BE1025699B1

BE1025699B1 - Verstelbare mechanische stop voor een bakinrichting voor voeding

Info

Publication number: BE1025699B1
Application number: BE2018/5198A
Authority: BE
Inventors: De Vijver Johan Van; Filip Keereman; Emmanuel Petre
Original assignee: Incomec-Cerex Nv
Priority date: 2018-03-23
Filing date: 2018-03-23
Publication date: 2019-06-06
Also published as: PL3542631T3; US11772348B2; CA3037557A1; PT3542631T; US20230398759A1; EP3542631B1; RS62883B1; HUE060131T2; US20190291374A1; EP3542631A1; ES2907635T3

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een systeem en werkwijze voor het beter regelen van de productie van voedingsproducten uit korrelvormige grondstoffen zoals bijvoorbeeld (korrel)rijst gevormd tot crackers. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een verstelbaar mechanisch stopmechanisme voor het beter regelen van de afstand tussen de matrijzen waar het bakken van voeding onder druk plaatsvindt, en om de mogelijkheid te verschaffen van een verstelbare afstand te hebben tussen de matrijzen in het geval van meerdere samendrukkingen van het voedingsmateriaal, waarvoor dan verschillende matrijsafstanden kunnen worden ingesteld, hetgeen leidt tot zeer repetitieve en onveranderlijke voedingsbereidingsomstandigheden en dus tot een verbeterde en veel constantere kwaliteit van het eindproduct zoals een cracker.

Description

VERSTELBARE MECHANISCHE STOP VOOR EEN BAKINRICHTING VOOR VOEDING

TECHNISCH VELD VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een systeem en werkwijze voor een betere regeling in de bereiding van voedingsproducten op basis van korrelvormige grondstoffen zoals granen, rijst, maïs of dergelijke en mengsels daarvan, of uit zetmeelrijke materialen zoals graankorrels of pellets of een mengsel daarvan, optioneel gemengd met fijngemaakt graanmateriaal, of met andere inclusies van minder zetmeelrijke aard, welke worden gevormd tot crackers, chips of gevormde eindproducten in het algemeen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een verbeterd systeem en een werkwijze voor het bereiden van een cracker uit granen, welke onder druk worden gebakken in een verwarmde vorm en daarna worden geëxpandeerd.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Systemen en inrichtingen zijn momenteel op de markt beschikbaar om vanuit zetmeelrijke materialen finaal crackers, chips, cakes of gelijkaardige vormen te maken. Over het algemeen gebruiken ze allemaal het principe van doseren van een bepaald volume korrelige grondstoffen in een soort kamer die vervolgens gesloten wordt, en waarbij dan de materialen worden samengedrukt tussen verwarmde matrijzen of vormen, waardoor de materialen die wel een bepaalde hoeveelheid water bevatten gaan plastisch worden onder hitte en druk. Na één of meerdere samendrukkingen worden de matrijzen geopend en de materialen zullen uitzetten in een stabiele vorm, die zeer regelmatig of vrij onregelmatig kan zijn en verschillende texturen en gradaties van uitzetting zal hebben, afhankelijk van het uiteindelijke doel.

Tijdens het genoemde bakproces van voedingsproducten, is het altijd noodzakelijk om te voorkomen dat het plastische materiaal, welke zich in een soort semi-vloeibare toestand bevindt ten gevolge van warmte, druk en vocht, ontsnapt door de nauwe openingen, die om technische redenen altijd aanwezig zijn in de gesloten kamer. Volgens de stand-van-techniek wordt het ontsnappen van het plastische materiaal door de nauwe kamerspleten voorkomen op verschillende mogelijke manieren, of als een combinatie daarvan. Ofwel wordt de toegepaste druk beperkt binnen een bepaald bereik of onder een bepaalde waarde, zodat er steeds onvoldoende druk is voor de matrijzen om elkaar te raken. Alleen ingeval de druk zodanig is dat de matrijzen elkaar raken, wordt het plastische materiaal uit de gesloten kamer gedwongen. Men kan ook voorkomen dat het plastische materiaal uit de kamer ontsnapt door de tijd

BE2018/5198

- 2 voor het uitoefenen van de druk zodanig te regelen dat deze beperkt wordt gehouden zodat de matrijzen elkaar nooit zullen raken. Verder als alternatief kan een mechanische stop voorzien worden welke voorkomt dat de matrijzen elkaar raken, en er dus tussen de matrijzen altijd een afstand blijft. Bijgevolg wordt het plastische materiaal opnieuw niet uit de gesloten kamer geforceerd. Een voorbeeld van een dergelijke mechanische stop is afgebeeld in Figuur 1.

Verwijzend naar Figuur 1 wordt een deel van een bakinrichting voor voeding geïllustreerd zoals bekend volgens de stand-van-techniek. In het bijzonder is een aandrijfsysteem 10 afgebeeld, dat bestaat uit hydraulische cilinders 11, 12 en een aandrijfas 14. Aan de linkerzijde is het hydraulische aandrijfsysteem 10 via de aandrijfas 14 verbonden met een overbrengingselement 15, dat de vorm heeft van een tweearmige verbinding met een bovenarm 16 die draaiend (volgens een rotatie) is verbonden met een beweegbare pons 18 en een onderarm 17 die draaiend (volgens een rotatie) is verbonden met het frame 13 van de inrichting. Wanneer de pons 18 wordt geheven door hydraulisch het overbrengingselement 15 te duwen in de richting van een bijna verticale uitlijning van de bovenste en onderste arm 16, 17, wordt het einde van de compressieslag, i.e. de bovenste positie van de pons binnen de matrijzen (niet getoond) gedefinieerd door een mechanische stop 19 bestaande uit bouten 20, 21, die de hydraulische aandrijving stoppen.

Tenslotte is de slag (of aanslag) van de aandrijvende delen voor het verplaatsen (of verstellen) van de matrijzen bijvoorbeeld beperkt, zodat het onmogelijk is dat de matrijzen elkaar raken. Een ander soort mechanische stop is hierbij bepaald, d.w.z. het einde van de slag van de aandrijvende delen.

Bij elk van de beschreven manieren om te voorkomen dat het plastische materiaal uit de geforceerde kamer wordt gedwongen, is er zeer weinig controle of regeling mogelijk en daarom blijft het buitengewoon moeilijk om het exacte product of de juiste cracker met de gewenste structuur, textuur en knapperigheid te bereiken, tenzij door middel van continue proberen en hervatten.

Bovendien is er geen gecontroleerde instelbaarheid voor de afstand in het algemeen tussen matrijzen. Met andere woorden, afstemming voor een geschikte relatieve onderlinge positie van de matrijzen bij het bakken onder druk, is geen gemakkelijk proces. Er is behoefte aan systeem en werkwijze voor het regelen van de productie (of bereiding) van crackers of chips welke ofwel meerdere samendrukkingen, ofwel het uitoefenen van een partiële druk vereist.

BE2018/5198

- 3 DOEL VAN DE UITVINDING

Het doel van de uitvinding is om een betere en meer nauwkeurige manier te verschaffen voor het regelen van het proces van bakken van voeding onder druk. Meer in het bijzonder is het doel om de afstand tussen de matrijzen beter te regelen en om de mogelijkheid te verschaffen van een instelbare afstand tussen de matrijzen in het geval van meerdere samendrukkingen van het voedingsmateriaal, waarvoor bijvoorbeeld instelbare matrijsafstanden of verschillende matrijsafstanden dan kunnen worden geïnstalleerd, wat leidt tot zeer herhaalbare en onveranderlijke omstandigheden voor de voedselverwerking en dus tot een verbeterde en veel constantere kwaliteit van het eindproduct, zoals een cracker.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

In een eerste aspect voorziet de uitvinding in een verstelbare mechanische stop, omvattende een ondersteunend systeem en tenminste één montage-element gemonteerd op het ondersteunend systeem, waarbij het ondersteunend systeem en/of het tenminste één montage-element verstelbaar zijn in ruimtelijke positie, zijnde beweegbaar voor translatie en/of rotatie; en waarbij elk montage-element één of meer uitsteeksels omvat, en waarbij per montage-element de één of meer uitsteeksels instelbaar zijn in de hoeveelheid uitsteken, en/of de uitsteeksels onderling verschillen in mate van uitsteken. Het verstelbaar zijn van de mechanische stop, betekent dat de installatie of instellingen kunnen gewijzigd worden, zodanig dat het stopmechanisme bijvoorbeeld later of eerder in de tijd kan optreden of ingezet worden wanneer een aandrijfsysteem het nadert. Als voorbeeld kan het mechanische stopmechanisme worden toegepast om de hydraulische aandrijving van een bakinrichting voor voedingsproducten te stoppen. De uitsteeksels zijn verstelbaar in mate van uitsteken hetgeen impliceert dat de uitsteeksels beweegbaar zijn, d.w.z. niet gefixeerd aan de één of meer montage-elementen. Maar, ingeval de uitsteeksels in mate van uitsteken onderling verschillen, is het ook mogelijk dat de uitsteeksels aan de één of meer montage-elementen zijn bevestigd en vastzitten. Volgens een uitvoeringsvorm kan het lijken dat de uitsteeksels die zijn gefixeerd aan de één of meer montage-elementen één geheel vormen, d.w.z. dat de uitsteeksels naadloos zijn geïntegreerd in de één of meer montage-elementen.

Het ondersteunend systeem kan een plaat of een schijf of een platform zijn waarop andere elementen kunnen worden gemonteerd. Het ondersteunend systeem kan op het inrichtingsframe (i.e. frame van de bakinrichting) vast worden bevestigd (i.e. gefixeerd) of in een bepaalde richting verplaatsbaar zijn. Volgens een

BE2018/5198

- 4 uitvoeringsvorm is het ondersteunend systeem draaibaar rond een as die evenwijdig is aan de richting van de uitsteeksels van de één of meer montage-elementen die op het ondersteunend systeem zijn gemonteerd, hierbij de radiale positie van de één of meer montage-elementen wijzigend, en dus de radiale positie van de uitsteeksels wijzigend ten opzichte van de as. Meer in het bijzonder is, volgens een verdere uitvoeringsvorm, het ondersteunend systeem een cirkelvormige plaat of schijf en kan deze rond zijn centrale as worden geroteerd.

De één of meer montage-elementen op het ondersteunend systeem kunnen ofwel vast worden gemonteerd, ofwel zijn deze willekeurig verplaatsbaar, d.w.z. instelbaar in verschillende posities op het ondersteunend systeem. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de één of meerdere montage-elementen per montageelement tenminste twee uitsteeksels, welke onderling verschillend zijn in de mate van uitsteken, en deze één of meer montage-elementen zijn verplaatsbaar of beweegbaar langs een as die loodrecht staat op de uitsteeksels van de één of meer montage-elementen, waarbij de één of meer montage-elementen naar een andere positie worden geschoven. Meer in het bijzonder, volgens een verdere uitvoeringsvorm, kunnen de één of meerdere montage-elementen worden verschoven of getranslateerd in overeenkomstige uitsparingen die zijn aangebracht in het ondersteunend systeem, zoals bijvoorbeeld een ondersteunend platform, b.v. langs een as loodrecht op de richting van de uitsteeksels aangebracht op of uitstekend vanuit de montage-elementen. Eén of meer uitsteeksels kunnen worden aangebracht op elk van de één of meer montage-elementen, terwijl de uitsteeksellengte van deze uitsteeksels onderling kan variëren. De uitsteeksels kunnen bijvoorbeeld bouten of staafvormig zijn. Bovendien kan de uitsteeksellengte van deze uitsteeksels instelbaar zijn, b.v. door middel van het meer of minder laten uitsteken van deze uitsteeksels vanuit de montage-elementen, zoals bijvoorbeeld door middel van het dieper of minder diep schroeven van de uitsteeksels binnen hun corresponderende montage-elementen. Het aanpassen van de uitsteeksellengte van de uitsteeksels kan manueel plaatsvinden, of kan op een gemotoriseerde manier worden uitgevoerd.

Opgemerkt wordt dat de montage-elementen hetzij op een vaste manier zijn gemonteerd en bijvoorbeeld aan het ondersteunend systeem zijn bevestigd of vastgehecht, of anderzijds de montage-elementen ook beweegbaar op het ondersteunend systeem kunnen worden gemonteerd. Met beweegbaar gemonteerd wordt bijvoorbeeld bedoeld dat een geleidings-(rail)systeem of gleufsysteem wordt voorzien, zodanig dat de montage-elementen, hoewel deze worden verbonden of geconnecteerd met het ondersteunend systeem, gemakkelijk kunnen worden verplaatst door b.v. een translatie of rotatiebeweging, waarvoor de mechanische

BE2018/5198

- 5 configuratie is ingericht. Met andere woorden, het kan lijken dat de montageelementen eerder hangend zijn of hangen aan het ondersteunend systeem vanwege hun verplaatsbaarheid of beweegbaarheid zoals voorzien. Beweging van het ondersteunend systeem en/of de één of meer montage-elementen kan handmatig worden uitgevoerd, of door middel van een mechanisch, elektrisch, pneumatisch of hydraulisch aangedreven systeem.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de verstelbare mechanische stop een ondersteunend systeem, dat plaatvormig is en draaibaar rond een centrale as loodrecht op het plaatoppervlak, en tenminste twee montage-elementen die op het ondersteunend systeem zijn gemonteerd. Bovendien zijn de montage-elementen even in aantal en worden deze per paar op het ondersteunend systeem op cirkelvormig symmetrische wijze gemonteerd. Meer in het bijzonder omvat, volgens een verdere uitvoeringsvorm, elk paar montage-elementen een eerste montageelement omvattende een eerste uitsteeksel en een tweede montage-element met een tweede uitsteeksel, en waarbij het eerste montage-element en dus het overeenkomstige eerste uitsteeksel diametraal gepositioneerd is tegenover de tweede montage-element en daarmee corresponderende tweede uitsteeksel. De uitsteeksels van de montage-elementen kunnen verschillen in mate van uitsteken per paar montage-elementen.

In een tweede aspect van de uitvinding wordt een bakinrichting voor voeding voorzien, omvattende een verstelbare mechanische stop in overeenstemming met het eerste aspect. Meer in het bijzonder is de bakinrichting voor voeding bijvoorbeeld geconfigureerd voor het maken van crackers, chips of dergelijke uit granen of korrelvormige grondstoffen in het algemeen, welke onder druk worden gebakken tussen verwarmde matrijzen en daarna worden geëxpandeerd.

In een derde aspect van de uitvinding wordt een werkwijze voorzien voor het regelen of sturen van de matrijsafstand van een bakinrichting voor het bakken van voeding, omvattende de stappen van (i) het verschaffen van een verstelbare mechanische stop volgens het eerste aspect; (ii) het plaatsen van het ondersteunend systeem en/of de één of meer montage-elementen in een eerste positie; (iii) het aandrijven van het ondersteunend systeem en/of de één of meer montage-elementen naar een tweede positie. Mogelijk is vóór stap (ii) een tussenstap voorzien, waarbij per montage-element de één of meer uitsteeksels worden aangepast in mate van uitsteken. Volgens een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder aanvullende stappen omtrent het aandrijven van het ondersteunend systeem en/of de één of

BE2018/5198

- 6 meer montage-elementen naar een nog verdere positie dan de tweede positie.

Meerdere verschillende posities kunnen beschikbaar of configureerbaar zijn, afhankelijk van de architectuur en het ontwerp van het ondersteunend systeem en/of de één of meer montage-elementen. Bij wijze van voorbeeld worden in een uitvoeringsvorm n verschillende posities voorzien, waarbij n een geheel getal is. Daardoor kan het ondersteunend systeem en/of de één of meer montage-elementen van de eerste naar de n-de positie worden gebracht of gestuurd.

In een vierde aspect van de uitvinding wordt een voedingsbakproces verschaft gebaseerd op dubbele of meervoudige compressie of samendrukking, waarbij het proces de stap omvat van het voorzien van een verstelbare mechanische stop volgens het eerste aspect, voor het regelen van de afstand tussen een eerste matrijs en een tweede matrijs van een bakinrichting voor het bakken van voeding, en hiermee de dubbele of meervoudige compressie te regelen. Met meervoudig wordt hier meer dan dubbel bedoeld, d.w.z. bijvoorbeeld drievoudig of viervoudig of wordt zelfs een nog groter veelvoud toegepast.

In een vijfde aspect van de uitvinding worden crackers, chips of dergelijke gemaakt door middel van een voedingsbakproces in overeenstemming met het vierde aspect.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Fig. 1: illustreert een mechanische stop van een bakinrichting voor het bakken van voeding, volgens de stand-van-techniek.

Fig. 2: illustreert een uitvoeringsvorm van een verstelbare mechanische stop voor een bakinrichting voor het bakken van voeding, volgens de uitvinding.

Fig. 3: illustreert een uitvoeringsvorm van een verstelbare mechanische stop voor een andere bakinrichting voor het bakken van voeding, volgens de uitvinding.

Fig. 4: illustreert een schematisch vergrote versie van een uitvoeringsvorm van een verstelbare mechanische stop voor een bakinrichting voor voeding, volgens de uitvinding, zoals in Figuur 2.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een oplossing om te voorzien in een betere en meer nauwkeurige manier voor het regelen van de afstand tussen de matrijzen, d.w.z. de onderlinge matrijsafstand, van een bakinrichting voor voeding. Meer in het bijzonder wordt een systeem voorzien om een nauwkeurige en reproduceerbare manier van regelen van de matrijsafstand te hebben. Verder wordt met de uitvinding de mogelijkheid geboden om verschillende instelbare matrijsafstanden te hebben

BE2018/5198

- 7 ingeval van meerdere samendrukkingen of compressies van het voedingsingrediënt zoals bijvoorbeeld rijst of andere korrelige basisbestanddelen. Hierdoor worden zeer herhaalbare en onveranderlijke verwerkingscondities bereikt, en dus wordt een verbeterde en veel constantere kwaliteit van het eindproduct, bijvoorbeeld een cracker of chip, bereikt. Als gevolg van de ingevoerde regeling van de afstand van de matrijs, kunnen verstorende factoren die hierop van invloed zijn, worden geëlimineerd, zijnde bijvoorbeeld vochtgehalte (en dus vloeibaarheid in de samengedrukte toestand) van de voedingsmaterialen, temperatuurveranderingen van voedselmaterialen en/of matrijzen, veranderingen in responstijd van pneumatische, elektrische, elektronische of hydraulische componenten enz. Vandaar dat met de uitvinding een systeem wordt voorzien om storende en variërende factoren en hun invloed op de afstand van de matrijs te elimineren, en aldus variërende verwerkingsomstandigheden die tot onregelmatige of ongewenste eindproducten kunnen leiden. Bovendien wordt het mogelijk om zogenaamde overcompressie van bepaalde voedingsmaterialen te vermijden, en dit op een zeer reproduceerbare manier, zoals bijvoorbeeld oliehoudende zaden waarbij vaak teveel olie wordt uitgeperst als gevolg van warmte en druk.

In Figuur 2 wordt een deel van een bakinrichting voor voeding geïllustreerd, waarbij sommige delen vergelijkbaar zijn met Figuur 1, in het bijzonder met betrekking tot het hydraulische aandrijfsysteem. Opnieuw is een aandrijfsysteem 100 weergegeven, omvattende hydraulische cilinders 110, 120 en een aandrijfas 140. Het hydraulische aandrijfsysteem 100 is hier ook verbonden met een overbrengingselement 150, dat een bovenarm 160 en een onderarm 170 heeft. Terwijl de punch wordt omhoog gebracht door hydraulisch indrukken van het overbrengingselement 150 naar een bijna verticale uitlijning van de bovenste en onderste arm 160, 170, wordt het einde van de compressieslag nu bepaald door de installatie en instellingen van een mechanische verstelbare stop 200, die in staat is om de hydraulische aandrijving te stoppen op verschillende manieren, afhankelijk van de geselecteerde configuratie, hierna ook aangeduid als aandrijfstop, meer in het bijzonder hier aangeduid als horizontale aandrijfstop. Met het ontwerp en de positionering van de mechanisch verstelbare stop 200 wordt het aandrijfsysteem 100 gestopt in een min of meer horizontale richting, dat wil zeggen min of meer evenwijdig met de cilindrische stangen 110, 120 van het hydraulische aandrijfsysteem 100. Met andere woorden, de horizontale stop werkt volgens een (min of meer) horizontale richting. De verstelbare mechanische stop 200 omvat een ondersteunend systeem, in dit geval een plaat of schijf 210, waarop montage-elementen zijn gemonteerd, in dit geval moervormige elementen 220, 230, 240, 250, van welke uitsteeksels, in dit voorbeeld

BE2018/5198

- 8 bouten uitsteken. Volgens dit ontwerp zijn vier moervormige montage-elementen paarsgewijs aangebracht op een cirkelvormig ondersteunend systeem, op een cirkelvormig symmetrische wijze, terwijl andere ontwerpen ook volgens de uitvinding kunnen voorkomen, waarbij min of meer moervormige montage-elementen met bouten (uitsteeksels) dienovereenkomstig aanwezig zijn. Voor twee van de moervormige montage-elementen 220, 230 zijn de corresponderende uitstekende bouten 221, 231 zichtbaar in Figuur 2, terwijl de bouten van de andere twee moervormige montage-elementen 240, 250 verborgen zijn achter de bovenarm 160 van het overbrengingselement 150.

Nu verwijzend naar Figuur 4, is de verstelbare mechanische stop 200 van de uitvoeringsvorm van Figuur 2 meer schematisch weergegeven in vooraanzicht en in een vergroot formaat. Zoals getoond, worden nu alle uitstekende bouten 221, 231, 241, 251 van respectievelijke moervormige montage-elementen 220, 230, 240, 250 getoond. De hoeveelheid of mate van uitsteken kan verschillen onder de moervormige montage-elementen 220, 230, 240, 250 en is feitelijk instelbaar of verstelbaar door middel van het minder of meer aanschroeven van de bouten 221, 231, 241, 251 in de moervormige montage-elementen 220. 230, 240, 250. Dit aanschroeven of schroeven kan handmatig worden gedaan, of anders kan bijvoorbeeld een elektromotor worden aangekoppeld voor het meer in of uit de moervormige elementen 220, 230, 240 aandrijven van de bouten 221, 231, 241, 251, 250. De ondersteunende plaat of schijf 210 is cirkelvormig met een centrale as A die loodrecht staat op het vlak van de tekening van Figuur 4. De bouten 221, 231, 241, 251 zijn staafvormig en hebben hun lengteas ook loodrecht op Figuur 4, dus parallel met de as A. De moervormige montage-elementen 220, 230, 240, 250 zijn op het schijfvormige ondersteunende systeem 210 gepositioneerd op een cirkelvormig symmetrische wijze. Meer in het bijzonder liggen de vier moervormige montage-elementen 220, 230, 240, 250 elk op één van de assen Ql, Q2 welke kwadranten vormen. In feite liggen de moervormige montage-elementen 220, 230, 240, 250 per paar op één van de assen Ql, Q2, dat wil zeggen op de as Q1 zijn moervormige montage-elementen 220, 240 gepositioneerd, terwijl op de as Q2 moervormige montage-elementen 230, 250 te zien zijn. De respectieve uitstekende bouten 221, 241 van moervormen 220, 240 paar en overeenkomstige bouten 231, 251 van moervormen 230, 250 paar liggen ook respectievelijk op overeenkomstige assen QI, Q2. De moervormige montage-elementen 220, 230, 240, 250 liggen dus samen met hun respectievelijke bouten 221, 231, 241, 251 per paar op een gemeenschappelijke schijfdiameter. Met andere woorden, een eerste paar moervormen en bouten wordt gevormd door moervormige montage-elementen 220,

BE2018/5198

- 9 240 en hun bijbehorende bouten 221, 241, terwijl een tweede paar wordt gevormd door moervormige montage-elementen 230, 250 en hun corresponderende bouten 231, 251. Volgens een uitvoeringsvorm zal, wanneer een paar moervormige montage-elementen en respectieve bouten horizontaal langs de as Q2 worden gepositioneerd, dergelijke opstelling dienen als mechanische stop voor de bakinrichting voor voeding, meer in het bijzonder zal deze in staat zijn om de hydraulische aandrijving van het apparaat te stoppen. Nog meer in het bijzonder zullen de uitstekende bouten 231, 251 de eindslag van het aandrijfsysteem 100 bepalen, wanneer deze de bovenste arm 160 van het overbrengingselement 150 raakt, telkens wanneer het overbrengingselement wordt geduwd in de richting van bijna verticale uitlijning van de armen. Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de hoeveelheid uitsteeksel of mate van uitsteken van de bouten hetzelfde per paar, hetgeen betekent dat hier b.v. de bouten 221, 241 van het eerste paar met dezelfde hoeveelheid uitsteken, terwijl de bouten 231, 251 van het tweede paar ook met eenzelfde hoeveelheid uitsteken, hoewel de maten van uitsteken kan verschillen van paar tot paar. De ondersteunende plaat of schijf 210 kan rond zijn centrale as A worden gedraaid, hetzij met de hand, of anders door een motor aangedreven. Op deze manier kunnen de moervormige montage-elementen 220, 230, 240, 250 en de bijbehorende bouten 221, 231, 241, 251 in radiale positie veranderen. Op deze manier kan een ander paar in horizontale positie worden geselecteerd om te werken als stop voor het hydraulische aandrijfsysteem 100. Zoals afgebeeld in Figuur 4 bevindt het tweede paar moervormige montage-elementen 230, 250 en respectieve bouten 231, 251 zich in horizontale positie langs de as Q2, en werkt hier dus als geselecteerd stopmechanisme. Wanneer de ondersteunende plaat of schijf 210 90 ° naar rechts draait, of in de richting van de wijzers van de klok, rond zijn centrale as A, zal het eerste paar moervormige montage-elementen 220, 240 en overeenkomstige bouten 221, 241 in horizontale positie langs de as Q2 komen te liggen. Het eerste paar is dan geselecteerd als stopmechanisme voor het aandrijfsysteem.

In overeenstemming met een uitvoeringsvorm is het aantal moervormige montageelementen, hierin ook aangeduid als moervormen, en bijbehorende bouten niet gefixeerd op (of beperkt tot) vier, maar kan ook groter of kleiner zijn. Het aantal moervormen en overeenkomstige bouten is even, in overeenstemming met een verdere uitvoeringsvorm, meer in het bijzonder komen de moervormen en respectieve bouten per paar en op een lijn liggend, of op dezelfde diameter liggend ingeval van een cirkelvormige ondersteunende plaat of schijf 210. Als voorbeeld is de ondersteunende plaat of schijf 210 bijvoorbeeld voorzien van acht moervormen

BE2018/5198

- 10 en bijbehorende bouten, of vier paar moervormen met bijbehorende bouten. Stel dat twee paren worden toegevoegd aan de configuratie van Figuur 2 en Figuur 4, net tussen het bestaande eerste paar en tweede paar op een radiaal symmetrische wijze, zodanig dat de moervormen met bouten een regelmatige achthoek vormen. De selectie voor horizontale positie van een paar, d.w.z. het selecteren van het mechanische stopmechanisme of gewenste uitsteeksel, kan nu elke 45 ° plaatsvinden, waarbij de plaat 210 rond zijn as A wordt gedraaid.

In Figuur 3 is een andere uitvoeringsvorm in overeenstemming met de uitvinding geïllustreerd. Hier is een verstelbare mechanische stop 300 getoond voor gebruik op een andere positie van een bakinrichting voor voeding, die samendrukbare matrijzen omvat. De stop 300 vindt nu plaats in de nabijheid van de bovenste en onderste matrijs 360, 370 voor het regelen of afstellen van de positie daartussen, en hierna ook genoemd als aandrijfstop, meer in het bijzonder hier genoemd als verticale aandrijfstop. Met het ontwerp en de positionering van de mechanisch verstelbare stop 300 wordt het aandrijfsysteem of punch gestopt in verticale richting, d.w.z. langs de verstelbare of aanpasbare afstandsrichting van de samendrukbare matrijzen. Met andere woorden, de verticale stop werkt volgens een (min of meer) verticale richting. Dezelfde verstelbare mechanische stop 300 is afgebeeld in Figuur 3(a) en Figuur 3(b) hoewel de positie van één van de componenten, in het bijzonder de montage-elementen 320, 330, is veranderd. Zoals aangegeven in Figuur 3(a) omvat de verstelbare mechanische stop 300 een ondersteunend systeem, in dit geval een plaat 310, waarop twee montage-elementen 320, 330 beweegbaar zijn gemonteerd, en elk van de montage-elementen staafvormige uitsteeksels 321, 322, 331, 332 omvat. De montage-elementen 320, 330 omvatten elk twee staafvormige uitsteeksels, en het staafvormige uitsteeksel kan in lengte verschillen, d.w.z. in mate van uitsteken. Een eerste montage-element 320 aan één einde van de ondersteunende plaat 310 omvat de staafvormige uitsteeksels 321, 322, waarbij het staafvormige uitsteeksel 321 korter is of minder uitsteekt dan het staafvormige uitsteeksel 322. Een tweede montage-element 330 is gemonteerd op het ander uiteinde van de ondersteunende plaat 310, terwijl dit tweede montage-element 330 identiek in vorm en afmeting is, inclusief staafvormige uitsteeksels 331, 332, aan het eerste montage-element 320 met staafvormige uitsteeksels 321, 322. Verder verwijzend naar Figuur 3(a), zijn zowel het eerste als het tweede montage-element 320, 330 zodanig gepositioneerd dat de staafvormige uitsteeksels 322, 332 met het langste uitsteeksel zogenaamd geselecteerd zijn, hetgeen betekent dat ze het onderoppervlak 380 raken waarop de onderste matrijs 370 is gemonteerd. In deze positie van montage-elementen 320, 330 en derhalve geselecteerde staafvormige

BE2018/5198

- 11 uitsteeksels 322, 332, is een afstand dl tussen bovenste en onderste matrijs 370, 380 aanwezig. Het onderste onderoppervlak 380 van de stans wordt bijvoorbeeld geheven door middel van een hydraulisch aandrijfsysteem daaronder. Beide montage-elementen 320, 330 kunnen worden verschoven of getranslateerd binnen de ondersteunende plaat 310 naar een andere positie langs de as T, welke loodrecht staat op de richting van de staafvormige uitsteeksels. Voor een verschuiving of translatie van dit montagestuk zijn corresponderende uitsparingen 311, 312 aangebracht aan elk uiteinde van de ondersteunende plaat 310. Telkens wanneer de montage-elementen 320, 330 in de richting van de pijl van de as T verschuiven of transleren, kan een andere positie worden bereikt, zoals getoond in Figuur 3(b). In dit laatste zijn zowel het eerste als het tweede montage-element 320, 330 nu zodanig gepositioneerd dat de staafvormige uitsteeksels 321, 331 met het kortste uitsteeksel het onderste oppervlak 380 raken waarop de onderste matrijs 370 is gemonteerd. In deze positie van montage-elementen 320, 330 en aldus geselecteerde staafvormige uitsteeksels 321, 331, wordt een kortere afstand d2 tussen bovenste en onderste matrijs 370, 380 bereikt.

Deze mechanische horizontale aandrijfstop kan worden gecombineerd in een bakinrichting voor voeding met de mechanische verticale aandrijfstop zoals hierin is beschreven. Aldus wordt in een verder aspect van de uitvinding voorzien in een bakinrichting voor voeding, omvattende een horizontale aandrijfstop en een verticale aandrijfstop volgens de uitvinding.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt voorzien in een mechanisch verstelbare aandrijfstop (voor een bakinrichting voor voeding) die werkt langs een eerste richting, en een andere mechanisch verstelbare aandrijfstop (voor een bakinrichting voor voeding) die langs een tweede richting werkt. Volgens een verdere uitvoeringsvorm kunnen verdere (of meerdere) mechanisch verstelbare aandrijfstoppen (voor een bakinrichting voor voeding) worden voorzien, die in een verdere richting werken. Het hebben van een aantal mechanisch verstelbare aandrijfstoppen binnen een bakinrichting voor voeding, werkend volgens meerdere verschillende richtingen, kan fine-tuning en zeer nauwkeurige verstelbaarheid van het aandrijfsysteem mogelijk maken, of hiermee geregelde compressie (mechanisme), in het bijzonder verwijzend naar b.v. meervoudige of dubbele compressie of partiële druk.

Claims

CONCLUSIES

1. Verstelbare mechanische stop (200, 300) voor het regelen van de matrijsafstand van een bakinrichting voor het regelen van de matrijsafstand waartussen een voedingsproduct gebakken wordt, omvattende een ondersteunend systeem (210, 310) en tenminste één montage-element (220, 230, 320, 330) gemonteerd op het ondersteunend systeem (210, 310)

- waarbij het ondersteunend systeem (210, 310) en/of het tenminste één montage-element (220, 230, 320, 330) verstelbaar zijn in de ruimte, beweegbaar voor translatie en/of rotatie;

- waarbij elk van het tenminste één montage-element (220, 230, 320, 330) één of meerdere uitsteeksels (221, 231, 321, 322, 331, 332) omvat, en waarbij per montage-element deze één of meerdere uitsteeksels verstelbaar zijn in mate van uitsteken, en/of deze uitsteeksels onderling verschillen in mate van uitsteken.
2. Verstelbare mechanische stop (300) volgens conclusie 1, waarbij elk van het tenminste één montage-element (320, 330), elk omvattende tenminste twee uitsteeksels (321, 322, 331, 332) welke onderling verschillen in mate van uitsteken, beweegbaar is volgens een as loodrecht op de uitsteeksels (321, 322, 331, 332) van het tenminste één montage-element (320, 330).
3. Verstelbare mechanische stop (300) volgens conclusie 2, waarbij het tenminste één montage-element (320, 330) beweegbaar is door middel van een mechanisch, elektrisch, pneumatisch of hydraulisch aangedreven systeem.
4. Verstelbare mechanische stop (200) volgens conclusie 1, waarbij het ondersteunend systeem (210) draaibaar is rond een as welke parallel is met de één of meerdere uitsteeksels (221, 231) van het tenminste één montageelement (220, 230).
5. Verstelbare mechanische stop (200) volgens conclusie 4, waarbij het tenminste één montage-element (220, 230), één uitsteeksel (221, 231) omvat elk verstelbaar zijnde in mate van uitsteken door middel van een gemotoriseerd systeem.
6. Verstelbare mechanische stop (200) volgens conclusie 4 of 5, waarbij tenminste twee montage-elementen (220, 230) gemonteerd worden op het ondersteunend systeem (210), en waarbij de tenminste twee montageelementen (220, 230) even zijn in aantal, gemonteerd op het ondersteunend systeem (210) per paar op een circulair symmetrische manier.
7. Verstelbare mechanische stop (200) volgens conclusie 6, waarbij elk paar van

BE2018/5198 de montage-elementen omvattend een eerste montage-element, welke een eerste uitsteeksel omvat, en een tweede montage-element, welke een tweede uitsteeksel omvat, en waarbij het eerste montage-element en dus overeenkomstig eerste uitsteeksel diametraal tegenovergesteld gepositioneerd is ten opzichte van het tweede montage-element en overeenkomstig tweede uitsteeksel.
8. Verstelbare mechanische stop (200) volgens conclusie 6 of 7, waarbij de uitsteeksels van de montage-elementen verschillen in mate van uitsteken per paar montage-elementen.
9. Verstelbare mechanische stop (200, 300) volgens conclusies 1 tot 8, waarbij het ondersteunend systeem plaat- of schijfvormig is.
10. Verstelbare mechanische stop (200, 300) volgens conclusies 1 tot 9, waarbij de uitsteeksels staaf- of boutvormig zijn.
11. Een bakinrichting voor voeding omvattende een verstelbare mechanische stop (200, 300) volgens conclusies 1 tot 10.
12. Een methode voor het regelen van de afstand tussen een eerste matrijs (360) en een tweede matrijs (370) van een bakinrichting voor voeding, waartussen een voedingsproduct wordt gebakken, deze methode omvattende de stappen van (i) het verschaffen van een verstelbare mechanische stop (200, 300) volgens conclusies 1 tot 10; (ii) het plaatsen van het ondersteunend systeem (210, 310) en/of het tenminste één montage-element (220, 230, 240, 250, 320, 330) in een eerste positie; (iii) het aandrijven van het ondersteunend systeem (210, 310) en/of het tenminste één montage-element (220, 230, 240, 250, 320, 330) naar een tweede positie.
13. De methode volgens conclusie 12, waarbij alvorens stap (ii) per montageelement de één of meerdere uitsteeksels versteld worden in mate van uitsteken; en/of deze methode verder omvattend stap (iv) voor het aandrijven van het ondersteunend systeem (210, 310) en/of het tenminste één montageelement (220, 230, 240, 250, 320, 330) naar een nog verdere positie.
14. De methode volgens conclusie 12 of 13, waarbij deze methode wordt toegepast gedurende één en hetzelfde voedingsbakproces.
15. Een voedingsbakproces gebaseerd op dubbele of meervoudige compressie, waarbij het proces de stap omvat van het voorzien van een verstelbare mechanische stop (200, 300) volgens conclusies 1 tot 10, en/of een cracker, chip of gelijkaardig voedingsproduct gemaakt door middel van het voedingsbakproces.