BE1027779B1 - Droog-proces specifiek voor niet-harde groenten vooraf gegaan door was-proces - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor wassen en drogen van groenten, in het bijzonder niet-harde groenten, omvattende wassen van gesneden groenten met gekoeld water, scheiden van gesneden groenten en gekoeld water, drogen van gesneden groenten met behulp van warme lucht, waarbij het drogen van gesneden groenten voortbewegen van de gesneden groenten tussen twee boven elkaar liggende gaasbanden omvat.

Description

DROOG-PROCES SPECIFIEK VOOR NIET-HARDE GROENTEN VOORAF GEGAAN DOOR WAS-PROCES

TECHNISCH DOMEIN De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor wassen en drogen van groenten, in het bijzonder niet-harde groenten. Meer bepaald bevindt de uitvinding zich in het technisch deelgebied A23L.

STAND DER TECHNIEK De vraag naar voorgesneden groenten en meer in het bijzonder niet-harde groenten zoals salades is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Deze groenten worden in groentenverwerkende bedrijven machinaal verwerkt. De verwerking omvat het versnijden, wassen, drogen en verpakken. Daarna worden de verpakte goederen naar winkels en grootwarenhuizen getransporteerd, waar ze aan de consument worden aangeboden. De tijd tussen de start van de verwerking van verse groenten tot het beschikbaar zijn van de verpakte groenten in de winkel of het grootwarenhuis is heel snel. In sommige gevallen is dit slechts een dag. Dit is noodzakelijk om aan de consument frisse en knapperige groenten te kunnen aanbieden. Vanaf de start van de verwerking van de verse groenten, beginnen de groenten te bederven. Groenten worden tijdens de verwerking gewassen. Dit gebeurt in recipiënten met water, waarbij het water en de groenten met behulp van mechanische middelen in beweging worden gebracht om zo het vuil af te spoelen. Hierdoor worden de groenten vaak beschadigd, wat een negatieve invloed op de houdbaarheid van de verwerkte groenten heeft. Een andere mogelijkheid is dat groenten met behulp van water doorheen een goot gespoeld worden. Een nadeel hierbij is dat de groenten hierdoor niet altijd voldoende gereinigd zijn. Om de houdbaarheid van de groenten te verhogen, wordt in sommige gevallen chloor aan het water toegevoegd om bijvoorbeeld bacteriën op de groenten te doden. Dit laat echter agressieve chlooramines op de groenten na die niet gemakkelijk te verwijderen zijn. Sommige landen laten het gebruik van chloor bij het wassen van groenten niet toe.

In een volgende stap van de verwerking is het noodzakelijk om de groenten te drogen. Dit gebeurt met behulp van centrifuges waarin de gesneden groentes in een geperforeerde trommel worden rondgezwierd. Door de centrifugale krachten wordt het water van het oppervlak van de groentes gedreven en verlaat het water door de perforaties de trommel. Nadeel hierbij is dat vooral bij niet-harde groenten, zoals salade, de celstructuur door de centrifugale krachten beschadigd wordt en de niet- harde groente sneller bederft. De niet-harde groente ziet er door het centrifugeren ook minder fris en knapperig uit. Daarbovenop omvat de niet-harde groente na het centrifugeren nog steeds ongeveer 6% water, wat voor bijvoorbeeld een niet-harde groente zoals salade teveel is om een lange houdbaarheid te waarborgen.

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze welke deze nadelen opheft.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Tot dit doel verschaft de uitvinding een werkwijze volgens conclusie 1. Het grote voordeel van deze werkwijze bestaat erin dat het drogen van gesneden groenten in twee stappen gebeurt. In een eerste stap worden de gesneden groenten en water dat voor het wassen gebruikt werd zoveel mogelijk van elkaar gescheiden.

Hierdoor moeten de gesneden groenten al minder gedroogd worden. In een tweede stap worden de gesneden groenten met behulp van warme lucht gedroogd. De gesneden groenten worden hiervoor tussen twee boven elkaar liggende gaasbanden voortbewogen. Warme lucht wordt van onder de onderste gaasband naar boven geblazen. De gesneden groenten dwarrelen door de warme luchtstroom rond in de ruimte tussen de twee boven elkaar liggende gaasbanden en worden daardoor langs alle zijden door de warme lucht bestreken. Niet-harde groenten, zoals salade, kunnen hierdoor gedroogd worden totdat de groenten slechts 2% water omvatten. De groenten zijn nog steeds knapperig, maar niet meer voldoende vochtig om een versneld bederf te hebben.

Een bijzondere voorkeursvorm van de werkwijze is volgens conclusie 4. Het scheiden van de gesneden groenten en het water dat voor het wassen gebruikt werd, gebeurt door het voortbewegen van de gesneden groenten tussen middelen voor het creëren van een positieve en een negatieve luchtdruk. Hierdoor wordt het water aan een zijde van de gesneden groenten geblazen en aan een andere zijde van de gesneden groenten gezogen. Op deze manier is het mogelijk om voldoende water van de gesneden groenten te snijden zodat de gesneden groenten 8% water omvatten,

zonder dat de celstructuur van de gesneden groenten beschadigd werd. In het bijzonder bij niet-harde groenten, zoals salade, is dit voor een langere houdbaarheid voordelig.

Voorkeursvormen van de werkwijze worden weergegeven in de conclusies 2 tot en met 15.

GEDETAI LLEERDE BESCHRIJVING Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

“Een”, ”de” en “het” refereren in dit document aan zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, “een segment” betekent een of meer dan een segment.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen. In een eerste aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor wassen en drogen van groenten, in het bijzonder niet-harde groenten.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van - wassen van gesneden groenten met gekoeld water, - scheiden van gesneden groenten en gekoeld water, - drogen van gesneden groenten met behulp van warme lucht, waarbij het drogen van gesneden groenten, voortbewegen van de gesneden groenten tussen twee boven elkaar liggende gaasbanden omvat. Verse groenten worden gekoeld aangeleverd. De temperatuur waarbij de groenten worden aangeleverd bedraagt maximaal 4° C, bij voorkeur maximaal 3° C, bij nog meer voorkeur maximaal 2° C en bij zelfs nog meer voorkeur maximaal 1° C. De aangeleverde groenten worden in een koelcel bij een temperatuur van maximaal 4°

C bewaard.

De aangeleverde groenten worden maximaal twee dagen in de koelcel bewaard.

De aangeleverde groenten worden voor het wassen gesneden.

Het snijden van de groenten gebeurt manueel.

Het snijden van de groenten gebeurt bij voorkeur machinaal.

De gesneden groenten worden met gekoeld water gewassen.

Door het wassen wordt vuil, zoals aarde, maar ook mogelijke bacteriën van de groenten gewassen.

Door het gebruik van gekoeld water wordt de groei van bacteriën niet gestimuleerd.

Nadat de gesneden groenten gewassen zijn, worden de gesneden groenten en het gekoelde water dat voor het wassen van de groenten gebruikt werd, van elkaar gescheiden.

Dit is voordelig omdat de gesneden groenten hierdoor al minder water omvatten en in een volgende stap in de werkwijze minder moeten gedroogd worden en waardoor tijdens het drogen energie bespaard kan worden.

De gesneden groenten worden met behulp van warme lucht gedroogd.

De gesneden groenten worden tussen twee gaasbanden met een lengte van minimaal 3 m, bij voorkeur 4 m, voortbewogen.

De gaasbanden zijn met een tussenruimte boven elkaar geplaatst.

De gesneden groenten worden aan een eerste einde van de gaasbanden in de tussenruimte tussen de twee gaasbanden toegevoerd.

De gaasbanden bewegen in eenzelfde richting.

De beide gaasbanden roteren waardoor de gesneden groenten van het eerste einde van de gaasbanden naar een tweede einde bewegen.

Warme lucht blaast van onder de onderste van beide gaasbanden, doorheen de beide gaasbanden.

Hierdoor ontstaat een opwaartse warme luchtstroom.

De opwaartse warme luchtstroom doet de gesneden groenten in de tussenruimte tussen de twee gaasbanden dwarrelen.

De bovenste van beide gaasbanden belet dat gesneden groenten door de opwaartse warme luchtstroom uit de tussenruimte kunnen meegenomen worden.

Door het dwarrelen van de gesneden groenten komen de gesneden groenten langs alle zijden met de warme luchtstroom in contact.

Hierdoor worden de gesneden groenten langs alle zijden gedroogd.

De gesneden groenten worden aan het tweede einde van de beide gaasbanden uit de tussenruimte afgevoerd.

Het drogen met warme lucht is voordelig omdat de celstructuur van gesneden groenten, in het bijzonder niet-harde groenten, zoals salade, niet beschadigd wordt, waardoor de houdbaarheid verhoogt ten opzichte van gesneden groenten die door centrifugeren gedroogd werden.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm gebeurt het drogen van gesneden groenten gedurende een periode van 4 tot 6 minuten met warme lucht met een temperatuur van 25° Ctot 45° C.

5 De beide gaasbanden roteren met een snelheid waarbij de gesneden groenten gedurende een periode van minimaal 4 minuten en maximaal 6 minuten, bij voorkeur 5 minuten in de tussenruimte tussen de beide gaasbanden verblijven. De temperatuur van de warme lucht die van onder de onderste van beide gaasbanden, doorheen de beide gaasbanden geblazen wordt, is in drie zones regelbaar. De warme lucht heeft een temperatuur van 25° C tot 45° C. Bij voorkeur heeft de warme lucht in een eerste zone, het dichtste bij het eerste einde van de beide gaasbanden, een temperatuur van 40° C. Bij voorkeur heeft de warme lucht in een tweede zone, naast de eerste zone gelegen, een temperatuur van 40° C. Bij voorkeur heeft de warme lucht in een derde zone, het dichtste bij het tweede einde van de beide gaasbanden, een temperatuur van 30° C. Met deze tijdsduur en temperatuur voor de warme lucht heeft de gesneden groente bij het afvoeren aan het tweede einde van de beide gaasbanden een temperatuur van 25° C tot 30° C. Deze temperatuur is voldoende laag om te vermijden dat de gesneden groenten beginnen te garen. Met deze tijdsduur en temperatuur voor de warme lucht omvat de gesneden groente 2% water. Dit is voldoende hoog zodat de gesneden groenten, in het bijzonder niet- harde groenten zoals salade, nog steeds fris en knapperig zijn. Bij een lager percentage water wordt salade droog en vormen zich chips. Het percentage water is lager dan wat met centrifugeren kan bekomen worden. Na centrifugeren omvat de gesneden groente 6% water. Bij niet-harde groente, zoals salade, is er bij 6% water nog snelle groei van bacteriën. Doordat de niet-harde groente, zoals salade, maar 2% water omvat, wordt de groei van bacteriën niet gestimuleerd.

Volgens een uitvoeringsvorm wordt de warme lucht met gerecupereerde warmte uit een koelinstallatie opgewarmd.

Opwarmen van lucht vereist veel energie. Bij het wassen van de groenten wordt gekoeld water gebruikt. De groenten worden vooraf in koelcellen bewaard. Het koelen van water en het koelen van koelcellen vereist een koelinstallatie. Een koelinstallatie genereert warmte om lucht of water af te koelen. Deze warmte kan door middel van een warmtewisselaar gebruikt worden om lucht, vereist voor het drogen van gesneden groente, tot een vereiste temperatuur op te warmen. Buitenlucht wordt aangezogen en met behulp van een thermostaat wordt de temperatuur van de buitenlucht gemeten. Indien de buitenlucht niet de vereiste temperatuur heeft, wordt de buitenlucht door middel van de warmtewisselaar tot de vereiste temperatuur opgewarmd. Dit is voordelig omdat hierdoor energie bespaard wordt.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat het scheiden van gesneden groenten en gekoeld water, voortbewegen van de gesneden groenten tussen middelen voor het creëren van een positieve en negatieve luchtdruk.

De gesneden groenten worden aan een eerste einde van een gaasband toegevoerd. De gaasband heeft een minimale lengte van 1.5 m, bij voorkeur 2 m. De toegevoerde gesneden groenten omvatten 60% water. De gaasband roteert waardoor de gesneden groenten van het eerste einde van de gaasband naar een tweede einde voortbewogen worden. Boven de gaasband zijn middelen voor het creëren van een positieve luchtdruk. Lucht wordt van boven de gaasband door de gaasband geblazen. Onder de gaasband zijn middelen voor het creëren van een negatieve luchtdruk. Lucht wordt van onder de gaasband door de gaasband gezogen. Er wordt een neerwaartse luchtstroom doorheen de gaasband gecreëerd. Door de zwaartekracht vloeit een deel van het gekoelde water doorheen de gaasband. Door de neerwaartse luchtstroom wordt een deel van het gekoelde water doorheen de gaasband meegezogen. Aan het tweede eind van de gaasband worden de gesneden groenten van de gaasband afgevoerd. De afgevoerde gesneden groenten omvatten 8% water. Dit is voordelig omdat een omvangrijk deel van het gekoelde water van de gesneden groenten gescheiden is zonder de gesneden groenten te hoeven centrifugeren, waardoor de celstructuur van de gesneden groenten niet kan beschadigd worden. In het bijzonder bij niet-harde groenten, zoals salade, wordt daardoor de houdbaarheid verhoogd ten opzichte van gesneden groenten die door centrifugeren gedroogd werden. Bijkomend zorgt dit voor energiebesparing bij het drogen van de gesneden groenten met warme lucht omdat minder gekoeld water door het drogen met warme lucht moet verdampt worden.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm worden de gesneden groenten tijdens het scheiden van het gekoelde water omgekeerd.

De gesneden groenten worden tijdens het scheiden van het gekoelde water omgekeerd. Dit is voordelig omdat gekoeld water dat eventueel bovenop de gesneden groenten staat, hierdoor van de gesneden groenten wordt afgegoten. De luchtstroom bestrijkt ook een andere zijde van de gesneden groenten, waardoor een betere scheiding van gesneden groenten en gekoeld water bekomen wordt.

De gesneden groenten worden aan een eerste einde van een eerste gaasband toegevoerd. De eerste gaasband heeft bij voorkeur een minimale lengte van 1 m. Aan een tweede einde van de eerste gaasband vallen de gesneden groenten op een eerste einde van een tweede gaasband. De tweede gaasband heeft bij voorkeur een minimale lengte van 1 m. De tweede gaasband is minimaal 10 cm lager dan de eerste gaasband gemonteerd, bij voorkeur minimaal 15 cm lager en bij nog meer voorkeur minimaal 20 cm. Door het vallen van de eerste gaasband op de tweede gaasband worden de gesneden groenten omgekeerd. De gesneden groenten worden aan een tweede einde van de tweede gaasband afgevoerd. Volgens een uitvoeringsvorm wordt voor het scheiden van gesneden groenten en gekoeld water lucht met een temperatuur van maximaal 12° C gebruikt. Het gebruik van lucht met een temperatuur van maximaal 12° C, bij voorkeur maximaal 11° C en bij nog meer voorkeur maximaal 10° C, is voordelig omdat hierdoor zowel de gesneden groenten en het gekoelde water zo minimaal opwarmen. Het opwarmen van de gesneden groenten en het gekoelde water kan de groei van bacteriën stimuleren. Bijkomend is het gekoelde water energiezuiniger te hergebruiken als gekoeld water indien het zo weinig mogelijk opwarmt. Volgens een uitvoeringsvorm omvat het wassen van de gesneden groenten afspoelen van aarde met stromend en gekoeld water. De gesneden groenten zijn nog niet gewassen. De groenten omvatten nog aarde van op akkers. In een eerste bad met gekoeld water worden de groenten gespoeld. De groenten worden aan een eerste einde van het bad toegevoerd en aan een tweede einde afgevoerd. Het bad is minimaal 2 m lang, bij voorkeur minimaal 2,5 m lang en bij nog meer voorkeur minimaal 3 m lang. Het gekoelde water stroomt van het eerste einde naar het tweede einde van het bad en stuwt de gesneden groenten voort. Door de stroming in het water wordt aarde van de gesneden groenten afgespoeld. Door het gebruik van gekoeld water wordt de groei van bacteriën niet gestimuleerd.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm duurt het afspoelen maximaal 15 seconden.

De gesneden groenten worden door het stromende en gekoelde water voortgestuwd. De gesneden groenten verblijven maximaal 15 seconden in het bad, bij voorkeur maximaal 10 seconden. Hierdoor stroomt het water snel genoeg om aarde van de gesneden groenten af te spoelen en om te beletten dat aarde en gesneden groenten samen in het bad bezinken.

Volgens een uitvoeringsvorm volgt na het afspoelen de bijkomende stap van voorreinigen van de gesneden groenten met gekoeld en kolkend water.

De gesneden groenten worden na het afspoelen in een bad voorgereinigd. Het bad omvat op de zijwanden mondstukken waardoorheen lucht en gekoeld water in het bad gespoten wordt. Hierdoor ontstaat een kolkende waterstroom van een eerste einde van het bad naar een tweede einde van het bad. Door het spuiten van zowel lucht als gekoeld water doorheen de mondstukken wordt meer flotatie in het bad bekomen dan met het enkel spuiten met lucht. Bijkomend zou het water in het bad door het enkel spuiten met lucht teveel opwarmen. De afgespoelde gesneden groenten worden aan het eerste einde van het bad toegevoerd. De gesneden groenten worden door het gekoelde en kolkende water voortgestuwd. Door het kolken van het water verblijven de gesneden groenten langer in het bad. Het bad omvat onderaan een geul waarin steentjes en aarde kunnen bezinken. De laatste aarde wordt van de gesneden groenten gewassen.

Volgens een uitvoeringsvorm duurt het voorreinigen maximaal 90 seconden duurt.

Het voorreinigen moet voldoende lang duren zodat de laatste aarde en steentjes effectief van de gesneden groenten gewassen worden. Het voorreinigen gaat voldoende snel zodat de doorvoer van groenten hoog ligt en economisch rendabel is. Het voorreinigen duurt maximaal 90 seconden, bij voorkeur maximaal 60 seconden. Dit is voldoende lang om de laatste aarde en steentjes van de gesneden groenten te wassen en snel genoeg om een hoge doorvoer te hebben.

Volgens een uitvoeringsvorm volgt na het voorreinigen de bijkomende stap van reinigen van de gesneden groenten met gekoeld en kolkend water.

De gesneden groenten worden na het voorreinigen in een bad gereinigd. Het bad omvat op de zijwanden mondstukken waardoorheen lucht en gekoeld water in het bad gespoten wordt. Hierdoor ontstaat een kolkende waterstroom van een eerste einde van het bad naar een tweede einde van het bad. Door het spuiten van zowel lucht als gekoeld water doorheen de mondstukken wordt meer flotatie in het bad bekomen dan met het enkel spuiten met lucht. Bijkomend zou het water in het bad door het enkel spuiten met lucht teveel opwarmen. De voorgereinigde gesneden groenten worden aan het eerste einde van het bad toegevoerd. De gesneden groenten worden door het gekoelde en kolkende water voortgestuwd. Door het kolken van het water verblijven de gesneden groenten langer in het bad. Het bad omvat onderaan een geul waarin vuil kan bezinken. De gesneden groenten zijn nu voldoende gewassen om geconsumeerd te kunnen worden.

Volgens een uitvoeringsvorm duurt het reinigen maximaal 90 seconden. Het reinigen moet voldoende lang duren zodat vuil effectief van de gesneden groenten gewassen worden en dat de gesneden groenten klaar voor consumptie zijn. Het reinigen gaat voldoende snel zodat de doorvoer van groenten hoog ligt en economisch rendabel is. Het reinigen duurt maximaal 90 seconden, bij voorkeur maximaal 60 seconden. Dit is voldoende lang om vuil van de gesneden groenten te wassen en snel genoeg om een hoge doorvoer te hebben. Volgens een uitvoeringsvorm heeft het water tijdens het wassen van de gesneden groenten een temperatuur van maximaal 3° C. Het water moet een voldoende lage temperatuur hebben zodat de groei van bacteriën niet wordt gestimuleerd. Het water heeft een temperatuur van maximaal 3° C, bij voorkeur maximaal 2° C en bij nog meer voorkeur maximaal 1° C. Bij deze temperaturen worden bacteriën gedood, waardoor het niet nodig is om chloor bij het water te voegen. Een bijkomend voordeel is dat bij deze temperaturen de poriën in niet-harde groenten, zoals salade, sluiten. Dit is vooral belangrijk op snijvlakken waar salade in repen gesneden werd. Doordat de poriën sluiten, verhoogt de houdbaarheid van niet-harde groenten, zoals salade. Volgens een uitvoeringsvorm worden de gesneden groenten na het wassen door spoelen met gekoeld water van maximaal 3° C op een trechtervormige zeefplaat uitgespreid.

De gesneden groenten worden na het wassen eerst van het gekoelde water gescheiden en daarna gedroogd. Om het scheiden en het drogen te bevorderen, is het aangewezen om de gesneden groenten uit te spreiden. Dit kan door het spoelen van de gesneden groenten met water van maximaal 3° C, bij voorkeur maximaal 2° Cen bij nog meer voorkeur maximaal 1° C, waarbij de gesneden groenten op een trechtervormige zeefplaat via een smalle toevoer van bij voorkeur 50 cm worden aangebracht en door het gekoelde water in de richting van een brede afvoer van bij voorkeur 200 cm worden afgevoerd. De trechtervormige zeefplaat is hellend opgesteld. Het spoelwater is zo gericht dat de gesneden groenten zich bij de afvoer van de trechtervormige zeefplaat over de gehele breedte van de afvoer verspreid hebben. De trechtervormige zeefplaat heeft perforaties. Minstens een deel van het gekoelde water loopt doorheen de perforaties en wordt van de gesneden groenten gescheiden. Volgens een uitvoeringsvorm wordt het tijdens het wassen van de gesneden groenten gebruikte water voor het wassen van gesneden groenten hergebruikt.

Bij het wassen van de gesneden groenten is veel gekoeld water vereist. Bij zowel het afspoelen, het voorreinigen als het reinigen van de gesneden groenten wordt stromend of kolkend water gebruikt. Zonder hergebruik van water zou dit tot een enorm waterverbruik leiden. Bovendien is het water gekoeld zodat veel energie verbruikt zou worden om leidingwater telkens tot de vereiste temperatuur af te koelen. Door het gekoelde water dat bij het reinigen gebruikt werd voor het voorreinigen te hergebruiken en door het gekoelde water dat bij het voorreinigen gebruikt werd voor het afspoelen te hergebruiken, wordt zowel op waterverbruik als energieverbruik bespaard.

Claims (13)

CONCLUSIES

1. Werkwijze voor wassen en drogen van groenten, in het bijzonder niet-harde groenten, omvattende - wassen van gesneden groenten met gekoeld water, - scheiden van gesneden groenten en gekoeld water, - drogen van gesneden groenten met behulp van warme lucht, met het kenmerk, dat het water tijdens het wassen van de gesneden groenten een temperatuur van maximaal 3° C heeft, dat het drogen van gesneden groenten gebeurt gedurende een periode van 4 tot 6 minuten met warme lucht met een temperatuur van 25° Ctot 45° C en dat het drogen van gesneden groenten, voortbewegen van de gesneden groenten tussen twee boven elkaar liggende gaasbanden omvat.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de warme lucht met gerecupereerde warmte uit een koelinstallatie wordt opgewarmd.

3. Werkwijze volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat het scheiden van gesneden groenten en gekoeld water, voortbewegen van de gesneden groenten tussen middelen voor het creëren van een positieve en negatieve luchtdruk omvat.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de gesneden groenten tijdens het scheiden van het gekoelde water worden omgekeerd.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat voor het scheiden van gesneden groenten en gekoeld water lucht met een temperatuur van maximaal 12° C gebruikt wordt.

6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het wassen van de gesneden groenten het afspoelen van aarde met stromend en gekoeld water omvat.

7. Werkwijze volgens concl6sie 7, met het kenmerk, dat het afspoelen maximaal 15 seconden duurt.

8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat na het afspoelen de bijkomende stap van het voorreinigen van de gesneden groenten met gekoeld en kolkend water volgt.

9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het voorreinigen maximaal 90 seconden duurt.

10. Werkwijze volgens conclusies 8 of 9, met het kenmerk, dat na het voorreinigen de bijkomende stap van het reinigen van de gesneden groenten met gekoeld en kolkend water volgt.

11.Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het reinigen maximaal 90 seconden duurt.

12. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de gesneden groenten na het wassen door spoelen met gekoeld water van maximaal 3° C op een trechtervormige zeefplaat uitgespreid worden.

13. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-13, met het kenmerk, dat het tijdens het wassen van de gesneden groenten gebruikte water voor het wassen van gesneden groenten hergebruikt wordt.