BE1027844B1

BE1027844B1 - Transmissiesysteem voor een voertuig

Info

Publication number: BE1027844B1
Application number: BE20195889A
Authority: BE
Inventors: Deurzen Antonius Arnoldus Maria Van; Druten Roell Marie Van
Original assignee: Punch Powertrain Psa E Trans Nv
Priority date: 2019-12-11
Filing date: 2019-12-11
Publication date: 2021-07-12
Also published as: BE1027844A1; CN115135905A; US20230023057A1; WO2021116283A1; EP4073400A1

Abstract

Een transmissiesysteem voor een voertuig, in het bijzonder een voorwielaangedreven voertuig, omvattende een ingang ingericht voor verbinding met een aandrijfbron, en een uitgang ingericht voor verbinding met een last. Het transmissiesysteem omvat een transmissie welke op zijn beurt een uitgaande as omvat die verbonden is met de uitgang, een eerste ingaande as en een eerste snelheid transformerende versnelling die de eerste ingaande as koppelt met de uitgaande as, en een tweede ingaande as en een tweede snelheid transformerende versnelling die de tweede ingaande as koppelt met de uitgaande as.

Description

Transmissiesysteem voor een voertuig

GEBIED VAN DE UITVINDING De uitvinding heeft betrekking op een transmissiesysteem voor een voertuig met een input ingericht voor verbinding met een aandrijfbron, en een output ingericht voor verbinding met een last.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Transmissiesystem, zoals automatische transmissiesystemen voor voertuigen zijn bekend. Zulke transmissiesystemen hebben in het algemeen een ingang ingericht om te worden verbonden met een aandrijfbron, zoals een interne verbrandingsmotor, en een uitgang ingericht om te worden verbonden met een last, zoals een aandrijflijn van het voertuig. Eén type transmissiesysteem omvat een transmissie omvattend een eerste ingaande as, een eerste uitgaande as verbonden met de uitgang, en een eerste snelheid transformerende versnelling tussen de eerste ingaande as en de eerste uitgaande as, en een tweede ingaande as en een tweede uitgaande as verbonden met de uitgang, en een tweede snelheid transformerende versnelling tussen de tweede ingaande as en de tweede uitgaande as. Dus, verschillende versnellingen, zoals een eerste versnelling, tweede versnelling, derde versnelling etc. kunnen geassocieerd worden met de eerste ingaande as of de tweede ingaande as, en kunnen individueel worden geselecteerd. WO2018/192965A1 beschrijft een transmissiesysteem omvattende een eerste koppelingsorgaan met een eerste sectie welke verbonden is met de ingang, en een tweede sectie welke verbonden is met de eerste ingaande as van de transmissie; een tweede koppelingsorgaan met een derde sectie welke is verbonden met de ingang en een vierde sectie welke verbonden is met de tweede ingaande as van de transmissie; en een verder koppelingsorgaan met een vijfde sectie welke verbonden is met de eerste ingaande as en een zesde sectie welke verbonden is met de tweede ingaande as voor het direct aan elkaar koppelen van de eerste en de tweede ingaande assen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Het is een doel om een transmissiesysteem te verschaffen welke kosten-effectiever is dan de bekende transmissiesystemen. Alternatief of additioneel is het een doel om een transmissiesysteem te verschaffen dat flexibel is in het selecteren van transmissieversnellingen. Meer in het algemeen is het een doel om een verbeterd, of ten minste een alternatief, transmissiesysteem te verschaffen.

Volgens een aspect is verschaft een transmissiesysteem voor een voorwielaangedreven voertuig omvattende een ingang ingericht om te worden verbonden met een aandrijfbron, zoals een interne verbrandingsmotor en/of een electromotor, en een uitgang ingericht om te worden verbonden met een last, zoals een aandrijflijn van het voertuig. Het transmissiesysteem omvat een transmissie op zijn beurt omvattende een uitgaande as verbonden met de uitgang, een eerste ingaande as en een eerste snelheid transformerende versnelling welke de eerste ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, en een tweede ingaande as en een tweede snelheid transformerende versnelling welke de tweede ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt.

De term snelheid transformerende versnelling is hierin gebruikt om een combinatie, e.g. een paar, tandwielen aan te duiden die een rotatiesnelheid aan de respectieve ingaande as transformeert in een (lagere, gelijke of hogere) rotatiesnelheid aan de uitgaande as. Het transmissiesysteem zorgt ervoor dat het voertuig kan worden bediend in verschillende versnellingen, zoals achteruitversnelling, eerste versnelling, tweede versnelling, derde versnelling, vierde versnelling, vijfde versnelling, etc. Elke snelheid transformerende versnelling is geassocieerd met één of meer transmissieversnellingen. Hier duidt een transmissieversnelling een combinatie, e.g. een paar, tandwielen aan die de transmissie doet functioneren in een vooraf bepaalde versnelling. E.g. een eerste transmissieversnelling doet de transmissie functioneren in eerste versnelling, een tweede transmissieversnelling doet de transmissie functioneren in tweede versnelling, etc. Het zal worden begrepen dat het mogelijk is dat verschillende transmissieversnellingen één of meer tandwielen delen. Bijvoorbeeld, een eerste/tweede transmissieversnelling duidt een combinatie, e.g. een paar, tandwielen aan die de transmissie doet functioneren in eerste of tweede versnelling, e.g. afhankelijk van de instellingen van koppelorganen van het transmissiesysteem.

Volgens dit aspect, omvat het transmissiesysteem verder een eerste koppelingsorgaan omvattende een eerste frictie-element, het eerste koppelingsorgaan omvattende een eerste sectie welke is verbonden met de ingang, en een tweede sectie welke is verbonden met de eerste ingaande as van de transmissie, en een tweede koppelingsorgaan omvattende een tweede frictie-element, het tweede koppelingsorgaan omvattende een derde sectie welke is verbonden met de ingang, en een vierde sectie welke is verbonden met de tweede ingaande as van de transmissie. Het transmissie systeem omvat een derde koppelingsorgaan omvattende een vijfde sectie welke is verbonden met de eerste ingaande as en een zesde sectie welke is verbonden met een transmissieversnelling van de transmissie, een vierde koppelingsorgaan omvattende een zevende sectie welke is verbonden met de tweede ingaande as en een achtste sectie welke 1s verbonden met de genoemde transmissieversnelling van de transmissie. Op deze manier wordt het aantal werkloos draaiende tandwielen in de transmissie geminimaliseerd wanneer elk van de transmissieversnellingen worden bediend. Ook zorgt dit ervoor dat ingaande tandwielen van andere transmissieversnellingen worden verbonden met de eerste of tweede ingaande as zonder dat daarvoor additionele koppelorganen en/of lagers nodig zijn, omdat de eerste en tweede ingaande assen met elkaar kunnen worden verbonden door middel van de derde en vierde koppelorganen via genoemde transmissieversnelling.

Optioneel omvat de transmissie slechts één uitgaande as. Dit levert een bijzonder compacte opstelling op, met lage complexiteit.

Optioneel omvatten de eerste en tweede snelheid transformerende versnellingen tezamen een set transmissieversnellingen, waarbij elke transmissieversnelling, met uitzondering van een achteruittransmissieversnelling, een ingaand tandwiel en een uitgaand tandwiel omvat, waarbij het ingaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de eerste of tweede ingaande as, en waarbij het uitgaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de slechts ene uitgaande as.

Optioneel zijn de zesde sectie van het derde koppelingsorgaan en de achtste sectie van het vierde koppelingsorgaan verbonden met de derde/vierde transmissieversnelling. Op deze manier kunnen de eerste ingaande as en de tweede ingaande as met elkaar verbonden worden via de derde/vierde of derde/vierde/vijfde transmissieversnelling. Dit zorgt ervoor dat ingaande tandwielen van andere transmissieversnellingen verbonden kunnen worden met de eerste of tweede ingaande as zonder dat daarvoor additionele koppelorganen en/of lagers nodig zijn. Bijvoorbeeld, een ingaand tandwiel van een eerste/tweede transmissieversnelling kan worden verbonden met de tweede ingaande as. De eerste/tweede transmissieversnelling kan worden verbonden met de eerste ingaande as door middel van de derde en vierde koppelorganen via de derde/vierde transmissieversnelling. Evenzo kan een ingaand tandwiel van een vijfde/zesde of vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling verbonden worden met de tweede ingaande as, en kan het worden verbonden met de eerste ingaande as door middel van de derde en vierde koppelorganen via de derde/vierde transmissieversnelling.

Optioneel zijn de zesde sectie van het derde koppelingsorgaan en de achtste sectie van het vierde koppelingsorgaan direct verbonden met een 5 tandwiel van de eerste of tweede snelheid transformerende versnellingen.

Optioneel zijn de zesde sectie van het derde koppelingsorgaan en de achtste sectie van het vierde koppelingsorgaan direct verbonden met een tandwiel van de derde/vierde transmissieversnelling.

Optioneel zijn de zesde sectie van het derde koppelingsorgaan en de achtste sectie van de vierde koppeling direct verbonden met een ingaand tandwiel van de derde/vierde transmissieversnelling.

Optioneel zijn de eerste en/of tweede snelheid transformerende versnellingen axiaal gepositioneerd tussen het eerste frictie-element, en het tweede frictie-element.

Optioneel is het eerste frictie-element verschaft aan een eerste einde van de transmissie en/of het tweede frictie-element is verschaft aan een tweede, tegenoverliggend, einde van de transmissie, e.g. aan een zijde van de aandrijfbron.

Optioneel omvat, e.g. is, het eerste en/of tweede koppelingsorgaan een planetaire tandwielset omvattende ten minste drie rotatieorganen en een frictieriem. De ten minste drie rotatieorganen kunnen een zonnetandwiel, een planeetdrager en een ringtandwiel.

Optioneel omvat, e.g. is, het eerste en/of tweede koppelingsorgaan een planetaire tandwielset omvattende ten minste vier rotatieorganen en twee frictieremmen. De eerste sectie van het eerste koppelorgaan kan geassocieerd zijn met een eerste rotatieorgaan van de planetaire tandwielset. De tweede sectie van het eerste koppelorgaan kan zijn geassocieerd met een tweede rotatieorgaan van de planetaire tandwielset. Een derde rotatieorgaan van de planetaire tandwielset kan zijn geassocieerd met het eerste frictie-element, zoals een eerste frictierem. Een vierde rotatieorgaan van de planetaire tandwielset kan zijn geassocieerd met het verdere frictie-element, zoals een verdere frictierem.

Optioneel is een rotatieorgaan van de planetaire tandwielset direct verbonden met een tandwiel van de eerste of tweede snelheid transformerende versnelling.

Optioneel omvat het eerst en/of tweede en/of derde en/of vierde koppelingsorgaan een frictiekoppeling, zoals een natte- of droge- plaatkoppeling.

Optioneel omvat het derde koppelorgaan een derde synchronisatie- inrichting, e.g. omvattende een vormgesloten koppeling zoals een klauwkoppeling en/of sleutelkoppeling.

Optioneel omvat het vierde koppelorgaan een vierde synchronisatie-inrichting, e.g. omvattende een vormgesloten koppeling zoals een klauwkoppeling en/of sleutelkoppeling Optioneel omvat de eerste snelheid transformerende versnelling een tweede, vierde en zesde transmissieversnelling.

Optioneel omvat de eerste snelheid transformerende versnelling een achtste transmissieversnelling.

Optioneel omvat de tweede snelheid transformerende versnelling een eerste, derde, en vijfde transmissieversnelling.

Optioneel omvat de tweede snelheid transformerende versnelling een zevende transmissieversnelling Optioneel omvat de eerste snelheid transformerende versnelling een achteruittransmissieversnelling.

Optioneel is de transmissie vrij van een achteruittransmissieversnelling.

Volgens een aspect van de uitvinding is verschaft een transmissiesysteem voor een voorwielaangedreven voertuig omvattende een ingang ingericht om te worden verbonden met een aandrijfbron, en een uitgang ingericht om te worden verbonden met een last. Het transmissiesysteem omvat een transmissie op zijn beurt omvattende een uitgaande as verbonden met de uitgang, een eerste ingaande as en een eerste snelheid transformerende versnelling welke de eerste ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, en een tweede ingaande as en een tweede snelheid transformerende versnelling welke de tweede ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt. De eerste en tweede snelheid transformerende versnellingen tezamen omvatten een set transmissieversnellingen, elk omvattende een ingaand tandwiel en een uitgaand tandwiel, waarbij het ingaande tandwiel verbonden of verbindbaar is met de eerste of tweede ingaande as, en uitgaande tandwiel verbonden of vervindbaar is met de uitgaande as. De eerste en tweede snelheid transformerende versnellingen omvatten ook een tandwielkoppeling omvattende een eerste koppeltandwiel welke verbonden of verbindbaar is met de eerste ingaande as of de tweede ingaande as, en een tweede koppeltandwiel welke verbonden or verbindbaar is met de uitgaande as. Het eerste koppeltandwiel en het tweede koppeltandwiel grijpen in elkaar, waarbij het tweede koppeltandwiel roterend gekoppeld is met een uitgaand tandwiel van één van de transmissieversnellingen.

Optioneel zijn het tweede koppeltandwiel en het uitgaande tandwiel van de één van de transmissieversnellingen beide gemonteerd op een gezamenlijke koppel-as.

Optioneel valt een rotatie-as van de koppel-as samen met een rotatie-as van de uitgaande as. Dit zorgt voor een compacte constructie, en beperkt het aantal componenten.

Optioneel is het tweede koppeltandwiel roterend gekoppeld met een uitgaand tandwiel van de een derde/vierde transmissieversnelling.

Optioneel omvat de transmissie slechts één uitgaande as.

Volgens een aspect van de uitvinding is verschaft een transmissiesysteem voor een voorwielaangedreven voertuig omvattende een ingang ingericht om te worden verbonden met een aandrijfbron, en een uitgang ingericht om te worden verbonden met een last. Het transmissiesysteem omvat een transmissie op zijn beurt omvattende een uitgaande as verbonden met de uitgang, een eerste ingaande as en een eerste snelheid transformerende versnelling welke de eerste ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, en een tweede ingaande as en een tweede snelheid transformerende versnelling welke de tweede ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt. De eerst en tweede snelheid transformerende versnellingen tezamen omvatten een set transmissieversnellingen omvattende een derde/vierde transmissieversnelling.

Optioneel omvat de set transmissieversnellingen verder een eerste/tweede transmissieversnelling.

Optioneel omvat de set transmissieversnellingen verder een vijfde/zesde of een vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling.

Optioneel omvat de transmissie slechts één uitgaande as.

Optioneel omvat elke transmissieversnelling een ingaand tandwiel en een uitgaand tandwiel, waarbij het ingaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de eerste of tweede ingaande as, en waarbij het uitgaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de slechts ene uitgaande as.

Volgens een aspect van de uitvinding is verschaft een transmissiesysteem voor een voorwielaangedreven voertuig omvattende een ingang ingericht om te worden verbonden met een aandrijfbron, en een uitgang ingericht om te worden verbonden met een last. Het transmissiesysteem omvat een transmissie op zijn beurt omvattende een uitgaande as verbonden met de uitgang, een eerste ingaande as en een eerste snelheid transformerende versnelling welke de eerste ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, en een tweede ingaande as en een tweede snelheid transformerende versnelling welke de tweede ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt. De eerste en tweede snelheid transformerende versnellingen tezamen omvatten een set transmissieversnellingen omvattende een derde/vierde/vijfde transmissieversnelling.

Optioneel omvat de set transmissieversnellingen verder een eerste/tweede versnelling.

Optioneel omvat de set transmissieversnellingen verder een zesde/zevende/achtste transmissieversnelling.

Optioneel omvat de transmissie slechts één uitgaande as.

Optioneel omvat elke transmissieversnelling een ingaand tandwiel en een uitgaand tandwiel, waarbij het ingaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de eerste of tweede ingaande as, en waarbij de uitgaande as van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de slechts ene uitgaande as.

Volgens een aspect is verschaft een voertuig omvattende een transmissiesysteem volgens één of meer der voorgaande conclusies.

Het zal worden begrepen dat elk van de bovenstaande aspecten kenmerken en opties gecombineerd kunnen worden. Het zal verder worden begrepen dat elk van de opties beschreven ten aanzien van één de aspecten gelijkelijk van toepassing is op ieder ander aspect. Het zal ook duidelijk zijn dat alle aspecten, kenmerken en opties beschreven ten aanzien van het transmissiesysteem gelijkelijk van toepassing zijn op het voertuig.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van voorbeelduitvoeringsvormen welke zijn weergegeven in een tekening. De voorbeelduitvoeringsvormen zijn gegeven bij wijze van niet-limiterende illustratie. Opgemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven van uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn, die gegeven zijn bij wijze van niet-limiterend voorbeeld.

In de tekeningen toont: Figuur 1A een schematische weergave van een transmissiesysteem voor een voertuig; Figuur 1B een functionele weergave van een transmissiesysteem van Figuur 1A; Figuur 2 een schematische weergave van een transmissiesysteem; Figuur 3 een schematische weergave van een transmissiesysteem voor een voertuig; Figuur 4A een schematische weergave van een transmissiesysteem voor een voertuig; Figuur 4B een functionele weergave van een transmissiesysteem van Figuur 4A; Figuur 5A een schematische weergave van een transmissiesysteem; Figuur 5B een functionele weergave van een transmissiesysteem van Figuur 5A; Figuur 6 een schematische weergave van een transmissiesysteem voor een voertuig; Figuur 7 een schematische weergave van een transmissiesysteem; Figuur 8A een schematische weergave van een transmissiesysteem; Figuur 8B een functionele weergave van een transmissiesysteem van Figuur 8A; Figuur 9A een schematische weergave van een transmissiesysteem; Figuur 9B een functionele weergave van een transmissiesysteem van Figuur 9A; Figuur 10A een schematische weergave van een transmissiesysteem; Figuur 10B een functionele weergave van een transmissiesysteem van Figuur 10A; Figuur 11A een schematische weergave van een transmissiesysteem; and

Figuur 11B een functionele weergave van een transmissiesysteem van Figuur 11A.

GEDETAILEERDE BESCHRIJVING Figuur 1A toont een schematische representatie van een transmissiesysteem 1 voor een voertuig. Figuur 1B toont een functionele representatie van het transmissiesysteem 1 van Figuur 1A. Het transmissiesysteem 1 omvat een ingang 2. De ingang 2 is verbonden met een aandrijfbron, welke in dit geval een interne verbrandingsmotor ICE en/of een elektromotor EM. Het transmissiesysteem 1 omvat ook een uitgang 4. De uitgang 4 is verbonden met een last L, welke last bijvoorbeeld de wielen en/of aandrijflijn van het voertuig is. De last L kan bijvoorbeeld verbonden zijn met de uitgang 4 door middel van een differentieel tandwiel. In dit voorbeeld omvat het transmissiesysteem 1 een initieel koppelorgaan CO. Het initiële koppelorgaan CO is opgenomen in de ingang van het transmissiesysteem. Het initiële koppelorgaan CO verbindt de ingang 2 met het tweede koppelorgaan C2. Het initiële koppelorgaan CO zorgt voor het selectief koppelen van de transmissie aan de aandrijfbron, e.g. de interne verbrandingsmotor ICE. In dit voorbeeld kan de elektromotor niet ontkoppelt worden door de initiële koppeling CO. Het initiële koppelorgaan CO kan worden weggelaten voor een kosteneffectieve en compacte opstelling. Het initiële koppelorgaan CO kan worden weggelaten in de transmissiesystem die getoond worden in de andere figuren. Het transmissiesysteem 1 omvat een transmissie 8, hier een transmissie met 6-versnellingen. De transmissie 8 heeft een eerste ingaande as 12 en een tweede ingaande as 14. De transmissie heeft een enkele uitgaande as 16 welke is verbonden met de uitgang 4. Dit zorgt voor een compacte opbouw van het transmissiesysteem 1, en maakt het transmissiesysteem 1 minder complex.

Het transmissiesysteem 1 omvat verder een eerste koppelorgaan C1 en een tweede koppelorgaan C2. In dit voorbeeld omvat het eerste koppelorgaan C1 een planetaire tandwielset 22 die drie rotatieorganen 24, 26, 28 heeft.

Het eerste rotatieorgaan 24, welke hier een ringtandwiel is, is verbonden met de ingang 2. Het tweede rotatieorgaan 26, welke hier een planeetdrager, is verbonden met de eerste ingaande as 12. Het derde rotatieorgaan 28, welke hier is gevormd als een zonnetandwiel, is verbonden met een eerste frictie-element 30. Het eerste frictie-element 30 is hier een frictierem, zoals een natte- of droge-plaatfrictierem, welke e.g. normaal geopend is.

De transmissieratio tussen de eerste en de tweede rotatieorganen 24 en 26 is gelegen tussen een waarde van 1 en 2, vertragend naar de uitgang toe, wanneer het derde rotatieorgaan 28 geremd is.

In dit voorbeeld zijn de transmissieratio’s van de planetaire tandwielset 22 en de transmissie 8 geselecteerd zodanig dat de laagste versnelling vooruit van het transmissiesysteem 1 kan worden verkregen door het sluiten van de rem.

In dit voorbeeld omvat het tweede koppelorgaan C2 een tweede frictie-element 32. Hier wordt het tweede koppelorgaan 20 gevormd door een frictiekoppeling.

De koppeling omvat een eerste sectie 34 welke is verbonden met de uitgang, en een tweede sectie 36 welke is verbonden met de tweede ingaande as 14. Hier is de koppeling een natte of droge- plaatfrictierem welke normaal gesloten is door middel van een veerkracht.

Het tweede koppelorgaan C2 kan zijn ingericht om te worden bediend via een axiaal druklager.

Dus, het eerste koppelorgaan C1 koppelt selectief de ingang 2 aan de eerste ingaande as 12. Wanneer het eerste koppelorgaan C1 de ingang 2 koppelt aan de eerst ingaande as 12, koppelt het eerste koppelorgaan C1 de ingang 2 aan de eerst ingaande as 12 terwijl het rotatiesnelheid verandert, hier reduceert.

Hier wordt de rotatiesnelheid van de eerste ingaande as 12 gereduceerd met een factor tussen 1 en 2 relatief ten opzichte van een rotatiesnelheid van de ingang 2. De factor kan e.g. tussen 1,2 en 1,7 gelegen zijn, bij voorkeur tussen 1,3 en 1,5. Het tweede koppelorgaan C2 is hier een directe koppeling, die selectief de ingang 2 aan de tweede uitgaande as 14 koppelt terwijl het rotatiesnelheid behoudt wanneer gekoppeld. Meer in het algemeen koppelt het eerste koppelorgaan C1 de ingang 2 aan de eerste ingaande as 12 bij een eerste snelheidsratio, en koppelt het tweede koppelorgaan C2 de ingang 2 aan de tweede ingaande as 14 bij een tweede snelheidsratio, waarbij de eerst een tweede snelheidratio’s van elkaar verschillen.

Een eerste snelheid transformerende versnelling 38 verbindt de eerste ingaande as 12 en de uitgaande as 16. Een tweede snelheid transformerende versnelling 40 verbindt de tweede ingaande as 14 met de uitgaande as 16.

In het transmissiesysteem 1 omvatten de eerste en tweede snelheid transformerende versnellingen tezamen een set transmissie versnellingen. Elke transmissieversnelling, met uitzondering van de achteruitversnelling, omvat een ingaand tandwiel en een uitgaand tandwiel, waarbij het ingaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is aan de eerste 12 of tweede 14 ingaande as, en waarbij het uitgaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is aan de uitgaande as 16.

Het transmissiesysteem 1 omvat verder een derde koppelorgaan S0, omvattende een derde frictie-element, hier een frictiekoppeling. Hier is omvat het derde koppelorgaan S0 een derde synchronisatie-inrichting. De synchronisatie-inrichting kan e.g. een vormgesloten koppeling omvatten zoals een klauwkoppeling en/of een sleutelkoppeling. Dit kan ook gelden voor de verdere synchronisatie-inrichtingen die hieronder worden besproken. Het derde koppelorgaan SO heeft een vijfde sectie S0a welke is verbonden met de eerste ingaande as 12 en een zesde sectie S0b welke is verbonden met een transmissieversnelling van de transmissie. In dit voorbeeld is de zesde sectie S0b verbonden met een derde/vierde transmissieversnelling 103. In het bijzonder is de zesde sectie SOb verbonden met een ingaand tandwiel 103a van de derde/vierde transmissieversnelling.

Het transmissiesysteem 1 omvat verder een vierde koppelorgaan S6, omvattende een vierde frictie-element, hier een frictiekoppeling. Hier omvat het vierde koppelorgaan S6 een vierde synchronisatie-inrichting. Het vierde koppelorgaan S6 heeft een zevende sectie S6a welke is verbonden met de eerste tweede as 14 en een achtste sectie s6b welke verbonden is met een transmissieversnelling van de transmissie. In dit voorbeeld is de achtste sectie S6b verbonden met de derde/vierde transmissieversnelling 103. In het bijzonder is de achtste sectie D6b verbonden met een ingaand tandwiel 1034 van de derde/vierde transmissieversnelling.

Hier koppelt het derde koppelorgaan S0 selectief de eerste ingaande as 12 met de uitgaande as 16 via de derde/vierde transmissieversnelling 103 om ervoor zorgt dat de transmissie kan functioneren in derde versnelling. Het vierde koppelorgaan S6 koppelt selectief de tweede ingaande as 14 met de uitgaande as 16 via de derde/vierde transmissieversnelling 103 om ervoor zorgt dat de transmissie kan functioneren in vierde versnelling.

Verder koppelen het derde koppelorgaan SO en het vierde koppelorgaan S6 tezamen selectief de eerste ingaande as 12 met de tweede ingaande as 14, wanneer het derde koppelorgaan SO de eerste ingaande as 12 koppelt aan de derde/vierde transmissieversnelling 103 en het vierde koppelorgaan S6 de tweede ingaande as 14 koppelt met de derde/vierde transmissieversnelling 103.

Dit zorgt voor een efficiënt transmissiesysteem 1 daar het aantal werkloos draaiende tandwielen in de transmissie wordt geminimaliseerd.

Het transmissiesysteem 1 omvat verder een vijfde koppelorgaan S2, hier een vijfde synchronisatie-inrichting frictie-element, hier een frictiekoppeling. Het vijfde koppelorgaan S2 heeft een negende sectie S2a welke verbonden is met de uitgaande as 16 en een tiende sectie S2b welke verbonden is met een transmissieversnelling van de transmissie. In die voorbeeld is de tiende sectie S2b verbonden met de eerste/tweede transmissieversnelling 101. In het bijzonder is de tiende sectie S2b verbonden met een uitgaand tandwiel 101b van de eerste/tweede transmissieversnelling 101.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de eerste/tweede transmissieversnelling 101 de eerste versnelling vormt als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset geremd is, i.e. het eerste koppelorgaan C1 gesloten is en de derde, vierde en vijfde koppelorganen S0, S6, S2 gesloten zijn om de eerste ingaande as 12 te koppelen met de uitgaande as 16 via de eerste/tweede transmissieversnelling 101. Hier omvat het vormen van de eerste versnelling het koppelen van de eerste ingaande as 12 met de tweede ingaande as via de derde/vierde transmissieversnelling. De derde/vierde transmissieversnelling draait werkloos, i.e. het zesde koppelorgaan S5 is open.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de eerste/tweede transmissieversnelling 101 de tweede versnelling vormt als de eerste en tweede koppelorganen C2, S2 gesloten zijn om de tweede ingaande as 12 te koppelen met de uitgaande as 16 via de eerste/tweede transmissieversnelling 101. Hier is een ingaand tandwiel van de eerste/tweede transmissieversnelling 1014 vast verbonden met de tweede ingaande as 14, maar een additioneel koppelorgaan kan zijn voorzien voor het selectief koppelen van het ingaande tandwiel 1014 aan de tweede ingaande as 14. Het vormen van de tweede versnelling vereist niet het werkloos draaien van andere transmissieversnellingen, zoals de derde/vierde en vijfde/zesde transmissie versnellingen.

Het transmissiesysteem 1 omvat verder een zesde koppelorgaan S5, hier omvattende een zesde frictie-element zesde synchronisatie- inrichting, hier een frictiekoppeling. Het zesde koppelorgaan S5 heeft een elfde sectie S5a welke is verbonden met de uitgaande as 16 en een twaalfde sectie S5b welke is verbonden met een transmissieversnelling van de transmissie. In dit voorbeeld is de twaalfde sectie S5b verbonden met de derde/vierde transmissieversnelling 103. In het bijzonder is de twaalfde sectie S5b verbonden met een uitgaand tandwiel 103b van de derde/vierde transmissieversnelling 103.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat derde/vierde transmissieversnelling 103 de derde versnelling vormt als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset geremd is, 1.e. het eerste koppelorgaan C1 gesloten is, en de derde en zesde koppelorganen S0, S5 gesloten zijn om de eerste ingaande as 12 met de uitgaande as 16 te koppelen via de derde/vierde transmissieversnelling 103. De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat derde/vierde transmissieversnelling 103 de vierde versnelling vormt als de tweede, vierde en zesde koppelorganen C2, S6 and S5 gesloten zijn om de tweede ingaande as 12 met de uitgaande as 16 te koppelen via de derde/vierde transmissieversnelling 103. Het transmissiesysteem 1 omvat verder een zevende koppelorgaan S3, hier omvattende een zevende frictie-element zevende synchronisatie- inrichting, hier een frictiekoppeling. Het zevende koppelorgaan S3 heeft een dertiende sectie S3a welke is verbonden met de uitgaande as 16 en een viertiende sectie S3b welke is verbonden met een transmissieversnelling van de transmissie. In dit voorbeeld is de viertiende sectie S3b verbonden met de vijfde/zesde transmissieversnelling 105. In het bijzonder is de viertiende sectie S3b verbonden met een uitgaand tandwiel 105b van de vijfde/zesde transmissieversnelling 105.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat vijfde/zesde transmissieversnelling 105 de vijfde versnelling vormt als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, i.e. het eerste koppelorgaan C1 gesloten is, en het zevende koppelorgaan S3 gesloten is om de eerste ingaande as 12 met de uitgaande as 16 te koppelen via de vijfde/zesde transmissieversnelling 105.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat vijfde/zesde transmissieversnelling 105 de zesde versnelling vormt als de tweede, vierde, derde en zevende koppelorganen C2, S6, SO and S3 gesloten zijn om de tweede ingaande as 12 met de uitgaande as 16 te koppelen via de vijfde/zesde transmissieversnelling 105.

Een achteruitversnelling kan worden gevormd, e.g. met de eerste transmissieversnelling, door de rotatierichting van de ingang om te keren ten opzichte van vooruitversnellingen. Bijvoorbeeld, de elektromotor EM kan zijn ingericht om de richting van de ingang om te keren.

Zoals blijkt uit Figuur 1, is het eerste koppelorgaan C1 gepositioneerd aan een eerste eind 42 van het transmissiesysteem 1. Het tweede koppelorgaan C2 is gepositioneerd aan een tweede, tegenovergelegen, eind 44 van het transmissiesysteem 1. Hier is het tweede eind gepositioneerd aan een zijde van de aandrijfbron. Hier zijn de eerste en tweede snelheid transformerende versnellingen 38, 40 axiaal gepositioneerd tussen het eerste frictie-element en het tweede frictie-element. Dit zorgt voor een compacte opbouw van het transmissiesysteem.

De transmissieversnellingen zijn gerangschikt zodanig dat opeenvolgend schakelen door de respectieve eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde versnellingen wordt uitgevoerd door het alternerend inschakelen van her eerste koppelorgaan C1 en het tweede koppelorgaan C2.

Figuur 2 toont een schematische representatie van een transmissiesysteem 1. Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 2 verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in Figuur 1A in dat een achteruitversnelling is inbegrepen, waarbij de transmissie 8 in de achteruitversnelling wordt bediend door de eerste of tweede ingaande as 12, 14 te verbinden met de uitgaande as 16 via de achteruittransmissieversnelling 52. De achteruittransmissieversnelling 107 omvat een ingaand achteruittandwiel 1074 die verbonden of verbindbaar is met de eerste of tweede ingaande as 12, 14. Hier is het achteruittandwiel 1074 verbindbaar met de eerste ingaande as 12.

De achteruittransmissieversnelling 52 omvat verder een tussen-as 53, hier omvattende een eerste en tweede tussen-tandwiel 53a, 53b welke tussen-tandwielen 53a, 53b gemonteerd zijn en rotatie-vast gekoppeld zijn ten opzichte van elkaar op de tussen-as 53. De tussen-as 53 keert de rotatierichting van de eerste of tweede ingaande as 12, 14 om. Het ingaande achteruittandwiel 1074 en een uitgaand tandwiel van een andere transmissieversnelling grijpen in elkaar. Het tweede tussen-tandwiel 53b en uitgaand tandwiel van een andere transmissieversnelling grijpen in elkaar. Hier grijpen het tweede tussen-tandwiel 53b en het uitgaande tandwiel van de eerste/tweede transmissie 101 in elkaar.

In dit voorbeeld is de transmissie bediend in de achteruitversnelling als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, het ingaande achteruittandwiel 107a gekoppeld is met de eerste ingaande as 12, en het vijfde koppelorgaan S2 gesloten is. Met andere woorden, de transmissie is bediend in de achteruitversnelling via de achteruitversnelling 52 en de eerste versnelling.

Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 2 verschilt ook van het transmissiesysteem zoals getoond in Figuur 1 in dat de planetaire tandwielset 22 is voorzien op een het tweede eind 44 in plaats van het eerste eind 44. Dit zorgt voor een compacte opstelling, in het bijzonder voor een transmissie met een additionele tussen-as 53.

Figuur 3 toont een schematische representatie van een transmissiesysteem 1 voor een voertuig, in het bijzonder een voorwielaangedreven voertuig. Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 3 verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in Figuur 1A in dat de transmissie 8 een tandwielkoppeling 58 omvat, soms aangeduid als een “hop over”. De tandwielkoppeling voorziet dat de transmissie kan functioneren in ten minste zeven versnellingen plus een optionele achteruitversnelling. De tandwielkoppeling 58 omvat een koppel-as 59 die zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan de eerste ingaande as 12. Het koppeltandwiel omvat een eerste koppeltandwiel 58a welke verbonden of verbindbaar is met de eerste ingaande as 12 of te tweede ingaande as 14, en een tweede koppeltandwiel 58b welke verbonden of verbindbaar is met de koppel-as 59. Het eerste koppeltandwiel 58a en het tweede koppeltandwiel 58b grijpen in elkaar. Het tweede koppeltandwiel 58b 1s rotatie-vast gekoppeld met een derde koppeltandwiel 58c. Hier zijn het tweede koppeltandwiel 58b en het derde koppeltandwiel 58c gemonteerd op een gemeenschappelijke as. Het derde koppeltandwiel 58c grijpt in een ingaand tandwiel van een transmissieversnelling. Hier grijpt het derde koppeltandwiel 58c in het ingaande tandwiel 103 van de derde/vierde transmissieversnelling 103.

Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 3 omvat een achtste koppelorgaan S1, hier omvattende een achtste synchronisatie- inrichting. Het achtste koppelorgaan S1 heeft een vijftiende sectie S1a welke is verbonden met de ingaande as 12 en een zestiende sectie S1b welke 1s verbonden met een transmissieversnelling van de transmissie. In dit voorbeeld is de zestiende sectie S1b verbonden met het ingaande tandwiel 58a van de tandwielkoppeling 58.

In een compacte opstelling kunnen de derde synchronisatie- inrichting van het derde koppelorgaan S0 en een achtste synchronisatie- inrichting van het achtste koppelorgaan S1 een dubbele synchronisatie- inrichting vormen. De dubbele synchronisatie-inrichting zorgt voor selectief inschakelen van het derde koppelorgaan S0 of het achtste koppelorgaan S1.

In het transmissiesysteem zoals getoond in Figuur 3, kunnen de snelheid transformerende versnellingen worden geselecteerd zodanig dat de vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling 105 de zevende versnelling vormt als de tweede, vierde, achtste en zevende koppelorganen C2, S6, S1, S3 gesloten zijn om de tweede ingaande as 14 met de uitgaande as 16 te koppelen, via de derde/vierde transmissieversnelling 103, de tweede ingaande as 14 en de vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling 105. Vergeleken met het transmissiesysteem zoals getoond in Figuren 1A, 1B en 2 zorgt de tandwielkoppeling ervoor dat de transmissie 8 kan opereren in een eerste hulp-versnelling, waarbij de hulp eerste versnelling gevormd wordt via de tandwielkoppeling. Op deze manier kan een verschillende transmissieratio, e.g. een grotere of kleinere transmissieratio, dan de eerste versnelling worden verkregen tenminste ten opzichte van de eerste versnelling van het transmissiesysteem zoals getoond in Figuren 1A, 1Ben2.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de eerste/tweede transmissieversnelling 101 een hulpversnelling vormt als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, i.e. als het eerste koppelorgaan C1 gesloten is, en de derde, vierde en vijfde koppelorganen SO, S6, S2 gesloten zijn om de eerste ingaande as 12 te koppelen met de uitgaande as 16 via de tandwielkoppeling, tweede ingaande as 14, en de eerste/tweede transmissieversnelling 101.

Optioneel, wordt, in gebruik van het transmissiesysteem 1, één van de eerste versnelling, de hulp eerste versnelling en de tweede versnelling niet gebruikt. De eerste versnelling wordt bijvoorbeeld overgeslagen bij opeenvolgend schakelen door de versnellingen.

Figuur 4A toont een schematische representatie van een transmissiesysteem voor een voertuig, in het bijzonder een voorwielaangedreven voertuig. Figuur 4B toont een functionele representatie van het transmissiesysteem 1 van Figuur 4A. Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 4A, 4B verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in figuur 1A, 1B in dat de transmissie 8 een tandwielkoppeling 58 omvat, soms aangeduid als een “hop over”.

Het transmissiesysteem 1 verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in figuur 3 in dat de tandwielkoppelingl 58 in essentie is voorzien op de uitgaande as zodanig dat de koppel-as 59 en het derde koppeltandwiel 58c zoals getoond in figuur 3 kunnen worden weggelaten. Dit levert een bijzonder compacte en robuuste opstelling op. De tandwielkoppeling zorgt ervoor dat de transmissie 8 kan functioneren in ten minste zeven versnellingen plus een optionele achteruitversnelling.

De tandwielkoppeling omvat een eerste koppeltandwiel 58a welke verbonden of verbindbaar is met de eerste ingaande as 12 of de tweede ingaande as 14, en een tweede koppeltandwiel 58b welke verbonden of verbindbaar is met de uitgaande as. Het eerste koppeltandwiel 58a en het tweede koppeltandwiel 58b grijpen in elkaar. Het tweede koppeltandwiel 58b is rotatie-vast gekoppeld met een uitgaand tandwiel van een van de transmissieversnellingen. Hier is het tweede koppeltandwiel 58b rotatie- vast gekoppeld met een uitgaand tandwiel 103b van de derde/vierde transmissieversnelling 103. Met deze tandwielkoppeling kan het transmissiesysteem 1 worden bediend in zeven versnellingen lus een achteruitversnelling. Zoals getoond in Figuur 4A, 4B omvat het transmissiesysteem een vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling, vergeleken met een vijfde/zesde transmissieversnelling zoals getoond in Figuur 1A, 1B. Het tweede koppeltandwiel 58b en het uitgaande tandwiel

103b van de derde/vierde transmissieversnelling zijn beide gemonteerd op een gezamenlijke koppel-as 58c. Een rotatie-as van de koppel-as 58c valt samen met een rotatie-as van de uitgaande as.

Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 4A, 4B omvat een achtste koppelorgaan S1, hier omvattende een achtste synchronisatie- inrichting. Het achtste koppelorgaan S1 heeft een vijftiende sectie Sla welke verbonden is met de eerste ingaande as 12 en een zestiende sectie S1b welke verbonden is met een transmissieversnelling van de transmissie. In dit voorbeeld is de zestiende sectie S1b verbonden met het ingaande tandwiel 58a van de tandwielkoppeling 58. De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling 105 de zevende versnelling vormt als de tweede, vierde, achtste en zevende koppelorganen C2, S6, S1, S3 gesloten zijn om de uitgaande as 16 met de tweede uitgaande as 14 te koppelen, via de derde/vierde transmissieversnelling 103, en de vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling 105.

In een compacte opstelling kunnen de derde synchronisatie- inrichting van het derde koppelorgaan S0 en de achtste synchronisatie- inrichting van het achtste koppelorgaan S1 een dubbele synchronisatie- inrichting vormen. De dubbele synchronisatie-inrichting voorziet het selectief inschakelen van het derde koppelorgaan SO en het achtste koppelorgaan S1.

Een achteruit snelheid transformerende versnelling kan worden gevormd, e.g. met de eerste transmissieversnelling, door het omkeren van de rotatierichting van de ingang ten opzichte van vooruit snelheid transformerende versnellingen. De elektromotor EM kan bijvoorbeeld zijn ingericht om de richting van de ingang om te keren.

Een achteruit snelheid transformerende versnelling kan als alternatief worden gevormd, e.g. door middel van de tandwielkoppeling 58.

Hiertoe kan een tussen-tandwiel worden voorzien tussen het eerste koppeltandwiel 58a en het tweede koppeltandwiel 58b om een richting om te keren. Opgemerkt wordt dat deze configuratie niet toelaat dat de transmissie in zevende versnelling kan functioneren.

Soortgelijk aan het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 3, zorgt de tandwielkoppeling ervoor dat de transmissie 8 kan functioneren in een eerste hulp-versnelling, waarbij de hulp eerste versnelling wordt gevormd via het koppeltandwiel. Op deze manier kan verschillende transmissieratio, e.g. een lagere of hogere transmissieratio, worden verkregen dan de eerste versnelling ten minste ten opzichte van de eerste versnelling van het transmissiesysteem zoals getoond in Figuren 1A, 1B en

2.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de eerste/tweede transmissieversnelling 101 een hulp eerste versnelling vormt als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, 1.e. het eerste koppelorgaan gesloten is, en de derde, vierde en vijfde koppelorganen S0, S6, S2 gesloten zijn om de eerste ingaande as 12 met de uitgaande as 16 te koppelen via de tandwielkoppeling, tweede ingaande as 14, en de eerste/tweede transmissieversnelling 101.

Figuur 5A toont een schematische representatie van een transmissiesysteem voor een voertuig. Figuur 5B toont een functionele representatie van het transmissiesysteem 1 van Figuur 5A. Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 5A, 5B verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in figuur 4A, 4B in dat een separate achteruittransmissieversnelling 52 is voorzien. Dit zorgt ervoor dat de transmissie 8 kan functioneren in achteruit, zonder daarvoor afhankelijk te zijn van batterijduur van e.g. een elektromotor. Het transmissiesysteem 1 wordt bediend in achteruitversnelling door verbinding van de eerste of tweede ingaande as 12, 14 met de uitgaande as 16 via de achteruittransmissieversnelling 52. De achteruit transmissieversnelling 52 omvat een tussen-as 53, hier omvattende een eerste tussentandwiel 53a en tweede tussen-tandwiel 53b welke tussen-tandwielen 53a, 53b gemonteerd zijn en rotatie-vast gekoppeld zijn ten opzichte van elkaar op de tussen-as

53. De tussen-as 53 keert de rotatierichting van de eerste of tweede ingaande as 12, 14 om. Het eerste tussen-tandwiel 53a grijpt in een ingaand tandwiel van een transmissieversnelling. In dit voorbeeld grijpen het eerste tussen-tandwiel 53a en het ingaande tandwiel 103a van de derde/vierde transmissieversnelling 103 in elkaar. Het tweede tussen-tandwiel 53b grijpt in een uitgaand tandwiel van een andere transmissieversnelling. Hier grijpen het tweede tussen-tandwiel 53b en het uitgaande tandwiel 101b van de eerste/tweede transmissie 101 in elkaar.

Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 5A, 5B omvat een negende koppelorgaan S4, hier omvattende een negende synchronisatie- inrichting. Het negende koppelorgaan S4 heeft een zeventiende sectie S4a welke verbonden is met het eerste tussen-tandwiel 53a en een achttiende sectie S4b welke verbonden is met het tweede tussen-tandwiel 53b.

De transmissie wordt bediend in de achteruitversnelling als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, i.e. het eerste koppelorgaan C1 gesloten is, en de derde, negende, en vijfde koppelorganen S0, S4, S2 gesloten zijn.

Alternatief is de transmissie in de achteruitversnelling bediend als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, i.e. het eerste koppelorgaan C1 gesloten is en de achtste, negende, en de vijftiende koppelorganen S1, S4, en S2 gesloten zijn.

Een toegewijd actuatormiddel kan zijn voorzien voor het bedienen, e.g. inschakelen of uitschakelen, van het negende koppelorgaan S4 in onafhankelijkheid van andere koppelorganen in het transmissiesysteem 1. Dit minimaliseert een schakeltijd tussen elke vooruitversnelling en de achteruitversnelling. Het voorziet ook in een modulaire opbouw van het transmissiesysteem waarin een achteruitversnelling als een optionele toevoeging kan worden aangeboden. Bijvoorbeeld in elektrisch aangedreven voertuigen kan het negende koppelorgaan S4 worden weggelaten daar zo een voertuig in achteruit kan worden aangedreven door de rotatierichting van de elektromotor om te keren. Het negende koppelorgaan S4 kan bijvoorbeeld hydraulisch en/of elektromechanisch worden bediend.

In dit voorbeeld is een parkeerrem P inbegrepen, en voorzien op de tussen-as 53.

Figuur 6 toont een schematische representatie van een transmissiesysteem 1 voor een voertuig. Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 6 verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in figuur 5A, 5B in dat de planetaire tandwielset 22 is voorzien aan het tweede eind 44. Een achteruitversnelling is weggelaten in het transmissiesysteem 1, maar er kan worden begrepen dat het mogelijk is om een achteruittransmissieversnelling te voorzien.

Figuur 7 toont een schematische representatie van een transmissiesysteem 1 voor een voertuig. Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 7 verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in figuur 6 in dat de axiale rangschikking van de transmissieversnelling is omgekeerd.

Figuur 8A toont een schematische representatie van een transmissiesysteem 1. Figuur 8B toont een functionele representatie van het transmissiesysteem van Figuur 8A. Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 8A, 8B verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in figuur 1A, 1B in dat de planetaire tandwielset 22 een vierde rotatieorgaan 29 omvat, hier gevormd door een zonnetandwiel. In dit voorbeeld is het eerste rotatieorgaan 24 verbonden met de ingang 2. Het tweede rotatieorgaan 26 is verbonden met de eerste ingaande as 12. Het derde rotatieorgaan 28 is verbonden met het eerste koppelorgaan C1. Het vierde rotatieorgaan is verbonden met een verder koppelorgaan C3. Het eerste koppelorgaan C1 omvat een frictierem, zoals een natte- of droge plaatfrictierem welke e.g. normaal open is. Het derde koppelorgaan C3 is een frictierem, zoals een natte- of droge plaatfrictierem welke e.g. normaal open is. Het transmissiesysteem 1 van Figuur 8A, 8B kan worden bediend in acht versnellingen plus een optionele achteruitversnelling.

Hier zijn de eerste en tweede snelheid transformerende versnellingen 38, 40 axiaal gepositioneerd tussen aan de ene kant de eerste en verdere koppelorganen C1, C3, en aan de andere kant het tweede koppelorgaan C2. In dit voorbeeld is het tweede koppelorgaan C2 axiaal gepositioneerd tussen de rotatieorganen en het eerste koppelorgaan C1. Het zal duidelijk zijn dat in de voorbeelden zoals getoond in de voorgaande Figuren de planetaire tandwielset met ten minste vier rotatieorganen en een eerste en een verder koppelorgaan C1, C3 kan worden voorzien.

Zoals getoond in Figuur 8A, 8B omvat de transmissie een eerste/tweede transmissieversnelling 101, een derde/vierde/vijfde transmissieversnelling 103, en een zesde/zevende/achtste transmissieversnelling 105.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de eerste/tweede transmissieversnelling 101 de eerste versnelling vormt als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, i.e. als het eerste koppelorgaan C1 gesloten is, en de derde, vierde en vijfde koppelorganen SO, S6, S2 gesloten zijn om de eerste ingaande as 12 te koppelen met de uitgaande as 16 via de eerste/tweede transmissieversnelling 101.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de eerste/tweede transmissieversnelling 101 de tweede versnelling vormt als de tweede en vijde koppelorganen C2, S2 gesloten zijn om de tweede ingaande as 14 te koppelen met de uitgaande as 16 via de eerste/tweede transmissieversnelling 101. Hier is een ingaand tandwiel van de eerste/tweede transmissieversnelling 101a vast-vervonden met de tweede ingaande as 14, maar een additioneel koppelorgaan kan zijn voorzien voor het selectief koppelen van het ingaande tandwiel 1014 met de tweede ingaande as 14. Het vormen van de tweede versnelling vereist niet het werkloos draaien van andere transmissieversnellingen, zoals de derde/vierde/vijfde en zesde/zevende/achtste transmissieversnellingen.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de derde/vierde/vijfde transmissieversnelling 103 de derde versnelling vormt als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, i.e. als het eerste koppelorgaan C1 gesloten is, en de derde, en zesde koppelorganen S0, S5 gesloten zijn om de eerste ingaande as 12 te koppelen met de uitgaande as 16 via de derde/vierde/vijfde transmissieversnelling 103. De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de derde/vierde/vijfde transmissieversnelling 103 de vierde versnelling vormt als de tweede, vierde en de zesde koppelorganen C2, S6, S5 gesloten zijn om de tweede ingaande as 12 te koppelen met de uitgaande as 16 via de derde/vierde/vijfde transmissieversnelling 103. De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de derde/vierde/vijfde transmissieversnelling 103 de vijfde versnelling vormt als het vierde rotatieorgaan 29 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, i.e. als het verdere koppelorgaan C3 gesloten is, en de derde, en zesde koppelorganen SO, S5 gesloten zijn om de eerste ingaande as 12 te koppelen met de uitgaande as 16 via de derde/vierde/vijfde transmissieversnelling 103. De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de zesde/zevende/achtste transmissieversnelling 105 de zesde versnelling vormt als het derde rotatieorgaan 29 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, en de tweede, en zevende koppelorganen C2, S3 gesloten zijn om de eerste ingaande as 12 te koppelen met de uitgaande as 16 via de vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling

105.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de zesde/zevende/achtste transmissieversnelling 105 de zevende versnelling vormt als de tweede, vierde, derde en zevende koppelorganen C2, S6 en S5 gesloten zijn om de tweede ingaande as 12 te koppelen met de uitgaande as 16 via de vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling 105.

De snelheid transformerende versnellingen kunnen worden geselecteerd zodanig dat de zesde/zevende/achtste transmissieversnelling 105 de achtste versnelling vormt als het vierde rotatieorgaan 29 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, het zevende koppelorgaan S3 gesloten is om de eerste ingaande as 12 te koppelen met de uitgaande as 16 via de vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling 105.

Figuur 9A toont een schematische representatie van een transmissiesysteem 1. Figuur 9B toont een functionele representatie van het transmissiesysteem van Figuur 9A. Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 9A, 9B verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in figuur 1A, 1B in dat het uitgaande tandwiel 103b van de derde/vierde transmissieversnelling 103 is voorzien op een verdere uitgaande as 17 separaat van de eerste uitgaande as 16. Ook is op de verdere uitgaande as 17 een tussen-tandwiel 53b voorzien welke rotationeel gekoppeld kan zijn met het uitgaande tandwiel 103b van de derde/vierde transmissieversnelling 103. Het tussentandwiel 53b en het uitgaande tandwiel 101b van de eerste/tweede transmissieversnelling 101 grijpen in elkaar.

Om de transmissie in de achteruit te bedienen omvat de transmissie een negende koppelorgaan S4, hier een synchronisatie-

inrichting. Het negende koppelorgaan S4 heeft een zeventiende sectie S4a welke verbonden is met het uitgaande tandwiel 103b van de derde/vierde transmissieversnelling 103 en een achttiende sectie S4b welke vebonden is met het tussentandwiel 53b.

De transmissie is bediend in de achteruitversnelling als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, i.e. als het eerste koppelorgaan gesloten is, en de derde, negende, en vijfde koppelorganen S0, S4, S2 gesloten zijn.

Een toegewijd actuatormiddel kan zijn voorzien voor het bedienen, eg. inschakelen of uitschakelen, van het negende koppelorgaan S4 in onafhankelijkheid van andere koppelorganen in het transmissiesysteem 1. Dit minimaliseert een schakeltijd tussen elke vooruitversnelling en de achteruitversnelling. Het voorziet ook in een modulaire opbouw van het transmissiesysteem waarin een achteruitversnelling als een optionele toevoeging kan worden aangeboden. Bijvoorbeeld in elektrisch aangedreven voertuigen kan het negende koppelorgaan S4 worden weggelaten daar zo een voertuig in achteruit kan worden aangedreven door de rotatierichting van de elektromotor om te keren. Het negende koppelorgaan S4 kan bijvoorbeeld hydraulisch en/of elektromechanisch worden bediend.

Het transmissiesysteem 1 omvat verder een zesde koppelorgaan S5, hier omvattende een zesde synchronisatie-inrichting. Het zesde koppelorgaan S5 heeft een elfde sectie S5a welke is verbonden met de verdere uitgaande as 17 en een twaalfde sectie S5b welke is verbonden met een transmissieversnelling van de transmissie. In dit voorbeeld is de twaalfde sectie S5b verbonden met de derde/vierde transmissieversnelling

103. In het bijzonder is de twaalfde sectie S5b verbonden met een uitgaand tandwiel 103b van de derde/vierde transmissieversnelling 103. Hier is het uitgaande tandwiel 103b van de derde/vierde transmissieversnelling verbonden of verbindbaar met de verdere uitgaande as 17.

Figuur 10A toont een schematische representatie van een transmissiesysteem 1. Figuur 10B toont een functionele representatie van het transmissiesysteem van Figuur 10A. Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 10A, 10B verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in figuur 8A, 8B in dat een tandwielkoppelinge 58 zoals getoond in Figuur 3 is voorzien, welk tandwielkoppeling 58 een separate koppel-as omvat die zich althans in hoofdzaak parallel uitstrekt aan de eerste ingaande as 12. Een achteruitversnelling is weggelaten in Figuur 10. De transmissie kan worden bediend in de achteruit door e.g. de rotatierichting van de ingang om te keren, bijvoorbeeld door een rotatierichting van de elektromotor EM om te keren.

Figuur 11A toont een schematische representatie van een transmissiesysteem 1. Figuur 11B toont een functionele representatie van het transmissiesysteem van Figuur 11A. Het transmissiesysteem 1 zoals getoond in Figuur 11A, 11B verschilt van het transmissiesysteem zoals getoond in figuur 10A, 10B in dat een tussentandwiel 53b is voorzien op de tweede uitgaande as 17 voor bedienen van de transmissie in de achteruit. Het tussentandwiel 53b kan rotationeel worden gekoppeld met het uitgaande tandwiel 103b van de derde/vierde transmissieversnelling 103.

Hier grijpen het tussentandwiel 53b en het uitgaande tandwiel 101b van de eerste/tweede transmissieversnelling 101 in elkaar.

De transmissie is bediend in de achteruitversnelling als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, i.e. als het eerste koppelorgaan C1 gesloten is, en de derde, negende en de vijfde koppelorganen SO, S4, en S2 gesloten zijn.

Alternatief of additioneel is de transmissie bediend in de achteruitversnelling als het derde rotatieorgaan 28 van de planetaire tandwielset 22 geremd is, 1.e. als het eerste koppelorgaan gesloten is, en de achtste, negende, en de vijfde koppelorganen S1, S4, en S2 gesloten zijn.

De uitvinding is hierin beschreven met betrekking op specifieke voorbeelden van uitvoeringsvormen van de uitvinding. Het zal echter duidelijk zijn dat verscheidene modificaties en veranderingen hierin gemaakt kunnen worden, zonder af te wijken van de essentie van de uitvinding. Ten behoeve van duidelijk en een beknopte beschrijving zijn kenmerken hierin beschreven als deel van dezelfde of afzonderlijke voorbeelden of uitvoeringsvormen, echter, alternatieve uitvoeringsvormen die combinaties omvatten van alle of sommige van de kenmerken die zijn beschreven in deze afzonderlijke uitvoeringsvormen zijn ook voorzien.

Het transmissiesysteem kan worden geïmplementeerd in een voertuig zoals auto’s, recreatievoertuigen, vrachtauto’s, bussen, fietsen, motorfietsen, grasmaaiers, landbouwvoertuigen, bouwvoertuigen, golfkarren, trolleys, en robotische voertuigen. Andere voertuigen zijn eveneens mogelijk. De getoonde uitvoeringsvormen hebben betrekking op voertuigen omvattende vier wielen, echter, voertuigen met een ander aantal wielen kunnen ook gebruikt worden. Het is ook voorzienbaar dat een veelvoud van transmissiesystemen kan worden toegepast in een voertuig.

Bediening van de koppelorganen kan worden uitgevoerd door middel van hydraulische actuatorsystemen. Echter, andere uitvoeringsvormen kunnen bediening omvatten door middel van mechanische, elektromechanische of elektro-hydraulische systemen. Een combinatie van actuatorsystemen voor verschillende componenten van de transmissie is ook voorzien.

De motor van het voertuig dat het transmissiesysteem volgens de huidige uitvinding omvat kan een interne verbrandingsmotor of een elektromotor omvatten zijn of elke combinatie daarvan. Andere motoren zijn ook mogelijk zoals een brandstofcelmotor. In sommige uitvoeringsvormen is de motor een hybride motor en/of kan het meerdere typen motoren omvatten. Bijvoorbeeld, een benzine-elektrische hybride auto kan een benzinemotor en een elektrische motor omvatten. Andere voorbeelden zijn mogelijk.

De uitvinding is hierin beschreven met betrekking op specifieke voorbeelden van uitvoeringsvormen van de uitvinding. Het zal echter duidelijk zijn dat verscheidene modificaties, variaties, alternatieven en veranderingen daarin gemaakt kunnen worden, zonder af te wijken van de essentie van de uitvinding. Ten behoeve van duidelijk en een beknopte beschrijving zijn kenmerken hierin beschreven als deel van dezelfde of afzonderlijke voorbeelden of uitvoeringsvormen, echter, alternatieve uitvoeringsvormen die combinaties omvatten van alle of sommige van de kenmerken die zijn beschreven in deze afzonderlijke uitvoeringsvormen zijn ook voorzien en vallen begrijpelijkerwijs binnen het kader van de uitvinding zoals geschetst in de conclusies. De specificaties, figuren en voorbeelden dienen, aldus, te worden beschouwd in een illustratieve zin in plaats van een restrictieve zin. De uitvinding is bedoeld om alle alternatieven en variaties te omarmen die binnen de geest en omvang van de bijgevoegde claims vallen. Verder zijn veel van de beschreven elementen functionele entiteiten die als discrete of verdeelde componenten of in samenhang met andere componenten kunnen worden geïmplementeerd in elke geschikte combinatie en locatie.

Elk verwijzingssymbool tussen haakjes in de conclusies zal niet geïnterpreteerd worden als een beperking van de conclusie. Het woord “omvattende” sluit niet de aanwezigheid uit van andere kenmerken of stappen dan deze opgesomd in de conclusie. Verder zal het woord “een” niet geïnterpreteerd worden als gelimiteerd tot “slechts één”, maar wordt het daarentegen gebruikt om “ten minste één” te betekenen, en niet een veelvoud uit te sluiten. Het simpele feit dat bepaalde maatregelen gereciteerd worden in van elkaar verschillende conclusies duidt er niet op dat een combinatie van deze maatregelen niet in een voordeel kan worden gebruikt.

Claims

CONCLUSIES

1. Een transmissiesysteem voor een voorwielaangedreven voertuig omvattende een ingang ingericht om te worden verbonden met een aandrijfbron, en een uitgang ingericht om te worden verbonden met een last, en omvattende: een transmissie omvattende een uitgaande as verbonden met de uitgang, een eerste ingaande as en een eerste snelheid transformerende versnelling welke de eerste ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, en een tweede ingaande as en een tweede snelheid transformerende versnelling welke de tweede ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, een eerste koppelingsorgaan omvattende een eerste frictie-element, het eerste koppelingsorgaan omvattende een eerste sectie welke is verbonden met de ingang, en een tweede sectie welke is verbonden met de eerste ingaande as van de transmissie, een tweede koppelingsorgaan omvattende een tweede frictie-element, het tweede koppelingsorgaan omvattende een derde sectie welke is verbonden met de ingang, en een vierde sectie welke is verbonden met de tweede ingaande as van de transmissie, een derde koppelingsorgaan omvattende een vijfde sectie welke is verbonden met de eerste ingaande as en een zesde sectie welke is verbonden met een transmissieversnelling van de transmissie, een vierde koppelingsorgaan omvattende een zevende sectie welke is verbonden met de tweede ingaande as en een achtste sectie welke is verbonden met de genoemde transmissieversnelling van de transmissie.

2. Het transmissiesysteem volgens conclusie 1, waarbij de transmissie slechts één uitgaande as omvat.

3. Het transmissiesysteem volgens conclusie 2, waarbij de eerste en tweede snelheid transformerende versnellingen tezamen een set transmissieversnellingen omvatten, waarbij elke transmissieversnelling, met uitzondering van een achteruittransmissieversnelling, een ingaand tandwiel en een uitgaand tandwiel omvat, waarbij het ingaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de eerste of tweede ingaande as, en waarbij het uitgaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de slechts ene uitgaande as.

4. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zesde sectie van het derde koppelingsorgaan en de achtste sectie van het vierde koppelingsorgaan verbonden zijn met de derde/vierde transmissieversnelling.

5. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zesde sectie van het derde koppelingsorgaan en de achtste sectie van het vierde koppelingsorgaan direct verbonden zijn met een tandwiel van de eerste of tweede snelheid transformerende versnellingen.

6. Het transmissiesysteem volgens conclusie 5, waarbij de zesde sectie van het derde koppelingsorgaan en de achtste sectie van het vierde koppelingsorgaan direct verbonden zijn met een tandwiel van de derde/vierde transmissieversnelling.

7. Het transmissiesysteem volgens conclusie 6, waarbij de zesde sectie van het derde koppelingsorgaan en de achtste sectie van de vierde koppeling direct verbonden zijn met een ingaand tandwiel van de derde/vierde transmissieversnelling.

8. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en/of tweede snelheid transformerende versnellingen axiaal gepositioneerd zijn tussen het eerste frictie-element, en het tweede frictie-element.

9. Het transmissiesysteem volgens conclusie 8, waarbij het eerste frictie- element 1s verschaft aan een eerste einde van de transmissie en/of het tweede frictie-element is verschaft aan een tweede, tegenoverliggend, einde van de transmissie, e.g. aan een zijde van de aandrijfbron.

10. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en/of tweede koppelingsorgaan een planetaire tandwielset omvat omvattende ten minste drie rotatieorganen en een frictieriem.

11. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste en/of tweede koppelingsorgaan een planetaire tandwielset omvat omvattende ten minste vier rotatieorganen en twee frictieremmen.

12. Het transmissiesysteem volgens conclusie 10 of 11, waarbij een rotatieorgaan van de planetaire tandwielset direct verbonden is met een tandwiel van de eerste of tweede snelheid transformerende versnelling.

13. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerst en/of tweede en/of derde en/of vierde koppelingsorgaan een frictiekoppeling omvat, zoals een natte- of droge-plaatkoppeling.

14. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste snelheid transformerende versnelling een tweede, vierde en zesde transmissieversnelling omvat.

15. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste snelheid transformerende versnelling een achtste transmissieversnelling omvat.

16. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede snelheid transformerende versnelling een eerste, derde, en vijfde transmissieversnelling omvat.

17. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede snelheid transformerende versnelling een zevende transmissieversnelling omvat.

18. Het transmissiesysteem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste snelheid transformerende versnelling een achteruittransmissieversnelling omvat.

19. Het transmissiesysteem volgens één der conclusies 1-17, waarbij de transmissie vrij is van een achteruittransmissieversnelling.

20. Een transmissiesysteem voor een voorwielaangedreven voertuig omvattende een ingang ingericht om te worden verbonden met een aandrijfbron, en een uitgang ingericht om te worden verbonden met een last, en omvattende: een transmissie omvattende een uitgaande as verbonden met de uitgang, een eerste ingaande as en een eerste snelheid transformerende versnelling welke de eerste ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, en een tweede ingaande as en een tweede snelheid transformerende versnelling welke de tweede ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, waarbij de eerste en tweede snelheid transformerende versnellingen tezamen omvatten: een set transmissieversnellingen, elk omvattende een ingaand tandwiel en een uitgaand tandwiel, waarbij het ingaande tandwiel verbonden of verbindbaar is met de eerste of tweede ingaande as, en utgaande tandwiel verbonden of verbindbaar is met de uitgaande as; en een tandwielkoppelling omvattende een eerste koppeltandwiel welke verbonden of verbindbaar is met de eerste ingaande as of de tweede ingaande as, en een tweede koppeltandwiel welke verbonden or verbindbaar is met de uitgaande as, waarbij het eerste koppeltandwiel en het tweede koppeltandwiel in elkaar grijpen, en waarbij het tweede koppeltandwiel roterend gekoppeld is met een uitgaand tandwiel van één van de transmissieversnellingen.

21. Het transmissiesysteem volgens conclusie 20, waarbij het tweede koppeltandwiel en het uitgaande tandwiel van de één van de transmissieversnellingen beide zijn gemonteerd op een gezamenlijke koppel- as.

22. Het transmissiesysteem volgens conclusie 21, waarbij een rotatie-as van de koppel-as samenvalt met een rotatie-as van de uitgaande as.

23. Het transmissiesysteem volgens één der conclusies 20-22, waarbij het tweede koppeltandwiel roterend is gekoppeld met een uitgaand tandwiel van de een derde/vierde transmissieversnelling.

24. Het transmissiesysteem volgens één der conclusies 20-23, waarbij de transmissie slechts één uitgaande as omvat.

25. Een transmissiesysteem voor een voorwielaangedreven voertuig omvattende een ingang ingericht om te worden verbonden met een aandrijfbron, en een uitgang ingericht om te worden verbonden met een last, en omvattende: een transmissie omvattende een uitgaande as verbonden met de uitgang, een eerste ingaande as en een eerste snelheid transformerende versnelling welke de eerste ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, en een tweede ingaande as en een tweede snelheid transformerende versnelling welke de tweede ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, waarbij de eerst en tweede snelheid transformerende versnellingen tezamen een set transmissieversnellingen omvatten omvattende een derde/vierde transmissieversnelling.

26. Het transmissiesysteem volgens conclusie 25, waarbij de set transmissieversnellingen verder een eerste/tweede transmissieversnelling omvat.

27. Het transmissiesysteem volgens conclusie 25 of 26, waarbij de set transmissieversnellingen verder een vijfde/zesde of een vijfde/zesde/zevende transmissieversnelling omvat.

28. Het transmissiesysteem volgens één der conclusies 25-27, waarbij de transmissie slechts één uitgaande as omvat.

29. Het transmissiesysteem volgens één der conclusies 25-28, waarbij elke transmissieversnelling een ingaand tandwiel en een uitgaand tandwiel omvat, waarbij het ingaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de eerste of tweede ingaande as, en waarbij het uitgaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de slechts ene uitgaande as.

30. Een transmissiesysteem voor een voorwielaangedreven voertuig omvattende een ingang ingericht om te worden verbonden met een aandrijfbron, en een uitgang ingericht om te worden verbonden met een last, en omvattende: een transmissie omvattende een uitgaande as verbonden met de uitgang, een eerste ingaande as en een eerste snelheid transformerende versnelling welke de eerste ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, en een tweede ingaande as en een tweede snelheid transformerende versnelling welke de tweede ingaande as en de uitgaande as met elkaar koppelt, waarbij de eerste en tweede snelheid transformerende versnellingen tezamen een set transmissieversnellingen omvatten omvattende een derde/vierde/vijfde transmissieversnelling.

31. Het transmissiesysteem volgens conclusie 30, waarbij de set transmissieversnellingen verder een eerste/tweede versnelling omvat.

32. Het transmissiesysteem volgens conclusie 30 of 31, waarbij de set transmissieversnellingen verder een zesde/zevende/achtste transmissieversnelling omvat.

33. Het transmissiesysteem volgens één der conclusies 30-32, waarbij de transmissie slechts één uitgaande as omvat.

34. Het transmissiesysteem volgens één der conclusies 30-33, waarbij elke transmissieversnelling een ingaand tandwiel en een uitgaand tandwiel omvat, waarbij het ingaande tandwiel van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de eerste of tweede ingaande as, en waarbij de uitgaande as van elke transmissieversnelling verbonden of verbindbaar is met de slechts ene uitgaande as.

35. Een voertuig omvattende een transmissiesysteem volgens één of meer der voorgaande conclusies.