BE1026865B1 - Plooitoestel om twee evenwijdige vouwen aan te brengen in een blad papier of dergelijke - Google Patents

Abstract

Plooitoestel om twee evenwijdige vouwen aan te brengen in een blad, waarbij het toestel (1) twee klemmen (5) bevat met een vouwrand (9) die elk gevormd worden door twee klemlatten (6) met bekken (7) die beweegbaar zijn ten opzichte van mekaar tussen een open positie en een gesloten positie en waarbij de klemmen (5) voor de invoer van het blad (4) tegenover elkaar zijn opgesteld met hun vouwranden (9) evenwijdig en naar elkaar toe gericht en op een afstand (B) van elkaar die gelijk is aan de gewenste tussenafstand tussen de aan te brengen vouwen en waarbij het plooitoestel (1) verder middelen (10) bevat om de klemmen (5) in hun gesloten toestand ten opzichte van elkaar te verplaatsen op zodanige manier dat één van de klemmen (5) met zijn vouwrand (9) een cirkelbeweging uitvoert rond de vouwrand (9) van de andere klem (5) om de twee evenwijdige vouwen te vormen ter plaatse van de vouwranden (9) van beide klemmen (5).

Description

| Plooitoestel cm twee evenwijdige vouwen aan te brengen in | ven blad papier of dergelijke, De huidige uitvinding heeft betrekking op een pinooitoestel om twee evenwijdige vouwen aan te brengen in een blad 9 papier of dergelijke, meer speciaal twee evenwijdige vouwen $ cp een korte afstand van bijvcorbeeld twee millimeter van 5 elkaar.

9 10 9 Dergelijke biaden met een dubbele vouw worden bijvoorbeeld | gebruik: voor het samenstelien van een ooek, waarbij | dergelijke bladen door de dubbele vouw sen plocibare strook 9 afbakenen waarmee de bladen kunnen worden ingebonden in een 9 15 inbindelement of in de rug van een boek of dergelijke, 9 Een voordeel van dergelijke bladen is dat de bladen van het 9 boek vlak kunnen opengenicoid worden en de bedrukking | naadloos doorloopt over de opengeplocide bladen zoals beschreven in het BE 1.023.784, Er zijn verschillende methodes en toestellen bekend om bladen papier van een vouw te voorzien.

Jit het BE 1.021.551 is een piocitoestel bekend waarnee het papier éénmaal naar boven en éénmaal naar onder wordt geplooid en waarbij dit proces eventueel meerdere malen wordt herhaald, bijvoorbeeld drie maal, Een nadeel met dit plocitoestel is dat het procedé van het plooien langzaam is daar de operatie bijvoorbeeld drie maal

{ BE2018/5879 : 7 { moet herhaald worden om een goed resultaat te bekomen, Cp het resultaat is niets aan te merken, maar het toestel is niet geschikt voor een industriële massaproductie gezien de 9 traagheid, 9 Uit het BE 1.024.330 is een andere plonimachine bekend : waarmee bladen papier door middel van stalen banden kunnen | gevouwen worden met een veel hoger theoretisch 3 vroduciieritme, Maar waarbij in de praktijk het | 10 productierendement toch niet zo hoog is om verschillende 9 redenen, namelijk vanwece: | - de moeilijke positionering van het papier op de stalen 9 vanden door de zwakke grip van het staal co het 9 papier; | 15 - de moeilijkheid om de stalen banden perfect te 9 geleiden, waardoor er grote slijtage optreedt op de | stalen bande; en,

- het felt dat om een tweede plooi aan te brengen opafstand van de eerste plooi, het papier ofwel een tweede masi door de plooimachine moet geleid worden ofwel dat er een tweede plooimachine achter de eerste moet geplaatst worden, waardoor de machine onpraktisch lang wordt,

Uit het BE 1.024.709 is een verbeterde versie van de vorige piooimachine beschreven waarin de stalen banden zijn vervangen door meerdere doortrekriemen in kunststof, die een sterke adhesie hebben op het papier, zodat het papier tijdens het transport met deze doortrekriemen veel beter opzijn plaats blijft.

In deze plooimachine ondergaat: het papier drie opeenvolgende bewerkingen vcor elke picoizisde:

| BE2018/5879 { 3 grijpen, vouwen en aandrukken en dit tot vier maal toe, { Deze verbeterde plocimachine heeït echter drie zwakke # punten, namelijk: 3 5 > dat de eerste plooi, met rechtse en linkse plooi, | banden vereist van ongeveer Lwee meter lengte en dat | voor de tweede gpliooi het papier over 180° moet 9 teruggedraaid worden, wat een zwak punt is daar het 9 papier niet het minste mag verschuiven om een perfect # Le evenwijdige tweede picoil te leggen en dat dit 9 terugdraaien steeds delicaat is, vooral bij het | veranderen van maten of van type papier of van diktes van papier; » dat de doortrekbanden uit kunststof wel geschikt zijn om papier op A4 formaat te behandelen, maar dat voor grotere papierformaten de grip op het papier door de doortrekbanden onvoldoende blijkt te zijn, waardoor het papier lichtjes kan draaien, wat zeer slecht is voor het terugdraaien en voor de positionering van de ZU tweede picoi die dan niet meer evenwijdig is, wat een probleem is, wetende dat de markt steeds grotere papierformaten vraagt tot zelfs B2 (500 x 707 mm), Waarvoor een picoimachine van meer dan een meter hoog vereist is, wat zeer problematisch is voor de lencte van de transportbanden en voor de hoogte van de machine; en, > dat de kunststof dvortrekbanden perfect geschikt zin om papier met een densiteit van 250 qr/m2 te behandelen, maar dat met zwaardere papiersoorten de grip op het papier door de transportbanden te zwak Like te zijn omdat de stugheid van het papier tegenhet plooien het papier lichtjes doet draaien zodat er { probiemen zijn voor de positionering van de tweede | plooi, die dan niet meer evenwijdig is. | 5 De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de 9 voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden. { Hiertoe betreft de uitvinding sen plooitoestel om twee evenwijdige vouwen op een tussenafstand van elkaar aan te 9 10 brengen in een blad papier of dergelijke, met als kenmerk | dat het Loestel twee klemmen bevat die op een scherp 9 puntige vouwrand uitlopen en die elk gevormd worden door 9 Uwee klemiatten met puntige bekken die beweegbaar zijn ten | opzichte van mekaar Tussen een open positie met een opening 9 iS tussen de klemiatten voor het invoeren van het te vouwen blad en een gesloten positie om het te vouwen blad vast te klemmen tijdens het vouwen, waarbij de klemmen voor de invoer van het blad tegenover elkaar zijn opgesteld met hun vouwranden evenwijdig en naar elkaar toe gericht en op een afstand van elkaar die gelijk is aan de gewenste tussenafstand tussen de aan Le brengen vouwen en waarbij het toestel verder middelen bevat om de klemmen in hun gesicten toestand ten opzichte van elkaar te verplaatsen DD zodanige manier dat éèr van de klemmen met zijn vouwrand een cirkelbeweging uitvoert rond de vouwrand van de andere kiem om de twee evenwijdige vouwen te vormen ter plaatse van de vouwranden van beide klemmen, Met dit plocitoestel kunen de te vouwen bladen vanuit een 39 Leener één na èèn tussen de klemlatten doorheen het toestel gevoerd worden in een vlakke lineaire baan zonder het blad

N ; te moeten terugdraalen en kunnen de bladen na het vouwen { verder doorgevoerd en gestapeld worden. | Door de relatieve draaiende beweging van de ene klem ten 3 53 opzichte van de andere klem worden gelijktijdig de twee # evenwijdige vouwen in het blad gerealiseerd ter plaatse van { de scherpe vouwranden van de klemmen die op de gewenste | afstand van elkaar liggen en op deze afstand blijven : tijdens de volledige draaiende plocibeweging, 9 10 Tijdens de gehele duur van deze relatieve draalbeweging 9 voor het vouwen blijft het blad papier stevig ingeklemd 9 cussen de klemlatten, zodat het blad niet kan verschuiven | en de gerealiseerde vouwen steeds perfect evenwijdig zijn, 9 Het plooitoestel volgens de uitvinding is ook geschikt voor | grotere formaten van bladen, aangezien deze probleemloos verwerkt: kunnen worden daar de bladen vlak doorgevoerd kunnen worden zonder draalen of plooien,

Dok kunnen zwaardere rapiersoorten probleemloos verwerkt worden daar het papier goed geklend wordt en er geen krachten zijn om het papier te twisten of te draaien, Ben bijkomend voordeel is dat de 2 vouwen op elke willekeurige plaats van het blad kunnen aangebracht worden.

Er kunnen op één blad meermaals dubbele vouwvliinen worden gecreëerd op verschillende posities, wat, naast de toepassing zoals beschreven in het BE 1.023.784 om bladen van een boek viak te kunnen openpiooien, ook nuttig kanzijn om bijvoorbeeld wenskaarten cf boekomslagen te ; picoien.

Voigens een praktische uitvoeringsvorm is één van beide xiemmen vast in de doorvoerrichting van de bladen, terwijl de andere kiem beweegbaar is ten opzichte van de vaste klem, zodat siechts één van beide klemmen moet bewogen . worden en hiervocr een eenvoudige aendrijving voldoende is. ; 10 Bij voorkeur is minstens één aanslag voorzien voor de 9 vouwrand van een klem op het einde van de draaibeweging van ì deze klem, waardoor een nog scherpere vouw kan gerealiseerd | worden, L5 Dergelijke aanslag voor de vouwrand is bij voorkeur cemaakt | uit een elastisch samendrukbaar materiaal zoals rubber, Bij voorkeur zijn de klemmen ten opzichte van elkaar verdraaibaar over een hoek van minstens 180°, bij voorkeur over een hoek waarbij één klem tot Legen of bijna tot tegen de andere kiem is verdraaid, zowel in de ene als in de andere draaizin.

Hierdoor kan het te vouwen blad naar beide zijden van het blad worden omgeplooid, waardoor een scherpe vouw wordt bekoren, De openingshoek van de puntige vouwrand is bijvoorbeeld 25°, waardoor het blad over een grote hoek kan ONGEVOUWET worden rond de vouwranden van de klemmen.

{ BE2018/5879 { Met net inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend | karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen | beschreven van een tvestel volgens de uitvinding om twee | 5 evenwijdige vouwen aan te brengen in een blad papier, met [ verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : : figuur 1 schematisch een plooitoestel volgens de | uitvinding weergeeft in ruststand; : 12 de figuren 2 tot 4 het plooitoestel van figuur 1 9 weergeven in verschillende gebruiksstanden: 9 de figuren 5 tot 7 een bewegingsmechanisme tonen van | het plooitcestel van figuur 1; 9 figuur 8 een variante toont van een picoitcestel 9 ÈS volgens de uitvinding; # figuur 9 op grotere schaal het gedeelte weergeeft dat 9 in figuur 8 met een kader F9 is aangeduid; figuur 10 nog een andere variante toont van een plocitoestel volgens de uitvinding in rusttcestand; de figuren 11 tot 13 het plooitoestel van figuur 10 weergeven in verschillende gebruiksstanden. Het picoitoestel 1 van figuur 1 bevat een chassis 2 met een invoeropening 3 voor het vlak invoeren van een te plocien biad papier 4 of dergelijke volgens een invoerrichting I zoals weergegeven met pijl I in figuur 1. in het toestel bevinden zich twee klemmen 5 voor het inklemmen van het blad 4.

De klemmen 5 zijn samengesteld uit twee klemlatten 6 met

{ BE2018/5879 | puntige bekken 7, 9 De klemlatten 6 zijn beweegbaar Len opzichte van elkaar | volgens een richting K-X" haaks op de invoerrichting I > tussen een open positie, zoals weergegeven in Ziquur 1, met | sen opening & tussen de klemlatten 6 voor het invoeren van # het Le vouwen blad 4 en sen gesloten positie zoals 3 weergegeven in figuur 2 om het Le vouwen blad 4 vast te kiemen tijdens het vouwen, | 10 in de open invoertoestand van figuur 1 liggen de cpeningen 9 8 tussen de klemlatten 6 in het verlengde van de | invoerrichting I, zodat de openingen B een doorvoerkanaal 9 afbakenen waar het te piooien blad 4 lineair in kan 9 15 ingevoerd worden zonder draaien of plooien, in de gesloten toestand van figuur 2 vormen de puntige bekken 7 van elke klem sen scherpe vouwrand 9 van de betreffende klem 5 met een openingshoek A van de puntige vouwrand die ongeveer 25° bedraagt. in deze toestand liggen de klemmen 5 recht tegenover elkaar met hun scherpe vouwranden evenwijdig aan elkaar en naar elkaar toe gericht on een afstand B van elkaar die gelijk is aan de gewenste tussenafstand tussen de aan te Lrengen vouwen, De xlem 5b is een vaste klem, waarmee bedoeld wordt dat deze kiem Sb een vaste positie heeft ten cozichte van de invoerrichting I, alhoewel de bekken 7 wel in de richting XK! verplaatsbaar zijn aangebracht, bijvoorbeeld in

| BE2018/5879 Lineaire geleidingen van het chassis 2, | De Klemlatten & van de klem 5a zijn samen aangebracht op 9 een drager 10 die beweegbaar in het chassis 2 is ; 5 aangebracht en waarop de klemlatten 6 verschuifbaar zijn # aangebracht in lineaire geleidingen die zich uitstrekken 9 volgens de richting X-X', | iet plocitoestel 1 is verder voorzien van middelen 11 om de 9 10 drager 10 samen met de klem Sa te verdraaien op zocanige 9 manier dat de vouwrand 9 van de klem 5a een cirkeivormige | beweging maak. rond de vouwrand 9 van de vaste klem Bb, 9 zoals weergegeven met de cirkel in streeplijn in figuur 2 9 mel een straal die gelijk is aan de voornoemde afstand B en 9 15 middelpunt ter plaatse van de vouwrand © van de vaste klem Sb. Ve middelen 11 worden bijvoorbeeld gevormd door een mechanisme, dat verder zal uitgelegd worden aan de hand van de figuren 5 tot 7, dat de drager 10 samen met de gesloten kiemlatten 6 doet orbiteren, met andere woorden in zijn geheel doet draaien rond de vouwliin 9 van de vaste klem sb, terwijl de drager 10 samen met zijn klemiatten steeds evenwijdig blijven aan zichzelf.

Het pionitoestel 1 is bij voorkeur een dooricoptoestel dat voorzien is van aanvoermiddelen 12 om de te vouwen bladen 4 vanuit een niet weergegeven feeder in tussen de klemiatten & van de geopende klemmen 5 in te voeren. Deze middelen 12 worden pijvoorbeeld gevormd door aanvosrrollen die aangestuurd worden door een geprogrammeerde sturing.

{ verder is het plooitoestel 1 voorzien van niet weergegeven { positicneringsmiddelen om het te vouwen blad 4 in de invoerrichting I te positioneren tussen de klemlatten 5 in S een positie waarbij de plaats waar de vouwen in het blad 4 9 moeten gerealiseerd worden zich onder de vouwranden 9 var # de klemmen 5 bevinden.

Deze positioneringsmiddelen kunner bijvoorbeeld cen : 10 detector bevatten voor het detecteren van het einde van het | blad bij het doorvoeren ervan, welke detector is 9 aangesioten op de voornoemde sturing van de aanvoermiddelen | 12, 9 15 De werking van het plocitoestel is eenvoudig en als volgt, Wanneer het blad 4 in de juiste positie tussen de klemlatten 6 is gepositioneerd, worden de klemmen 5 gesicten met inklemming van het blad 4 zoals in figuur 2,

Vervolgens wordt de drager 10 met de klem 5a aangedreven om te orbiteren rond de vouwrand 9 van de vaste klem 5b.

Eerst wordt de klem Sa naar omhoog gedraaid Lot tegen of bDijna tot tegen de vaste klem Sb zoals weergegeven in figuur 3, Hierdoor wordt het blad 4 geplooid rond de vouwranden 9 van beide klemmen 5 en worden er in het blad 4 twee evenwijdige vouwlijnen gevormd op de gewenste afstand B van elkaar, Het ie duidelijk dat ook de vouwrand 9 van de vaste klem Sb sen

{ relatieve cirkelbeweging maakt rond de vouwrand 9 van de | beweegbare klem 5a.

| Vervolgens wordt de drager 10 met de klen 5a in # 5 tegengestelde zin rond de vouwrand 9 van de vaste klem 5b # naar beneden gedraaid tot in sen positie zoals weergegeven | in figuur 4, waarbij het blad 4 nu naar zijn andere zijde 8 wordt omgeplooid, waardoor de vouwen nog scherper worden # gemaakt, | 10 | Door de smalle openingshoek A van de klemmen 5 kunnen de 9 klemmen over een grote hoek ten opzichte van elkaar | verdraaid worden zonder te botsen, waarbij deze hoek bij 9 voorkeur groter is dan 180°, 9 Op deze manier kan het blad 4 indien nodig meerdere malen 9 omgepicoid worden naar de ene en de andere zijde van het | blad 4, Nadien kan de drager 10 teruggebracht worden naar zijn startpositie van {figuur 2, waarna de klemmen 5 kunnen geogend worden en het blad 4 met de dubbele vouw erin nu kan afgevoerd worden in de richting I naar een niet weergegeven stapel.

Len voorbeeld van hoe de middelen 11 kunnen cerealiseerd worden is weergegeven in de figuren 5 tot 7. Het betreft een mechanisme 13 met twee schijven 14 die verdraaibaar zijn gelagerd in het chassis 2 en die voorzien zijn van een zich radiaal uitstrekkende gleuf 15, welke schijven 14 heen en weer kunnen worden verdraaid door middel van een grotere

{ draaischijf 16 die heen en weer kan verdraaid worden rond { een middenpositie, zoals weergegeven in figuur 5, door middel van een aandrijving 17. | 5 De drager 10 is voorzien van twee vaste pallen 18 die heen 9 en weer beweagcaar gevat zitten in de voornoemde gleuven 15 ; van de schijven 14, in de middenpositie van figuur 5 bevinden de klemmen 5 zich | 10 in de startpositie van [iguur Z met de klemmen 5 in elkaars : verlengde. 9 Vanuit deze middenpositie wordt dan de draaischijf eerst in | een richting verdraaid zoals weergegeven in figuur & en 9 15 daarna in de andere richting zoals weergegeven in figuur 7, 9 waardoor aan de drager 10 met de klem Sa sen orbiterende | beweging wordt gegeven rond de vouwrand 9 van de vaste klem 9 So, zoals geïllustreerd in de figuren 6 en 7. 2D Optioneel kunnen éên of beide klemmen 5 voorzien zijn van een aanslag 19 zoals weergegeven in de figuren 8 en 9 die een aanslag vormt voor de vouwrand % van een klem 5 cp het einde van de draaibeweging van deze klem 5, waarbij de aansiag 19 bi? voorkeur is gemaakt uit een elastisch 25 samendrukbaar materiaal zoals rubber, Dankzij deze aanslag 19 kan de dubbele vouw nog extra worden geaccentueerd, De aanslag 15 wordt bijvoorbeeld gevormd door een inkeping die een zitting vormt voor de scherpe vouwrand 9% van een klem 5%.

{ BE2018/5879 9 13 { In Éiguur 30 is sen alternatieve uitvoeringsvorm | weergegeven van een pluoitoestel 1 volgens de uitvinding # waarbij in dit geval de kiemlatten 6, in doorsnede gezien, | zijn voorzien van een haakse rand 21 die haaks staat op de 9 5 invoerrichting I en waaruit de voornoemde bekken 7 : uitsteken in de richting van de tegenoverliggende klem 5. 3 De inkeping 20 voor de vouwrand 9 van de klemmen zijn | voorzien ais een uitsparing in de haakse rand 21 en zijn zo 9 10 gepositioneerd dat op het einde van de draaibeweging van de | klem 5 de vouwranden 9 in deze inkepingen 20 vallen zoals 9 weergegeven in de figuren 12 en 13, 9 Voor het overige is de werking van dit plocitoestel 1 | 25 analoog aan de werking zoals reeds beschreven.

Het is duidelijk dat de opeenvolgende bewegingen zoals hiervoor beschreven kunnen aangestuurd worden vanuit een geprogrammeerde sturing die alle bewegingen of minstens een deel ervan aanstuurt, Het is ook duidelijk dat het openen en sluiten van de klemmen 5 Dok kan gerealiseerd worden op een andere manier, bijvoorbeeld doordat de klemlatten naar elkaar toe kunnen wentelen om te sluiten en van elkaar weg om te opeen, Het iz Levens duidelijk dat beide klemmen 5 beweegbaar kunnen zijn cm een relatieve draaibeweging van de ene ten opzichte van de andere op te leugen.

{ BE2018/5879 14 Het is eveneens duidelijk dat met een plocitoestel 1 # volgens de uitvinding ook andere materialen dan papier of | karton kunnen gevouwen worden, bijvoorbeeld bladen uit { kunststof.

3 5 De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als 9 voorbeeld beschreven er in de Eiguren veergegeven | uitvoeringsvornen, doch een Loestel volgens de uitvinding | om Lwee evenwijdige vouwen aan te brengen in een blad 9 10 papier of dergelijke kan in allerlei vormen en afmetingen 9 worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de # uitvinding te treden.

Claims (1)

1. { BE2018/5879

   LE Conciusies, | ti. Plooitvoestel om twee evenwijdige vouwen op een 9 5 tussenafstand (B) van elkaar aan te brengen in een blad | papier of dergelijke, daardoor gekenmerkt dat het toestel 3 {1} twee klemmen (53 bevat met een scherpe vouwrand 19} die | eik gevormd worden door twee klemiatten (6) met puntige 9 bekken (7) die beweegbaar zijn ten opzichte van mekaar | id tussen een open positie met een opening (8) tussen de 9 kiemiatten (6} voor het invoeren van het te vouwen hlad {43 | en een gesloten positie om het te vouwen blad (4) vast te 9 klemmen tijdens het vouwen, waarbij de klemmen (5) voor de # invoer van het blad {4} tegenover elkaar zijn opgesteld met hun vouwranden {9} evenwijdig aan elkaar en naar elkaar toe gericht en op een afstand (B) van elkaar die gelijk is aan de gewenste tussenafstand tussen de aan te Lrengen vouwen en waarbij het plooitoestel {1} verder middelen (10) bevat om de kiemen (5} in hun gesloten toestand ten opzichte van elkaar te verplaatsen op zodanige manier dat één van de klemmen {5} met zijn vouwrand (9) een cirkelbeweging uitvoert rond de vouwrand {2} van de andere klem (5) om de wee evenwijdige vouwen te vormen ter plaatse van de vouwranden (2) van beide klemmen (5).

   a. Plocitcestel volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat één van beide klemmen (5b) in de gesioten toestand vast is, terwijl de andere kiem {5a} in gesloten toestand ceweegbaar is ten cpzichte van de vaste klem (Sb) ,

   3.- Plooitvestel volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt

   { dat de middelen {10} om de klemmen (5) ten opzichte van { elkaar te verplaatsen worden cevormd door middelen om de beweegbare klem {5a) Le laten orbiteren rond de vouwrand 9 (U) van de vaste klem {5b}. 9 5 3 à. Plooitoestel volgens één van de voorgaande conciusies, daardoor gekenmerkt dat minstens den zanslag {19} is voorzien voor de vouwrand (53 van een klem (51 op het einde | van de relatieve draaibeweging van de klemmen {5}, 9 5.- Piooitoestel volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt | dat de zanslag (19) voor de vouwrand (9) van een klem {5} 9 is bevestigd op de andere klem {5}, 6, Plooitoestel volgens conclusie 5 en 2, daardoor gekenmerkt dat de aanslag (19) voor de vouwrand (95 bevestigd is op de vaste klem (5b) en/of op de beweegbare kiem (53).

   7. Piooitoestel volgens één van de conclusies 4 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de aanslag (19) is gemaakt uit sen elastisch samendrukbaar materiaal zoals rubber.

   B. Flocitoestel volgens één van de conclusies 4 tot 7, daardoor gekenmerkt dat de aanslag (19) wordt gevormd door een inkeping {20} in één of in beide klemiatten {5} dis een zitting vormt voor de vouwrand (9) van de andere klem {5},

   9.- Plocitcestel volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat de klemiatten (6) zijn voorzien van een haakse rand (21) waaruit de voornoemde bekken {7} van de klemlatten {6}

   | BE2018/5879 naar elkaar toe uitsteken en dat de voornoemde inkepingen | {20} zijn voorzien in de haakse rand {21}. | iD.- Plooitoestel volgens één van de voorgaande conclusies, 9 2 daardoor gekenmerkt dat in de doorvcerpositie van het blad 9 {4} de klemmen (5) in elkaars verlengde liggen en dat het 3 picoitoestel (1) is voorzien van een sturing om de klemmen | (5) ten opzichte van elkaar te verdraaien aan gene en [ andere zijde van deze doorvoerpositie, 11,- Picoitoestel volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt | dat de kiemen {5} ten oprichte van elkaar verdrasibaar 9 zijn over een hoek van minstens 180°, bij voorkeur over een 9 noek waarbij één klem (23 tot Legen of bijna tot tegen de | 15 andere klem {5} is verdraaid, zowel in de êne als in de 9 andere draairin, 9 12,- Picoitcestel volgens één van de voorgaande conclusies, 9 daardoor gekenmerkt dat de openingshoek {A} van de 9 20 vouwrand (3} ongeveer 25° bedraagt, ij. Piooitoestei volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het een doorlcoptoestel is dat voorzien is van asnvoermiddelen (12) om bladen {4} tussen de klemlatten {6} van de klemmen (5) door te voeren vanuit een feeder voor het vouwen en om na het vouwen verder door te voeren en te stapelen,

   14. Picoitcestel volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het plooitoestel (1) is voorzien van positioneringsmiddelen om het te vouwen blad {4} bij dedoorvoer te positioneren tussen de klemlatten (5) van de

   : kiemmen {5} met de Le realiseren vouwen ter plaatse van de vouwranden (5) van de klemmen (51,

   . 5 li." Piooitoestel volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt

   ; dat de positioneringsmicddelen een detector bevatten voor

   | het detecteren van het einde van het blad (4) bij het

   ; doorvoeren ervan.