BE1024864B1

BE1024864B1 - Houder voor levensmiddelen en de door hun consumptie bekomen afvalproducten

Info

Publication number: BE1024864B1
Application number: BE2018/5355A
Authority: BE
Inventors: Dany Bylemans; Marijke Jozefczak
Original assignee: Proefcentrum Fruitteelt Vzw
Priority date: 2018-05-30
Filing date: 2018-05-30
Publication date: 2019-06-27
Also published as: BE1024864A1

Abstract

De huidige uitvinding betreft een houder voor levensmiddelen, in het bijzonder fruit of mini-groenten, waarbij de houder twee, door een scheidingswand van elkaar gescheiden compartimenten omvat, waarbij een eerste, bovenste compartiment bedoeld is om de te consumeren levensmiddelen, te presenteren en het tweede, onderste compartiment bedoeld is om het afval van de levensmiddelen in verzamelen, waarbij bij gebruik het afval via een opening in de scheidingswand in het tweede, onderste compartiment wordt gedeponeerd.

Description

HOUDER VOOR LEVENSMIDDELEN EN DE DOOR HUN CONSUMPTIE BEKOMEN AFVALPRODUCTEN

TECHNISCH VELD

De huidige uitvinding betreft een houder voor het uit-de-hand nuttigen van levensmiddelen, in het bijzonder fruit of groenten.

TECHNOLOGISCHE ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

Vele levensmiddelen, zoals vers fruit, noten of groenten, kunnen zonder bestek gegeten 10 worden en hoeven bovendien vaak niet op voorhand gesneden worden in een hapklaar formaat. Fruit en groenten (inclusief mini-groenten) zijn bovendien onontbeerlijk in een gezond voedingspatroon.

Hoewel dergelijke levensmiddelen dus in principe ideaal zijn om onderweg of in een niethuiselijke omgeving geconsumeerd te worden, worden ze toch onvoldoende in dergelijke 15 situaties genuttigd omdat een aantal nadelen het consumeren ervan bemoeilijken.

Dergelijke levensmiddelen bevatten vaak delen die niet geconsumeerd worden, zoals pitten, steeltjes, kroontjes of schillen, die als afval worden beschouwd. Dit afval is in veel situaties een ongemak, in het bijzonder wanneer een geschikte afvalvoorziening niet voorhanden is. Een consument wil dit afval vaak niet in het milieu achterlaten, op zijn 20 persoon houden of bij de nog niet geconsumeerde levensmiddelen bewaren (vb. omwille van plakkerigheid of saprestanten). Een bijkomend nadeel van dergelijke levensmiddelen is dat de porties die te verkrijgen zijn in de winkel te groot zijn om de volledige portie in één maaltijd- of snackmoment op te eten, wat ze minder geschikt maakt voor consumptie onderweg of in een niet-huiselijke omgeving.

Er is dus nood aan een aangepaste houder die het uit-de-hand eten van bepaalde levensmiddelen vergemakkelijkt.

SAMENVATTING

De onderhavige uitvinding en de voorkeuruitvoeringsvormen ervan hebben tot doel een oplossing te bieden voor één of meerdere van de voornoemde en andere nadelen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder voor levensmiddelen, meer bepaald vers fruit of mini-groenten. Meer bepaald hebben de uitvinders een houder ontworpen die zowel het levensmiddel (bij voorkeur in beperkte hoeveelheid) als de 35 afvalproducten ervan kan bevatten, waarbij deze toch fysisch gescheiden blijven.

Bovendien is de houder draagbaar in één hand en zijn de levensmiddelen bereikbaar,

BE2018/5355 zodat de houder zeer geschikt is voor het onderweg of buitenshuis of On the go’ nuttigen van de levensmiddelen. In een specifieke uitvoering omvat de houder een eerste, bovenste compartiment voor het bevatten van één of meerdere soorten levensmiddelen, en een tweede, onderste compartiment voor het bevatten van de afvalproducten ervan, waarbij beide compartimenten van elkaar gescheiden zijn door een scheidingswand, die een opening bevat zodat de afvalproducten, door de opening, in het tweede, onderste compartiment kunnen gedeponeerd worden.

De houder volgens de onderhavige uitvinding laat toe om verse levensmiddelen, zoals fruit en groenten, op een gemakkelijke, directe en comfortabele manier aan de consument aan te bieden, in porties van geschikte grootte.

De uitvinding omvat aldus houders voor levensmiddelen omvattende een eerste compartiment en een tweede compartiment, die van elkaar gescheiden zijn door een scheidingswand, waarbij

- het eerste/bovenste compartiment de scheidingswand als bodemvlak omvat en open of te openen is aan de zijde tegenover de scheidingswand, waarbij het eerste compartiment geschikt is voor het bevatten van een levensmiddel, waarbij het levensmiddel op de scheidingswand rust;

- het tweede/onderste compartiment een gesloten ruimte vormt, geschikt voor het bevatten van een afvalproduct van het levensmiddel; en

- de scheidingswand een opening bevat, die de toegang vormt tot het tweede compartiment en die geschikt is voor het deponeren van een afvalproduct van het levensmiddel in het tweede compartiment.

In bepaalde uitvoeringsvormen is de opening in de scheidingswand ook voorzien van een koker, die aan één of beide zijden van de scheidingswand uitsteekt. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de opening in de scheidingswand gevormd door een doorduwsysteem.

In bepaalde uitvoeringsvormen is de houder kegel-, of piramidevormig.

In bepaalde uitvoeringsvormen bevat het eerste/bovenste compartiment verder een reservoir geschikt voor het bevatten van een tweede levensmiddel, ingrediënt of smaakstof, zoals een saus, een dressing, een zoetstof of een kruid.

In bepaalde uitvoeringsvormen bestaat de houder uit een recycleerbaar of gerecycleerd, biodegradeerbaar en/of composteerbaar materiaal, dat geschikt is om in contact te komen met een levensmiddel.

In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het materiaal verder ten minste één beschermlaag die het materiaal bestand maakt tegen vloeistoffen, zoals vruchtensap, en/of tegen

BE2018/5355 koeling (antivries). In bepaalde uitvoeringsvormen van de houder kunnen ten minste de scheidingswand, het eerste/bovenste en het tweede/onderste compartiment geassembleerd worden uit één stuk materiaal.

In bepaalde uitvoeringsvormen bevat de houder verder ook een deksel om het eerste compartiment op een reversibele manier te sluiten.

In bepaalde uitvoeringsvormen bevat de houder een levensmiddel in het eerste/bovenste compartiment.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een vel van een recycleerbaar of gerecycleerd, biodegradeerbaar en/of composteerbaar materiaal bestaat, dat geschikt is om in contact te komen met een levensmiddel, omvattende een snij-, plooi- en lijmschema en/of andere aanduidingen voor de assemblage van een houder zoals hierboven en verder hierin beschreven.

In bepaalde uitvoeringsvormen bevat het vel materiaal ook bijkomende techniciteiten zoals extra flappen en/of lipjes en gleuven die de stabiliteit van de houder verhogen.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op het gebruik van de houder zoals hierboven en verder hierin beschreven voor het aanbieden van fruit en/of mini-groenten.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een methode voor het aanmaken van een houder zoals hierboven en verder hierin beschreven die er in bestaat een vel van een recycleerbaar en/of gerecycleerd, biodegradeerbaar en/of composteerbaar materiaal dat geschikt is om in contact te komen met een levensmiddel te voorzien van een snij-, plooien lijmschema en/of andere aanduidingen aan de hand waarvan de houder uit één stuk van het materiaal geassembleerd kan worden.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

FIGUUR 1 is een schematische voorstelling van verschillende uitvoeringsvormen van een houder (1) volgens onderhavige uitvinding, met een bovenste compartiment (2) en onderste compartiment (3) gescheiden door een bodem (4) waarbij een bijkomende zijwand (zoals bij voorbeeld in hoekige versie A en B) of een koker of cilinder (zoals bij voorbeeld in een ronde versie C en D) de toegang of opening (5) vormt tot het onderste compartiment (3).

FIGUUR 2 is een schematische voorstelling van verschillende uitvoeringsvormen van een houder volgens onderhavige uitvinding, die overeenkomen met deze zoals

BE2018/5355 weergegeven in Figuur 1, maar die verder een reservoir (zoals een kommetje of schaaltje) (6) bevatten voor een tweede levensmiddel, zoals suiker of saus.

FIGUUR 3 en 4 stellen een schematische voorstelling van de houders volgens Figuur 1 en 2 voor tijdens gebruik, waarbij het bovenste compartiment vruchten bevat.

FIGUUR 5 is een voorbeeld van een snij-, plooi- en lijmschema voor een houder volgens Figuur 1A met een spitse bodem opgebouwd uit één stuk materiaal. De afmetingen zijn uitgedrukt in millimeter. Legende: lipje (7); inkeping (8); bijkomend vlak ter versteviging (9); vlak van de zijwand (10).

FIGUUR 6 is een voorbeeld van een snij-, plooi- en lijmschema voor een houder volgens Figuur 1B met een vlakke bodem opgebouwd uit één stuk materiaal. De afmetingen zijn uitgedrukt in millimeter. De bijkomende flappen (11) kunnen omgeplooid worden naar beneden (in het onderste compartiment) en zorgen zo voor bijkomende steun van de scheidingswand. Volle lijnen geven de snijlijnen weer, gestreepte lijnen de vouwlijnen en stippellijnen de ritslijnen (die vouwen aangeven die in de andere richting geplooid worden dan de overige plooien).

Figuur 7 illustreert verschillende uitvoeringsvormen van de koker in de houders van Figuur 1A-E. Legende: scheidingswand (4); opening (5); koker (12); extra wand (13); zijwand van de houder (14); Figuur 7E en F tonen het bovenaanzicht van de scheidingswand van respectievelijk Figuur 1A-B en Figuur 1C-D.

Figuur 8 illustreert een alternatieve oplossing voor de opening (5) in de scheidingswand (4), nl een doorduwsysteem waarbij de afzonderlijke taartstukken omhoog of omlaag blijven staan na het induwen van de cirkel. Figuur 8A illustreert de houder met opening en Figuur 8B illustreert de scheidingswand in bovenaanzicht.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de”, “het” zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.

De termen “omvatten”, “omvat” zoals verder gebruikt, zijn synoniem met “inclusief', “includeren” of “bevatten, “bevat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of methode stappen niet uit. De termen “omvatten”, “omvat” zijn inclusief de term “bevatten”.

De opsomming van numeriek waarden aan hand van cijferbereiken omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten.

De term “ongeveer”, zoals gebruikt wanneer gerefereerd wordt naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en zo meer, is bedoeld variaties te omsluiten van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij

BE2018/5355 voorkeur +/-1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/-0,1% of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de waarde waarnaar de term “ongeveer” refereert op zich, ook werd bekend gemaakt.

Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen bekend gemaakt in de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt.

De onderhavige uitvinding betreft een houder voor verse levensmiddelen zoals fruit of (mini-)groenten, die het mogelijk maakt om de levensmiddelen en het afval van de levensmiddelen samen in één hand te vervoeren tijdens het nuttigen van de levensmiddelen waarbij het afval fysisch gescheiden wordt van de overblijvende levensmiddelen. Meer bepaald betreft het een houder omvattende een eerste compartiment en een tweede compartiment, die fysiek van elkaar gescheiden zijn door een scheidingswand, waarvan het eerste compartiment van de houder geschikt is voor het bevatten van een levensmiddel, in het bijzonder een vers levensmiddel, en waarvan in het tweede compartiment de afvalproducten uit het zicht kunnen worden gedeponeerd en opgeslagen.

Met de houder volgens onderhavige uitvinding kan vers fruit, dat zich in een eerste, bovenste compartiment bevindt, op een directe en gemakkelijke manier en in porties die in éénmaal genuttigd kunnen worden aan de consument aangeboden worden. Tegelijk vormt een tweede, onderste compartiment van de houder een voorziening om de afvalproducten in op te bergen, zodat de consument het afval op een comfortabele manier kan verwijderen, zonder dat de consument er verder rechtstreeks mee in aanraking moet komen en zonder dat het afval zichtbaar is. De scheidingswand vormt bovendien een fysieke scheiding tussen levensmiddel en het vaak plakkerige afval, zodat beiden niet met elkaar in aanraking komen. De houder volgens onderhavige uitvinding heeft het voordeel dat het een gemakkelijk draagbare houder is en bij een fysische verplaatsing meegenomen kan worden, waarbij de levensmiddelen toegankelijk blijven. De houder draagt er dan ook toe bij dat de consumptie van fruit en andere verse levensmiddelen, in het bijzonder onderweg of buiten een huiselijke omgeving bevorderd kan worden.

BE2018/5355

Een aspect van de onderhavige uitvinding betreft dus een houder voor levensmiddelen omvattende een eerste compartiment en een tweede compartiment, die van elkaar gescheiden zijn door een scheidingswand, waarbij

- het eerste compartiment de scheidingswand als bodemvlak omvat en open of te openen is aan de zijde tegenover de scheidingswand, waarbij het eerste compartiment geschikt is voor het bevatten van één of meerdere levensmiddelen, bij voorkeur één portie van het levensmiddel, waarbij het levensmiddel op de scheidingswand rust;

- het tweede compartiment een gesloten ruimte vormt, geschikt voor het bevatten van een afvalproduct van het levensmiddel; en

- de scheidingswand een opening bevat, die de toegang vormt tot het tweede compartiment, en die geschikt is voor het deponeren van een afvalproduct van het levensmiddel in het tweede compartiment.

Het eerste compartiment vormt een ruimte omgeven door een buitenwand en de scheidingswand, en is open of is te openen aan de zijde tegenover de scheidingswand (de bovenkant van de houder bij gebruik). In bepaalde uitvoeringsvormen is het eerste compartiment voorzien van een deksel of een ander middel om het eerste compartiment te sluiten en te openen. In andere uitvoeringsvormen is het bovenste compartiment open zodat er permanente toegang is tot het bovenste compartiment.

Bij het gebruik, bevat de houder, in gebruik, in het eerste, bovenste compartiment, een portie van het levensmiddel, vb vruchten die de consument in één maaltijd of snackmoment kan nuttigen. Bij het voorzien van een kleine portie in het eerste compartiment zijn alle vruchten of levensmiddelen goed zichtbaar waardoor de portiegrootte en kwaliteit gemakkelijk visueel kan vastgesteld worden. Een ideale portiegrootte zorgt er bovendien voor dat de vruchten of levensmiddelen niet beschadigd worden door contact met elkaar of geplet worden, en dat ze gemakkelijk vast te nemen zijn met de vingers.

De scheidingswand kan beschouwd worden als een valse bodem of plateau in de houder.

De scheidingswand omvat een opening die een doorgang vormt tussen het eerste (bovenste) en tweede (onderste) compartiment zodat bij het eten van het levensmiddel, zoals bij voorbeeld een vrucht zoals een aardbei of kers, de consument het afval (bv. de kelkblaadjes of pit, maar eventueel ook een onrijpe of rotte vrucht) onmiddellijk in het tweede (onderste) compartiment kan laten vallen, manueel of (in het geval van pitten bijvoorbeeld) via spuwen met de mond. De opening kan verschillende vormen hebben. In bepaalde uitvoeringsvormen is de dwarsdoorsnede van de opening een cirkel of halve cirkel of een driehoek. De opening kan op verschillende plaatsen in de scheidingswand worden aangebracht, zoals vb. eerder centraal of grenzend aan de buitenwand. De

BE2018/5355 afmeting van de opening kan toegespitst zijn op één bepaalde toepassing (soort vrucht of mini-groente), maar kan ook voldoende groot zijn om gebruikt te worden voor elke toepassing.

In een voorkeuruitvoeringsvorm van de houder volgens onderhavige uitvinding wordt de opening in de scheidingswand gevormd of begrensd door een open cilinder of koker. Deze cilinder of koker kan aan één of beide zijden van de scheidingswand uitsteken. Bij voorkeur steekt de koker of cilinder uit ten minste aan de bovenzijde in het eerste compartiment, wat belet dat de levensmiddelen de opening bedekken, of door de opening vallen. In een verdere uitvoeringsvorm steekt de koker ten minste voor 1 cm, bij voorkeur ten minste 2, 3, 4 cm of meer uit boven de scheidingswand in het eerste compartiment. Op deze manier is de opening naar het tweede compartiment altijd goed zichtbaar en is het risico dat deze bedekt wordt door de levensmiddelen in het eerste compartiment ook beperkt.

In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de koker boven de opening gedeeltelijk gevormd door de buitenwand van de houder. Bij een piramidevormige houder kan de koker gevormd worden door één vlak dat een hoek van de piramide en een deel van de twee aangrenzende zijden een koker vormt met een driehoekige doorsnede. In andere uitvoeringsvormen staat de koker los van de buitenwand in de scheidingswand.

In een andere voorkeuruitvoeringsvorm wordt de opening in de scheidingswand gevormd door een inkeping in de scheidingswand, waarbij de opening in de scheidingswand door de verkoper of consument gemaakt wordt vóór het vullen van de houder of vóór het consumeren van het levensmiddel door druk van de vingers of van een kokertje op de inkeping. In bepaalde uitvoeringsvormen is de “opening” bij de aanmaak en vóór het in gebruik nemen dus enkel zichtbaar in de vorm van een snij-patroon (zoals bijvoorbeeld in Figuur 1E). De opening in de scheidingswand kan voorzien zijn van een hersluitbaar sluitingsmiddel, zoals een klepje of tong.

Afhankelijk van de opstelling van de houder, kan de scheidingswand een integraal deel zijn van de houder (of een compartiment van de houder), of apart in de houder geplaatst worden. In bepaalde uitvoeringsvormen kan het voordelig zijn om de scheidingswand als aparte component in de houder te voorzien, zodat deze ook gemakkelijk verwijderbaar is na gebruik. In de voorkeuruitvoeringsvorm zijn de zijwanden en de scheidingswand van de houder met elkaar verbonden en eventueel uit éénzelfde stuk materiaal vervaardigd. In bepaalde uitvoeringsvormen van de houder wordt de scheidingswand geheel of gedeeltelijk gedragen door de buitenwand, zoals wanneer de structuur van de buitenwand conisch of piramidaal is, en de scheidingswand een vorm heeft die

BE2018/5355 overeenkomt met de doorsnede van de kegel of piramide. In verdere uitvoeringsvormen heeft de scheidingswand een oppervlakte die groter is dan de doorsnede van de houder op een bepaalde hoogte van de houder, en past deze in een gleuf in de houder. In bepaalde uitvoeringsvormen kan het voordelig zijn om de aparte scheidingswand toch al dan niet vast - te verbinden met de buitenwand. De scheidingswand kan op verschillende manieren verbonden worden met de buitenwand, zoals via lijmen, via het voorzien van lipjes aan de scheidingswand die passen in bijpassende gaatjes in de buitenwand (zie verder hieronder).

In bepaalde uitvoeringsvormen is de houder opgemaakt uit twee delen, die het bovenste (eerste) en het onderste (tweede) deel van de houder uitmaken en is de scheidingswand een integraal onderdeel van het deel dat het bovenste en/of het onderste compartiment uitmaakt. Het zal duidelijk zijn dat het bovenste en onderste compartiment op verschillende manieren aan elkaar vastgemaakt kunnen worden, opdat de scheidingswand effectief het bovenste compartiment van het onderste kan scheiden en de opening in de scheidingswand de toegang kan voorzien tot het onderste compartiment.

Het tweede, onderste compartiment van de houder volgens de onderhavige uitvinding vormt een gesloten ruimte omgeven door een buitenwand en de scheidingswand, waarbij de opening of doorgang in de scheidingswand bij voorkeur de enige toegang vormt tot het tweede, onderste compartiment, zodat er geen afval vrij kan komen tijdens het gebruik van de houder. In bepaalde uitvoeringsvormen is het tweede compartiment gemiddeld kleiner in diameter dan het eerste compartiment. Bijvoorbeeld, wanneer de houder piramidaal of conisch van vorm is, is de gemiddelde diameter van het bovenste compartiment groter dan deze van het onderste compartiment. In deze uitvoeringsvorm kunnen bij gebruik de levensmiddelen toch verspreid gepresenteerd worden terwijl de houder vastgehouden kan worden ter hoogte van het tweede, smallere, compartiment, wat het vasthouden kan vergemakkelijken.

In een specifieke voorkeuruitvoeringsvorm omvat de houder volgens onderhavige uitvinding bovendien een reservoir in het eerste compartiment, bij voorkeur geplaatst op of in de scheidingswand, waarbij het reservoir geschikt is voor het bevatten van een tweede levensmiddel, ingrediënt of smaakstof, zoals een saus, een dressing, een zoetstof of een kruid. In bepaalde uitvoeringsvormen neemt het reservoir minder dan één derde, bij voorkeur minder dan één vierde van de totale oppervlakte van de scheidingswand in beslag. In bepaalde uitvoeringsvormen is het reservoir ook voorzien

BE2018/5355 van een zijwand, die uitsteekt boven het oppervlakte van de scheidingswand tot minstens 0.5, 1, 1.5, 2 of meer cm. Een reservoir met een hogere zijwand vermijdt dat de levensmiddelen onopzettelijk in het reservoir terecht komen.

De houder volgens onderhavige uitvinding kan in verschillende vormen en groottes uitgevoerd worden. Bij voorkeur heeft de houder een geschikte afmeting voor zowel volwassenen als kinderen en/of past het in een standaardhouder voor drankblikjes, zoals bijvoorbeeld aangebracht in een voertuig. De houder zelf kan verschillende vormen aannemen maar is bij voorkeur langgerekt, d.w.z. heeft een hoogte die groter is dan de diameter of doorsnede. De houder kan kegel-, piramide-, cilinder-, prisma-, balk- of kubusvormig zijn. In een voorkeuruitvoeringsvorm heeft de houder een spitse bodem of onderkant, meer bij voorkeur is de houder kegel- of piramidevormig, zoals een frietzak of (ijs)hoorn. Deze uitvoeringsvorm is uitermate geschikt om het levensmiddel onderweg te consumeren. In een andere voorkeuruitvoeringsvorm heeft de houder een afgeplatte bodem en vormt de houder een cilinder-, prisma-, balk-, kubus, of afgeplatte kegel/piramidevormig doosje dat zelfstandig op een vlakke ondergrond kan staan. Deze vormen laten toe om een scheidingswand te voorzien die tenminste gedeeltelijk rust op de zijwanden. Eventueel kan de houder opgebouwd zijn uit twee cilindervormige delen of andere vormen van verschillende grootte, die op elkaar geplaatst worden (de grootste bovenaan).

In bepaalde voorkeuruitvoeringsvormen is de houder echter opgemaakt uit één integraal stuk materiaal, waarbij de indeling in bovenste en onderste compartiment verkregen wordt door een vouwpatroon waarbij eventueel ook delen verlijmd worden of door andere kenmerken worden vastgezet. Dit heeft het voordeel dat de houder efficiënt gemaakt en vervoerd kan worden (zie hieronder).

De afmetingen van de houder volgens de onderhavige uitvinding zijn niet kritisch. In bepaalde uitvoeringsvormen is de hoogte van de houder tussen 5 en 50 cm. In meer bepaalde uitvoeringsvormen is de hoogte tussen 7 en 40 cm. In bepaalde uitvoeringsvormen is de vorm van de houder een kegel of piramide en is de hoogte tussen 20 en 40cm, zoals bijvoorbeeld ongeveer 27.5cm. In andere uitvoeringsvormen heeft de houder de vorm van een piramide of kegel zonder punt (afgeplatte versie) en is de hoogte tussen 6 en 10 cm, zoals bijvoorbeeld 8.5 cm). In bepaalde uitvoeringsvormen heeft de oppervlakte van de kegel of piramide op het hoogste punt waarbij een horizontale doorsnede nog alle buitenwanden raakt een maximale diameter tussen 8 en 15 cm. In bepaalde uitvoeringen heeft de oppervlakte van de scheidingswand een

BE2018/5355 maximale diameter van 4.5 tot 8 cm, bij voorkeur tussen 5.5 en 6.5 cm. In bepaalde uitvoeringsvormen heeft de opening op haar breedste punt een diameter van 1 tot 4 cm, zoals bijvoorbeeld 3 cm.

In bepaalde voorkeuruitvoeringsvormen bestaat de houder volgens onderhavige uitvinding uit een recycleerbaar en/of gerecycleerd, biodegradeerbaar en/of composteerbaar materiaal, dat geschikt is om in contact te komen met een levensmiddel, zoals een cellulosehoudend materiaal, in het bijzonder karton of papier. Bij voorkeur bevat dit materiaal een beschermlaag die het materiaal bestand maakt tegen vloeistoffen, zoals vruchtensap. Bij voorbeeld bestaat de houder uit karton dat bestand is tegen koeling (inclusief koeling op lage temperaturen, zoals door antivries) en vetten (inclusief water of sap van vers gewassen vruchten).

In bepaalde uitvoeringsvormen is de houder volgens onderhavige uitvinding een opvouwbare container, die bij voorkeur geassembleerd is uit één vel van een recycleerbaar en/of gerecycleerd, biodegradeerbaar en/of composteerbaar materiaal, dat geschikt is, of gemaakt kan worden, om in contact te komen met een levensmiddel. De houder wordt bijvoorbeeld ontworpen als een vouwbaar product uit vouwkarton, wat plaats bespaart bij het stockeren en bovendien eenvoudig kan worden geassembleerd. Bij voorkeur bevat de houder geen lijm- of kleefstof om de verschillende onderdelen, zoals buitenwand, scheidingswand en opening, met elkaar te verbinden. In andere uitvoeringsvormen zijn er wel kleefwanden en/of onderdelen voorzien die vastgekleefd kunnen worden. Wanneer de houder voorzien is van een deksel, kan dit uit hetzelfde materiaal gemaakt zijn of uit afbreekbaar bioplastic.

Een bijkomend aspect van de onderhavige uitvinding betreft dus een vel vouwbaar materiaal, dat geschikt is om in contact te komen met een levensmiddel, omvattende snij- en plooilijnen en eventueel een lijmschema en/of andere aanduidingen voor de assemblage van een houder volgens onderhavige uitvinding. In bepaalde uitvoeringsvormen is het materiaal een recycleerbaar en/of gerecycleerd, biodegradeerbaar en/of composteerbaar materiaal. In verdere uitvoeringen is het materiaal een karton voorzien van een beschermlaag die het materiaal bestand maakt tegen vloeistoffen, zoals vruchtensap. Bij voorkeur kan de houder opgebouwd worden uit één integraal stuk dat uitgesneden wordt uit het vel via de snijlijnen en dat door plooien en eventueel lijmen geassembleerd kan worden tot een houder volgens de huidige uitvinding. De uitvinding betreft dus eveneens een op maat gesneden stuk materiaal dat

BE2018/5355 door plooien en eventueel lijmen geassembleerd kan worden tot een houder volgens de onderhavige uitvinding, en dat in bepaalde uitvoeringsvormen, voorzien kan zijn van plooilijnen en eventueel een lijmschema. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat dit stuk materiaal de zijwanden (en waar van toepassing de onderste wand) van de houder, de scheidingswand en de opening of een doorduwsysteem. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat dit stuk materiaal ook de koker rond de opening. In andere uitvoeringsvormen wordt de koker apart voorzien en in de geassembleerde houder aangebracht. In bepaalde verdere uitvoeringen zijn in het stuk materiaal ook verdere technische delen geïntegreerd die de stabiliteit van de houder verhogen zoals lijmstukken, flappen of vakken en/of uitsparingen en overeenkomstige lipjes. In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de stabiliteit van de buitenwand van de houder verzekerd door één of meerdere lijmvlakken. Bijkomstig of als alternatief kunnen één of meerdere uitsparingen en overeenkomstige lipjes voorzien zijn, waarbij het insteken van de lipjes in de overeenkomstige uitsparingen de structuur verstevigen. In een bepaalde uitvoeringsvorm zijn één of meerdere van dergelijke uitsparingen/lipjes voorzien ter ondersteuning van de scheidingswand. Tenslotte kunnen bovendien of als alternatief ook bijkomende flappen voorzien worden die al dan niet vastgelijmd kunnen worden om de scheidingswand te ondersteunen. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het stuk materiaal ook een afdekking voor het bovenste compartiment en/of een structuur die kan gebruikt worden als plateau of schaaltje. In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de afdekking voor het bovenste compartiment en/of een plateau of schaaltje afzonderlijk aan te brengen op de houder.

De uitvinding heeft dus ook betrekking op een methode voor de productie van de houders volgends de huidige uitvinding. Meer bepaald zoals hierboven beschreven wordt voorzien dat in een voorkeuruitvoeringsvorm de houder hoofdzakelijk of volledig vervaardigd wordt uit één stuk materiaal, waarbij aan de hand van snij- en plooilijnen en eventueel een lijmschema en/of andere aanduidingen de houder geassembleerd kan worden. Aldus voorziet de huidige uitvinding methoden voor de productie van een vel materiaal waaruit een houder volgens de huidige uitvinding kan geassembleerd worden, waarbij het vel materiaal voorzien wordt van een schema van de samenstellende onderdelen van de houder die verbonden zijn in één geheel en voorzien zijn met snij- en plooilijnen en eventueel een lijmschema. Aldus omvat in bepaalde uitvoeringsvormen de productiemethode voor de houder het voorzien op een vel materiaal van een schema voor de houder volgens de huidige uitvinding, waarbij het schema de nodige snij- en plooilijnen, lijmvlakken en/of andere aanduidingen bevat die de assemblage van een

BE2018/5355 houder volgens de huidige uitvinding uit één stuk materiaal mogelijk maken. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de productiemethode ook het snijden van het schema volgens de aangegeven snijlijnen. In verdere uitvoeringsvormen omvat de productiemethode ook het vouwen en lijmen volgens de aangegeven vouwlijnen en lijmvlakken. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de methode een methode voor de productie van een houder met een bovenste en een onderste compartiment, een scheidingswand en een opening die toegang geeft tot het onderste compartiment. In verdere uitvoeringen omvat de houder ook een koker die uitsteekt boven de opening.

De uitvinding heeft ook betrekking op de houders volgens de huidige uitvinding die specifiek voorzien zijn voor een bepaald gebruik en op het gebruik van de houders volgens de huidige uitvinding. Bij een bepaalde uitvoeringsvorm wordt de houder voorzien om een portie van één of meerdere levensmiddelen, zoals fruit of minigroenten, aan te bieden aan een consument. In een voorkeuruitvoeringsvorm bevat de houder volgens onderhavige uitvinding dus een portie van een levensmiddel in het eerste/bovenste compartiment. De portie van het levensmiddel kan hiermee aangeboden worden aan de consument, op verschillende locaties, in het bijzonder op plaatsen waar mensen te voet rondlopen, zoals in winkelstraten of -centra, op festivals en evenementen, op stadspleinen, markten, speeltuinen, stations, luchthavens, enz, evenals ook op locaties waar andere soorten voeding wordt verkocht, zoals in bioscopen, tankstations, krantenwinkels, nachtwinkels, supermarkten, enz. In het bijzonder is de houder volgens onderhavige uitvinding aangepast om een portie van ongeveer 50 tot 200g van een levensmiddel te bevatten, zoals vb 150g voor de meeste vruchten (aardbeien en kersen).

De levensmiddelen die bij voorkeur beoogd worden in de onderhavige aanvraag zijn vers fruit, noten of (mini-)groenten, waarvan in het bijzonder de individuele exemplaren of delen ervan gemakkelijk en in één hap geconsumeerd kunnen worden, zoals aardbeien, houtig kleinfruit (bramen en verschillende bessen), steenfruit (zoete kers), druiven, snoeptomaatjes, ...

Een voordeel van de onderhavige uitvinding is dat de steeltjes en kroontjes niet van het fruit dienen verwijderd te worden vooraleer het fruit in de houder wordt voorzien. Op deze manier blijven de vruchten langer vers. De houder volgens onderhavige uitvinding is ook uitermate geschikt om de kleinere exemplaren van de vruchten, zoals aardbeien, aan te bieden, die bovendien gemakkelijker consumeerbaar zijn.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het levensmiddel een portie gesneden fruit, zoals van een fruitvariëteit met beperkte of tragere bruinkleuring of waarbij het gesneden fruit

BE2018/5355 behandeld werd om de bruinverkleuring tegen te gaan, vb. door het overgieten met citroensap of andere antioxidantia.

Om de eigenschappen, voordelen en bijzonderheden van de huidige uitvinding verder te verduidelijken wordt hieronder een voorkeuruitvoeringsvorm nader uiteengezet met verwijzing naar de bijgesloten Figuren 1 tot 6. Het zal duidelijk zijn voor de vakman dat dergelijke uiteenzetting geenszins als een beperking geïnterpreteerd moet worden van de draagwijdte van de uitvinding als zodanig, en in het bijzonder als uitgedrukt in de hiernavolgende conclusies.

Voorbeelden

Figuur 1 en 3 tonen een uitvoeringsvorm van een piramide- (A en B) en kegelvormige (C en D) houder (1), waarin fruit, zoals kersen, in een eerste, bovenste compartiment (2) kunnen worden geplaatst. Dit bovenste compartiment (2) is van het onderste compartiment (3) gescheiden door middel van een scheidingswand (4). Het afval van het fruit kan via een opening (5), in het tweede, onderste, gesloten compartiment (3) worden gedeponeerd. Figuur 1 toont een lege houder en Figuur 3 toont de uitvoeringsvorm waarbij fruit (kersen) aangebracht zijn in het bovenste compartiment.

Figuur 2 en Figuur 4 tonen een variant van een piramide- (A en B) en kegelvormige (C en D) houder van Figuur 1 en 2. De houder (1) omvat een eerste bovenste compartiment (2), waarin fruit kan worden geplaatst. Dit bovenste compartiment (2) is van het onderste compartiment (3) gescheiden door middel van een scheidingswand (4). Het afval van dit fruit kan via een opening (5), in het tweede, onderste, gesloten compartiment (3) worden gedeponeerd. Verder bevat de houder een klein reservoir (6), vb. een kommetje voor suiker of saus/coulis als extra smaakstof bij het consumeren van het fruit, vb. kristalsuiker bij aardbeien. Figuur 3 toont een lege houder en Figuur 4 toont de uitvoeringsvorm waarbij fruit (aardbeien) aangebracht zijn in het bovenste compartiment.

Figuur 5 toont een voorbeeld van een snij- vouw- en lijmschema voor het vervaardigen van een houder met spitse bodem volgens de huidige uitvoering uit één stuk materiaal. Het schema voorziet de zijwand (14), de scheidingswand (4) en de extra wand (13) voor het vormen van de koker. Het schema voorziet bovendien twee techniciteiten die de stevigheid verhogen. Enerzijds is er aan de scheidingswand een uitsparing/lipje (7) voorzien dat in het gleufje (8) klikt bij assemblage van de houder. Anderzijds wordt een

BE2018/5355 extra vlak in de vorm van een driehoek (9) geplooid zodat het tegen vlak 10 steunt op de juiste hoogte zodat 7 past in 8.

Figuur 6 toont een voorbeeld van een snij- vouw- en lijmschema voor het vervaardigen van een houder met afgevlakte bodem volgens de huidige uitvoering uit één stuk materiaal. Het schema voorziet de zijwand (14), de scheidingswand (4) en de extra wand (13) voor het vormen van een koker. Het schema voorziet bovendien een techniciteit die de stevigheid verhoogt, nl twee extra vlakken/delen/flapjes (11) worden naar onder geplooid om de scheidingswand (4) te ondersteunen. Volle lijnen geven de snijlijnen weer, gestreepte lijnen de vouwlijnen en de stippellijn een ritslijn (die een vouw aangeeft die in de andere richting geplooid wordt dan de overige plooien).

Figuur 7 geeft meer duiding bij de uitvoeringsvormen afgebeeld in Figuren 1 en 2, waarbij de opening is voorzien van een koker (12). In Figuren 1 (A en B) en 2 (A en B) wordt de koker (12) gevormd door een bijkomende wand (13) en delen van de zijwand (14) van de houder. In deze uitvoeringsvorm (A en B) is de bijkomende wand 13 een deel dat vasthangt aan de scheidingswand en omhoog gevouwen wordt tegen de zijwand van de houder. De doorsnede van de koker is driehoekig zoals weergegeven in Figuur 7E. In Figuren 1 (C en D) en 2 (C en D) is de koker (12) gevormd door een apart wand die losstaat van de zijwand van de houder. De doorsnede van de koker is rond zoals weergegeven in Figuur 7 F.

Figuur 8 geeft een voorbeeld van een houder volgens de huidige uitvinding waarbij de opening een doorduwsysteem is. Figuur 8 B geeft een weergave van de scheidingswand (4) in bovenaanzicht.

Claims

BE2018/5355 CONCLUSIES

1. Een houder voor levensmiddelen omvattende een eerste compartiment en een tweede compartiment, die van elkaar gescheiden zijn door een scheidingswand, waarbij - het eerste compartiment de scheidingswand als bodemvlak omvat en open of te openen is aan de zijde tegenover de scheidingswand, waarbij het eerste compartiment geschikt is voor het bevatten van een levensmiddel, waarbij het levensmiddel op de scheidingswand rust;

- het tweede compartiment een gesloten ruimte vormt, geschikt voor het bevatten van een afvalproduct van het levensmiddel;

- de scheidingswand een opening bevat, die de toegang vormt tot het tweede compartiment en die geschikt is voor het deponeren van een afvalproduct van het levensmiddel in het tweede compartiment; en

- waarbij de scheidingswand, het bovenste en het onderste compartiment geassembleerd kunnen worden uit één stuk materiaal.
2.De houder volgens conclusie 1, waarin de opening in de scheidingswand ook voorzien is van een koker, die aan één of beide zijden van de scheidingswand uitsteekt.
3. De houder volgens conclusie 1 of 2, waarin de opening in de scheidingswand gevormd wordt door een doorduwsysteem.
4. De houder volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de houder kegel-, of piramidevormig is.
5. De houder volgens één der voorgaande conclusies, waarin het eerste compartiment verder een reservoir bevat, geschikt voor het bevatten van een tweede levensmiddel, ingrediënt of smaakstof, zoals een saus, een dressing, een zoetstof of een kruid.
6. De houder volgens één der voorgaande conclusies waarbij de houder uit een recycleerbaar of gerecycleerd, biodegradeerbaar en/of composteerbaar materiaal bestaat, dat geschikt is om in contact te komen met een levensmiddel.
7. De houder volgens één der voorgaande conclusies waarin het materiaal verder ten minste één beschermlaag omvat die het materiaal bestand maakt tegen vloeistoffen, zoals vruchtensap en/of tegen koeling.

BE2018/5355
8.De houder volgens één der voorgaande conclusies verder bevattende een deksel om het eerste compartiment op een reversibele manier te sluiten.
9. De houder volgens één der voorgaande conclusies verder bevattende een levensmiddel in het eerste compartiment.
10. Een vel van een recycleerbaar of gerecycleerd, biodegradeerbaar en/of composteerbaar materiaal bestaat, dat geschikt is om in contact te komen met een levensmiddel, omvattende een snij-, plooi- en lijmschema en/of andere aanduidingen voor de assemblage van een houder volgens één der conclusies 1 tot 9.
11. Het vel van conclusie 10, waarin ook bijkomende techniciteiten zijn voorzien zoals extra flappen en/of lipjes en gleuven die de stabiliteit van de houder verhogen.
12. Het gebruik van de houder volgens één der conclusies 1 tot en met 9 voor het aanbieden van fruit en/of mini-groenten.
13. Een methode voor het aanmaken van een houder volgens conclusies 1 tot en met 9 die er in bestaat een vel van een recycleerbaar en/of gerecycleerd, biodegradeerbaar en/of composteerbaar materiaal dat geschikt is om in contact te komen met een levensmiddel te voorzien van een snij-, plooi- en lijmschema en/of andere aanduidingen aan de hand waarvan de houder uit één stuk van het materiaal geassembleerd kan worden.