BE1025646B1 - Verbeterd apparaat en werkwijze voor het bewerken van een balk - Google Patents

Verbeterd apparaat en werkwijze voor het bewerken van een balk Download PDF

Info

Publication number
BE1025646B1
BE1025646B1 BE2018/5164A BE201805164A BE1025646B1 BE 1025646 B1 BE1025646 B1 BE 1025646B1 BE 2018/5164 A BE2018/5164 A BE 2018/5164A BE 201805164 A BE201805164 A BE 201805164A BE 1025646 B1 BE1025646 B1 BE 1025646B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
carrier
clamping
feed
clamping mechanism
processing
Prior art date
Application number
BE2018/5164A
Other languages
English (en)
Inventor
MUYNCK Gabriël DE
Original Assignee
Algemene Machinebouw De Muynck Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Algemene Machinebouw De Muynck Nv filed Critical Algemene Machinebouw De Muynck Nv
Priority to BE2018/5164A priority Critical patent/BE1025646B1/nl
Priority to PL19162573T priority patent/PL3539740T3/pl
Priority to EP19162573.0A priority patent/EP3539740B1/en
Priority to ES19162573T priority patent/ES2880806T3/es
Application granted granted Critical
Publication of BE1025646B1 publication Critical patent/BE1025646B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27CPLANING, DRILLING, MILLING, TURNING OR UNIVERSAL MACHINES FOR WOOD OR SIMILAR MATERIAL
    • B27C9/00Multi-purpose machines; Universal machines; Equipment therefor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B27WORKING OR PRESERVING WOOD OR SIMILAR MATERIAL; NAILING OR STAPLING MACHINES IN GENERAL
    • B27MWORKING OF WOOD NOT PROVIDED FOR IN SUBCLASSES B27B - B27L; MANUFACTURE OF SPECIFIC WOODEN ARTICLES
    • B27M1/00Working of wood not provided for in subclasses B27B - B27L, e.g. by stretching
    • B27M1/08Working of wood not provided for in subclasses B27B - B27L, e.g. by stretching by multi-step processes

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Laser Beam Processing (AREA)

Abstract

De huidige uitvinding betreft een apparaat en een werkwijze voor het bewerken van een balk, alsook een drager voor het hanteren van een balk. Het apparaat omvat een doorvoerrichting en twee dragers gespatieerd volgens de doorvoerrichting. Het apparaat is geconfigureerd voor het volgens de doorvoerrichting verplaatsen van elke drager. Verder omvat elke drager een inklemmechanisme voor het inklemmen van een balk. Het inklemmechanisme omvat een inklemrichting in essentie loodrecht op de doorvoerrichting. Bij voorkeur omvat het apparaat een bewerkingskast gepositioneerd tussen de twee dragers in, waarbij beide dragers minstens gedeeltelijk tot in de bewerkingskast verplaatsbaar zijn. Bij voorkeur is elke drager ingericht voor het roteren van het inklemmechanisme rond een rotatieas in essentie evenwijdig aan de doorvoerrichting.

Description

VERBETERD APPARAAT EN WERKWIJZE VOOR HET BEWERKEN VAN EEN BALK
TECHNISCH DOMEIN
De uitvinding heeft betrekking op een apparaat en een werkwijze voor het bewerken van een balk, bij voorkeur een houten balk.
STAND DER TECHNIEK
Machines voor het bewerken van langwerpige balken bestaan volgens de stand der techniek in twee varianten: een stationair type omvattende een longitudinaal verplaatsbaar bewerkingstoestel, zoals beschreven in bv. EP 1 027 952 BI, en een doorvoertype omvattende een verplaatsingsmechanisme voor het longitudinaal verplaatsen van een balk naar een bewerkingszone omvattende een bewerkingstoestel. Het doorvoertype kan uitgevoerd worden met een aandrijfrol gepositioneerd tegenover een transportband, zoals beschreven in bv. EP 1 405 693 Bl, of met longitudinaal verplaatsbaar inklemmechanisme welke de balk zijdelings aangrijpt en longitudinaal verplaatst, zoals beschreven in bv. EP 2 353 820 BI.
Bij een machine van het doorvoertype kan een bewerkingskast voorzien worden voor het afschermen van de bewerkingszone van de omgeving. Een inklemmechanisme extern aan de bewerkingskast kan de balk ondersteunen. Dit heeft echter als nadelig effect dat er ongewenste speling op het te bewerken gedeelte van de balk kan zijn, bv. door incorrecte positionering, vibratie, doorbuiging, bewerkingskrachten, en dergelijke.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te bieden voor het technische probleem van correcte positionering van de balk in de bewerkingskast.
EP 2 275 237 BI beschrijft een machine van het doorvoertype. Een bewerkingszone van de machine omvat een basis met een bewerkingstoestel, waarbij de basis (en dus ook het bewerkingstoestel) rond de lengterichting geroteerd kan worden.
FR 2 578 777 BI beschrijft een machine van het stationair type met meerdere longitudinaal verplaatsbare bewerkingstoestellen. Verder omvat de machine stationaire dragers en longitudinaal verplaatsbare dragers, welke elk een roteerbare ring en klemmen omvatten, voor het zijdelings vastklemmen en roteren van een balk rond de longitudinale as. De stationaire dragers omvatten een servo-controle voor het
BE2018/5164 aandrijven van de rotaties. De roteerbare ringen van de verplaatsbare dragers ondergaan de rotaties via overbrenging via de balk zelf.
In de machine volgens FR 2 578 777 BI kan relatieve verplaatsing van een bewerkingstoestel en de balk gebeuren door rotatie van de balk rond de longitudinale as en translatie van het bewerkingstoestel volgens de longitudinale richting. Voor moeilijk te verplaatsen bewerkingstoestellen is longitudinale verplaatsing ongewenst, bv. wegens een benodigde kalibratie. Voor een bewerkingstoestel met wisselbaar bewerkingselement is longitudinale verplaatsing van het bewerkingstoestel eveneens ongewenst, wegens de benodigde longitudinale verplaatsingstijd tot een wisselkamer met bewerkingselementen voor het wisselen van het bewerkingselement.
In de machine volgens EP 2 275 237 BI kan relatieve verplaatsing van een bewerkingstoestel en de balk gebeuren door rotatie van het bewerkingstoestel rond de balk en translatie van de balk volgens de longitudinale richting. Ook in deze machine vergt de rotationele verplaatsing van het bewerkingstoestel een aanzienlijke verplaatsingstijd, alsook een aanzienlijke hoeveelheid benodigde plaats. Bovendien bemoeilijkt de rotationele verplaatsing de nauwkeurige uitlijning van het bewerkingstoestel.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te bieden voor het technische probleem van het minimaliseren van de benodigde bewerkingstijd.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te bieden voor het technische probleem van nauwkeurigheid van de uitlijning van het bewerkingstoestel.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te bieden voor het technische probleem van het besparen van benodigde plaats loodrecht op de longitudinale richting.
Een roteerbare ring volgens FR 2 578 777 BI is ingericht voor invoer van een balk volgens de longitudinale richting. Voor lange balken vergt dit een aanzienlijke hoeveelheid benodigde plaats in de longitudinale richting.
De huidige uitvinding beoogt een oplossing te bieden voor het technische probleem van het besparen van benodigde plaats in de longitudinale richting.
BE2018/5164
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
In een aspect betreft de huidige uitvinding een apparaat voor het bewerken van een balk, volgens conclusie 1.
In een aspect betreft de huidige uitvinding een apparaat voor het bewerken van een balk, volgens conclusie 4.
In een aspect betreft de huidige uitvinding een drager voor het hanteren van een balk, volgens conclusie 16.
In een aspect betreft de huidige uitvinding een methode voor het bewerken van een balk, volgens conclusie 19.
De huidige uitvinding is voordelig omwille van verschillende redenen. De huidige uitvinding voorziet in:
• correcte positionering van de balk in de bewerkingskast, door het in de bewerkingskast kunnen vastklemmen van de balk;
• het minimaliseren van de benodigde bewerkingstijd;
• het eenvoudig en nauwkeurig uitlijnen van het bewerkingstoestel; en • het besparen van plaats.
Deze voordelen, alsook andere voordelen, worden verder toegelicht in de gedetailleerde beschrijving.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Figuren la en lb tonen schematische vooraanzichten van twee toestanden van een uitvoeringsvorm van een apparaat volgens de huidige uitvinding.
Figuren 2a, 2b, 2c, 2e, 3a en 3c tonen schematische zijaanzichten van verschillende toestanden van uitvoeringsvormen van een drager volgens de huidige uitvinding.
Figuren 2d en 3b tonen schematische vooraanzichten van uitvoeringsvormen van een drager volgens de huidige uitvinding.
BE2018/5164
Figuren 2f en 2g tonen respectievelijk een schematisch zijaanzicht en een schematisch vooraanzicht van een uitvoeringsvorm van een klem van een drager volgens de huidige uitvinding.
Figuur 4 toont een schematisch bovenaanzicht van een toestand van een gedeelte van een uitvoeringsvorm van een apparaat volgens de huidige uitvinding.
Figuur 5 toont een schematisch zijaanzicht van een bewerkingskast van een apparaat volgens de huidige uitvinding.
Figuur 6 toont een schematisch vooraanzicht van een toestand van een gedeelte van een uitvoeringsvorm van een apparaat volgens de huidige uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De uitvinding betreft een apparaat en een werkwijze voor het bewerken van een balk, alsook een drager voor het hanteren van een balk. De uitvinding werd samengevat in de daartoe voorziene sectie. In wat volgt, wordt de uitvinding in detail beschreven, worden voorkeursuitvoeringen toegelicht, en wordt de uitvinding geïllustreerd aan de hand van voorbeelden.
Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.
Een, de en het refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, een segment betekent een of meer dan een segment.
Wanneer ongeveer of rond in dit document gebruikt wordt bij een meetbare grootheid, een parameter, een tijdsduur of moment, en dergelijke, dan worden variaties bedoeld van +/-20% of minder, bij voorkeur +/-10% of minder, meer bij voorkeur +/-5% of minder, nog meer bij voorkeur +/-1% of minder, en zelfs nog meer bij voorkeur +/-0.1% of minder dan en van de geciteerde waarde, voor zoverre zulke variaties van toepassing zijn in de beschreven uitvinding. Hier moet echter wel
BE2018/5164 onder verstaan worden dat de waarde van de grootheid waarbij de term ongeveer of rond gebruikt wordt, zelf specifiek wordt bekendgemaakt.
De termen omvatten, omvattende, bestaan uit, bestaande uit, voorzien van, bevatten, bevattende, behelzen, behelzende, inhouden, inhoudende zijn synoniemen en zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.
Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.
De huidige uitvinding betreft het bewerken van een balk. Hierbij kan de balk een houten balk, een kunststof balk of een aluminium balk zijn. Bij voorkeur is de balk een houten balk. De balk is bij voorkeur langwerpig. De balk omvat twee uiteinden en een lengterichting, waarbij de twee uiteinden gespatieerd zijn volgens de lengterichting.
In een eerste aspect betreft de uitvinding een apparaat voor het bewerken van een balk. Het apparaat omvat een doorvoerrichting en twee dragers gespatieerd volgens de doorvoerrichting. Het apparaat is geconfigureerd voor het volgens de doorvoerrichting verplaatsen van elke drager van het apparaat. Elke drager omvat een inklemmechanisme voor het inklemmen van een balk, waarbij het inklemmechanisme een inklemrichting omvat in essentie loodrecht op de doorvoerrichting.
Dit is voordelig omdat de dragers de balk kunnen transleren in de doorvoerrichting. Hierbij is de lengterichting van de balk bij voorkeur in essentie parallel aan de doorvoerrichting.
In een voorkeursuitvoering omvat het apparaat een bewerkingskast gepositioneerd tussen de twee dragers in, waarbij beide dragers minstens gedeeltelijk tot in de bewerkingskast verplaatsbaar zijn.
Dit is voordelig omdat dergelijke dragers een inklemming dicht bij het te bewerken gedeelte van de balk kunnen voorzien, en dit in de bewerkingskast. Deze inklemming zorgt voor een nauwkeurige positionering van het te bewerken gedeelte van de balk, bv. voor het tegengaan van trillingen. Bovendien kan deze inklemming buiten de bewerkingskast geschieden en aldus tot in de bewerkingskast gebracht worden.
BE2018/5164
Verder is dit eveneens voordelig omdat erg korte balken, i.e. met een geringe afmeting in de lengterichting, eveneens langs beide zijden van het te bewerken gedeelte ingeklemd kunnen worden. Het mechanisme uit deze voorkeursuitvoering dient onderscheiden te worden van een systeem waarbij een inklemmechanisme gepositioneerd is ofwel in de bewerkingskast ofwel erbuiten. In dit laatste geval dient een gedeelte van de balk welke in de bewerkingskast gebracht wordt, via een ander inklemmechanisme dicht bij het te bewerken gedeelte ingeklemd te worden. Bij de huidige uitvinding, kan een dergelijke additionele inklemming aanwezig zijn, maar is dit niet noodzakelijk voor het gewenste voordeel.
In een voorkeursuitvoering kunnen de inklemmechanismen van beide dragers welke minstens gedeeltelijk verplaatsbaar zijn tot in de bewerkingskast gepositioneerd worden op een onderlinge afstand volgens de doorvoerrichting van ten hoogste 50 cm, bij voorkeur ten hoogste 20 cm, bij grotere voorkeur ten hoogste 10 cm, bij nog grotere voorkeur ten hoogste 5 cm, bij zelfs nog grotere voorkeur ten hoogste 2 cm, en bij grootste voorkeur ten hoogste 1 cm.
In een voorkeursuitvoering omvat de bewerkingskast een kastbreedte volgens de doorvoerrichting en kunnen de inklemmechanismen van beide dragers welke minstens gedeeltelijk verplaatsbaar zijn tot in de bewerkingskast gepositioneerd worden op een onderlinge afstand volgens de doorvoerrichting van ten hoogste 50%, bij voorkeur ten hoogste 20%, bij grotere voorkeur ten hoogste 10%, bij nog grotere voorkeur ten hoogste 5%, bij zelfs nog grotere voorkeur ten hoogste 2%, en bij grootste voorkeur ten hoogste 1% van de kastbreedte.
In een voorkeursuitvoering is elke drager van het apparaat ingericht voor het roteren van het inklemmechanisme rond een rotatieas in essentie evenwijdig aan de doorvoerrichting.
Dit is voordelig omdat het apparaat voorziet in rotatie van de balk rond een rotatieas in essentie evenwijdig met zijn lengterichting. Hierdoor dienen de bewerkingstoestellen slechts geringe verplaatsingen uit te voeren (zowel volgens de doorvoerrichting als loodrecht op de doorvoerrichting). Dit vergemakkelijkt de nauwkeurige uitlijning van de bewerkingstoestellen binnen het apparaat aanzienlijk. Dit zorgt ook voor een aanzienlijke plaatsbesparing, aangezien de bewerkingstoestellen slechts een geringere bewegingsruimte vergen. Bovendien bespaart dit eveneens bewerkingstijd. Bewerkingstijd kan namelijk bespaard worden
BE2018/5164 door beweging van zowel een bewerkingstoestel en de balk, wat een hogere relatieve bewegingssnelheid toelaat.
In een voorkeursuitvoering loopt de rotatieas in essentie door het massamiddelpunt van de balk en is de rotatieas in essentie parallel aan de lengterichting van de balk. Dit is voordelig omdat rotatie van de balk in dit geval geen netto verplaatsingen van de balk in een zwaartekrachtveld, en dus energie, vergt.
In een voorkeursuitvoering omvat de bewerkingskast een bewerkingstoestel en een meervoud van op het bewerkingstoestel monteerbare bewerkingselementen. Dit is voordelig omdat plaats bespaard kan worden, omdat alle bewerkingen, zowel aan de uiteinden van de balk als tussen de uiteinden in, in eenzelfde bewerkingskast uitgevoerd kunnen worden. Dit is verder voordelig omdat bewerkingstijd kan bespaard worden bij het verwisselen van een bewerkingselement van het bewerkingstoestel, aangezien het bewerkingstoestel nooit ver van de wisselstukken gepositioneerd is, namelijk nooit buiten de bewerkingskast.
Een niet-limitatieve voorbeeldlijst van bewerkingselementen omvat een boor, een frees, een schuurborstel, een schuurblad, een spaan, en een zaag. Bij voorkeur omvat de bewerkingskast een werktuigwisselaar, welke bij voorkeur bovenaan de bewerkingskast gepositioneerd is, bij voorkeur boven het bewerkingstoestel. Bij voorkeur omvat de werktuigwisselaar een schuif welke pas bij het wisselen geopend wordt, wanneer er niet verspaand wordt, om verplaatsing van houtspanen uit de bewerkingszone naar de schuif tegen te gaan. Bij voorkeur omvat het bewerkingstoestel een freesarm waarop bewerkingselementen automatisch gemonteerd kunnen worden. Alternatief kan het bewerkingstoestel een werktuigwisselmotor omvatten. Het nadeel van aanwezigheid van een werktuigwisselmotor op het bewerkingstoestel is grotere inertie en grotere benodigde bewegingsruimte voor de bewegingen van het bewerkingstoestel. Bij voorkeur is het bewerkingstoestel servo- of frequentie-geregeld. Bij voorkeur omvat het bewerkingstoestel een arm, waarbij de arm een eerste uiteinde extern aan de bewerkingskast en een tweede uiteinde in de bewerkingskast omvat. Aan het eerste uiteinde omvat het bewerkingstoestel een aandrijfmotor, welke via een aandrijfriem gekoppeld kan worden met een bewerkingselement aan het tweede uiteinde. Dit voordelig omdat plaats wordt bespaard in de bewerkingskast. Dit is verder voordelig omdat de aandrijfmotor afgeschermd wordt van spanen in de bewerkingskast. In een uitvoeringsvorm omvat het bewerkingstoestel aan het tweede uiteinde een telescopisch element, bij voorkeur een telescopische cilinder, voor het uitduwen van
BE2018/5164 een restuiteinde van de balk of kort afgewerkt werkstuk in de doorvoerrichting, bij voorkeur tot uit de bewerkingskast, en meer bij voorkeur uit een drager welke minstens gedeeltelijk in de bewerkingskast kan gepositioneerd worden.
Een additioneel voordeel van dragers geconfigureerd voor zowel het transleren (volgens de lengterichting) als het roteren van de balk is de geringere benodigde omvang van bewerkingselementen. Een boorkop hoeft bv. maar half zo lang te zijn, aangezien aan beide zijden van de balk gemakkelijk geboord kan worden. Een zaagblad hoeft bv. maar half zo groot te zijn, aangezien rondom de balk gezaagd kan worden. Dit is verder eveneens voordelig omdat op deze wijze meer bewerkingselementen in eenzelfde hoeveelheid ruimte geplaatst kunnen worden. Additioneel kan de huidige uitvinding voorzien in het richten van bewerkingselementen naar de kern van het hout, wat voordelig is omdat het splintervorming en afbrokkeling tegengaat.
In een voorkeursuitvoering omvat het apparaat twee groepen van meerdere dragers. De dragers van een groep zijn hierbij gespatieerd volgens de doorvoerrichting. De groepen zijn verder onderling gespatieerd volgens de doorvoerrichting. De bewerkingskast is hierbij gepositioneerd tussen de twee groepen in. Elk van de groepen omvat een drager welke minstens gedeeltelijk tot in de bewerkingskast verplaatsbaar is. Dit is voordelig omdat een balk zowel voor als na de bewerkingskast op meerdere in de doorvoerrichting gespatieerde porties kan ondersteund worden. Hierdoor kan een tweede balk in een eerste groep van meerdere dragers gepositioneerd worden, terwijl een eerste balk nog gedragen wordt door een tweede groep van meerdere dragers, en een uiteinde van de eerste balk nog in de bewerkingskast wordt bewerkt.
In een voorkeursuitvoering is het apparaat geconfigureerd voor het voor een drager simultaan verplaatsen van de drager volgens de doorvoerrichting en roteren van het inklemmechanisme van de drager rond de rotatieas. Dit is voordelig omdat op deze wijze driedimensionale bewerkingen met complexe vormen op de balk kunnen uitgevoerd worden, zonder of met slechts geringe verplaatsingen van het bewerkingstoestel.
In een voorkeursuitvoering omvat elke drager een buitenkader en een binnenring. De binnenring is roteerbaar rond de rotatieas gelagerd in het buitenkader. De binnenring omvat hierbij het inklemmechanisme. Bij voorkeur loopt de rotatieas in essentie
BE2018/5164 centraal doorheen de binnenring. Bij voorkeur is de binnenring roteerbaar gelagerd in het buitenkader via een glijlager; een draadlager; of een kogellager.
In een voorkeursuitvoering omvat een inklemmechanisme een aanslag en een klem voor het inklemmen van de balk volgens de inklemrichting tussen de aanslag en de klem.
In een voorkeursuitvoering omvat een drager van het apparaat een tweede inklemmechanisme. Het tweede inklemmechanisme omvat hierbij een aanslag, een klem en een tweede inklemrichting in essentie loodrecht op de doorvoerrichting en de inklemrichting van het ander inklemmechanisme. Dit is voordelig omdat een balk langs vier zijden omklemd kan worden, hetgeen voor een stabielere inklemming zorgt.
In een voorkeursuitvoering is een drager van het apparaat (bij voorkeur niet de drager welke twee orthogonale inklemmechanismen omvat) geconfigureerd voor het in essentie orthogonaal op de doorvoerrichting en de inklemrichting inbrengen van de balk tussen de aanslag en de klem. Bij voorkeur omvatten het buitenkader en de binnenring van deze drager elk een openingssegment voor het in essentie orthogonaal op de doorvoerrichting en de inklemrichting inbrengen van de balk tussen de aanslag en de klem, bij rotationele alignering van beide openingssegmenten. Bij voorkeur omvat de drager een tweede aanslag welke een steunvlak in essentie parallel aan de inklemrichting omvat. Het buitenkader en de binnenring kunnen hierbij C-vormig zijn door het openingssegment. In deze uitvoeringsvorm kan de binnenring rotationeel in de buitenring gelagerd zijn via een glijlager; een C-vormige kogellager met terugloopleiding; of een circulaire kogellager omvattende een meervoud van kogels en een gripleiding omvattende een opening omvattende een breedte kleiner dan de diameter van de kogels voor het tegengaan van het uitvallen van een kogel uit de gripleiding.
In een voorkeursuitvoering is het apparaat geconfigureerd om aan een klem, bij voorkeur elke klem, van een drager, bij voorkeur elke drager, een dynamische klemdruk te leveren. De dynamische klemdruk wordt bepaald op basis van minstens één, bij voorkeur minstens twee, en bij grotere voorkeur minstens drie van: een lengte van de balk, een breedte van de balk, een dikte van de balk, een gewicht van de balk, een soortelijk gewicht van de balk, een hardheid van de balk, een materiaaleigenschap van de balk, een lengte van een uitstekend gedeelte van de balk, een positie van de balk tussen het inklemmechanisme volgens de doorvoerrichting, een krachtmoment door een uitstekend gedeelte van de balk, een rotationele
BE2018/5164 oriëntatie van het inklemmechanisme, een uitgevoerde bewerking, een afstand van een bewerkingspositie tot de drager, een rotatiesnelheid van het inklemmechanisme, en een translatiesnelheid van de drager volgens de doorvoerrichting. Bij voorkeur wordt de dynamische klemdruk minstens gedeeltelijk bepaald op basis van een lengte van de balk, een rotationele oriëntatie van het inklemmechanisme, een rotatiesnelheid van het inklemmechanisme, een translatiesnelheid van de drager volgens de doorvoerrichting, en optioneel één of meerdere van een breedte van de balk, een dikte van de balk, een gewicht van de balk, een soortelijk gewicht van de balk, een hardheid van de balk, een materiaaleigenschap van de balk, een lengte van een uitstekend gedeelte van de balk, een positie van de balk tussen het inklemmechanisme volgens de doorvoerrichting, een krachtmoment door een uitstekend gedeelte van de balk, een uitgevoerde bewerking, en een afstand van een bewerkingspositie tot de drager.
In een voorkeursuitvoering omvat de bewerkingskast twee doorvoeropeningen gespatieerd volgens de doorvoerrichting. Een doorvoeropening van de bewerkingskast omvat een contour welke geconfigureerd is voor omsluiting van het buitenkader van een drager.
In een voorkeursuitvoering zijn elk van beide dragers welke minstens gedeeltelijk verplaatsbaar zijn tot in de bewerkingskast geconfigureerd om een ingeklemde balk in essentie te omsluiten en bij afwezigheid van een balk in de drager een opening voor de balk af te dichten. Elk van beide dragers kan een inklemmechanisme en een tweede inklemmechanisme omvatten welke een balk kunnen omsluiten. Additioneel kan elk van beide dragers een in essentie loodrecht op de doorvoerrichting verplaatsbare afdichtplaat omvatten om bij afwezigheid van een balk in de drager de opening voor de balk af te dichten. Bij voorkeur omvat elk van beide dragers minstens vier afdichtplaten, bij voorkeur omvat elke binnenring van beide dragers deze minstens vier afdichtplaten, waarbij elke afdichtplaat in een richting loodrecht op de doorvoerrichting verplaatsbaar is voor het omsluiten van een rechthoekige balk en/of voor het afdichten van genoemde opening.
Dit is voordelig omdat bij plaatsing van de drager in de doorvoeropening, bij omsluiten van de balk door de inklemmechanismen en/of bij afdekking van de opening van de binnenring met de één of meerdere afdekplaten de doorvoeropening van de bewerkingskast afgesloten is voor wegvliegend materiaal, zoals bv. houtspanen en stof.
BE2018/5164
In een voorkeursuitvoering omvat de bewerkingskast een afzuigsysteem voor verwijderd materiaal, bv. houtspanen en stof, bij voorkeur aan de onderzijde van de bewerkingskast. Bij voorkeur is het afzuigsysteem geconfigureerd voor het creëren van een onderdruk of vacuüm. Hierdoor wordt bij nog kleine spleten en kieren, bv. wanneer de te bewerken balk geen rechthoekige dwarsdoorsnede omvat, lucht aangezogen aan relatief hoge snelheid, wat het uit de bewerkingskast wegvliegen van verwijderd materiaal, zoals bv. houtspanen en stof, verhindert. Doordat er geen stof of spanen uit de gesloten bewerkingskast kunnen ontsnappen, voorziet de bewerkingskast in bescherming tegen de gezondheidsrisico's van stof, bv. kanker veroorzaakt door fijn stof van bv. eik.
In een voorkeursuitvoering omvat de bewerkingskast een dubbele wand en/of geluidsisolatie voor geluidsdemping.
In een voorkeursuitvoering omvat een klem en/of een aanslag één of meerdere rollen en een grijper, waarbij elk van de rollen een rolas in essentie orthogonaal op de doorvoerrichting en de inklemrichting omvat, en waarbij de klem en/of aanslag geconfigureerd is voor het volgens de inklemrichting relatief ten op zichte van elkaar verplaatsen van de grijper en de rollen. Er kan op deze wijze overgegaan worden tussen een grijpmodus en een doorrolmodus. Dit is voordelig voor het doorduwen van een balk doorheen de binnenring welke de klem en/of aanslag omvat. Een eerste drager kan de balk inklemmen via grijpers, een tweede drager kan de balk inklemmen via rollen, en de eerste drager kan verplaatst worden volgens de doorvoerrichting en daarbij de balk doorheen de tweede drager duwen of trekken. Een grijper kan groeven in essentie orthogonaal op de doorvoerrichting en de inklemrichting omvatten.
In een voorkeursuitvoering is het apparaat een CNC houtbewerkingsapparaat. Bij voorkeur is het apparaat geconfigureerd om een bestand, bij voorkeur een bestand in BTL formaat, in te lezen van een tastbaar niet-transitoir computer-leesbaar opslagmedium, en een set van benodigde bewerkingen voor een balk alsook een volgorde voor de benodigde bewerkingen op basis van het bestand te bepalen en vervolgens uit te voeren. Het bestand in BTL formaat kan digitale representaties voor een meervoud van balken, vensters, deuren, en dergelijke voor een houtskelet omvatten, bv. een meervoud van balken voor een poolhouse. Door de computergestuurde bepaling van bewerkingen kunnen balken van verschillende vormen, afmetingen, en eindbewerkingen in eender welke volgorde behandeld worden zonder tijdsverlies. De machine is in staat om alle gekende verspanende vormen uit te voeren.
BE2018/5164
In een voorkeursuitvoering wordt een balk volledig gedragen door de dragers en kan het apparaat ook gebogen en/of getorste balken bewerken. Bij apparaten met een rollenbaan of transportband volgens de stand der techniek is dit niet mogelijk omvat de balk niet recht gedrukt kan worden wegens een te grote weerstand van de balk en/of omdat de balk terugveert bij het ontklemmen.
In een tweede aspect betreft de uitvinding een drager voor het hanteren van een balk. De drager omvat een doorvoerrichting en een inklemmechanisme voor het inklemmen van een balk, waarbij het inklemmechanisme een inklemrichting omvat in essentie loodrecht op de doorvoerrichting. Bij voorkeur is de drager ingericht voor het roteren van het inklemmechanisme rond een rotatieas in essentie evenwijdig aan de doorvoerrichting. Bij voorkeur omvat het inklemmechanisme een aanslag en een klem voor het inklemmen van de balk tussen de aanslag en de klem volgens de inklemrichting. Bij voorkeur is de drager geconfigureerd om aan de klem een dynamische klemdruk te leveren bepaald op basis van minstens één, bij voorkeur minstens twee, en bij grotere voorkeur minstens drie van: een lengte van de balk, een breedte van de balk, een dikte van de balk, een gewicht van de balk, een soortelijk gewicht van de balk, een hardheid van de balk, een materiaaleigenschap van de balk, een lengte van een uitstekend gedeelte van de balk, een positie van de balk tussen het inklemmechanisme volgens de doorvoerrichting, een krachtmoment door een uitstekend gedeelte van de balk, een rotationele oriëntatie van het inklemmechanisme, een uitgevoerde bewerking, een afstand van een bewerkingspositie tot de drager, een rotatiesnelheid van het inklemmechanisme, en een translatiesnelheid van de drager volgens de doorvoerrichting.
In een derde aspect betreft de uitvinding een methode voor het bewerken van een balk. De balk omvat een lengterichting en twee in de lengterichting gespatieerde porties. De methode omvat de stappen van het inklemmen van de balk in essentie dwars op de lengterichting aan elk van beide porties, en het daarna simultaan:
- optioneel transleren van de ingeklemde balk in essentie in de lengterichting;
- roteren van de ingeklemde balk rond een rotatieas in essentie parallel aan de lengterichting; en
- bewerken van minstens een gedeelte van de balk, het gedeelte van de balk gepositioneerd volgens de lengterichting tussen beide porties in.
Iemand met kennis in het vakgebied zal appreciëren dat het apparaat volgens het eerste aspect geschikt is voor het uitvoeren van de methode volgens het derde aspect.
BE2018/5164
Iemand met kennis in het vakgebied zal verder eveneens appreciëren dat de drager volgens het tweede aspect geschikt is voor een apparaat volgens het eerste aspect en eveneens geschikt is voor het hanteren van de balk bij de methode volgens het derde aspect. Deze drie aspecten zijn bijgevolg gerelateerd. Elk kenmerk beschreven in dit document kan bijgevolg betrekking hebben op elk van deze drie aspecten van de uitvinding.
In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.
VOORBEELDEN
VOORBEELD 1: UITVOERINGSVORM VAN EEN APPARAAT
Figuren la en lb tonen schematische vooraanzichten van twee toestanden van een uitvoeringsvorm van een apparaat volgens de huidige uitvinding.
Het apparaat omvat een doorvoerrichting (x), een hoogterichting (z), en een diepterichting (y).
Het apparaat omvat een invoergroep van dragers (1, 2) en een uitvoergroep van dragers (3, 4). De dragers van de invoergroep zijn gespatieerd volgens de doorvoerrichting. De dragers van de uitvoergroep zijn gespatieerd volgens de doorvoerrichting. De invoergroep en de uitvoergroep zijn gespatieerd volgens de doorvoerrichting. Het apparaat omvat een railsysteem (5) voor het volgens de doorvoerrichting verplaatsen van elke drager. Elke drager omvat een inklemmechanisme voor het inklemmen van een balk, waarbij het inklemmechanisme een inklemrichting omvat in essentie loodrecht op de doorvoerrichting. Verder is elke drager ingericht voor het roteren van het inklemmechanisme rond een rotatieas in essentie evenwijdig aan de doorvoerrichting.
Het apparaat omvat verder eveneens een bewerkingskast (6) gepositioneerd tussen de invoergroep van dragers en de uitvoergroep van dragers in. De invoergroep omvat een drager (2) en de uitvoergroep omvat een drager (3) welke gespatieerd zijn volgens de doorvoerrichting en welke minstens gedeeltelijk tot in de bewerkingskast verplaatsbaar zijn. Daarbij kunnen de inklemmechanismen van beide dragers welke minstens gedeeltelijk tot in de bewerkingskast verplaatsbaar zijn op een onderlinge
BE2018/5164 afstand (Dl) volgens de doorvoerrichting gepositioneerd worden van ten hoogste 10 mm.
Dit is voordelig omdat zeer korte balken, bv. van enkele centimeters lang, tussen de dragers (2, 3) verplaatsbaar minstens gedeeltelijk tot in de bewerkingskast kunnen doorgegeven worden en langs beide kopse kanten aan de binnenkant van de bewerkingskast bewerkt kunnen worden, en na bewerking langs de uitvoerzijde door de bewerkingskast gevoerd kunnen worden.
VOORBEELD 2: UITVOERINGSVORM VAN EEN EERSTE DRAGER
Figuren 2a, 2b, 2c en 2e tonen schematische zijaanzichten van verschillende toestanden van een uitvoeringsvorm van een eerste drager (1) van de invoergroep van het apparaat volgens voorbeeld 1. Figuur 2d toont een schematisch vooraanzicht van deze uitvoeringsvorm.
De eerste drager (1) omvat een C-vormig buitenkader (20) en een C-vormige binnenring (21). De binnenring (21) is rotationeel in het buitenkader gelagerd via een kogellager (70a, 70b) omvattende een terugloopleiding (70b). In een alternatieve uitvoeringsvorm kan een glijlager gebruikt worden. Het buitenkader omvat een openingssegment (25) voor invoer (10) van een balk (28) en een intrekmechanisme (27a, 27b) omvattende een volgens de hoogterichting (z) verplaatsbare onderarm (27a) en een volgens de diepterichting (y) verplaatsbare bovenarm (27b), welke schuifbaar aan de onderarm verbonden is. Beide armen strekken zich uit volgens de diepterichting (y). De binnenring (21) omvat een openingssegment (26), een inklemruimte (29) en het inklemmechanisme (22, 23) van de drager. Het inklemmechanisme omvat een aanslag (22) en een klem (23) voor het inklemmen van de balk tussen de aanslag en de klem. De aanslag en de klem omvatten daarbij een inklemrichting in essentie loodrecht op de doorvoerrichting. Verder omvat de binnenring een tweede aanslag (24) omvattende een steunvlak in essentie parallel aan de inklemrichting.
Bij rotationele alignering van de openingssegmenten (25, 26), zoals in bv. Figuren 2a en 2b het geval is, kunnen de intrekmechanismen (27a, 27b) van de eerste (1) en de tweede (2) drager van de invoergroep een balk (28) volgens de diepterichting (y), in essentie orthogonaal op de doorvoerrichting en de inklemrichting, tot doorheen de inklemruimte (29) van de eerste drager (1) transleren, waarbij het nulpunt voor de verdere bewerkingen geset wordt. De binnenring (21) kan vervolgens roteren, waarbij
BE2018/5164 door de zwaartekracht de balk automatisch tegen de aanslagen (22, 24) schuift.
Tijdens de rotatie van de binnenring, kan de balk ingeklemd worden via het inklemmechanisme van de eerste drager (1).
De aanslagen (22, 24) en de klem (23) worden bij voorkeur zodanig geregeld dat het midden van de dwarsdoorsnede van de balk loodrecht op de lengterichting samenvalt met de rotatieas bepaald door de binnenring. De klemdruk wordt minstens gedeeltelijk bepaald op basis van een lengte van de balk, een rotationele oriëntatie van het inklemmechanisme, een rotatiesnelheid van het inklemmechanisme, en een translatiesnelheid van de drager volgens de doorvoerrichting.
Figuur 2d toont een detailvoorstelling van aanslag (24), welke van de invoeropening (26) van de binnenring gespatieerd is door de inklemruimte (29), i.e. aanslag (24) ligt diametraal tegenover de invoeropening (26). Deze aanslag (24) omvat een kader (80) omvattende een meervoud van kogellagers, rollen of wielen (81) en een opvangrol (82) welke kunnen roteren rond rotatieassen in essentie evenwijdig aan de inklemrichting van het inklemmechanisme (22, 23). De aanslag omvat een steunelement (83) waaraan de opvangrol zijdelings en roteerbaar bevestigd is. Het steunelement (83) is bevestigd aan het kader (80) van deze aanslag (24). Het kader omvat een breedte volgens de inklemrichting van het inklemmechanisme (22, 23) welke bij voorkeur ten hoogste 5 cm bedraagt, zodat ook dunne balken (volgens de inklemrichting) kunnen ingeklemd worden. De opvangrol (82) is gepositioneerd buiten de binnenring, en meer bepaald buiten het kogellager, volgens de doorvoerrichting (x) op een positie corresponderend met het intrekmechanisme (27a, 27b).
Het buitenkader van de eerste drager omvat, zie bv. Figuur 2d, een inschuifgedeelte (13) en een kapselgedeelte (14) welke gespatieerd zijn volgens de doorvoerrichting. Het inschuifgedeelte is hierbij gericht naar de bewerkingskast, i.e. het inschuifgedeelte bevindt zich dichter bij de bewerkingskast dan het kapselgedeelte.
VOORBEELD 3: UITVOERINGSVORM VAN EEN TWEEDE DRAGER
Figuur 3a toont een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvorm van een tweede drager (2) van de invoergroep van het apparaat volgens voorbeeld 1. Figuur 3b toont een schematisch vooraanzicht van deze uitvoeringsvorm. Figuur 3c toont een schematisch zijaanzicht van deze uitvoeringsvorm, van een zijde tegenoverliggend aan de zijde volgens het zijaanzicht volgens Figuur 3a. De tweede drager (2) kan minstens gedeeltelijk in de bewerkingskast getransleerd worden via het railsysteem (5).
BE2018/5164
Het buitenkader (30) van de tweede drager omvat een gedeeltelijk openingssegment (15), i.e. een openingssegment (15) zich volgens de doorvoerrichting (x) gedeeltelijk uitstrekkend over het buitenkader (30). De binnenring (31) van de tweede drager omvatten geen openingssegment. De tweede drager omvat een draadlager waarmee de binnenring (31) roteerbaar in het buitenkader (30) gelagerd is, in plaats van het kogellager met terugloopleiding van de eerste drager. Het buitenkader (30) omvat wel een intrekmechanisme (27a, 27b) zoals bij de eerste drager. De binnenring (31) omvat een eerste inklemmechanisme (22, 23) zoals bij de eerste drager, maar eveneens een tweede inklemmechanisme omvattende een aanslag (24) en een klem (34) welke een tweede inklemrichting in essentie loodrecht op de inklemrichting van het eerste inklemmechanisme omvatten. De aanslag (24) omvat eveneens een opvangrol (82), zoals beschreven in voorbeeld 2. De binnenring (31) omvat eveneens een inklemruimte (69) voor doorvoer van een balk. Het eerste inklemmechanisme omvat een paar invoerrollen (38, 39) omvattende een rolas in essentie loodrecht op de doorvoerrichting en de inklemrichting. De invoerrollen (38, 39) worden mee geactueerd volgens de inklemrichting met het eerste inklemmechanisme (22, 23). De invoerrollen (38, 39) zijn volgens de doorvoerrichting (x) zodanig gepositioneerd dat ze bij inklemming van dunne balken de opvangrol (82) niet hinderen. De invoerrollen (38, 39) zijn bij voorkeur gepositioneerd volgens de doorvoerrichting (x) tussen de binnenring (31) en de opvangrol (82) in. Het gedeeltelijk openingssegment (15) is geconfigureerd voor translatie van een balk (28) volgens de dwarsrichting (y) via het intrekmechanisme (27a, 27b) tot op invoerrol (39). Het gedeeltelijk openingssegment (15) strekt zich bijgevolg uit in de doorvoerrichting (x) van de zijde van de tweede drager (2) gericht naar de eerste drager (1) tot minstens aan de invoerrollen (38, 39), bij voorkeur tot voorbij de invoerrollen (38, 39), en bij grotere voorkeur tot aan de binnenring (31). Dit zorgt voor ondersteuning van een ingevoerde balk (28) bij het van de balk verwijderen van het intrekmechanisme (27a, 27b).
De tweede drager (2) omvat verder een set van afdichtplaten (66, 67a, 67b, 68a, 68b) voor het afdichten van de inklemruimte (69) bij afwezigheid van een balk doorheen deze inklemruimte en voor het nauw omsluiten van een balk bij aanwezigheid van een balk doorheen de inklemruimte. De set omvat vijf afdichtplaten. Een eerste paar van afdichtplaten (67a, 67b) kan relatief ten opzichte van elkaar volgens de inklemrichting van het eerste inklemmechanisme verplaatst worden. Een tweede paar van afdichtplaten (68a, 68b) kan relatief ten opzichte van elkaar volgens de inklemrichting van het tweede inklemmechanisme verplaatst worden. Een vijfde afdichtplaat omvat een scharnierende bevestiging voor het via een roterende
BE2018/5164 beweging rond de scharnierende bevestiging afdichten van de inklemruimte bij afwezigheid van een balk doorheen de inklemruimte van de tweede drager. Het eerste en het tweede paar zijn geconfigureerd voor het creëren van een rechthoekige omsluiting van een balk doorheen de inklemruimte (69) van de binnenring van de tweede drager (2).
Zoals geïllustreerd in Figuur lb, kan het inschuifgedeelte (13) van de tweede drager (2) minstens gedeeltelijk in de bewerkingskast gebracht worden. Verder kan het inschuifgedeelte (13) van de eerste drager (1) minstens gedeeltelijk in het kapselgedeelte (14) van de tweede drager (2) gebracht worden.
VOORBEELD 4: INVOER VAN EEN BALK
Figuur 4 toont een schematisch bovenaanzicht van een toestand van een gedeelte van een uitvoeringsvorm van een apparaat volgens de huidige uitvinding.
De openingssegmenten van het buitenkader en de binnenring kunnen rotationeel gealigneerd worden. Hierbij kunnen beide openingssegmenten een gezamenlijke invoeropening (10) volgens de diepterichting (y) van het apparaat vormen. De intrekmechanismen (27a, 27b) van de eerste (1) en de tweede drager (2) kunnen een balk (28) transleren volgens de diepterichting (y) totdat deze tussen de aanslag (22) en de klem (23) van de eerste drager (1) alsook tussen de invoerrollen (38, 39) van de tweede drager (2) gepositioneerd is. Vervolgens kan de balk ingeklemd worden via het inklemmechanisme van de eerste drager (1) en tussen de invoerrollen (38, 39) van de tweede drager (2). Door translatie van de eerste drager (1) volgens de doorvoerrichting (x) naar de tweede drager toe wordt de balk (28) tussen de invoerrollen (38, 39) en rollen (102) van de inklemmechanismen van de tweede drager doorgevoerd. Eens doorgevoerd, kan de balk ook in de tweede drager via een grijper (103) ingeklemd worden. De balk kan bij het invoeren significant uitsteken langs het kapselgedeelte (14) van de eerste drager (1), welke weg gericht is van de tweede drager (2) en van de bewerkingskast (6). Het apparaat volgens de huidige uitvinding is bijgevolg in staat om balken in te voeren en te bewerken welke substantieel langer zijn dan de maximale spatiëring van de eerste drager (1) en de tweede drager (2) volgens de doorvoerrichting. Het apparaat is bij voorkeur geconfigureerd voor invoer van balken met een lengte volgens de doorvoerrichting gelijk aan 195% van de maximale spatiëring van de eerste drager (1) en de tweede drager (2).
BE2018/5164
Door gezamelijke of aparte translatie van de eerste en de tweede dragers (1, 2) volgens de doorvoerrichting kan een uiteinde van de balk tot in de bewerkingskast getransleerd worden. Door inklemming van de balk tussen de rollen van de tweede drager (2) en translatie van de eerste drager kan de precieze positionering van het uiteinde van de balk in de bewerkingskast bekomen worden. Dit uiteinde kan bewerkt worden. Tijdens de bewerking kan de balk zowel transleren in de doorvoerrichting als roteren rond de rotatieas.
VOORBEELD 5: UITVOERINGSVORM VAN EEN DERDE EN VIERDE DRAGER
Het vijfde voorbeeld betreft een apparaat volgens elk van de voorgaande voorbeelden, waarbij de derde en de vierde drager elk een inschuifgedeelte gericht naar de bewerkingskast en een kapselgedeelte omvatten. De derde drager (3) omvat een binnenring met een eerste en een tweede inklemmechanisme, net zoals de tweede drager (2). De vierde drager (4) omvat een buitenkader en een binnenring omvattende een openingssegment voor uitvoer (12) van een balk, in analogie met de eerste drager (1). Bij voorkeur omvattende de dragers van de uitvoergroep (3, 4) geen intrekmechanisme (27a, 27b). Bij voorkeur omvat de vierde drager (4) verder een uitduwelement voor het volgens de diepterichting (y) uitduwen van een balk doorheen de openingssegmenten van de vierde drager (4).
VOORBEELD 6: UITVOERINGSVORM VAN EEN KLEM
Figuren 2f en 2g tonen respectievelijk een schematisch zijaanzicht (volgens de doorvoerrichting) en een schematisch vooraanzicht (dwars op de doorvoerrichting) van een uitvoeringsvorm van een klem van een drager van een apparaat volgens elk van de voorgaande voorbeelden.
De klem (23) omvat een hoofdcilinder (100) voor het verplaatsen volgens de inklemrichting van een draagelement (105) relatief ten opzichte van de binnenring (21, 31). Het draagelement (105) omvat twee rollen (102) omvattende een rolas in essentie orthogonaal op de doorvoerrichting en de inklemrichting. Het draagelement kan een derde invoerrol (38, 39) omvatten voor het invoeren van een balk doorheen de inklemruimte (69). Het draagelement omvat verder een grijper (104) welke via één of meerdere nevencilinders (101) verbonden is aan het draagelement. Via de nevencilinders kan de grijper relatief ten opzichte van het draagelement, en bijgevolg ook relatief ten opzichte van de rollen, verplaatst worden in de inklemrichting. De klem omvat daarbij een grijpmodus en een doorrolmodus afhankelijk van de relatieve
BE2018/5164 stand van de grijper en het draagelement. De grijper omvat een eerste arm (103) gepositioneerd tussen de twee rollen in en een tweede arm aan het inschuifgedeelte (13) van de drager. De grijper omvat een eerste arm (103) gepositioneerd tussen de twee rollen in en een tweede arm aan de zijde van de drager gericht naar de bewerkingskast. De eerste en de tweede arm zijn verbonden via één of meerdere brugelementen (104) over de rollen heen. Elk van de eerste en de tweede arm omvat een veelheid van groeven in essentie orthogonaal op de doorvoerrichting en de inklemrichting voor het verhinderen van relatieve beweging van de balk in grijpmodus. De tweede arm aan de zijde van de bewerkingskast is voordelig voor het nauwkeurig en dicht bij het bewerkingselement inklemmen van een balk. De tweede arm is verder voordelig voor het inklemmen en bewerken van korte balken, i.e. balken met een kleine afmeting volgens de doorvoerrichting van het apparaat/lengterichting van de balk. Bij voorkeur omvatten minstens de dragers (2, 3) welke minstens gedeeltelijk verplaatsbaar zijn tot in de bewerkingskast een klem zoals beschreven in dit voorbeeld, hetgeen eveneens toelaat een korte balk langs de achterzijde intern te bewerken.
VOORBEELD 7: UITVOERINGSVORM VAN EEN BEWERKINGSKAST
Figuur 5 toont een schematisch zijaanzicht van een bewerkingskast (6) van een apparaat volgens elk van de voorgaande voorbeelden. Figuur 6 toont een schematisch vooraanzicht van een toestand van een gedeelte van het apparaat volgens elk van de voorgaande voorbeelden.
De bewerkingskast omvat twee zijvlakken in essentie parallel aan de hoogterichting (z) en de diepterichting (y). Elk zijvlak omvat een doorvoeropening. De doorvoeropeningen laten toe dat de tweede drager (2) en de derde drager (3) tot op enkele mm van elkaar kunnen komen in de bewerkingskast, wat het doorgeven van korte balken en het intern bewerken van beide uiteinden van balken toelaat. Elke doorvoeropening omvat een contour (54) welke geconfigureerd is voor omsluiting van het buitenkader (30) van een drager (2, 3). De zijvlakken van de bewerkingskast omvatten verder een afzuigopening onder de doorvoeropening, bij voorkeur één of twee afzuigopeningen onder de doorvoeropening. Dit is voordelig voor het afzuigen van verwijderd materiaal, zoals bv. houtspanen en stof, en het creëren van een onderdruk in de bewerkingskast waardoor lucht aangezogen wordt door resterende kieren of spleten bij onvolledige afsluiting van de bewerkingskast of omsluiting van de balk. De hoeveelheid aangezogen lucht kan gestuurd worden via een veelheid van afdichtbare openingen (56) in elk van de twee zijvlakken gepositioneerd boven de
BE2018/5164 doorvoeropening. Verder kan de bewerkingskast een transportband (60) en een deur (59) omvatten voor het afvoeren van houtstukken, zoals bv. een afgezaagd uiteinde van een balk. De deur bevindt zich bij voorkeur aan de voorzijde van de bewerkingskast. Tijdens het bewerken staat de transportband bij voorkeur stil en is de deur bij voorkeur dicht. Bij voorkeur worden houtstukken na het bewerken afgevoerd.
De bewerkingskast omvat eveneens een bewerkingstoestel omvattende een arm (51) in essentie evenwijdig aan de diepterichting (y) en omvattende een eerste en een tweede uiteinde. Aan het eerste uiteinde van de arm omvat het bewerkingstoestel een frequentie-gestuurde of servo-geregelde aandrijfmotor (52), bij voorkeur gepositioneerd extern aan de bewerkingskast. Aan het tweede uiteinde van de arm omvat het bewerkingstoestel een verwisselbaar bewerkingselement (53a). Het bewerkingstoestel omvat een aandrijfriem voor het aandrijven van het bewerkingselement via de aandrijfmotor. De arm kan transleren volgens de hoogterichting (z) via een daarvoor voorzien railsysteem (50), bij voorkeur dubbel railsysteem. De arm kan eveneens transleren volgens de diepterichting (y). Verder kan de arm ook roteren rond een as in essentie evenwijdig met de diepterichting (y). De relatieve bewegingen van het bewerkingselement en de balk omvatten bijgevolg:
• rotatie van de balk rond de rotatieas in essentie evenwijdig aan de lengterichting van de balk/doorvoerrichting van het apparaat;
• translatie van de balk in essentie volgens de lengterichting van de balk/doorvoerrichting van het apparaat;
• translatie van het bewerkingselement in essentie parallel aan de diepterichting;
• translatie van het bewerkingselement in essentie parallel aan de hoogterichting; en • rotatie van het bewerkingselement rond een as in essentie parallel aan de diepterichting.
Daarbij is het apparaat omvattende de dragers (1, 2, 3, 4) en het bewerkingstoestel in staat om een aantal of al deze bewegingen simultaan uit te voeren, naargelang de noden van de bewerking. Er is bijgevolg geen enkele bewerking die niet met het apparaat kan uitgevoerd worden, mits de nodige programmatie.
De bewerkingskast omvat eveneens een wisselcompartiment omvattende bewerkingselementen (53b, 53c) welke op het tweede uiteinde van de arm automatisch van uit de werktuigwisselaar bestukt kunnen worden. Het tweede uiteinde van de arm kan bv. een ontvangstelement (DE: Holzschaftkegel) van OttJakob omvatten. De bewerkingskast (6) kan een wisselcompartiment omvattende een roteerbare schijf (55) omvattende deze bewerkingselementen (53b, 53c) omvatten.
BE2018/5164
Het tweede uiteinde kan verder een werktuigwisselaarmotor omvatten. Additioneel of alternatief kan het wisselcompartiment een werktuigwisselaarmotor omvatten.
De bewerkingskast kan verder een beschermoppervlak (58), zoals bv. een afschermdeken, omvatten gepositioneerd tussen het op de arm gemonteerde bewerkingselement en de achterzijde van de bewerkingskast, waardoorheen de arm loopt, voor het afschermen van het railsysteem (50) en de aandrijfmotor (52) van rondvliegende spanen.
De nagenoeg volledig afsluitbare bewerkingskast in samenhang met de gecreëerde onderdruk en externe afzuiging zorgt voor een in essentie volledige afzuiging van spanen en kankerverwekkend stof.
VOORBEELD 8: REGELING VAN DE AANSLAGEN
Dit voorbeeld betreft de regeling van de aanslagen van een groep van dragers van een apparaat volgens elk der voorgaande voorbeelden.
Elke groep van dragers (invoergroep, uitvoergroep) kan een gezamelijke instelmotor omvatten voor het regelen van de vier aanslagen (22, 24) van beide dragers (1, 2) van de groep. Deze instelmotor is bij voorkeur gepositioneerd aan de achterzijde van het buitenkader van de drager (2) welke minstens gedeeltelijk in de bewerkingskast van verplaatst worden. Elk van de aanslagen omvat een regelbaar schroefelement voor het instellen van de positie van de aanslagen. Door gepaste rotatie van de binnenringen en/of het invoeren van het inschuifgedeelte (13) van de andere drager (eerste of vierde drager) in het kapselgedeelte (14) van de drager (tweede of derde drager) welke minstens gedeeltelijk in de bewerkingskast kan verplaatst worden, kan elk schroefelement aan de instelmotor gepresenteerd en gekoppeld worden.

Claims (19)

  1. CONCLUSIES
    1. Een apparaat voor het bewerken van een balk, het apparaat omvattende een doorvoerrichting (x), twee dragers (2, 3) gespatieerd volgens de doorvoerrichting, en een bewerkingskast (6) gepositioneerd tussen de twee dragers in, waarbij het apparaat geconfigureerd is voor het volgens de doorvoerrichting verplaatsen van elke drager, en waarbij elke drager een inklemmechanisme (22, 23) omvat voor het inklemmen van een balk, waarbij het inklemmechanisme een inklemrichting omvat in essentie loodrecht op de doorvoerrichting, met het kenmerk, dat beide dragers minstens gedeeltelijk tot in de bewerkingskast verplaatsbaar zijn.
  2. 2. Een apparaat volgens voorgaande conclusie 1, met het kenmerk, dat het apparaat twee groepen (1, 2; 3, 4) van meerdere dragers omvat, waarbij de dragers van een groep (1, 2) gespatieerd zijn volgens de doorvoerrichting (x), waarbij de groepen gespatieerd zijn volgens de doorvoerrichting, waarbij de bewerkingskast (6) gepositioneerd is tussen de twee groepen in, en waarbij elke groep een drager (2, 3) omvat welke minstens gedeeltelijk tot in de bewerkingskast (6) verplaatsbaar is.
  3. 3. Een apparaat volgens één der voorgaande conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat elke drager ingericht is (21, 31) voor het roteren van het inklemmechanisme (22, 23) rond een rotatieas in essentie evenwijdig aan de doorvoerrichting (x).
  4. 4. Een apparaat voor het bewerken van een balk, het apparaat omvattende een doorvoerrichting (x) en meerdere dragers (1, 2, 3, 4) gespatieerd volgens de doorvoerrichting, waarbij het apparaat geconfigureerd is voor het volgens de doorvoerrichting verplaatsen van elke drager, en waarbij elke drager een inklemmechanisme (22, 23) omvat voor het inklemmen van een balk, waarbij het inklemmechanisme een inklemrichting omvat in essentie loodrecht op de doorvoerrichting, met het kenmerk, dat elke drager verder ingericht is (21, 31) voor het roteren van het inklemmechanisme rond een rotatieas in essentie evenwijdig aan de doorvoerrichting.
  5. 5. Een apparaat volgens één der voorgaande conclusies 3 en 4, met het kenmerk, dat het apparaat geconfigureerd is voor het voor een drager simultaan:
    - verplaatsen van de drager volgens de doorvoerrichting; en
    BE2018/5164
    - roteren van het inklemmechanisme van de drager rond de rotatieas.
  6. 6. Een apparaat volgens één der voorgaande conclusies 3 tot en met 5, met het kenmerk, dat elke drager een buitenkader (20, 30) en een binnenring (21, 31) omvat, waarbij de binnenring roteerbaar rond de rotatieas in het buitenkader gelagerd is, en waarbij de binnenring het inklemmechanisme (22, 23) omvat.
  7. 7. Een apparaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een inklemmechanisme een aanslag (22) en een klem (23) omvat voor het inklemmen van de balk tussen de aanslag en de klem volgens de inklemrichting.
  8. 8. Een apparaat volgens voorgaande conclusie 7, met het kenmerk, dat een drager van het apparaat een tweede inklemmechanisme omvat, het tweede inklemmechanisme omvattende een aanslag (24), een klem (34) en een tweede inklemrichting in essentie loodrecht op de doorvoerrichting en de inklemrichting van het ander inklemmechanisme.
  9. 9. Een apparaat volgens voorgaande conclusie 7, met het kenmerk, dat een drager (1) van het apparaat geconfigureerd is voor het in essentie orthogonaal op de doorvoerrichting en de inklemrichting inbrengen van de balk tussen de aanslag (22) en de klem (23).
  10. 10. Een apparaat volgens voorgaande conclusies 6 en 9, met het kenmerk, dat het buitenkader (20) en de binnenring (21) van genoemde drager (1) elk een openingssegment (25, 26) omvatten voor het in essentie orthogonaal op de doorvoerrichting en inklemrichting inbrengen van de balk (28) tussen de aanslag (22) en de klem (23) bij rotationele alignering van beide openingssegmenten, bij voorkeur de drager verder omvattende een tweede aanslag (24) omvattende een steunvlak in essentie parallel aan de inklemrichting.
  11. 11. Een apparaat volgens één der voorgaande conclusies 7 tot en met 10, met het kenmerk, dat het apparaat geconfigureerd is om aan een klem van een drager een dynamische klemdruk te leveren bepaald op basis van minstens één, bij voorkeur minstens twee, en bij grotere voorkeur minstens drie van: een lengte van de balk, een breedte van de balk, een dikte van de balk, een gewicht van de balk, een soortelijk gewicht van de balk, een hardheid van de
    BE2018/5164 balk, een materiaaleigenschap van de balk, een lengte van een uitstekend gedeelte van de balk, een positie van de balk tussen het inklemmechanisme volgens de doorvoerrichting, een krachtmoment door een uitstekend gedeelte van de balk, een rotationele oriëntatie van het inklemmechanisme, een uitgevoerde bewerking, een afstand van een bewerkingspositie tot de drager, een rotatiesnelheid van het inklemmechanisme, en een translatiesnelheid van de drager volgens de doorvoerrichting.
  12. 12. Een apparaat volgens voorgaande conclusies 1 en 6, en optioneel één der voorgaande conclusies 7 tot en met 11, met het kenmerk, dat de bewerkingskast (6) twee doorvoeropeningen gespatieerd volgens de doorvoerrichting omvat, waarbij een doorvoeropening van de bewerkingskast een contour (54) omvat welke geconfigureerd is voor omsluiting van het buitenkader (30) van een drager (2).
  13. 13. Een apparaat volgens voorgaande conclusie 12, met het kenmerk, dat elk van beide dragers (2, 3) welke minstens gedeeltelijk verplaatsbaar zijn tot in de bewerkingskast geconfigureerd zijn (66, 67a, 67b, 68a, 68b) om een ingeklemde balk in essentie alzijdig te omsluiten en om bij afwezigheid van een balk in de drager een opening voor de balk af te dichten.
  14. 14. Een apparaat volgens één der voorgaande conclusies 1 tot en met 3, en optioneel één der voorgaande conclusies 5 tot en met 13, met het kenmerk, dat de inklemmechanismen van beide dragers welke minstens gedeeltelijk verplaatsbaar zijn tot in de bewerkingskast op een onderlinge afstand (Dl) volgens de doorvoerrichting gepositioneerd kunnen worden van ten hoogste 50 cm, bij voorkeur ten hoogste 20 cm, bij grotere voorkeur ten hoogste 10 cm, bij nog grotere voorkeur ten hoogste 5 cm, bij zelfs nog grotere voorkeur ten hoogste 2 cm, en bij grootste voorkeur ten hoogste 1 cm.
  15. 15. Een apparaat volgens één der voorgaande conclusies 7 en 8, en optioneel één der voorgaande conclusies 9 tot en met 14, waarin een klem en/of aanslag van een inklemmechanisme een grijper en één of meerdere rollen omvat, waarbij elk van de rollen een rolas in essentie orthogonaal op de doorvoerrichting en de inklemrichting van het inklemmechanisme omvat, en waarbij de klem en/of aanslag geconfigureerd is voor het volgens de inklemrichting relatief ten opzichte van elkaar verplaatsen van de grijper en de rollen.
  16. 16. Een drager voor het hanteren van een balk, de drager omvattende een doorvoerrichting (x) en een inklemmechanisme (22, 23) voor het inklemmen
    BE2018/5164 van een balk, waarbij het inklemmechanisme een inklemrichting omvat in essentie loodrecht op de doorvoerrichting, met het kenmerk, dat de drager verder ingericht is (21, 31) voor het roteren van het inklemmechanisme rond een rotatieas in essentie evenwijdig aan de doorvoerrichting.
  17. 17. Een drager volgens voorgaande conclusie 16, met het kenmerk, dat het inklemmechanisme een aanslag (22) en een klem (23) omvat voor het inklemmen van de balk tussen de aanslag en de klem volgens de inklemrichting.
  18. 18. Een drager volgens voorgaande conclusie 17, met het kenmerk, dat de drager geconfigureerd is om aan de klem een dynamische klemdruk te leveren bepaald op basis van minstens één, bij voorkeur minstens twee, en bij grotere voorkeur minstens drie van: een lengte van de balk, een breedte van de balk, een dikte van de balk, een gewicht van de balk, een soortelijk gewicht van de balk, een hardheid van de balk, een materiaaleigenschap van de balk, een lengte van een uitstekend gedeelte van de balk, een positie van de balk tussen het inklemmechanisme volgens de doorvoerrichting, een krachtmoment door een uitstekend gedeelte van de balk, een rotationele oriëntatie van het inklemmechanisme, een uitgevoerde bewerking, een afstand van een bewerkingspositie tot de drager, een rotatiesnelheid van het inklemmechanisme, en een translatiesnelheid van de drager volgens de doorvoerrichting.
  19. 19. Een methode voor het bewerken van een balk, de balk omvattende een lengterichting en twee in de lengterichting gespatieerde porties, de methode omvattende de stappen van het inklemmen van de balk in essentie dwars op de lengterichting aan elk van beide porties, en het daarna simultaan:
    - transleren van de ingeklemde balk in essentie in de lengterichting;
    - roteren van de ingeklemde balk rond een rotatieas in essentie parallel aan de lengterichting; en
    - bewerken van minstens een gedeelte van de balk volgens de lengterichting gepositioneerd tussen beide porties in.
BE2018/5164A 2018-03-16 2018-03-16 Verbeterd apparaat en werkwijze voor het bewerken van een balk BE1025646B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5164A BE1025646B1 (nl) 2018-03-16 2018-03-16 Verbeterd apparaat en werkwijze voor het bewerken van een balk
PL19162573T PL3539740T3 (pl) 2018-03-16 2019-03-13 Udoskonalone urządzenie do obróbki belki
EP19162573.0A EP3539740B1 (en) 2018-03-16 2019-03-13 Improved device for processing a beam
ES19162573T ES2880806T3 (es) 2018-03-16 2019-03-13 Dispositivo mejorado para procesar una viga

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2018/5164A BE1025646B1 (nl) 2018-03-16 2018-03-16 Verbeterd apparaat en werkwijze voor het bewerken van een balk

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1025646B1 true BE1025646B1 (nl) 2019-05-10

Family

ID=61868091

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2018/5164A BE1025646B1 (nl) 2018-03-16 2018-03-16 Verbeterd apparaat en werkwijze voor het bewerken van een balk

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3539740B1 (nl)
BE (1) BE1025646B1 (nl)
ES (1) ES2880806T3 (nl)
PL (1) PL3539740T3 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4301217A1 (de) * 1993-01-19 1994-07-21 Baljer & Zembrod CNC-gesteuerte Holzbearbeitungsanlage, insbesondere für lange Werkstücke wie Balken
US20070199187A1 (en) * 2006-02-28 2007-08-30 Riken Apparatus and method for machining long workpiece
WO2011050404A1 (en) * 2009-10-27 2011-05-05 Smart Steel Systems Pty Ltd A computer aided beam fabrication machine
EP2594358A2 (en) * 2011-11-18 2013-05-22 Essetre Holding SpA Machining center with fixed portal for machining wood beams
DE102013214019B3 (de) * 2013-07-17 2014-09-11 Trumpf Werkzeugmaschinen Gmbh + Co. Kg Spannvorrichtung zum Positionieren von Werkstücken, Werkzeugmaschine mit einer derartigen Spannvorrichtung, Verfahren zum Positionieren von Werkstücken mittels einer derartigen Spannvorrichtung
EP2801428A1 (fr) * 2013-05-06 2014-11-12 Cinetic Machining Procédé et machine d'usinage de pièces sous forme de barres avec système automatique de retournement et de remise en référence de la pièce

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2578777B1 (fr) 1985-03-13 1989-03-24 Bonneval Pierre Procede de taille automatique de charpente et installation pour sa mise en oeuvre
DE19905876A1 (de) 1999-02-12 2000-08-17 Hans Hundegger Holzbearbeitungsanlage in Portalbauweise
DE10305570B4 (de) 2002-10-02 2016-01-28 Hans Hundegger Maschinenbau Verfahren und Bearbeitungsanlage für das Bearbeiten von Holzwerkstücken
ITPD20090203A1 (it) 2009-07-17 2011-01-18 Essetre Holding S R L Centro di lavoro per la lavorazione di travi, particolarmente per la lavorazione di travi in legno e simili
DE102010007378C5 (de) 2010-02-10 2019-02-14 Hans Hundegger Holzbearbeitungsanlage

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4301217A1 (de) * 1993-01-19 1994-07-21 Baljer & Zembrod CNC-gesteuerte Holzbearbeitungsanlage, insbesondere für lange Werkstücke wie Balken
US20070199187A1 (en) * 2006-02-28 2007-08-30 Riken Apparatus and method for machining long workpiece
WO2011050404A1 (en) * 2009-10-27 2011-05-05 Smart Steel Systems Pty Ltd A computer aided beam fabrication machine
EP2594358A2 (en) * 2011-11-18 2013-05-22 Essetre Holding SpA Machining center with fixed portal for machining wood beams
EP2801428A1 (fr) * 2013-05-06 2014-11-12 Cinetic Machining Procédé et machine d'usinage de pièces sous forme de barres avec système automatique de retournement et de remise en référence de la pièce
DE102013214019B3 (de) * 2013-07-17 2014-09-11 Trumpf Werkzeugmaschinen Gmbh + Co. Kg Spannvorrichtung zum Positionieren von Werkstücken, Werkzeugmaschine mit einer derartigen Spannvorrichtung, Verfahren zum Positionieren von Werkstücken mittels einer derartigen Spannvorrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
EP3539740A1 (en) 2019-09-18
ES2880806T3 (es) 2021-11-25
PL3539740T3 (pl) 2021-11-02
EP3539740B1 (en) 2021-05-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI87429C (fi) Foerfarande och anordning foer skaerning och avgradning av roer
JP3837454B2 (ja) 工作機械の工具収納装置
GB2470480A (en) Process and apparatus for machining crankshafts
JPS6393516A (ja) 切断機において棒状の工作を送るための装置
JP5800394B2 (ja) クランプ装置およびこれを用いた不要部位除去機
CN107627141B (zh) 一种用于棒料加工的全自动机床
JP7220035B2 (ja) 帯鋸盤
BE1025646B1 (nl) Verbeterd apparaat en werkwijze voor het bewerken van een balk
JPH0741465B2 (ja) 切断機械の棒状工作物材料送り装置
EP1250213B1 (en) Machine tool and method for working elongated elements, in particular metallic profiled elements
CN211516313U (zh) 快速定位装夹型滚齿机
DE102014111632A1 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Entpacken von Artikeln aus einer Verpackung
JP2017104929A (ja) 丸鋸盤
US20200016787A1 (en) Machine tool having machining spaces and method
CN206105064U (zh) 一种全自动化插齿机
US3252367A (en) Apparatus for removing nipples from turned workpieces
CN209175308U (zh) 一种薄壁异形支板夹具
CN210996872U (zh) 一种用于转向器齿轮套筒的切割装置
JPS63278703A (ja) 自動旋盤用振れ止め装置
CN208303987U (zh) 大型合页套铣床
CN106270808B (zh) 一种全自动化插齿机
JPH10258585A (ja) スリーブ状印刷版の製造装置
JPS5869005A (ja) 自動循環木工機の改良された割裂防止装置
CN209830286U (zh) 一种连续式辅助切削装置
CZ29051U1 (cs) Upínač, zejména pro upínání obrobků ve tvaru prstence

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20190510