BE1025820B1

BE1025820B1 - Verdeelinrichting voorzien van een wegwerpbare koelcartridge

Info

Publication number: BE1025820B1
Application number: BE2017/5351A
Authority: BE
Inventors: Daniel Peirsman; Stijn Vandekerckhove
Original assignee: Anheuser-Busch Inbev Nv
Priority date: 2016-05-13
Filing date: 2017-05-12
Publication date: 2019-08-14
Also published as: AU2017263052A1; US20190144253A1; KR20190012179A; EP3455572A1; JP6962937B2; CN109564072A; KR102402707B1; BR112018073272B1; MX2018013691A; AR108464A1; BR112018073272A2; AU2017263052B2; CA3023396A1; CN109564072B; EP3244157A1; WO2017194736A1; EP3455572B1; BE1025820A1; US10870567B2; JP2019518668A

Abstract

Drankverdeelinrichting omvattende een container die een drank bevat, en verder omvattende een verdeelbuis samengesteld uit drie secties: (A) Een cartridge (1) gevormd door een frame (1F) dat een perimeter van een binnengebied definieert en in genoemd binnengebied een kanaal (1C) ondersteunt dat een serpentijn vormt; (B) Een stroomopwaartse verdeelbuissectie (3U) die de binnenkant van de container in fluïdumverbinding stelt met een inlaat van het kanaal; (C) Een stroomafwaartse verdeelbuissectie (3D) die een uitlaat van het kanaal in fluïdumverbinding stelt met een tapklep (9V), (D) Een drankverdeelinrichting voorzien van een koeleenheid omvattende eerste en tweede koelplaten (2P) van elkaar gescheiden door een afstand die een insertiegleuf (2S) definieert, waarbij de afstand die de eerste van de tweede koelplaten scheidt kan variëren, - van een laadafstand, d0, die de introductie van de cartridge in de gleuf mogelijk maakt, - naar een koelafstand, dc < d0, waarbij de eerste en tweede oppervlakken koelplaten in contact brengen van het kanaal en een druk uitoefenen daarop die het kanaal vervormt.

Description

Verdeelinrichting voorzien van een wegwerpbare koelcartridge

Technisch gebied

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verdeelinrichting van het type dat wordt aangetroffen in pubs en bars voor het verdelen van een vloeistof, kenmerkend een drank zoals bier of andere koolzuurhoudende dranken die moeten worden geserveerd bij lage temperatuur. Meer specifiek is de verdeelinrichting van de onderhavige uitvinding voorzien van een wegwerpbare koelcartridge die kan worden opgenomen in een koeleenheid en zodoende een sectie van een verdeelbuis vormen die in thermisch contact is met koelplaten die in de koeleenheid zijn bevestigd. Achtergrond van de uitvinding

Vele toepassingen vereisen de koeling van een vloeistof. Meer specifiek, dranken moeten vaak worden gekoeld vóór of tijdens verdeling. Dit is het geval bij dranken op basis van mout, zoals bier, of frisdrank. Er zijn hoofdzakelijk twee manieren om een drank te serveren bij een temperatuur nagenoeg lager dan kamertemperatuur: ofwel wordt de volledige container die te verdelen de drank bevat gekoeld, ofwel wordt alleen het volume aan drank dat door de verdeelbuis van de container naar de tapklep stroomt gekoeld.

Vele drankdispensers omvatten een gekoeld compartiment voor het bewaren en koelen van een container. Een gewoon koelsysteem is gebaseerd op compressie-expansie van een koelgas van het type dat gebruikt wordt in huishoudkoelkasten.

koelsystemen die gebruik maken van

Thermo-elektrische het Peltier-effect

BE2017/5351 werden in het vakgebied ook voorgesteld voor het koelen van een container opgeslagen in een verdeelinrichting. Een nadeel van koeling van de volledige container is dat wanneer een lege container door een nieuwe moet worden vervangen, het aanzienlijk veel tijd in beslag neemt om de inhoud van de nieuwe container af te koelen tot de lage temperatuur. Een oplossing voor dit probleem is natuurlijk het constant bewaren van een volle container in een gekoeld compartiment zodat deze onmiddellijk na het laden in een verdeelinrichting na vervanging van een lege container kan worden gebruikt. Deze oplossing vereist echter de investering van een additioneel koelcompartiment voor het opslaan van gekoelde containers in afwachting om te worden geladen, en vereist extra werk om een nieuwe container in het gekoelde compartiment op te slaan na lading van een nieuwe gekoelde container op de verdeelinrichting.

Het alleen koelen van het volume drank dat door de verdeelbuis stroomt heeft duidelijk vele potentiële voordelen: geen nood aan voorkoeling van een reservecontainer zoals hierboven besproken, het vloeistofvolume dat wordt gekoeld is beperkt tot het te verdelen volume, enz. Deze voordelen zijn echter moeilijk te verwerven door de vele uitdagingen van een dergelijk proces. Er moet rekening mee worden gehouden dat de verdeelbuis regelmatig moet worden gereinigd of vervangen, ofwel omdat het type van drank (type van beer) van de ene container tot de andere verandert, ofwel omdat na verloop van tijd bacteriële afzettingen kunnen worden gevormd in een verdeelbuis. Een andere uitdaging is dat bier met een relatief hoog debiet moet

BE2017/5351 worden verdeeld, kenmerkend 2 oz/s of 3,5 l/min, en het is moeilijk om bij dergelijke debieten alle thermische energie te onttrekken die vereist is om de temperatuur van de drank naar zijn gewenste waarde te brengen.

Traditioneel omvat de verdeelbuis van een verdeelinrichting die de binnenkant van een container in fluidumverbinding brengt met een tapklep een serpentijn of spiraal die ondergedompeld is in een vatijswater of een ander secundair koelmiddel zoals glycol. Hoewel eenvoudig en efficiënt vertoont deze oplossing diverse nadelen. Een vat met ijswater neemt een aanzienlijke ruimte in beslag die zich vaak vlak achter de toog van de bar bevindt. De temperatuur van het ijswater is beperkt tot nul graden Celsius (0 °C) . Het gehalte aan ijs en water moet worden gecontroleerd en regelmatig worden bijgevuld. Er kan een compressor worden gebruikt om ijs te vormen, zodat het vat niet opnieuw moet worden gevuld. Temperaturen onder nul kunnen worden bereikt met bv., glycol. Verder is de spoel of serpentijn gewoonlijk vervaardigd uit koper of ander warmtegeleidend metaal en moet regelmatig worden gereinigd, wat niet eenvoudig is met het oog op de spiraalvormige geometrie van het serpentijn.

De verdeelbuis die gebruikt wordt voor het verdelen van een drank uit de container kan worden gekoeld door deze in contact te brengen met koelsystemen die gebruik maken van het Peltier-effect. Hoewel dit niet even efficiënt is als andere koelsystemen, hebben thermo-elektrische koelsystemen als groot voordeel dat ze geen koelgas vereisen, en ook geen bron van koude koelvloeistof en alleen moeten worden ingeplugd in een

BE2017/5351 stroombron.

omvattende

Voorbeelden van drankverdeelinrichtingen een thermo-elektrisch koelsysteem zijn geopenbaard in EP1188995.

EP2103565,

DE1020060053,

US6658859,

US5634343,

W02007076584,

WO8707361,

W02004051163, EP1642863. Bijvoorbeeld, een verdeelinrichting omvattende een Peltier of thermoelektrisch koelsysteem voor het koelen van een sectie van een verdeelbuis is geopenbaard in, bv., W02010064191. Een verdeelbuis omvat een sectie met vervormbare wanden aangebracht in een doorvoer die zich uitstrekt door een koelblok gekoeld door een Peltier koelsysteem. De vervormbaarheid van het materiaal van de wegwerpbare buis is van dien aard dat het buitenoppervlak van de wand van de buis leunt tegen het binnenoppervlak van genoemde doorvoer wanner de drank onder druk wordt gebracht. Dit verzekert een beter thermisch contact tussen het koelblok en de verdeelbuis. De doorvoer door de koelblokken omvat opeenvolgende kamers die van elkaar zijn gescheiden door dunne doorvoeren. Het thermisch contactgebied tussen de verdeelbuis en het koelblok is tamelijk gereduceerd en het lijkt onwaarschijnlijk dat er bevredigende resultaten zouden kunnen worden verkregen bij debieten in de orde van 3,5 l/min. Dit is waarschijnlijk de reden waarom dit koelsysteem is beschreven met betrekking tot huishoudelijke drankverdeelinrichtingen alleen, die bij een lager debiet werken dan in pubs en bars.

Er werden in het vakgebied andere koeloplossingen voorgesteld voor het koelen van bier dat door een verdeelbuis stroomt. Bijvoorbeeld, JP2002046799 openbaart een huishoudelijke drankverdeelinrichting

BE2017/5351 omvattende een loskoppelbaar koelmiddel dat in nauw contact met een flexibel verdeelbuis is geplaatst, zo het bier dat afkomstig is van het vat kan worden gekoeld en toegediend bij gepaste temperatuur. Het koelmiddel omvat een gelatineachtig koude-isolerend middel gevuld in een vooraf bepaalde container. Daarnaast wordt een wandoppervlak van het koelelement gevormd met een geleider voor het plaatsen van de flexibele verdeelbuis.

Daardoor blijft er nood aan een koelsysteem dat kan worden gebruikt voor het afkoelen van bier dat bij hoge snelheid door een verdeelbuis stroomt, zoals in pubs en bars. De onderhavige uitvinding biedt een oplossing voor deze nood, met een gebruiksvriendelijk systeem, dat geen bepaalde vaardigheid vereist om te installeren en dat gemakkelijk kan worden onderhouden doordat de elementen die in contact komen met de drank wegwerpbaar zijn. Deze en andere voordelen van de onderhavige uitvinding worden hieronder verder uiteengezet.

Samenvatting van de uitvinding

De onderhavige uitvinding is gedefinieerd in de bijbehorende onafhankelijke conclusies.

Voorkeursuitvoeringsvormen zijn gedefinieerd in de afhankelijke conclusies. Meer specifiek heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een kit met onderdelen voor een drankverdeelinrichting. De kit met onderdelen omvat de volgende componenten:

(A) Een cartridge gevormd door een frame dat een perimeter van een binnengebied definieert en die in genoemd binnengebied een kanaal ondersteunt dat een serpentijn vormt die zich uitstrekt in een niet

BE2017/5351 rechtlijnig traject van een kanaalinlaat naar een kanaaluitlaat, waarbij zowel de kanaalinlaat als de kanaaluitlaat gelokaliseerd zijn buiten het binnengebied, waarbij genoemd kanaal in ten minste een radiale richting flexibel is, en (B) Een stroomopwaartse verdeelbuissectie, omvattende een stroomopwaarts proximaal uiteinde en een stroomopwaarts distaal uiteinde, waarbij het stroomopwaartse distale uiteinde op een afdichtende manier gekoppeld aan de kanaalinlaat is of kan zijn, en het stroomopwaartse proximale uiteinde in fluidumverbinding met de binnenkant van een container kan worden gebracht;

(C) Een stroomafwaarts verdeelbuissectie, omvattende een stroomafwaarts proximaal uiteinde en een stroomafwaarts distaal uiteinde, waarbij het stroomafwaartse proximale uiteinde op een afdichtende manier gekoppeld aan het kanaaluitlaat is of kan zijn, zodat, (D) wanneer het stroomopwaarts distaal uiteinde op een afdichtende manier gekoppeld is aan de kanaalinlaat en het stroomafwaartse proximale uiteinde op een afdichtende manier gekoppeld is aan de kanaaluitlaat, wordt een ononderbroken verdeelbuis gevormd door de stroomopwaartse verdeelbuissectie, het kanaal, en de stroomafwaartse verdeelbuissectie die zich uitstrekt vanuit het stroomopwaartse proximale uiteinde naar het stroomafwaartse distale uiteinde, (E) Een drankverdeelinrichting voorzien van een koeleenheid omvattende:

(a) Een eerste koelplaat omvattende een eerste

BE2017/5351 oppervlak en een tweede koelplaat omvattende een tweede oppervlak gericht naar het eerste oppervlak, waarbij zowel de eerste als tweede koelplaten een perimeter hebben die gegraveerd is in de perimeter van het binnengebied, en (b) een koudebron die kan worden gebruikt voor het afkoelen van genoemde eerste en tweede oppervlakken, gekenmerkt doordat de afstand die het eerste oppervlak en het tweede oppervlak van de eerste en tweede koolplaten scheidt kan worden gevarieerd,

- van een laadafstand, d0, groter dan een dikte van de cartridge en die een insertiegleuf vormt die de introductie van de cartridge tussen de twee koelplaten mogelijk maakt,

- Naar een koelafstand, dc < d0, waarbij de eerste en tweede afstanden in contact komen met het kanaal en daarop een druk uitoefenen die het kanaal in de wikkelrichting vervormt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het kanaal gevormd door een zak die een binnenruimte vormt tussen twee polymeer of metaal dunne-film materiaal dat een afgedichte perimeter definieert gevormd door het aan elkaar lassen of lijmen van plaatmateriaal, waardoor de kanaalinlaat en de kanaaluitlaat genoemde binnenruimte in fluidumverbinding kan brengen met een buitenatmosfeer, en waarbij het niet-rechtlijnige traject van het kanaal is gevormd door plaatselijke lijm- of lassecties van de twee dunne platen aan elkaar teneinde een kanaal te definiëren dat een serpentijn vormt en is opgenomen in de afgedichte perimeter. Als de zak is vervaardigd uit metalen platen is het kanaal bij

BE2017/5351 voorkeur gevormd door hydrovorming. Alternatief kunnen de platen vervaardigd zijn uit een thermoplastisch polymeer.

De afgedichte perimeter is bij voorkeur gedefinieerd door vier randen, omvattende een eerste paar randen die nagenoeg parallel lopen met elkaar en die een lengte hebben, en een tweede paar randen die nagenoeg parallel lopen met elkaar en een breedte hebben, en waarbij de serpentijngedeelten gedefinieerd zijn door lijnen die gedeelten omvatten die nagenoeg parallel lopen met het eerste paar randen, waarbij elke van genoemde een lengte heeft die korter is dan de lengte van genoemd eerste paar randen, dat in contact is met één rand van het tweede paar randen, en die zijn gerangschikt in een gestapeld patroon.

Om hygiënische redenen en om te verzekeren dat de stroomopwaartse en stroomafwaartse verdeelbuizen regelmatig worden vervangen, verdient het de voorkeur dat de stroomopwaartse verdeelbuissectie permanent is gekoppeld aan de kanaalinlaat en de stroomafwaartse verdeelbuissectie permanent is gekoppeld aan de kanaaluitlaat.

Alternatief kunnen zowel stroomopwaartse als stroomafwaartse verdeelbuissecties worden gekoppeld aan de koeleenheid. De kanaalinlaat en kanaaluitlaat steken uit het frame van de cartridge zodat, wanneer de cartridge wordt ingebracht in de insertiegleuf, de kanaalinlaat omkeerbaar is gekoppeld aan het distale uiteinde van de stroomopwaartse verdeelbuissectie en, gelijktijdig, de kanaaluitlaat omkeerbaar is gekoppeld aan het proximale uiteinde van de stroomafwaartse

BE2017/5351 verdeelbuissectie .

Het verdient de voorkeur dat de eerste en tweede koelplaten elk gekoppeld zijn aan veerkrachtige middelen om een druk daarop uit te oefenen die de neiging heeft om de afstand die het eerste oppervlak en tweede oppervlak van de eerste en tweede koelplaten te scheiden.

De cartridge kan samengesteld zijn uit:
-	een eerste half	frame	(1Fu) dat	het
binnengebied	definieert,
-	een tweede half	frame	(1Fd) dat	het
binnengebied	definieert, en
-	een wegwerpbare zak	die	het kanaal	(1C)

definieert, omkeerbaar op zijn plaats vastgeklemd tussen het eerste halve frame (1Fu) en het tweede halve frame (1Fd).

De kit met onderdelen van de onderhavige uitvinding kan verder een tapkolomeenheid omvatten, omvattende een verdeelkolom die hol is en is voorzien van een tapklep die kan worden gebruikt voor het ontvangen van het distale uiteinde van de stroomafwaartse verdeelbuissectie die is ingebracht door de holle kolom, waarbij de koeleenheid stroomopwaarts van de holle tapkolom is gelokaliseerd. Hij kan verder een kamer omvatten voor het opslaan van een container, waarbij de koeleenheid is vastgemaakt aan genoemde kamer, die middelen omvat voor het doorvoeren van de stroomafwaartse verdeelbuissectie vanaf de binnenkant naar de buitenkant van de kamer.

De onderhavige uitvinding heeft ook betrekking op een verdeelinrichting omvattende de hierboven

BE2017/5351 gedefinieerde componenten (A) tot (E) en een container, zodat :

een cartridge is ingebracht in de insertiegleuf van de koeleenheid;

(b) het proximale uiteinde van de stroomopwaartse in fluidumverbinding staat met de binnenkant van de container;

distale uiteinde van de stroomopwaartse verdeelbuissectie in fluidumverbinding staat met de kanaalinlaat;

(d) het proximale uiteinde van de stroomafwaartse verdeelbuissectie in fluidumverbinding staat met de kanaaluitlaat; en;

distale uiteinde van de stroomafwaartse verdeelbuissectie (3D) is ingebracht in een tapklep.

Korte beschrijving van de figuren

Voor een beter inzicht in de aard van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar de volgende gedetailleerde beschrijving, in combinatie met de bijbehorende tekeningen waarin:

Figuur 1 twee uitvoeringsvormen toont van de verdeelinrichtingen omvattende een koeleenheid volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 een eerste uitvoeringsvorm toont van een verdeelinrichting volgens de onderhavige uitvinding (a) vóór insertie van de koelcartridge in een gepaste gleuf, en (b) met de koelcartridge in koelpositie.

Figuur 3 een alternatieve uitvoeringsvorm

BE2017/5351 toont van een verdeelinrichting volgens de onderhavige uitvinding (a) vóór insertie van de koelcartridge in een gepaste gleuf, en (b) met de koelcartridge in koelpositie.

Figuur 4 de diverse stappen vertoont voor het laden van een koelcartridge in een koeleenheid met (a) de koeleenheid met een lege gleuf klaar om een koelcartridge te ontvangen, (b) het laden van de koelcartridge in de gleuf van de koeleenheid, (c) het onder druk brengen van het kanaal en het uitoefenen van een druk door beweging van de koelplaten, en (d) het samendrukken van het kanaal wanneer de container bijna leeg is.

Figuur 5 een perspectiefaanzicht in doorsnede toont van een uitvoeringsvorm van de koelcartridge.

Figuur 6 een perspectiefaanzicht in doorsnede toont van een uitvoeringsvorm van een koelcartridge waarbij een wegwerpbaar kanaal in een herbruikbaar frame is geklemd, (a) vóór en (b) na het klemmen. Gedetailleerde beschrijving van de uitvinding

Zoals geïllustreerd in Figuur 1 heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een drankverdeelinrichting en een kit met onderdelen voor het vormen van een dergelijke drankverdeelinrichting omvattende de volgende elementen:

- een drankverdeelinrichting voorzien van een koeleenheid (2) omvattende een gleuf gedefinieerd door de afstand die eerste en tweede oppervlakken van eerste en tweede koelplaten (2P) scheidt;

- een cartridge (1) gevormd door een frame (1F) dat een binnengebied definieert en in genoemd

BE2017/5351

binnengebied een	kanaal	(1C)	ondersteunt dat	een
serpentijn vormt	die	zich	uitstrekt	vanuit	een

kanaalinlaat (11) naar een kanaaluitlaat (1o), waarbij genoemd kanaal flexibel in ten minste één radiale richting; de cartridge kan nauwsluitend in de gleuf van de koeleenheid passen;

een stroomopwaartse verdeelbuissectie (3U) gekoppeld aan of geschikt voor koppeling aan, enerzijds, een container bevattende een drank en, anderzijds, de kanaalinlaat van de koeleenheid, en een stroomafwaartse verdeelbuissectie (3D) gekoppeld aan of geschikt voor koppeling aan, enerzijds, de kanaaluitlaat van de koeleenheid en, anderzijds, een verdeelkraan (9V), aangebracht, bijvoorbeeld, aan de bovenkant van een verdeelkolom (9) zoals traditioneel wordt gebruikt in pubs.

De bovenstaande elementen worden hieronder meer in detail beschreven.

De eerste en tweede oppervlakken van de koelplaten hebben een geometrie en die afmetingen die volledig zijn beschreven in het binnengebied van de cartridge. De hoofdgedachte van de uitvinding is dat de eerste en tweede koelplaten kunnen worden verplaatst om de afstand te variëren die de eerste en tweede oppervlakken scheidt van:

- een laadafstand, d0, groter dan een dikte van de cartridge en die een insertiegleuf vormt die de introductie van de cartridge tussen de twee koelplaten mogelijk maakt, naar een koelafstand, dc < d0, waarbij de

BE2017/5351 eerste en tweede oppervlakken in contact komen met het kanaal en een druk uitoefenen daarop die het kanaal in de ten minste een radiale richting vervormt.

Een kanaal kan worden gedefinieerd door een axiale richting, parallel met een axiale as, die het traject van het kanaal (dat niet noodzakelijk rechtlijnig is) definieert. De axiale as komt vaak overeen met een symmetrieas van het kanaal of, voor niet-rechtlijnige kanalen, is vaak gedefinieerd door de opeenvolging van symmetriepunten die naast elkaar zijn geplaatst teneinde een ononderbroken lijn te volgen. Een kanaal is ook gedefinieerd door radiale richtingen, omvattende elke richting loodrecht op de axiale as. In een cilindervormig kanaal is de axiale as de omwentelingsas van de cilinder en zijn de radiale richtingen gedefinieerd door elke radius van een dwarsdoorsnede loodrecht op de axiale as. In het onderhavige geval kunnen de eerste en tweede platen naar elkaar worden bewogen zodat de eerste en tweede oppervlakken de afstand die ze scheiden verminderen en het kanaal van de cartridge dus uniaxiaal kunnen klemmen teneinde het contact te verbeteren en het contactgebied tussen de koelplaten en het kanaal te vergroten om de warmteoverdracht te vermeerderen. De ten minste een radiale richting waarlangs het kanaal flexibel moet zijn is in gebruik dus gedefinieerd door de bewegingsrichting van de eerste en tweede koelplaten naar elkaar.

De koeleenheid omvat een koudebron (2C) voor het koelen van de eerste en tweede koelplaten. Elk type van koudebron bekend in het vakgebied kan worden gebruikt om de eerste en tweede koelplaten te koelen.

BE2017/5351

Kenmerkend zijn op compressor gebaseerde koelsystemen of thermo-elektrische koelsystemen geschikt voor koeling van de koelplaten. Elke andere werkwijze kan echter worden gebruikt zonder daarbij af te wij ken van de onderhavige uitvinding. De koeleenheid is bij voorkeur voorzien van isolatiemateriaal (2i) aangebracht om warmte-uitwisseling alleen van de eerste en tweede oppervlakken die naar elkaar zijn gericht en ontworpen zijn om in contact te komen met het kanaal van de cartridge te vergroten.

Zoals duidelijk is in Figuren en 3 is een verdeelbuis die ononderbroken van een drankvat of container (5) naar een lopen samengesteld uit drie secties:

(a) een stroomopwaarts verdeelbuissectie (3U) omvattende een stroomopwaarts proximaal uiteinde (3Up) dat kan worden gekoppeld aan de container en in fluidumverbinding worden gebracht met de binnenkant daarvan, en een stroomopwaarts distaal uiteinde (3Ud) dat op een afdichtende manier gekoppeld aan de kanaalinlaat (1i) van de cartridge is of kan zijn;

(b) het kanaal van de cartridge dat een serpentijn vormt dat zich uitstrekt in een nietrechtlijnig traject vanuit een kanaalinlaat gekoppeld aan of geschikt om te worden gekoppeld aan het stroomopwaartse distale uiteinde naar een kanaaluitlaat, en stroomafwaartse omvattende een stroomafwaarts proximaal uiteinde (3Dp) gekoppeld aan of geschikt voor koppeling aan de en een

BE2017/5351 stroomafwaarts distaai uiteinde (3Dd), dat kan worden gekoppeld aan de verdeeikraan (9V).

De termen stroomopwaarts en stroomafwaarts zijn hierin gedefinieerd met betrekking tot de stroomrichting van de drank vanuit een container naar een tapkiep, d.w.z., van het stroomopwaartse proximale uiteinde (3Up) naar het stroomafwaartse distale uiteinde (3Dd).

Er kunnen een of meer kleppen worden aangebracht in elke van de bovenstaande drie secties. Ten minste een kiep kan voordelig zijn op het ogenblik van koppeling van het stroomopwaartse proximale uiteinde (3Up) aan het vat voordat het stroomafwaartse distale uiteinde (3Dd) correct is gekoppeld aan de verdeelkraan (9V) en deze laatste is gesloten teneinde ongewenste en onbeheerste verspilling van de drank te voorkomen. De klep kan ook worden aangebracht op het vat zelf of op de koppelingsring die gebruikt wordt voor koppeling van de verdeelbuis aan het vat. Strikt gesteld is een klep niet van essentieel belang doordat als de stroomafwaartse verdeelbuissectie (3D) aan de verdeelkraan (9V) wordt gekoppeld vóór koppeling van de stroomopwaartse verdeelbuissectie (3U) aan het vat, kan er geen verspilling optreden. Een klep is echter voordelig als aansluitveilige maatregel, rekening houdend met het feit dat vaten in een pub kunnen worden gehanteerd door onervaren personeel of in stressvolle omstandigheden zoals lawaai, drukte, haast, enz.

Om reden van hygiëne, evenals voor duidelijke onderscheiding van de smaken wanneer de twee vaten die verschillende dranken omvatten opeenvolgend op eenzelfde

BE2017/5351 verdeelinrichting zijn bevestigd, verdient het de voorkeur dat de volledige verdeelbuis samengesteld uit de drie hoger beschreven wegwerpbaar zijn.

Daarom verdient het de voorkeur om materialen te gebruiken die goedkoop, recycleerbaar, en bij voorkeur gelijk zijn voor productie van de diverse componenten van de verdeelbuis: stroomopwaartse en stroomafwaartse verdeelbuissecties en cartridgekanaal.

Cartridges die kunnen worden gebruikt voor de onderhavige uitvinding zijn geïllustreerd in Figuren 5 kan worden gevormd door een zak die een binnenruimte vormt tussen twee polymeer of metaal dunne-film materiaal dat definieert gevormd door het aan van plaatmateriaal, waardoor een afgedichte perimeter elkaar lassen of lijmen de kanaalinlaat en de kanaaluitlaat genoemde binnenruimte in fluïdumverbinding kan brengen met een buitenatmosfeer. Het nietrechtlijnige of kronkelige traject van het kanaal wordt gevormd door het plaatselijk aan elkaar lijmen of lassen van secties van de twee dunne platen teneinde een kanaal te definiëren dat een serpentijntraject van het kanaal vormt dat zich uitstrekt vanuit een kanaalinlaat (1i) naar een kanaaluitlaat (1o). De zak is opgespannen en in een relatief onbuigzaam frame (1F) gehouden, waarbij de kanaalinlaat en -uitlaat uitsteken uit het frame. Het frame moet een minimale stijfheid aan de cartridge verlenen. Wanneer een zak, meer specifiek vervaardigd uit metalen platen, stijf genoeg is om in een gleuf te worden ingebracht, dan wordt het frame optioneel.

Een buitenatmosfeer is hierin gedefinieerd als elk medium dat zich buiten de binnenruimte bevindt. Als

BE2017/5351 een zak geïsoleerd is, zou een buitenatmosfeer de omgevingsatmosfeer zijn.

uitlaat van het kanaal

In geval de kanaalinlaat en (1F) op een afdichtende manier gekoppeld zijn aan een stroomopwaartse en stroomafwaartse respectievelij k, dan kan een buitenatmosfeer de atmosfeer zijn die heerst in de stroomopwaartse en stroomafwaartse verdeelbuissecties (3U, 3D) . Ze kunnen worden gevuld met een drank en zodoende een buitenatmosfeer vormen ten opzichte van de binnenkant van de zak.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de afgedichte perimeter van een zak gedefinieerd door vier randen, waaronder een eerste paar randen die nagenoeg parallel met elkaar lopen en een lengte hebben, en een tweede paar randen die nagenoeg parallel met elkaar lopen, en die een breedte hebben, en bij voorkeur nagenoeg loodrecht staan op het eerste paar randen, waardoor ze dus een parallellogram of, bij voorkeur, een rechthoek of vierkant definiëren.

Zoals weergegeven in

Figuren 2, 3, 5 en 6 kan het kronkelige een serpentijn vormt worden gevormd door afgedichte lijnen (1W) die zich nagenoeg parallel met het eerste paar randen uitstrekken, waarbij elke van genoemde afgedichte lijnen een lengte heeft die korter is dan de lengte van genoemd eerste paar randen, dat in contact is met een rand van het tweede paar randen, en die in een gestapeld patroon zijn gerangschikt.

Zoals eerder beschreven kunnen de afgedichte lijnen worden gevormd door het aan elkaar lassen, hardsolderen of lijmen van de twee dunne filmen die de zak vormen.

BE2017/5351

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de zak die het kanaal vormt wegwerpbaar en het frame herbruikbaar .

Nadat elk vat of een aantal vaten is geledigd, kan de zak door een nieuwe worden vervangen door deze tussen twee halve klemmen, zoals weergegeven in

Figuur 6. De zak kan vervaardigd zijn uit metaal, zoals aluminium of staal of, bij voorkeur, uit een polymeer, zoals een polyolefine (polyethyleen, polypropyleen, enz.) of elk thermoplastisch polymeer dat voor een dergelijke toepassing kan worden gebruikt.

Een thermoplastisch polymeer zoals een polyolefine verdient de voorkeur doordat de stroomopwaartse en stroomafwaartse verdeelbuissecties (3U, 3D) vervaardigd kunnen zijn uit hetzelfde materiaal, waardoor de verschillende secties (1, 3D, 3U) van een gebruikte verdeelbuis niet moeten worden gesorteerd.

Een metalen zak omvattende een kronkelig kanaal kan worden gevormd door hydrovorming. Hydrovorming is een gespecialiseerd type matrijsvorming waarbij een hydraulisch fluïdum onder hoge druk wordt gebruikt om werkmateriaal bij kamertemperatuur in een matrijs te persen. Om kneedbare metalen zoals aluminium, messing, staal met lage legering, of roestvast staal in een kronkelig kanaal gedefinieerd in een zak aan hydrovorming te onderwerpen, wordt een holle metalen buis in een negatieve mal geplaatst die de vorm heeft van het gewenste resultaat. Hydraulische hogedrukpompen injecteren vervolgens fluïdum bij zeer hoge druk in de metalen buis, waardoor deze uitzet tot hij overeenkomt met de matrijs. De hydro-gevormde metalen zak die een

BE2017/5351 kronkelig kanaal definieert wordt vervolgens uit de matrijs verwijderd.

In een alternatieve productiewerkwijze worden lasnaden gevormd tussen twee dunne roestvast stalen platen (bv., andere lastechniek om een metalen zak te vormen met een kronkelig kanaal.

Alternatieve verbindingswerkwij zen voor de vorming van een metalen zak met een kronkelig kanaal omvatten rolbinding of verlijming. De platte kanalen die zo werden gevormd tussen twee lasnaden kunnen ofwel worden opgeblazen door het injecteren van een gas onder druk, zoals lucht, of eenvoudigweg door het daardoor injecteren van bier onder druk.

Een polymere zak kan, anderzijds, ononderbroken worden geëxtrudeerd door werkwijzen die bekend zijn bij eenieder die is onderlegd in het vakgebied.

In één bepaalde uitvoeringsvorm is de stroomopwaartse verdeelbuissectie permanent gekoppeld aan de kanaalinlaat en, evenzo, is de stroomafwaartse verdeelbuissectie permanent gekoppeld aan de kanaaluitlaat. Op deze manier is een gebruiker verplicht de volledige verdeelbuis te vervangen en is niet geneigd om een of de andere secties bij te houden voor verder gebruik, wat om hygiënische redenen schadelijk zou kunnen zijn voor een consument.

Een dergelijke uitvoeringsvorm kan worden gebruikt in een samenstel zoals geïllustreerd in Figuur 2.

In een alternatieve uitvoeringsvorm, geïllustreerd in Figuur 3, zijn zowel stroomopwaartse als stroomafwaartse verdeelbuissecties op een omkeerbare manier aan de koeleenheid gekoppeld. Een cartridge is

BE2017/5351 voorzien van een kanaalinlaat en kanaaluitlaat die uit het frame van de cartridge uitsteken. Wanneer de cartridge in de insertiegleuf wordt gebracht die gedefinieerd is tussen de twee koelplaten, is de kanaalinlaat (1i) op een omkeerbare manier vastgemaakt en gekoppeld aan het distale uiteinde van de stroomopwaartse verdeelbuissectie en is, gelijktijdig, de kanaaluitlaat (1o) op een omkeerbare manier gekoppeld aan het proximale uiteinde van de stroomafwaartse verdeelbuissectie. Deze oplossing maakt het zeer eenvoudig en gemakkelijk om een cartridge te vervangen. Het kan zeer nuttig zijn om vaten te gebruiken die voorzien zijn van een stroomopwaartse verdeelbuissectie die permanent gekoppeld is aan genoemd vat, zoals soms verkrijgbaar in de handel.

Er bestaat echter een risico dat als een cartridge wordt vervangen, een of beide van de stroomopwaartse en stroomafwaartse verdeelbuissecties (3D,

3U) niet wordt (worden) vervangen gedurende een periode die langer is dan om hygiënische redenen als redelijk wordt beschouwd.

De hoofdgedachte van de onderhavige uitvinding is dat de afstand die het eerste oppervlak en tweede oppervlak van de eerste en tweede koelplaten scheidt, kunnen variëren. Dit verzekert een goed contact tussen het kanaal (1C) en de koelplaten (2P) zodat de warmteoverdracht van de drank naar de koelplaten wordt geoptimaliseerd. In een uitvoeringsvorm geïllustreerd in Figuur 4 zijn de eerste en tweede koelplaten elk gekoppeld aan veerkrachtige middelen (2F) om een druk daarop te kunnen uitoefenen die de neiging heeft om de afstand die het eerste oppervlak en tweede oppervlak

BE2017/5351

scheidt van	de	eerste en tweede	koelplaten	te
verminderen.
Zoals		weergegeven in	Figuur 4(a) en	(b)
worden, in een	laadconfiguratie, de	twee	koelplaten	van
elkaar gescheiden	door een laadafstand,	d0, groter	dan
een dikte	van	de cartridge	en	vormen	een

kan worden ingebracht in genoemde gleuf zoals weergegeven in

Figuur 4(b).

Wanneer een nieuwe cartridge wordt ingebracht, gedeflateerd doordat het verdeelkanaal in deze fase nog niet onder druk staat. Na het onder druk brengen van een vat of container na koppeling van het stroomopwaartse proximale uiteinde (3Up) aan het vat, is het cartridgekanaal geinflateerd en gevuld met vloeistof.

Zoals weergegeven in Figuur 4(c) worden de koude platen vervolgens in staat gesteld te van de veerkrachtige middelen tweede oppervlakken dichter bij bezwijken onder de druk en worden de eerste en elkaar gebracht tot ze een koelende afstand, dc, bereiken, waarop ze in contact komen met de dunne filmen van de zak die het kronkelig kanaal (1C) vormen. Omdat zowel de eerste als tweede koelplaten een perimeter hebben die is ingegeven in de perimeter van het binnengebied gedefinieerd door het frame, kunnen de eerste en tweede oppervlakken rechtstreeks in contact komen met het oppervlak van de filmen van de zak zonder hindering of obstructie van het frame. In een voorkeursuitvoeringsvorm kunnen de eerste en tweede oppervlakken een structuur omvatten die overeenkomt met het oppervlak van het kronkelige kanaal teneinde het contactgebied tussen het kanaal en de

BE2017/5351 koelplaten te vergroten.

Zoals weergegeven in Figuur 4 (d) deflateert, wanneer de druk in de verdeelbuis afneemt, het flexibele kanaal en houden de eerste en tweede oppervlakken contact met de dunnen filmen van de zak door dichter bij elkaar te komen volgens de volumevariaties van het flexibele kanaal. De druk kan afnemen wanneer het vat leeg is of, in sommige gevallen, het vat niet constant onder druk staat, maar alleen na verdeling. Het voordeel van het feit dat de koelplaten in contact blijven met het kanaal ongeacht het volume van het kanaal is voordelig doordat na elke verdeling of nadat een vat leeg is, de vloeistof die in de verdeelbuis achterblijft uit het kanaal wordt gedreven in de richting van de stroomafwaartse verdeelbuissectie naar de tapklep, waardoor eventuele resterende vloeistof uit een substantieel gedeelte van de verdeelbuis wordt afgevoerd.

Zoals weergegeven in Figuur 1(a) maakt een koeleenheid (2) zoals gedefinieerd in de onderhavige uitvinding opslag van containers zonder kamers mogelijk, al dan niet gekoeld. Zoals geïllustreerd in Figuur 1(b) kan een kamer (11) natuurlijk worden gebruikt voor het opslaan van een of meer vaten (5) gekoppeld aan een bron van gas onder druk (7), maar moet genoemde kamer niet gekoeld zijn. De koeleenheid kan worden vastgemaakt aan een wand van genoemde kamer, die middelen omvat om de stroomafwaartse verdeelbuissectie van de binnenkant naar de buitenkant van de kamer te voeren, naar een tapkolom en een tapklep. Naast het feit dat een pas gekoppeld vat onmiddellijk kan worden gebruikt, zonder te wachten dat

BE2017/5351 het volledige volume aan daarin opgenomen drank de serveertemperatuur bereikt, maakt de onderhavige uitvinding ook een verminderde investering mogelijk voor dergelijke toepassingen thuis en in pubs, doordat er geen koelkamer nodig is om een gekoelde drank te serveren. Zoals hoger beschreven kan een cartridge zeer goedkoop zijn en wordt koeling met de onderhavige uitvinding zeer gemakkelijk en economisch.

In gebruik worden alle hoger beschreven componenten gemonteerd om een drankverdeelinrichting te vormen omvattende een container die een drank bevat, en verder omvattende:

(A) Een cartridge (1) zoals hierboven gedefinieerd, met (B) Een stroomopwaartse verdeelbuissectie (3U) met het stroomopwaartse distale uiteinde daarvan op een afdichtende manier gekoppeld aan

de kanaalinlaat,	en met	het	stroomopwaartse proximale
uiteinde	daarvan	gekoppeld	aan de	container, in
fluidumverbinding	met	de	binnenkant	van genoemde
container;
	(C) Een				stroomafwaartse
verdeelbuissectie	(3D) ,	met	het	stroomafwaartse
proximale	uiteinde (3Dp)	daarvan op	een afdichtende

manier gekoppeld aan de kanaaluitlaat en met het stroomafwaartse distale uiteinde (3Dd) daarvan gekoppeld aan een tapklep (9V), (D) een continue verdeelbuis die zodoende gevormd wordt door de stroomopwaartse verdeelbuissectie, het kanaal en de stroomafwaartse verdeelbuissectie, en (E) Een drankverdeelinrichting voorzien van

BE2017/5351 een koeleenheid zoals hierboven gedefinieerd, d.w.z., omvattende twee koelplaten gescheiden door een gleuf (2S) voor het ontvangen van een cartridge. De verdeelinrichting omvat bij voorkeur maar niet noodzakelijk een voor het opslaan van een of meer drankcontainers en ten minste en bron van gas onder druk.

De cartridge wordt ingebracht in de insertiegleuf (2S) van de koeleenheid (2) . Een continue verdeelbuis loopt van het stroomopwaartse proximale uiteinde (3Up) in fluïdumverbinding met de binnenkant van de container naar het stroomafwaartse distale uiteinde (3Dd) gekoppeld aan de tapklep en openend naar de omgevingsatmosfeer. De te verdelen drank wordt gekoeld wanneer deze door het kronkelige kanaal van de cartridge stroomt door uitwisseling van warmte met de eerste en tweede oppervlakken van de eerste en tweede koelplaten in intiem thermisch contact met de dunne wanden van het kanaal. Er kan dus een koude of gekoelde drank worden opgediend zonder de volledige inhoud van de container te moeten koelen.

BE2017/5351

REF	BESCHRIJVING
1	Cartridge
1C	Kanaal
1F	Frame van de cartridge
1i	Kanaalinlaat
1o	Kanaaluitlaat
1W	Lasnaden die het kanaal definiëren
2	Koeleenheid
2C	Koudebron
2F	Veerkrachtige middelen voor het uitoefenen van druk op de koelplaten
2i	Isolatie van koeleenheid
2P	Koelplaten
2S	Insertiegleuf
3D	Stroomafwaartse verdeelbuissectie
3Dd	Distaal uiteinde van stroomafwaartse verdeelbuissectie
3Dp	Proximaal uiteinde van stroomafwaartse verdeelbuissectie
3P	Stroomopwaartse verdeelbuissectie
3PD	Distaal uiteinde van stroomopwaartse verdeelbuissectie
3Pp	Proximaal uiteinde van stroomopwaartse verdeelbuissectie
5	Container of vat
7	Bron van gas onder druk
9	Verdeelkolom
9V	Verdeelklep
11	Compartiment voor container

Claims

CONCLUSIES

1. Kit met onderdelen voor een drankverdeelinrichting, genoemde kit met onderdelen omvattende de volgende componenten:

a. een cartridge (1) gevormd door een frame (1F) dat een perimeter van een binnengebied definieert en die in genoemd binnengebied een kanaal (1C) ondersteunt dat een serpentijn vormt die zich uitstrekt in een niet-rechtlijnig traject van een kanaalinlaat (1i) naar een kanaaluitlaat, waarbij zowel de kanaalinlaat als de kanaaluitlaat gelokaliseerd zijn buiten het binnengebied, waarbij genoemd kanaal in ten minste een radiale richting flexibel is, en

b. een stroomopwaartse verdeelbuissectie (3U), omvattende een stroomopwaarts proximaal uiteinde (3Up) en een stroomopwaarts distaal uiteinde (3Ud), waarbij het stroomopwaartse distale uiteinde op een afdichtende manier gekoppeld aan de kanaalinlaat is of kan zijn, en het stroomopwaartse proximale uiteinde in fluïdumverbinding met de binnenkant van een container kan worden gebracht;

c. een stroomafwaarts verdeelbuissectie (3D), omvattende een stroomafwaarts proximaal uiteinde (3Dp) en een stroomafwaarts distaal uiteinde (3Dd), waarbij het stroomafwaartse proximale uiteinde op een afdichtende manier gekoppeld aan het kanaaluitlaat is of kan zijn, zodat,

d. wanneer het stroomopwaarts distaal uiteinde op een afdichtende manier gekoppeld is aan de kanaalinlaat en het stroomafwaartse proximale uiteinde op een afdichtende manier gekoppeld is aan de kanaaluitlaat, wordt een ononderbroken verdeelbuis gevormd door de stroomopwaartse verdeelbuissectie, het kanaal, en de stroomafwaartse verdeelbuissectie die zich uitstrekt vanuit het stroomopwaartse proximale uiteinde naar het stroomafwaartse distale uiteinde;

e. een drankverdeelinrichting voorzien van een koeleenheid omvattende:

i. een eerste koelplaat (2P) omvattende een eerste oppervlak en een tweede koelplaat omvattende een tweede oppervlak gericht naar het eerste oppervlak, waarbij zowel de eerste als tweede koelplaten een perimeter hebben die gegraveerd is in de perimeter van het binnengebied, en ii. een koudebron die kan worden gebruikt voor het afkoelen van genoemde eerste en tweede oppervlakken, gekenmerkt doordat de

BE2017/5351 afstand die het eerste oppervlak en het tweede oppervlak van de eerste en tweede koolplaten scheidt kan worden gevarieerd,

- van een laadafstand, d0, groter dan een dikte van de cartridge en die een insertiegleuf (2S) vormt die de introductie van de cartridge tussen de twee koelplaten mogelijk maakt,

- naar een koelafstand, dc < d0, waarbij de eerste en tweede oppervlakken in contact komen met het kanaal en daarop een druk uitoefenen die het kanaal in de wikkelrichting vervormt.
2. Kit met onderdelen volgens conclusie 1, waarbij kanaal is gevormd door een zak die een binnenruimte vormt tussen twee polymeer of metaal dunne film materiaal dat een afgedichte perimeter definieert gevormd door het aan elkaar lassen of lijmen van plaatmateriaal, waardoor de kanaalinlaat en de kanaaluitlaat genoemde binnenruimte in fluïdumverbinding kan brengen met een buitenatmosfeer, en waarbij het nietrechtlijnige traject van het kanaal is gevormd door plaatselijke lijm- of lassecties van de twee dunne platen aan elkaar teneinde een kanaal te definiëren dat een serpentijn vormt en is opgenomen in de afgedichte perimeter.
3. Kit met onderdelen volgens conclusie 2, waarbij de plaatlagen zijn vervaardigd uit metaal en het kanaal is gevormd door hydrovorming, of zijn vervaardig uit een thermoplastisch polymeer.
4. Kit met onderdelen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afgedichte perimeter is gedefinieerd door vier randen, omvattende een eerste paar randen die nagenoeg parallel lopen met elkaar en die een lengte hebben, en een tweede paar randen die nagenoeg parallel lopen met elkaar en een breedte hebben, en waarbij de serpentijngedeelten gedefinieerd zijn door lijnen die gedeelten omvatten die nagenoeg parallel lopen met het eerste paar randen, waarbij elke van genoemde een lengte heeft die korter is dan de lengte van genoemd eerste paar randen, dat in contact is met één rand van het tweede paar randen, en die zijn gerangschikt in een gestapeld patroon.
5. Kit met onderdelen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de stroomopwaartse verdeelbuissectie permanent is gekoppeld aan de kanaalinlaat en de stroomafwaartse verdeelbuissectie permanent is gekoppeld aan de kanaaluitlaat.

BE2017/5351
6. Kit met onderdelen volgens een der conclusies 1 tot en met 4, waarbij zowel stroomopwaartse als stroomafwaartse verdeelbuissecties worden gekoppeld aan de koeleenheid. De kanaalinlaat en kanaaluitlaat steken uit het frame van de cartridge zodat, wanneer de cartridge wordt ingebracht in de insertiegleuf, de kanaalinlaat omkeerbaar is gekoppeld aan het distale uiteinde van de stroomopwaartse verdeelbuissectie en, gelijktijdig, de kanaaluitlaat omkeerbaar is gekoppeld aan het proximale uiteinde van de stroomafwaartse verdeelbuissectie.
7. Kit met onderdelen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede koelplaten (2P) elk zijn gekoppeld aan veerkrachtige middelen (2F) teneinde een druk daarop uit te oefenen die de neiging heeft de afstand die het eerste oppervlak en tweede oppervlak van de eerste en tweede koelplaten scheidt, te verminderen.
8. Kit met onderdelen volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een tapkolomeenheid, omvattende een verdeelkolom (9) die hol is en is voorzien van een tapklep (9V) die kan worden gebruikt voor het ontvangen van het distale uiteinde van de stroomafwaartse verdeelbuissectie die is ingebracht door de holle kolom, waarbij de koeleenheid stroomopwaarts van de holle tapkolom is gelokaliseerd.
9. Kit met onderdelen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de cartridge is samengesteld uit:

a. een eerste half frame (1Fu) dat het binnengebied definieert,

b. een tweede half frame (1Fd) dat het binnengebied definieert, en

c. een wegwerpbare zak die het kanaal (1C) definieert, omkeerbaar op zijn plaats vastgeklemd tussen het eerste halve frame (1Fu) en het tweede halve frame (1Fd).
10. Kit met onderdelen volgens een der conclusies 1 tot en met 7, verder omvattende een kamer (11) voor het opslaan van een container, waarbij de koeleenheid is vastgemaakt aan genoemde kamer, die middelen omvat voor het doorvoeren van de stroomafwaartse verdeelbuissectie vanaf de binnenkant naar de buitenkant van de kamer.
11. Drankverdeelinrichting omvattende de componenten (A) tot en met (E) volgens conclusie 1 en een container (5), zodat:

a. een cartridge (1) is ingebracht in de insertiegleuf (2S) van de koeleenheid (2);

BE2017/5351

b. het proximale uiteinde (3Up) van de stroomopwaartse verdeelbuissectie (3U) in fluïdumverbinding staat met de binnenkant van de container;

c. het distale uiteinde (3Ud) van de stroomopwaartse verdeelbuissectie in fluïdumverbinding staat met de kanaalinlaat (1i);

d. het proximale uiteinde (3Dp) van de stroomafwaartse verdeelbuissectie (3D) in fluïdumverbinding staat met de kanaaluitlaat (1o); en;

e. het distale uiteinde van de stroomafwaartse verdeelbuissectie (3D) is ingebracht in een tapklep (9V).