BE1030926A1 - Een terrasoverkapping - Google Patents

Een terrasoverkapping Download PDF

Info

Publication number
BE1030926A1
BE1030926A1 BE20225781A BE202205781A BE1030926A1 BE 1030926 A1 BE1030926 A1 BE 1030926A1 BE 20225781 A BE20225781 A BE 20225781A BE 202205781 A BE202205781 A BE 202205781A BE 1030926 A1 BE1030926 A1 BE 1030926A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
seal
cavity
structural element
mounting element
patio cover
Prior art date
Application number
BE20225781A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1030926B1 (nl
Inventor
Floris Albert Bontinck
Rycke Thomas De
Frene Joost Benjamin Renaat De
Original Assignee
Renson Sunprotection Screens
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Renson Sunprotection Screens filed Critical Renson Sunprotection Screens
Priority to BE20225781A priority Critical patent/BE1030926B1/nl
Priority to PCT/IB2023/059687 priority patent/WO2024069518A1/en
Publication of BE1030926A1 publication Critical patent/BE1030926A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1030926B1 publication Critical patent/BE1030926B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F10/00Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins
    • E04F10/08Sunshades, e.g. Florentine blinds or jalousies; Outside screens; Awnings or baldachins of a plurality of similar rigid parts, e.g. slabs, lamellae

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)
  • Laying Of Electric Cables Or Lines Outside (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Abstract

De uitvinding voorziet in een terrasoverkapping (1) omvattende minstens één structureel element zijnde een ligger (3, 4) of een kolom (2). Het structureel element omvat een holte die aan de buitenzijde van het structureel element open is en geconfigureerd is voor het houden van een stroomkabel voor het leveren van stroom aan een functionele component (6) die bevestigbaar is aan het structureel element. De terrasoverkapping omvat verder een afdichting voor het afdichten van de open zijde van de holte, welke afdichting elastisch vervormbaar is tussen een open stand en een afdichtende stand, waarbij de afdichting tegelijkertijd verschillende van genoemde standen kan aannemen op verschillende locaties van de afdichting in genoemde langsrichting.

Description

4 BE2022/5781
Een terrasoverkapping
Technisch vakgebied
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een terrasoverkapping.
Stand der techniek
Terrasoverkappingen worden doorgaans opgesteld om een buiten gelegen plaats af te schermen of juist vrij te maken. Zo worden dergelijke terrasoverkappingen vaak opgesteld bij woningen, restaurants, winkels, etc. om een buitenterras of dergelijke af te schermen van zonnestralen, neerslag en/of wind of juist om tijdelijk zonnestralen binnen te laten. Deze terrasoverkappingen kunnen bijvoorbeeld worden uitgevoerd onder de vorm van een luifel, een pergola, een veranda, een carport, een paviljoen, enz.
Een dergelijke terrasoverkapping omvat typisch een dakkader dat minstens gedeeltelijk ondersteund is door kolommen. Uitzonderlijk kan het dakkader ook ondersteund zijn door een andere dakconstructie. Het dakkader is algemeen opgebouwd uit meerdere liggers (i.e. structurele elementen) die samengesteld zijn tot één of meerdere kaders waarin een dakinvulling kan worden bevestigd. De liggers zelf zijn vaak een samenstelling van meerdere individuele profielen. Een dergelijk dakkader is typisch ondersteund door vier (of meer) kolommen (i.e. structurele elementen) waartussen een wandinvulling kan worden voorzien.
Eveneens kunnen er minder kolommen worden gebruikt in geval het dakkader ondersteund wordt door andere structuren, zoals een muur van een reeds bestaande structuur.
De dakinvulling kan vast of verplaatsbaar zijn, bijvoorbeeld een openschuifbaar dak. De dakinvulling van een openschuifbaar dak kan bijvoorbeeld bestaan uit een oprolbaar doek of scherm, lamellen die rond hun as roteren, of van segmenten die over elkaar heen kunnen schuiven.
9 BE2022/5781
De segmenten kunnen panelen zijn die deels gemaakt zijn van (gelaagd) glas of kunststof, zoals PC of PMMA. Afhankelijk van de materiaalkeuze kan de lichtdoorlatendheid en robuustheid van het dak afgestemd worden naar de gewenste toepassing. De wandinvulling kan eveneens vast of verplaatsbaar zijn. Voorbeelden zijn een oprolbaar doek of scherm of beweegbare, i.e. verschuifbare of vouwbare, panelen.
Tevens werden er reeds verschillende soorten kolommen ontwikkeld die naast hun algemene ondersteuningsfunctie ook andere functies omvatten. Zo kunnen de kolommen aangepast zijn om tevens toevoerleidingen naar elektrische apparatuur te voorzien en/of afvoerbuizen voor afvoer van neerslag te omvatten en/of geleidingsprofielen voor een scherm te omvatten. Bij voorkeur dient de kolom alle hierboven beschreven functies te kunnen omvatten en daarbij tevens naar buiten toe zo esthetisch mogelijk te zijn afgewerkt.
WO 2021/214677 A1 openbaart een terrasoverkapping opgebouwd uit een aantal structurele componenten, nl. kolommen en liggers, die zich elk in een langsrichting (typisch horizontaal voor liggers en verticaal voor kolommen) uitstrekken. In bepaalde uitvoeringen geopenbaard in WO 2021/214677 A1 zijn liggers aan hun onderzijde voorzien van één of meerdere open holtes die toelaten om wandinvulling te integreren in de ligger. In bepaalde uitvoeringen geopenbaard in WO 2021/214677 A1 zijn kolommen aan hun zijkant voorzien van één of meerdere open holtes die toelaten om wandinvulling te integreren in de kolom.
Het is daarnaast ook bekend uit WO 2021/214677 A1 om verlichting te voorzien aan de buitenzijde van de terrasoverkapping door LED strips te plaatsen in een holte in de ligger. Het is tevens bekend om verlichting in de vorm van LED strips te voorzien aan de binnenzijde van de terrasoverkapping zoals geopenbaard in DE 10 2016 117 774 A1 waar
LED strips zijn bevestigd aan de liggers.
Er is verder ook algemeen een nood naar de integratie van functionele componenten in een terrasoverkapping. Een voorbeeld van
3 BE2022/5781 een dergelijke integratie is geopenbaard in WO 2021/048773 A1 waar een lamel geopenbaard is met daarin een geïntegreerd verwarmingselement.
Verder is ook bekend van verlichting, bv. in de vorm van LED strips, te voorzien in of aan de liggers van een terrasoverkapping.
Een algemeen probleem met de integratie van functionele componenten is dat het vaak niet mogelijk is (of minstens heel moeilijk is) om deze later toe te voegen aan een terrasoverkapping of om deze later te verwijderen of vervangen. Een grote hindernis daarbij is de nood aan stroomvoorziening die typisch niet snel en eenvoudig aan te brengen is in een bestaande terrasoverkapping. Met andere woorden, alhoewel er functionele componenten beschikbaar zijn voor terrasoverkappingen laten de terrasoverkappingen niet toe om deze flexibel aan te passen naar de noden en wensen van gebruikers.
In andere vakgebieden is bekend om een profielbehuizing te voorzien waarin aan tegenoverliggende zijden telkens een open draad (bv. koper) aanwezig is. De ene draad is de positieve kant en de andere draad is de negatieve kant. Een functionele component is op die manier van stroom voorzien door contact met beide draden. Deze oplossing is echter niet toepasbaar in het kader van terrasoverkappingen voor gebruik in de buitenomgeving wegens de invloeden van neerslag, vuil, insecten, etc. die de werking van de open draden negatief kan beïnvloeden.
Een andere bekende oplossing is om de open draden af te schermen via silicone en het elektrisch contact te maken door lokaal de silicone te doorbreken met connectiepinnen. Dit laat echter niet toe om de functionele component later te verwijderen of te verplaatsen omdat er dan namelijk een gedeelte van de stroomdraden blootgesteld is aan de buitenomgeving.
Beschrijving van de uitvinding
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een terrasoverkapping te voorzien die de hierboven beschreven nadelen ten
4 BE2022/5781 minste gedeeltelijk oplost.
Dit doel wordt gerealiseerd door dat genoemde holte geconfigureerd is voor het houden van minstens één stroomkabel voor het leveren van stroom aan één of meerdere functionele componenten die bevestigbaar zijn aan genoemd structureel element, en dat de terrasoverkapping verder een afdichting omvat voor het afdichten van de open zijde van genoemde holte, welke afdichting zich uitstrekt in genoemde langsrichting en elastisch vervormbaar is tussen een open stand en een afdichtende stand, waarbij de afdichting tegelijkertijd verschillende van genoemde standen kan aannemen op verschillende locaties van de afdichting in genoemde langsrichting.
Door genoemde holte in te richten voor het ontvangen en houden van een stroomkabel is minstens de stroomvoorziening voor de functionele componenten aanwezig of kan deze eenvoudig worden geplaatst. De holte is namelijk aan de buitenzijde van het structureel element open waardoor de stroomkabel kan worden ingebracht. De afdichting dient daarnaast voor het beschermen van de binnenzijde van de holte tegen de natuurlijke elementen, zoals neerslag, vuil, stof, insecten, etc. Met andere woorden, de stroomkabel, wanneer aanwezig, is niet direct blootgesteld aan de natuurlijke elementen. Het onttrekt tevens de stroomkabel aan het zicht van gebruikers zodat deze derhalve minder visueel als storend kan worden ervaren.
Daarenboven kan de afdichting op verschillende locaties tegelijkertijd open of afdichtend zijn en is deze vervormbaar tussen deze standen. Met andere woorden kan de afdichting vooreerst flexibel worden ingezet om een specifieke locatie af te dichten of net niet (bv. indien op een later tijdstip er net wel of geen nood meer is aan een functionele component). Verder laat de afdichting ook toe om op één of meerdere locaties langsheen het structureel element een opening te voorzien zodat meerdere functionele elementen tegelijkertijd kunnen worden aangebracht terwijl het niet-benutte gedeelte van de open zijde (i.e. waar geen functioneel element is aangebracht) toch gedicht is.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de afdichting een stijf gedeelte en een elastisch gedeelte, waarbij het stijf gedeelte bevestigd is aan genoemd structureel element en waarbij het 5 elastisch gedeelte, in de afdichtende stand, de open zijde afdicht. Zoals hierna zal blijken is de voorziening van een stijf gedeelte voordelig omdat dit kan eenvoudig dienen voor de bevestiging van de afdichting aan het structureel element zonder de nood aan bijkomende afzonderlijke bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, bouten, lijm, etc.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de afdichting enkel een elastisch gedeelte. Hierdoor kan de afdichting eenvoudiger worden uitgevoerd. Typisch, maar niet altijd, zal er dan wel nood zijn aan bijkomende afzonderlijke bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, bouten, lijm, etc. om de elastische afdichting te bevestigen aan het structureel element.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat genoemd structureel element houdermiddelen, waarbij de afdichting, in het bijzonder het stijf gedeelte daarvan, door middel van de houdermiddelen aan genoemd structureel element, in het bijzonder in genoemde holte, wordt vastgehouden, welke houdermiddelen bij voorkeur twee naar elkaar gerichte haken omvatten die uitsteken vanuit een wand die genoemde holte begrensd, waarbij een gedeelte van de afdichting, in het bijzonder het stijf gedeelte, wordt gehouden tussen genoemde haken en een deel van genoemde wand.
Het voorzien van houdermiddelen in genoemd structureel element, in het bijzonder in de holte daarin, vormt een elegante manier om de afdichting te bevestigen zonder de nood aan bijkomende afzonderlijke bevestigingsmiddelen. Het laat namelijk toe om een gedeelte (zoals het stijf gedeelte indien aanwezig) vast te plaatsen in de houdermiddelen.
Haken zijn voordelig omdat deze vooreerst integraal kunnen worden vervaardigd samen met de rest (of een gedeelte) van het structureel
6 BE2022/5781 element, bv. via extruderen. Daarenboven kan de afdichting dan in de langsrichting van het structureel element worden ingeschoven in de holte met een gedeelte reeds in de houdermiddelen.
De houdermiddelen kunnen daarnaast ook een vormgeving hebben waarin een dikker (maar niet noodzakelijk stijf) gedeelte van de afdichting past. Bijvoorbeeld kunnen de houdermiddelen C-vormig zijn waarbij de afdichting, in het bijzonder de volledig elastische afdichting, aan een rand een verdikking heeft die daarin past.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de afdichting twee hoofdzakelijk L-vormige elementen die zich tegenover elkaar bevinden, waarbij elk L-vormig element een eerste been en een tweede been omvat, waarbij het eerste been bevestigd is aan genoemd structureel element en waarbij de tweede benen, in de afdichtende stand, samen de open zijde afdichten. Bij voorkeur vormt elk eerste been het stijf gedeelte van de afdichting. Bij voorkeur pivoteert het tweede been ten opzichte van het eerste been bij een verplaatsing van de afdichting tussen zijn standen. Bij voorkeur is elk -vormig element voorzien van een schoor, welke schoor zich bij voorkeur uitstrekt tussen de vrije (i.e. distale) uiteinden van het eerste en het tweede been.
Het gebruik van twee afzonderlijke elementen voor het vormen van de afdichting heeft een aantal voordelen. Vooreerst kan elk element, in het bijzonder elk tweede been, een dimensie, namelijk een breedte, hebben die kleiner is dan de breedte van de open zijde. Hierdoor kan tevens een hoogte-dimensie van de holte worden beperkt in geval het tweede been pivoteert ten opzichte van het eerste been bij een verplaatsing van de afdichting tussen zijn standen. De hoogte-dimensie van de holte dient namelijk, in een dergelijke uitvoering, minstens even hoog te zijn als de breedte-dimensie van het tweede been.
Daarnaast kan het tweede been van elk element in de afdichtende stand ook inwaarts gericht zijn naar genoemde holte. Dit is onmogelijk in een uitvoering waarbij er slechts één been de gehele open zijde dient te
7 BE2022/5781 bedekken. Dergelijk inwaarts gerichte benen kunnen dienen als draagvlak voor de stroomkabel, in welk geval een schoor voordelig is om de draagkracht van de eerste benen te verhogen. De schoren kunnen ook dienen voor de ruimte tussen de benen af te schermen (i.e. door de schoor te laten uitstrekken tussen de vrije uiteinden van de benen), bv. voor het vermijden dat een stroomkabel daartussen geklemd wordt. Het reeds naar de binnenkant van de holte richten van de tweede benen laat ook toe om deze met minimale kracht dieper te buigen om zo toegang te krijgen tot de holte. Met andere woorden de stroomkabel(s) kunnen zo snel worden geplaatst.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de afdichting of elk van de hoofdzakelijk L-vormige elementen integraal vervaardigd uit een elastomeer, zoals rubber, bijvoorbeeld via een extrusieproces, zoals co-extrusie dat kan gebruikt worden voor het integraal vervaardigen van een afdichting met een stijf gedeelte en een elastisch gedeelte.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is genoemd structureel element een ligger, waarbij de open zijde zich bevindt aan een onderzijde van de ligger en waarbij de afdichting, in zijn afdichtende stand, geconfigureerd is om genoemde minstens één stroomkabel te dragen. Op die manier zijn er geen afzonderlijke houdermiddelen nodig voor het houden van de stroomkabel(s) in de holte tegen het effect van de zwaartekracht.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de terrasoverkapping verder een montage-element dat verschuifbaar is aangebracht in genoemde holte, welk montage-element geconfigureerd is voor het daaraan bevestigen van een functionele component van genoemde één of meerdere functionele componenten, waarbij het montage-element verbindbaar is met genoemde minstens één stroomkabel. Het gebruik van een verschuifbaar montage-element verhoogt verder de functionaliteit van de functionele component(en)
8 BE2022/5781 doordat deze kan worden verplaatst langsheen het structureel element.
Het verschuifbaar montage-element kan verder dienen als een type universele bevestiging waarop verschillende types componenten kan worden bevestigd, hetgeen het gebruiksgemak voor een eindgebruiker verhoogt.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het montage-element twee tegenover elkaar liggende zijwanden die verbonden zijn door middel van een tussendeel, waarbij elke zijwand zich uitstrekt in genoemde langsrichting en draaibaar is ten opzichte van het tussendeel langsheen een as die zich uitstrekt in genoemde langsrichting voor het plaatsen van het montage-element in genoemde holte doorheen de open zijde. De kantelende zijwanden laten toe om het montage- element, dat breder is dan de breedte van de opening die toegang heeft in de holte, toch doorheen deze opening te plaatsen. Met andere woorden, het montage-element kan worden ingebracht in de holte doorheen de open zijde zodat een zijdelingse insteek (i.e. doorheen een kops uiteinde van de holte) onnodig is, welke zijdelingse insteek niet (eenvoudig) mogelijk is bij een reeds opgebouwde terrasoverkapping.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat genoemd structureel element geleidingsmiddelen voor het houden en geleiden van het montage-element. Dit draagt bij aan het voorkomen dat het montage-element per ongeluk los raakt uit de holte. Daarenboven zorgt dit voor een vlottere verschuiving van het montage-element alsook het verlagen van het risico op een blokkering.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvatten de geleidingsmiddelen een eerste paar zich tegenover elkaar bevindende lippen en een tweede paar zich tegenover elkaar bevindende lippen, waarbij de ene lip van een paar zich uitstrekt vanaf een eerste wand die genoemde holte begrenst en waarbij de andere lip van een paar zich uitstrekt vanaf een tweede wand die genoemde holte begrenst, waarbij de ene lippen van beide paren naar elkaar gericht zijn en waarbij de andere
9 BE2022/5781 lippen van beide paren naar elkaar gericht zijn. De lippen zijn in het bijzonder gevormd door éénzelfde element dat de haken vormt voor het bevestigen van de afdichting. Dit bekomt een compact ontwerp aangezien één element een dubbele functie uitoefent.
In een Uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het montage-element twee tegenover elkaar liggende zijwanden die verbonden zijn door middel van een tussendeel, waarbij de zijwanden in contact komen met een overeenkomstige van de lippen. Op die manier zijn de randen van elke zijwand in contact met een lip voor het houden, uitlijnen en geleiden van het montage-element met een minimum aantal aan componenten.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het montage-element blokkeringsmiddelen die verplaatsbaar zijn tussen een open stand waarin het montage-element verschuifbaar is doorheen genoemde holte in genoemde langsrichting en een blokkerende stand waarbij het montage-element niet verschuifbaar is doorheen genoemde holte. Deze blokkeringsmiddelen voorkomen dat het montage-element (of de functionele component daarop bevestigd) per ongeluk, bv. door windinvloeden, verschuift.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvatten de blokkeringsmiddelen een verplaatsbare wand die, in de blokkerende stand, een deel van het montage-element klemt tegen genoemd structureel element. Het gebruik van een klemmende werking zorgt voor een blokkering zonder schade toe te brengen aan de terrasoverkapping (in tegenstelling tot het gebruik van nagels of dergelijk) waardoor het herhaaldelijk openen en blokkeren van het montage-element geen nadelige effecten teweeg brengt. Het is tevens gebruiksvriendelijk omdat slechts een minimale moeite nodig is voor het blokkeren of deblokkeren van het montage-element.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvatten de blokkeringsmiddelen één of meerdere afzonderlijke elementen, zoals
10 BE2022/5781 bouten of schroeven. Dergelijke afzonderlijke elementen zijn dan vooral bedoeld voor functionele componenten waarvan een verplaatsing onnodig is. Het voordeel is een verhoogde veiligheid naar diefstal. De afzonderlijke elementen zijn bij voorkeur niet zichtbaar vanaf de buitenzijde van de terrasoverkapping, bijvoorbeeld door deze aan het zicht te onttrekken via de afdichting.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft het montage-element een eerste zijde die naar genoemde open zijde gericht is en een tweede zijde die zich tegenover genoemde eerste zijde bevindt, waarbij de tweede zijde voorzien is van een langwerpige groef voor het positioneren van genoemde minstens één stroomkabel. Een dergelijke groef draagt bij aan het voorkomen dat een stroomkabel geklemd zou raken tussen het montage-element en het structureel element.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de terrasoverkapping verder één of meerdere van genoemde één of meerdere functionele componenten, waarbij genoemde één of meerdere functionele componenten bij voorkeur één of meerdere omvatten van: een verlichtingselement, zoals een spot of een led; een audio-element, zoals een luidspreker; een beeldvormingselement, zoals een projector; een verwarmingselement, zoals een elektrische verwarming; een sensor, zoals een regensensor, windsensor, of een lichtinvalsensor; een ventilatie- element, zoals een ventilator; een stroomvoorziening, zoals een stopcontact of USB-poort; of een houder waaraan een element, zoals een scherm of decoratie, kan worden bevestigd. Dit vergroot de beschikbare opties die een eindgebruiker kan toepassen in zijn terrasoverkapping.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat de terrasoverkapping verder genoemde minstens één stroomkabel die is aangebracht in genoemde holte. De stroomkabel is met andere woorden reeds vooraf aangebracht waardoor een eindgebruiker minder tijd nodig heeft voor het aanbrengen van functionele componenten. Op termijn kan de stroomkabel ook dienen voor communicatie en/of aansturing van één
14 BE2022/5781 of meerdere aangesloten functionele componenten, ie. de term “stroomkabel” is bedoeld om ook het begrip “datakabel” te omvatten.
Korte beschrijving van de tekeningen
De uitvinding zal hierna verder in detail worden verklaard aan de hand van de volgende beschrijving en van de bijgevoegde tekeningen.
Figuur 1 toont een uitvoering van een terrasoverkapping volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 2 toont een zijaanzicht van een gedeelte van een structureel element van een terrasoverkapping volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 3 toont een perspectiefaanzicht van een gedeelte van de afdichting gebruikt in een terrasoverkapping volgens de onderhavige uitvinding.
Figuren 4A en 4B tonen een perspectiefaanzicht van een verschuifbaar montage-element gebruikt in een terrasoverkapping volgens de onderhavige uitvinding in de vrije, respectievelijk blokkerende, stand.
Figuren 5A tot en met 5E tonen opeenvolgende stappen in het plaatsen van een verschuifbaar montage-element in een terrasoverkapping volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 6 toont een schematische weergave van de stroomvoorziening gebruikt in een terrasoverkapping volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 7 toont een doorsnede doorheen een stroomkabel gebruikt in een terrasoverkapping volgens de onderhavige uitvinding.
Figuur 8 toont éénzelfde zicht als figuur 2 voor een andere uitvoeringsvorm van de afdichting.
Uitvoeringsvormen van de uitvinding
De onderhavige uitvinding zal hierna beschreven worden aan de hand van welbepaalde uitvoeringsvormen en onder verwijzing naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is daar niet toe beperkt en wordt
12 BE2022/5781 enkel gedefinieerd door de conclusies. De hier weergegeven tekeningen zijn enkel schematische weergaven en zijn niet beperkend. In de tekeningen kunnen de afmetingen van bepaalde onderdelen vergroot zijn weergegeven, wat betekent dat de onderdelen in kwestie dus niet op schaal zijn weergegeven, en dit enkel voor illustratieve doeleinden. De afmetingen en de relatieve afmetingen komen niet noodzakelijkerwijze overeen met de werkelijke praktijkuitvoeringen van de uitvinding.
Daarenboven worden termen zoals “eerste”, “tweede”, “derde”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen gelijkaardige elementen en niet noodzakelijkerwijze om een sequentiële of chronologische volgorde aan te geven. De termen in kwestie zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere volgorden werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
Bovendien worden termen zoals “top”, “bodem”, “boven”, “onder”, en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt voor beschrijvende doeleinden. De aldus gebruikte termen zijn onderling verwisselbaar in de daarvoor geschikte omstandigheden, en de uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen in andere oriëntaties werken dan deze die hier worden beschreven of geïllustreerd.
De term “omvattende” en afgeleide termen, zoals die gebruikt worden in de conclusies, moet of moeten niet geïnterpreteerd worden als beperkt zijnde tot de middelen die telkens daarna vermeld worden; de term sluit andere elementen of stappen niet uit. De term moet geïnterpreteerd worden als een specificatie van de vermelde eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten waarnaar wordt verwezen, zonder dat evenwel de aanwezigheid of het toevoegen wordt uitgesloten van een of meer bijkomende eigenschappen, gehele getallen, stappen, of componenten, of groepen daarvan. De reikwijdte van een uitdrukking zoals “een inrichting omvattende de middelen A en B” is dan ook niet enkel
13 BE2022/5781 beperkt tot inrichtingen die zuiver bestaan uit componenten A en B. Wat er daarentegen bedoeld wordt, is dat, voor wat betreft de onderhavige uitvinding, de enige relevante componenten A en B zijn.
Met betrekking tot figuur 1 zal elke verwijzing naar een oriëntatie van de liggers geïnterpreteerd worden met referentie tot de stand bij montage in de terrasoverkapping. Op die manier is sprake van vier oriëntaties, namelijk boven, onder, buiten en binnen. Daarbij verwijst “boven” naar het gedeelte van de ligger dat georiënteerd is of zal zijn richting het bovenvlak (de hemel, e.g. de open lucht), “onder” naar het gedeelte van de ligger dat georiënteerd is of zal zijn richting het grondvlak (de aarde, e.g. de terrasvloer), “buiten” naar het gedeelte van de ligger dat georiënteerd is of zal zijn weg het dak, i.e. weg van de dakinvulling en “binnen” naar het gedeelte van de ligger dat georiënteerd is of zal zijn naar de binnenzijde van het dak, i.e. gericht naar de dakinvulling.
De term “nagenoeg” omvat variaties van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij voorkeur +/-1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/-0.1% of minder, van de gespecificeerde toestand, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de term “nagenoeg A” bedoeld is om ook “A” te omvatten.
Figuur 1 illustreert een terrasoverkapping 1 voor een grondoppervlak, bijvoorbeeld een terras of tuin. De terrasoverkapping omvat een veelheid aan kolommen 2 die verschillende liggers 3, 4 ondersteunen. De kolommen en liggers vormen samen kaders waaraan wandinvullingen (niet getoond) en/of dakbedekkingen 5 kunnen worden bevestigd zoals hierna beschreven. De terrasoverkapping 1 omvat twee types liggers 3, 4, namelijk: - een ligger 3 die aan de buitenzijde van de terrasoverkapping 1 dienst doet als externe pivotbalk 3; en - een ligger 4 die dienst doet als spanbalk 4.
In andere uitvoeringen is een derde type ligger ook aanwezig in een
14 BE2022/5781 terrasoverkapping, nl. een ligger die centraal in de terrasoverkapping 1 dienst doet als centrale pivotbalk. Het zal ook worden geapprecieerd dat de liggers 3, 4 aan andere structuren, bijvoorbeeld een muur of gevel, kunnen worden bevestigd in plaats van uitsluitend steunend op kolommen 2 zoals getoond in figuur 1. Op een dergelijke manier kan de terrasoverkapping 1 algemeen ingezet worden voor het afschermen van een buitenruimte, alsook voor een binnenruimte. Hierna zal de term “structureel element” gebruikt worden om zowel de liggers 3, 4 alsook de kolommen 2 aan te duiden van de terrasoverkapping 1.
In de getoonde uitvoering wordt de dakbedekking 5 gevormd door lamellen die aan hun kopse uiteinden draaibaar bevestigd zijn aan pivotbalken 3. De lamellen zijn draaibaar tussen een open stand en een gesloten stand. In de open stand bevindt er zich een tussenruimte tussen de lamellen waardoorheen bijvoorbeeld lucht de onderliggende ruimte kan binnengebracht worden of deze onderliggende ruimte kan verlaten. In de gesloten stand vormen de lamellen een gesloten afdak waarmee de onderliggende ruimte kan afgeschermd worden van bijvoorbeeld wind en/of neerslag, zoals regen, hagel of sneeuw. Naar afvoer van neerslag toe zijn de lamellen typisch schuin aflopend opgesteld naar één van beide pivotbalken 3 toe.
De lamellen zijn typisch vervaardigd uit een rigide materiaal. Dit kan bijvoorbeeld aluminium zijn. Aluminium heeft veel voordelen als materiaal, het is namelijk tegelijk robuust en licht, goed bestand tegen slechte weersomstandigheden en vereist weinig onderhoud. Andere materialen zijn echter ook geschikt en de voor- of nadelen ervan zijn verondersteld gekend te zijn door de vakman. Een lamel kan met behulp van verschillende technieken geproduceerd worden afhankelijk van het materiaal, waaronder extruderen, frezen, zetten, gieten, lassen, enzovoort.
De gepaste productietechniek wordt verondersteld gekend te zijn door de vakman. Bij voorkeur worden de lamellen vervaardigd door middel van een extrusieproces. Eventueel kunnen opvulelementen uit bijvoorbeeld
15 BE2022/5781 polycarbonaat, glas, hout, enz. gebruikt worden om de holle lamellen ten minste gedeeltelijk op te vullen, bijvoorbeeld om een ander uitzicht van de lamel te bekomen.
In een uitvoering kunnen de lamellen daarnaast, in hun open stand, eventueel verschuifbaar in de terrasoverkapping 1 voorzien zijn, dit om de regelopties qua lichtinval, stralingswarmte en ventilatie verder te vergroten.
Meer algemeen is de dakbedekking 5 vast opgesteld of verplaatsbaar. Een verplaatsbare dakbedekking omvat, bijvoorbeeld, kantelbare en/of verschuifbare lamellen (zoals hierboven beschreven) en/of op- en afrolbare schermen en/of verschuifbare panelen. De individuele elementen van de verplaatsbare dakbedekking 5 vormen in hun gesloten stand een nagenoeg waterdicht dak waarmee de onderliggende ruimte kan afgeschermd worden van bijvoorbeeld wind en/of neerslag, zoals regen, hagel of sneeuw. Deze dakbedekking 5 wordt typisch afgewaterd naar de pivotbalken 3 en van daaruit direct of via de spanbalken 4 naar de kolommen 2. Door verschuiven en/of roteren van lamellen en/of de panelen en/of door oprollen van een scherm kan de dakbedekking 7 minstens gedeeltelijk geopend en/of gesloten worden om zo lichtinval, stralingswarmte, ventilatie, neerslag, etc. naar de ruimte onder de dakbedekking 5 toe naar keuze te kunnen bepalen.
Wandinvullingen (niet getoond) zijn typisch bedoeld om openingen onder de terrasoverkapping 1 tussen de kolommen 2 af te schermen. De wandinvullingen kunnen vast opgesteld of verplaatsbaar zijn.
Verplaatsbare zijwanden omvatten, bijvoorbeeld, op- en afrolbare schermen en/of wandelementen die verschuifbaar opgesteld zijn ten opzichte van elkaar, etc. Vast opgestelde zijwanden kunnen vervaardigd worden uit verschillende materialen, zoals kunststof, glas, metaal, textiel, hout, etc. Combinaties van verschillende wandinvullingen zijn eveneens mogelijk.
Figuur illustreert verder dat de terrasoverkapping 1 verder voorzien is van een aantal verlichtingselementen 6 die verbonden zijn met de
16 BE2022/5781 structurele elementen 2, 3, 4. Alhoewel de terrasoverkapping 1 getoond is met verlichtingselementen 6 dient duidelijk te zijn dat andere functionele componenten ook mogelijk zijn, zoals: een verlichtingselement, zoals een spot of een led; een audio-element, zoals een luidspreker; een beeldvormingselement, zoals een projector; een verwarmingselement, zoals een elektrische verwarming; een sensor, zoals een regensensor, windsensor, of een lichtinvalsensor; een ventilatie-element, zoals een ventilator; een stroomvoorziening, zoals een stopcontact of USB-poort; of een houder waaraan een element, zoals een scherm of decoratie, kan worden bevestigd. Details omtrent deze functionele componenten 6 en hoe deze verbonden zijn met de terrasoverkapping 1 worden verder beschreven.
Algemeen zijn de structurele elementen 2, 3, 4 opgebouwd uit één of meerdere profielen zoals beschreven in WO 2021/214677 A1. De profielen zijn typisch vervaardigd uit een rigide materiaal. Dit kan bijvoorbeeld aluminium zijn. Aluminium heeft veel voordelen als profielmateriaal, het is namelijk tegelijk robuust en licht, goed bestand tegen slechte weersomstandigheden en vereist weinig onderhoud. Andere materialen zijn echter ook geschikt en de voor- of nadelen ervan zijn verondersteld gekend te zijn door de vakman. Een profiel kan met behulp van verschillende technieken geproduceerd worden afhankelijk van het materiaal, waaronder extruderen, frezen, zetten, gieten, lassen, enzovoort, waarbij extruderen de voorkeur draagt. De gepaste productietechniek wordt verondersteld gekend te zijn door de vakman.
Eén van de profielen die aanwezig is in de structurele elementen 2, 3, 4 is een houderprofiel 10 getoond in zijaanzicht in figuur 2. Het houderprofiel 10 is algemeen hol uitgevoerd en is voorzien van een open zijde 14 die zich aan de buitenzijde van een structureel element 2, 3, 4 bevindt. Het houderprofiel 10 is derhalve voorzien van een holte 11 die omgeven is door een achterwand 12 en twee zijwanden 13, waarbij de open zijde 14 zich tussen de twee zijwanden 13 bevindt. Vanuit elke
17 BE2022/5781 zijwand 13 strekken zich twee uitstulpingen 15 uit die een dun gedeelte 15a en een dik gedeelte 15b omvatten. De functie van deze uitstulpingen 15 wordt hierna beschreven. Het houderprofiel 10 maakt deel uit van de structurele elementen 2, 3, 4 en kan daarmee geïntegreerd zijn op verschillende wijzen zoals de vakman bekend is uit de terrasoverkapping geopenbaard in WO 2021/214677 A1. In een uitvoeringsvorm kan het houderprofiel 10 gevormd zijn als deel van een ligger bijvoorbeeld in wandhouderprofiel 21 in figuur 3D van WO 2021/214677 A1; wandhouderprofiel 21a in figuur 3E van WO 2021/214677 A1; wandhouderprofiel 21b in figuur 3F van WO 2021/214677 A1. In een uitvoeringsvorm kan het houderprofiel 10 gevormd zijn als deel van een kolom 2 bijvoorbeeld in wandgeleidingsprofiel 86 in figuur 7E of 7F van WO 2021/214677 A1.
Voor het afdichten van de open zijde 14 is er een afdichting 16 voorzien die afzonderlijk getoond is in figuur 3. In de getoonde uitvoering omvat de afdichting 16 twee afzonderlijke identieke L-vormige elementen die elk integraal vervaardigd zijn uit een elastomeer, zoals rubber. Elk L- vormig element omvat een eerste been 17 en een tweede been 18. Het eerste been 17 is stijf in vergelijking met het elastisch tweede been 18. In de getoonde uitvoering komt dit door het eerste been 17 dikker te maken dan het tweede been 18. Zoals getoond in figuur 2 haken de uiteinden 17a van het eerste been 17 achter het dik gedeelte 15b van de uitstulpingen 15. Op die manier is het stijf gedeelte 17 vast gehouden in het houderprofiel 10. De eerste benen 18 dichten samen de open zijde 14 van het houderprofiel 10 af. De eerste benen 18 staan naar de binnenzijde van de holte 11 gericht in hun ruststand (getoond in figuur 2) hetgeen voordelig is indien het houderprofiel 10 zich aan de onderzijde van een ligger 3, 4 bevindt. De afdichting 16 wordt bij voorkeur reeds geplaatst in het houderprofiel 10 tijdens het productieproces, maar kan eveneens op een later tijdstip worden geplaatst, zoals bij het opbouwen van de terrasoverkapping 1 of zelfs bij een reeds opgebouwde terrasoverkapping
18 BE2022/5781 1. De afdichting 16 omvat verder een steunbeen 19 dat een bijkomende verbinding tussen de benen 17, 18 vormt en bijdraagt bij het houden van de eerste benen 18 in hun ruststand. In het bijzonder voorkomen de steunbenen 19 dat de eerste benen 18 als gevolg van belasting verder naar de open zijde 14 buigen. De steunbenen 19 vormen feitelijk een schoor van de L-vormige elementen.
In het houderprofiel 10 zijn verder in de getoonde uitvoeringsvorm drie stroomkabels 20 geplaatst, alhoewel meer of minder kabels natuurlijk mogelijk zijn. De afdichting 16 schermt deze kabels 20 af van de uitwendige omstandigheden en kan deze tevens dragen indien houderprofiel 10 zich aan de onderzijde van een ligger 3, 4 bevindt. De stroomkabels 20 kunnen geplaatst worden tijdens het opbouwen van de terrasoverkapping 1. Echter zullen deze typisch pas na het opbouwen van de terrasoverkapping 1 worden geplaatst door de kabels 20 doorheen de open zijde 14 te duwen. Dit is eenvoudig mogelijk in terrasoverkappingen 1 waar (zoals getoond in figuur 1) er een houderprofiel 10 aanwezig is in minstens één kolom 2 en de daarmee verbonden liggers 3, 4. Het is verder ook mogelijk om stroomkabels intern doorheen de kolom 2 te plaatsen, i.e. zonder gebruik van een houderprofiel, om stroomkabels 20 in het houderprofiel 10 te voorzien in de liggers 3, 4.
Figuren 4A tot en met 5E tonen details omtrent een montage- element 25 voor het daarop monteren van functionele componenten 6. Het montage-element 25 is algemeen balkvormig en omvat een centrale koker 26 waarop aan beide uiteinden zijwanden 27 zijn voorzien. De koker 26 is rigide en heeft een breedte die kleiner is dan de open zijde 14 zodat de koker 26 in de holte 11 kan worden ingebracht via de open zijde 14. Dit laat toe om het montage-element in een bestaande terrasoverkapping 1 te plaatsen. De koker 26 is verder voorzien van een aansluiting 28 waarop het functioneel element 6 bevestigbaar is. Het montage-element heeft verder twee pivoteerbare lippen 29 die draaibaar zijn tussen een open stand (figuur 4A) en een blokkerende stand (figuur 4B). In de blokkerende
19 BE2022/5781 stand duwt de lip 29 de zijwanden 27 van elkaar weg.
De verschillende zijwanden 27 zijn draaibaar ten opzichte van de koker 26 omheen de langsrichting van de koker 26. Dit is best getoond in figuren 5A tot en met 5E. In de ruststand (figuur 5A) van het montage- element zijn de zijwanden 27 onderling parallel en in lijn met de koker 26.
Bij het inschuiven van de koker 26 in het houderprofiel 10 (figuur 5B) kantelen de zijwanden 27 in een eerste oriëntatie zodat de bovenzijde van de zijwanden 27 naar elkaar toe komen en zo passen in de open zijde 14.
Bij het dieper induwen van het houderprofiel 10 (figuur 5C) kantelen de zijwanden 27 in een tweede oriëntatie, tegengesteld aan de eerste oriëntatie, zodat de bovenzijde van de zijwanden 27 van elkaar weggaan zodat de onderzijde van de zijwanden 27 ook binnen de open zijde 14 past.
Bij het nog verder induwen (figuur 5D) gaan de zijwanden 27 terug naar hun ruststand. Figuur 5D illustreert dat de randen van de zijwanden 27 in contact komen met het dik gedeelte 15B van de uitstulpingen 15 die vandaar dienst doen als geleiding. In deze toestand kan het montage- element 25 verschoven worden langsheen het houderprofiel 10 totdat deze de gewenste plaats heeft bereikt. Figuur 5E illustreert dan de stap van het blokkeren van het montage-element 25 door het draaien van de lippen 29 zodat de zijwanden 27, in het bijzonder de onderste randen daarvan, worden geklemd tegen het dik gedeelte 15B van de uitstulpingen 15 waardoor een verschuiving van het montage-element 25 langsheen de holte 11 niet meer mogelijk is. Door het opnieuw wegdraaien van de lippen 29 kan het montage-element 25 terug verschuiven langsheen het houderprofiel 10 zodat de plaatsing van een functioneel element 6 eenvoudig kan worden gevarieerd zowel langsheen de ligger 3, 4 of langsheen een kolom 2.
Door het plaatsen van het montage-element 25 in de holte 11 wordt de afdichting 16 lokaal (d.w.z. ter plaatse van het montage-element) vervormd. Meer specifiek worden de tweede benen 18 naar binnen geduwd richting de zijwanden 13 van het houderprofiel 10. Op die manier
20 BE2022/5781 wordt de afdichting 16 lokaal verplaatst van zijn afdichtende stand naar zijn open stand. Lokaal zorgt het montage-element 25 dan voor de afdichting van de open zijde 14. Op andere locaties (behalve onmiddellijk grenzend aan het montage-element aangezien er typisch een overgang is in de lengterichting tussen de afdichtende stand en de open stand) langsheen het houderprofiel 10 is de afdichting 16 nog steeds in zijn afdichtende stand met de tweede benen 18 in contact met elkaar.
Figuren 5A tot en met 5E illustreren tevens dat het montage- element 25, in het bijzonder de koker 26, aan zijn naar de holte gerichte zijde voorzien is van een langwerpige groef 34 voor het positioneren van de stroomkabel 20 in het houderprofiel 10.
Figuur 6 toont een schematische weergave van de stroomvoorziening gebruikt in de terrasoverkapping 1. De stroomkabel 20 is opgebouwd uit verschillende identieke segmenten 20a verbonden met een connector 20b die tevens één of meerdere aftakkingen 30 toelaat. Per aftakking is een eind-adapter 31 voorzien waaraan een stroomkabel 32 is gekoppeld die loopt naar het montage-element 25 waarop de functionele component 6 is geplaatst. Dit modulair systeem laat toe om de stroomkabel zo lang als nodig te maken en laat tevens ook toe om verschillende 20 functionele componenten 6 tegelijkertijd te verbinden.
Figuur 7 toont een doorsnede doorheen een stroomkabel 20 die doorheen de holte 11 loopt. De kabel 20 is voorzien van vier afzonderlijke voedingen 35 (bv. een positieve draad) en één gezamenlijke terugvoer (bv. een negatieve draad). Dit laat toe om vier functionele componenten 6 (of meer dan vier functionele componenten 6 maar verdeeld in maximaal vier groepen) afzonderlijk aan te sturen vanuit één stroomkabel 20.
Figuur 8 toont een alternatieve uitvoering van de onderhavige uitvinding. Identieke elementen zijn aangeduid met dezelfde referentiecijfers als in de voorgaande figuren. Het voornaamste verschil met de uitvoeringsvorm getoond in figuur 2 is de vormgeving van de schoren 19’. De schoren 19’ verbinden nu namelijk distale uiteinde van de
91 BE2022/5781 benen 17, 18 met elkaar, anders gezegd strekken de schoren 19° zich uit tussen de vrije uiteinden van de benen 17, 18. Het voordeel van een dergelijke plaatsing is het vermijden dat één of meerdere van de stroomkabels, bij het verplaatsen naar de open stand van de eerste benen 18, in de ruimte tussen de eerste en tweede benen raakt. De kromming van de schoren 19’ draagt hieraan bij doordat deze kromming aanleiding geeft voor het naar buiten plooien (i.e. weg van de hoek/ruimte gevormd tussen de benen 17, 18) van de schoren 19° bij het verplaatsen van het eerste been 18 naar zijn open stand.
Het dient duidelijk te zijn dat andere vormen van afdichting 16 ook mogelijk zijn voor het dichten van de open zijde 14 van het houderprofiel 10. In een uitvoeringsvorm is er slechts één element aanwezig zijn die de gehele open zijde 14 afdekt, bijvoorbeeld een elastomeer strip die aan één zijde vast bevestigd is aan het houderprofiel 10 (ter illustratie via verlijming of via een gepaste houder en een verdikking op de strip). In een uitvoeringsvorm is de afdichting 16 niet vervaardigd uit elastomeer, deze kan bijvoorbeeld de vorm aannemen van een borsteldichting. Verder kunnen ook rigide plaatvormige elementen worden gebruikt die scharnierend zijn bevestigd aan het houderprofiel 10. De getoonde afdichting 16 dient ook niet vervaardigd te zijn uit één stuk over de gehele lengte van het structureel element 2, 3, 4. Er kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van afzonderlijke strips met een vaste lengte, bv. 1 meter.
Het dient verder duidelijk te zijn dat het houderprofiel 10 geen afzonderlijk profiel dient te zijn, maar geïntegreerd kan zijn in en deel uitmaken van andere profielen die deel zijn van het structureel element.
Het houderprofiel 10 kan daarenboven ook gevormd zijn door een samenstelling van meerdere afzonderlijke profielen.
Alhoewel bepaalde aspecten van de onderhavige uitvinding zijn beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen, is het duidelijk dat deze aspecten in andere vormen kunnen worden
29 BE2022/5781 geimplementeerd binnen de beschermingsomvang zoals bepaald door de conclusies.

Claims (15)

23 BE2022/5781 Conclusies
1. Een terrasoverkapping (1) omvattende minstens één structureel element zijnde een ligger (3, 4) of een kolom (2), waarbij genoemd structureel element zich uitstrekt in een langsrichting en een buitenzijde heeft, waarbij een holte (11) voorzien is in genoemd structureel element die aan de buitenzijde van het structureel element open is, welke holte zich uitstrekt in genoemde langsrichting, daardoor gekenmerkt dat genoemde holte geconfigureerd is voor het houden van minstens één stroomkabel (20) voor het leveren van stroom aan één of meerdere functionele componenten (6) die bevestigbaar zijn aan genoemd structureel element, en dat de terrasoverkapping verder een afdichting (16) omvat voor het afdichten van de open zijde van genoemde holte, welke afdichting zich uitstrekt in genoemde langsrichting en elastisch vervormbaar is tussen een open stand en een afdichtende stand, waarbij de afdichting tegelijkertijd verschillende van genoemde standen kan aannemen op verschillende locaties van de afdichting in genoemde langsrichting.
2. De terrasoverkapping volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de afdichting een stijf gedeelte (17) en een elastisch gedeelte (18) omvat, waarbij het stijf gedeelte bevestigd is aan genoemd structureel element en waarbij het elastisch gedeelte, in de afdichtende stand, de open zijde afdicht.
3. De terrasoverkapping volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat genoemd structureel element houdermiddelen (15) omvat, waarbij de afdichting door middel van de houdermiddelen aan genoemd structureel element, in het bijzonder in genoemde holte, wordt vastgehouden, welke houdermiddelen bij voorkeur twee naar elkaar gerichte haken omvatten die uitsteken vanuit een wand die genoemde holte begrensd,
24 BE2022/5781 waarbij een gedeelte van de afdichting wordt gehouden tussen genoemde haken en een deel van genoemde wand.
4. De terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de afdichting twee hoofdzakelijk L-vormige elementen omvat die zich tegenover elkaar bevinden, waarbij elk L-vormig element een eerste been (17) en een tweede been (18) omvat, waarbij het eerste been bevestigd is aan genoemd structureel element en waarbij de tweede benen, in de afdichtende stand, samen de open zijde afdichten, waarbij elk L-vormig been bij voorkeur een schoor (19, 19’) omvat.
5. De terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de afdichting integraal vervaardigd is uit een elastomeer.
6. De terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat genoemd structureel element een ligger (3, 4) is, waarbij de open zijde zich bevindt aan een onderzijde van de ligger en waarbij de afdichting, in zijn afdichtende stand, geconfigureerd is om genoemde minstens één stroomkabel te dragen.
7. De terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de terrasoverkapping verder een montage- element (25) omvat dat verschuifbaar is aangebracht in genoemde holte, welk montage-element geconfigureerd is voor het daaraan bevestigen van een functionele component van genoemde één of meerdere functionele componenten, waarbij het montage-element verbindbaar is met genoemde minstens één stroomkabel.
8. De terrasoverkapping volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat het montage-element twee tegenover elkaar liggende zijwanden (27)
95 BE2022/5781 omvat die verbonden zijn door middel van een tussendeel (26), waarbij elke zijwand zich uitstrekt in genoemde langsrichting en draaibaar is ten opzichte van het tussendeel langsheen een as die zich uitstrekt in genoemde langsrichting voor het plaatsen van het montage-element in genoemde holte doorheen de open zijde.
9. De terrasoverkapping volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat genoemd structureel element geleidingsmiddelen (15) omvat voor het houden en geleiden van het montage-element.
10. De terrasoverkapping volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsmiddelen een eerste paar zich tegenover elkaar bevindende lippen (15b) en een tweede paar zich tegenover elkaar bevindende lippen (15b) omvat, waarbij de ene lip van een paar zich uitstrekt vanaf een eerste wand die genoemde holte begrenst en waarbij de andere lip van een paar zich uitstrekt vanaf een tweede wand die genoemde holte begrenst, waarbij de ene lippen van beide paren naar elkaar gericht zijn en waarbij de andere lippen van beide paren naar elkaar gericht zijn, waarbij het montage-element bij voorkeur twee tegenover elkaar liggende zijwanden (27) omvat die verbonden zijn door middel van een tussendeel (26), waarbij de zijwanden in contact komen met een overeenkomstige van de lippen.
11. De terrasoverkapping volgens één van de conclusies 7 tot en met 10, daardoor gekenmerkt dat het montage-element blokkeringsmiddelen (29) omvat die verplaatsbaar zijn tussen een open stand waarin het montage-element verschuifbaar is doorheen genoemde holte in genoemde langsrichting en een blokkerende stand waarbij het montage-element niet verschuifbaar is doorheen genoemde holte.
26 BE2022/5781
12. De terrasoverkapping volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de blokkeringsmiddelen een verplaatsbare wand omvatten die, in de blokkerende stand, een deel van het montage-element klemt tegen genoemd structureel element.
13. De terrasoverkapping volgens één van de conclusies 7 tot en met 12, daardoor gekenmerkt dat het montage-element een eerste zijde heeft die naar genoemde open zijde gericht is en een tweede zijde die zich tegenover genoemde eerste zijde bevindt, waarbij de tweede zijde voorzien is van een langwerpige groef (34) voor het positioneren van genoemde minstens één stroomkabel.
14. De terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de terrasoverkapping verder één of meerdere van genoemde één of meerdere functionele componenten omvat, waarbij genoemde één of meerdere functionele componenten bij voorkeur één of meerdere omvatten van: een verlichtingselement, zoals een spot of een led; een audio-element, zoals een luidspreker; een beeldvormingselement, zoals een projector; een verwarmingselement, zoals een elektrische verwarming; een sensor, zoals een regensensor, windsensor, of een lichtinvalsensor; een ventilatie-element, zoals een ventilator; een stroomvoorziening, zoals een stopcontact of USB-poort; of een houder waaraan een element, zoals een scherm of decoratie, kan worden bevestigd.
15. De terrasoverkapping volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de terrasoverkapping verder genoemde minstens één stroomkabel omvat die is aangebracht in genoemde holte.
BE20225781A 2022-09-29 2022-09-29 Een terrasoverkapping BE1030926B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225781A BE1030926B1 (nl) 2022-09-29 2022-09-29 Een terrasoverkapping
PCT/IB2023/059687 WO2024069518A1 (en) 2022-09-29 2023-09-28 A terrace canopy

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20225781A BE1030926B1 (nl) 2022-09-29 2022-09-29 Een terrasoverkapping

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1030926A1 true BE1030926A1 (nl) 2024-04-23
BE1030926B1 BE1030926B1 (nl) 2024-04-29

Family

ID=83558163

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20225781A BE1030926B1 (nl) 2022-09-29 2022-09-29 Een terrasoverkapping

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1030926B1 (nl)
WO (1) WO2024069518A1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102016117774A1 (de) 2016-09-21 2018-03-22 Jürgen Grimmeisen Lamellendesign
WO2021048773A1 (en) 2019-09-12 2021-03-18 Renson Sunprotection-Screens Heater slat, slat roof comprising the same and method for manufacturing the same
WO2021214677A1 (en) 2020-04-21 2021-10-28 Renson Sunprotection-Screens Terrace canopy

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2020240605A1 (en) * 2019-05-27 2020-12-03 Pratic F.Lli Orioli S.P.A. Mobile covering module and covering apparatus comprising said module

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102016117774A1 (de) 2016-09-21 2018-03-22 Jürgen Grimmeisen Lamellendesign
WO2021048773A1 (en) 2019-09-12 2021-03-18 Renson Sunprotection-Screens Heater slat, slat roof comprising the same and method for manufacturing the same
WO2021214677A1 (en) 2020-04-21 2021-10-28 Renson Sunprotection-Screens Terrace canopy

Also Published As

Publication number Publication date
WO2024069518A1 (en) 2024-04-04
BE1030926B1 (nl) 2024-04-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2008069C2 (nl) Zonwering.
BE1030926B1 (nl) Een terrasoverkapping
JP3375897B2 (ja) オーニング装置
US8683752B1 (en) Modular shelter assembly
BE1027851B1 (nl) Dakinrichting voor een overkapping
US20230193631A1 (en) Terrace canopy
BE1027826B1 (nl) Profiel voor het vastzetten van een zonnepaneel
BE1028225B1 (nl) Een set profielen voor het opbouwen van een kolom voor het ondersteunen van een overkapping
US20230392408A1 (en) Roof construction for a canopy, kit of parts for assembling the roof construction, and method for placing a ledstrip in the roof construction
BE1028728B1 (nl) Dakinrichting voor een overkapping, set onderdelen voor het opbouwen van de dakinrichting, en overkapping omvattende de dakinrichting
BE1019769A5 (nl) Zonneschermconstructie.
BE1028724B1 (nl) Lamellendak voor een overkapping, set onderdelen voor het opbouwen van het lamellendak, en overkapping omvattende het lamellendak
BE1029720B1 (nl) Lamellendak, terrasoverkapping omvattende hetzelfde, en een set onderdelen voor het opbouwen daarvan
FR3080643A1 (fr) <P>STORES A LAMELLES</P>
BE1028221B1 (nl) Een set profielen voor het opbouwen van een overkapping
US20240141670A1 (en) Terrace canopy
BE1029716B1 (nl) Een terrasoverkapping en werkwijze voor het vervaardigen daarvan
KR200490809Y1 (ko) 막구조물
FR3110193A1 (fr) Store a lamelles
EP3732339A1 (en) Heat and/or light regulating system

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20240429