal width and height of which substantially correspond to the width and height of the girders, respectively, are slid tightly around the ends of the girders, so that the space between the legs is substantially completely filled, after which the ones are filled by means of of nails or screws to the beams.
This protects the beams to a certain extent against damage by the forks of the forklift trucks, but even when the fitting has been made thick enough to initially rule out deformation and cracks due to the impact of the forks. inevitably lasts for operation, whereby the fastening nails or screws are ripped off and eventually a condition arises in which the danger of damage to the articles stacked on the pallet, for example papers or jute bags, is very real. Moreover, this leads to the attachment points becoming unusable and inevitably also to damage to the ends of the girders with the above-mentioned consequences, as well as eventually to deformation of the fittings.
The object of the invention is to provide a protective fitting of the above-mentioned type which obviates the above-mentioned drawbacks and is suitable for immediate repeated use.
To this end, the protective fitting distinguishes according to
<Desc / Clms Page number 3>
the invention differs from the known in that the legs are connected to each other on both sides near their ends by a rectangular plate welded at right angles to their parallel edges. By means of protective fittings thus formed on the ends of the girders during the manufacture of a pallet, the height of which substantially corresponds to that of the girders. By attaching the toe boards to the girders outside against the connecting plates, these fittings can be fixed immovably on the girders without any special fastening means.
Because of the connecting plates, the fittings are also practically non-deformable, so that on the one hand the ends of the girders which substantially completely fill their internal space are sufficiently protected against damage by the forks of the forklift trucks being driven in and, on the other hand, insofar as the girders thereby even if the planking is not yet suitable to be provided with a new planking without further ado, the fittings at least remain usable for immediate reuse many times without further processing.
In order to prevent the toe boards from being pressed by the protective fitting of the girders when the wooden girders are shrunk and also to ensure that the fitting is placed on the girders without damaging any surfaces of the girders to be glued, on which the toe boards will rest. According to the invention, the connecting plates are preferably welded to the edges of the legs such that the distance between their facing surfaces is slightly greater than the height of the U-shaped bent plate.
<Desc / Clms Page number 4>
The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, which shows a pallet, part of which has been broken away to reveal a protective fitting according to the invention applied thereon.
The protective fitting according to the invention consists of a U-shaped bending of a rectangular one. Preferably steel plate shaped bracket 1, the legs 2 of which are connected to each other at their ends both at the top and at the bottom by a rectangular plate respectively welded at right angles to their parallel edges.
4 and 5 of approximately the same thickness as that of the bracket 1.
When assembling a pallet, a protective bracket is first placed on both ends of the three beams 6
1, the height of which is slightly less than the height of the girder 6, the internal width approximately corresponds to the width of the girder 6 and the length is such that, in the case of a pallet with spaced planking, such as shown, the distance between the head end of the bracket 1 and the front face of the connecting plates 4, 5 is at least equal but preferably slightly greater than the width of a toeboard 7. In a pallet with deck boards connected together, such as will be further explained,
optionally the total length of the bracket 1 can be equal to the width of a toeboard.
When the brackets 1 are arranged on the three beams 6 and have been pushed as far as possible in the embodiment of the pallet shown, the toe boards 7 are fastened with their inner edge against the outer surfaces of the connecting plates 4, 5, for example by screws on the beams 6. . after which to complete the pallet the further work
<Desc / Clms Page number 5>
planking is applied with gaps.
For a pallet with connected planking, the procedure is the same as described above, with the proviso that either the edge boards or the boards adjoining them or both are provided with cuts fitting over the connecting plates and the dimensional ratios, accordingly are slightly different.
As indicated in the drawing, the welded connection between the connecting plates 4,5 and the edges of the brackets 1 is designed such that these plates have their inner surface slightly outside the plane of the top and bottom edges of the brackets. This distance is selected in relation to the height of the girders in such a way that on the one hand the wooden girders in the non-shrunk state come to lie so far outside the stirrup edges with their top and bottom surfaces that those surfaces cannot enter them when the girders are shrunk, whereby the toe boards would be forced loose by the stirrup edges and, on the other hand, the stirrups could be fitted to the ends thereof under all expansion conditions of the girders without damaging the mounting surfaces by the toe boards.
It will be clear from the above description that a pallet equipped with the protective fitting according to the invention is readily reversible.