<Desc/Clms Page number 1>
"Verbeterde kleminrichting voor het vasthouden van een lakenuit- einde bij lakenplooimachines".
De huidige uitvinding heeft betrekking op een klemin- richting voor het vasthouden van lakens bij lakenplooimachines, zoals deze bijvoorbeeld gebruikt worden in wasserijen en dergelijke.
Men kent reeds verschillende inrichtingen voor het opvouwen van lakens, meer speciaal kleminrichtingne voor het vasthouden van één uiteinde van het laken, terwijl het ander uiteinde dubbel wordt geplooid, waarbij de hoofdzakelijkste nadelen van deze bekende machines erin bestaan dat de vast- grijpende of klemmende elementen in het algemeen scherpe en/of uitstekende delen vertonen waardoor het laken kan gescheurd worden, terwijl een ander nadeel ervan is dat de vastgrijpen-
<Desc/Clms Page number 2>
richting niet hoog genoeg gebracht wordt boven het deel van het laken dat dubbel wordt gebracht zodat het dikwijls voorkomt dat het laken opstropt en er alzo een ophoping wordt gevormd.
Men bekomt alzo dat het ene laken na het andere wordt opgehoopt waardoor de inrichting moet stil gelegd worden en er alzo kostelijke tijd verloren gaat.
Tegelijkertijd moet vanzelfsprekend de mangelirich- ting stop gezet worden, alsook moet de persoon die het in één richting opgevouwen laken op bekende wijze dwars opplooit wachten.
De huidige uitvinding heeft een inrichting als voor- werp waarmede de voornoemde en andere nadelen van de bekende kleminrichtingen voor lakenplooimachines totaal worden vermeden.
Tot dit doel bestaat een eerste oogmerk volgens de uitvinding erin dat de vastgrijpinrichting slechts bestaat uit twee hoofdzakelijke klemelementen die zich over de ganse breedte van de inrichting uitstrekken waarbij deze samenwerkende delen ieder voorzien zijn van gladde elementen die met elkaar samen- werken, waardoor beschadiging van het vastgegrepen laken totaal wordt vermeden.
Men ander voordcel van de inrichting volgens de uit- vinding is dat iedere vastgrijpinrichting een relatief grote afstand opwaarts beweegt om alzo een totaal vrije doorgang te verlenen aan het eronder bewegende deel van het laken.
De verbeterde inrichting volgens de uitvinding die de voornoemde en andere voordelen bevat bestaat hiertoe hoofdzake- lijk in de kombinatie van een klemplaat die bevestigd is op een, ten opzichte van de machine, schommelbare dwarse as; een dwarse staaf, stang of dergelijke die met de voornoemde plaat kan samen- werken om het laken vast te houden, waarbij deze stang wentelbaar is rond de voornoemde dwarse as; middelen die de dwarse stang of dergelijke op een bepaalde hoogte houden wanneer de plaat zich
<Desc/Clms Page number 3>
in een lage stand bevindt;
middelen die onder de transportbanden zijn geplaatst en die toelaten deze banden omhoog te bewegen war- neer het laken tussen de eigenlijke kleminrichting wordt ge- bracht en middelen die de verschillende bewegingen kontroleren en die zelf door het voortbewegend laken '.-.'orden bevolen.
Teneinde de kenmerken fan de uitvinding beter aan te tonen is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragendeuitvoeringsvorm beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin: figuur 1 een schematisch zijzicht weergeeft van een opplooiingichting waarop de verbeteringen volgens de uitvinding zijn aangebracht;
figuur 2 een schematisch bovenlicht is van de inrich- ting van figuur 1 ; figuur 3 op vergrote schaal het gedeelte weergeeft dat in figuur 1 door F3 is weergegeven; figuren 4,5 en 6 zichten zijn gelijkaardig aan dit van figuur 3, doch voor drie andere kenmerkende standen van de kleminrichting,
Volgens de huidige uitvinding wordt de lakenopplooi- machine hoofdzakelijk gevormd door een geraamte 1¯ dat naar beide uiteinden voorzien is van looprollen, respektievelijk 2 en 3, waarvan één op geschikte wijze wordt aangedreven, via een overbrenging 4 die zelf wordt.aangedreven door een schematisch door 5 weergegeven motor die voorzien is van een al dan niet ingebouwde reductiekast.
Over de voornoemde looprollen 2 en 3 zijn eindloze banden 6 aangebracht die, door middel van geschikte tussenstukken 7, op onderling gelijke afstand ten opzichte van elkaar worden gehouden.
De banden 6 worden samen volgens geschikte snelheid aan- gedreven en bewegen in de zin van pijl P. Zulke inrichting zal
<Desc/Clms Page number 4>
bijvoorkeur opgesteld worden achter een op zichzelf bekende manglinrichting, waarbij achter de voornoemde banden 6 de machine nog voorzien is van een tafel 8 waarop de sameneplooide lakens in de andere richting worden opgeplooid.
Op onderlinge welbepaalde afstanden ten opzichte van elkaar zijn op het geraamte van de inrichting de eigenlijke vastgrijpinsichtingen, respektievelijk 9-10 en 11, voorzien die ieder identiek zijn aan elkaar doch die op onderlinge af- standen zijn geplaatst die overeenstemmen met de normale breedte van het laken nadat het respektievelijk eenmaal en tweemaal is opgeplooid.
In de figuren 3 tot 6 is als voorbeeld de inrichting 11 volgens de uitvinding beschreven.
Deze bestaat hoofdzakelijk uit steunen, respektievelijk 12 en 13, die op de zijranden op het geraamte 1. zijn aangebracht en waarbij deze steunen met elkaar zijn verbonden door een dwarsligger 14, Op deze laatste is een horizontale stang 15 bevestigd die naar haar uiteinde een steun 16 draaft die door middel van een. schroef 17 op cm ht even) elke plaats van de stang 15 kan bevestigd worden.
Op deze steun 16 is een mikroschakelaar 18 bevestigd waarvan de bedieningshefboom 19 is aangebracht tegenover een nok 20, waarbij deze laatste vast verbonden is met eenaster 21, Deze laatste is,samen met de nok 20, scharnierbaar aange- bracht omheen een spil 22 die hiertoe qp de steun 16 is beves- tige, térwijl het vrij uiteinde van de taster 2i vrij tussen twee banden 6 hangt.
Achter de voornoemde taster 21 is, onder de bovendelen van de eindloze riemen 5, een dwarse as 23 draaibaar gelagerd ten opzichte van het machinegcraamte, waarbij deze as verbonden is met een hefboom 24 die, via een spil 25, verbonden is met het vrij uiteinde van de/zuigeratang 26 van een hydraulische, pneu-
<Desc/Clms Page number 5>
matische of mekanische dommekracht 27, waarvan het lichaam, via een spil 28, vrij draaibaar is bevestigd met het geraamte 1. Op de voornoemde as 23, is onder iedere eindloze band 6, een vinger 29 bevestigd.
Tegen ieder der steunen 12-13 is een tweede steun bevestigd, respektievelijk 30 en 31, waarin een dwarse as 32 is gelagerd. Op deze as 32 is, eveneens vrij draaibaar en naar ieder uiteinde, een stang bevestigd, respektievelijk 33 en 34, die naar hun vrije uiteinden, met elkaar verbonden zijn door een stang, buis of dergelijke 35.
De voornoemde stang, buis of dergelijke 35 rust normaal in steunen, respektievelijk 36 en 37, die aan de zijranden van liet geraamte 1 op dit laatste zijn aangebracht en waarbij iedere steun bevestigd is op een stang 38 die schuil'baar is aange- bracht in een buis 39 die zelf bevestigd is op het geraamte en waarbij de hoogte van de steun 36, respektievelijk 37, kan versteld worden door de stang 38 in de buis 39 te schuiven,
respektievelijk uit te schuiven en daarna deze stang in de ge- wenste stand ten opzichte van de buis 30 te blokkeren door middel van de schroef 40. op de voornoemde dwarse as 32 is tenslotte een plaat 41 bevestigd die voorzien is van één of meer verstevigings- ribben 42 en waarbij deze plaat zich uitstrekt ever de ganse breedte van de inrichting.
liet vrij voorste uiteinde van de plaat 41 is voorzien van een bekleding in zeer glad materiaal, zoals onroestbaar staal, plastiek of dergelijke 43, Op één der voornoemde ribben 42 is tenslotte een steun 44 bvestid die naar zijn vrij uiteinde een mikro-schakelaar 45 draagt waarvan
EMI5.1
de bediënihsshefboom 46.is aangebracht in de qleuf li7 die hier- toe in. de plaat 41 is voorzien.
Uiteindelijk is de voornoemde as 32 met een hefboom 48 verbonden die naar zijn vrij uiteinde, via een spil 49, verbonden
<Desc/Clms Page number 6>
is met het vrij uiteinde van de zuigerstang 50 van een pneu- matische, hydraulische of mekaniséche dommekracht.].! daarbij het huis van deze laatste, via een spil 52, scharnierbaar verbonden is met het geraamte van de inrichting.
Het gebruik en de werking van de inrichting volgens de uitvinding zijn zeer eenvoudig en als volgt.
De lakens die uit de mangel komen worden, via een ge- schikte geleiding, met één uiteinde op de voornoemde banden 6 gebracht waardoor het laken wordt voortbewogen naar de eerste inrichting 9. Deze inrichting zal één uiteinde van het laken vastgrijpen, dit omhoog bewegen en vervolgens het ander uiteinde van het laken er laten onder door passeren tot wanneer het juist in twee gelijke delen is geplooid. Op dit ogenblik lost de inrichting .2 en gaat het samengeplooide laken in de inrich- ting 10 die op haar beurt een uiteinde vastgrijp:, het aander dubbel uiteinde eronder door laat passeren tot wanneer het nogmaals in de helft is geplooid en loslaat om tenslotte in de inrichting 11 te komen waar het laken op identieke wijze nog- maals wordt samengeplooid.
Het alzo samengeplooid laken wordt door de banden 6 vervolgens op de tafel 8 geplaatstwaar het in andere richting wordt geplooid door een arbeidster of derge- lijke die zich aan deze tafel bevindt.
Wanneer één uiteinde Ll van een laken 11, zie meer speciaal de figuren 4 tot 6, tegen de voornoemde taster 21 van een der inrichtingen 9 tot 11 komt, wordt deze taster op- waarts gewenteld en zal alzo de mikro-schakelaar 18 beïnvloeden, Deze laatste beveelt bvoorbeeld een geschikt ventiel dat druk toelaat naar de dommekracht 27.waardoor de zuiger,-tang 26 wordt ingetrokken en de voornoemde vingers 29 zichopwaartsbewegen' in de stang zoals weergegeven in figuur 4,Hierdoor bekomt men dat al de banden 6 eveneens opwaarts worden bewogen,
een en ander zodanig dat de vingers 26 juist inhet verlengde worden .
<Desc/Clms Page number 7>
EMI7.1
geplaatst: van de plaat li]. wanneer deze laatste zich in haar onderstestand bevindt. liet toegevoerde laken wordt hierdoor automatisch op
EMI7.2
deze plaat etY',mSp01:'1:2er'c n ;:al alzo in a4?akir,g komen met de taster I+'1 van de m.''..kC 3::Ilzll.4cïF?d +3 en deze taster lit eveneens opwaarts S I? E,.' :Jr-e e f1 Hierdoor bekomt men dat de dommekracht 51 wordt bevo- len die, via de hefboom 48 en de as 32, de plaat 41 opwaarts
EMI7.3
beweegt.
Tegelijkertijd beveelt de mi(ro-schakelaar i+5 op dit ogenblik de voornoemde dommekracht 27 teneinde alzo de vingers 29 .terug omlaag te bewegen.
Bij het omhoog bewegen van de plaat 41 komt deze op een bepaald ogenblik tegen de buis, stam of dergelijke 35 , waardoor het betreffend uiteinde van het laken L wordt vast-
EMI7.4
geklemd tussen deze buis of staatn. 35 cnde plaat 1. De plaat .41 zal tenslotte nog een bepaalde afstand opwaarts bewegen ten- einde alzo het volle qeiuicht van de stang 35 op de plaat +1 te krijgen en het laken good vast te grijpen.
Tegelijkertijd heeft het laken L, ziemeer speciaal figuur 5, een lus gevormd die door de binden 6 onder de plaat 41 wordt getransporteerd teneinde alzo liet laken dubbel te plooi- en
Dit gaat zeer gemakkelijk doordat de eigenlijke klem- inrichting 41-35 in een relatief zeer hoge stand wordt ge- bracht boven de banden 6.
EMI7.5
Wanneer het eineinde L? van het laken 1:. de taster n verlaat valt deze door zijn eigen gewicht terug omlaag en wordt, via de mikro-schakelaar 16 en het overeenstemmende ven- tiel, de druk verwijderd van de dommekracht 51. Hierdoor be- weegt plaat 41 geleidelijk omlcag en zal op een bepaald ogen-
EMI7.6
blik de buis 35 verlaten doordatdesG Ots haar steunen, 1^e,Tn?c- ticvelijk 3C en 37, komt te rusten.
<Desc/Clms Page number 8>
Het uiteinde 11 van het laken kan op dit ogenblik vrij van de plaat41 schuiven, waarbij de afstand van de taster 21 vanzelfsprekend zodanig moet geregeld worden ten opzichte van de plaat 41 dat de uiteinden Ll van L2 nagenoeg juist op elkaar vallen wanneer het laken is samengcplooid.
Op deze wijze bekomt men een zeer eenvoudige en doeltreffende kleminrichting voor lakenplocimachinet waarmede wordt bekomen dat het laken zeer juist kan geplooid worden; dat opstroppingen nagenoeg totaal worden uitgesloten en dat beschadiging van het laken onmogelijk is,
De huidige uitvinding isgeenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulke kieminrichting kan in allerlei vornen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.
De uitvinding strekt zich eveneens uit tot iedere laken- plooimachine die/gebruikt maakt van een kleminrichting zoals voorafgaand beschreven. **WAARSCHUWING** Einde van DESC veld kan begin van CLMS veld bevatten **.