BE1024793B1 - Meerlagig weefselmateriaal geschikt voor het vervaardigen van beschermkledij voor lassers - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft een meerlagig weefselmateriaal geschikt voor de productie van beschermkledij voor lassers, omvattende een buitenzijde gevormd uit polyester (PES) ketting – en PES inslagdraden en een binnenzijde gevormd uit ketting- en inslagdraden, waarbij de kettingdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van polyamide-imide en Modacryl vezels en de inslagdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van vlamvertragende cellulose vezels, para-aramide vezels en Polyamide vezels. Het weefselmateriaal overeenkomstig de uitvinding voldoet aan de norm ISO 11611 klasse II voor zowel lasspatten als stralingswarmte.

Description

Voorrangsdatum :

Internationale classificatie : D03D 15/12, A41D 31/00, D03D 11/00 Aanvraagnummer : BE2017/5332

Indieningsdatum : 09/05/2017

Houder :

UTEXBEL NV 9600, RONSE België

Uitvinder :

GRIBOMONT Henri 9600 RONSE België

FEYS Stefan 9600 RONSE België

MEERLAGIG WEEFSELMATERIAAL GESCHIKT VOOR HET VERVAARDIGEN VAN BESCHERMKLEDIJ VOOR LASSERS

Deze uitvinding betreft een meerlagig weefselmateriaal geschikt voor de productie van beschermkledij voor lassers, omvattende een buitenzijde gevormd uit polyester (PES) ketting - en PES inslagdraden en een binnenzijde gevormd uit ketting- en inslagdraden, waarbij de kettingdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van polyamide-imide en Modacryl vezels en de inslagdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van vlamvertragende cellulose vezels, paraaramide vezels en Polyamide vezels. Het weefselmateriaal overeenkomstig de uitvinding voldoet aan de norm ISO 11611 klasse II voor zowel lasspatten als stralingswarmte.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024793 Nummer van indiening: BE2017/5332

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: D03D 15/12 A41D 31/00 D03D 11/00 Datum van verlening: 28/06/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 09/05/2017.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

UTEXBEL NV, C. Snoecklaan 30, 9600 RONSE België;

vertegenwoordigd door

CHIELENS Kristof, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

OSTYN Frans, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

HOSTENS Veerle, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

CARDOEN Annelies, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: MEERLAGIG

WEEFSELMATERIAAL GESCHIKT VOOR HET VERVAARDIGEN VAN BESCHERMKLEDIJ VOOR

LASSERS.

UITVINDER(S):

GRIBOMONT Henri, C. Snoecklaan 30, 9600, RONSE;

FEYS Stefan, C. Snoecklaan 30, 9600, RONSE;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag :

Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 28/06/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2017/5332

MEERLAGIG WEEFSELMATERIAAL GESCHIKT VOOR HET

VERVAARDIGEN VAN BESCHERMKLEDIJ VOOR LASSERS

Deze uitvinding betreft een meerlagig weefselmateriaal geschikt voor de productie van beschermkledij voor lassers, omvattende een buitenzijde gevormd uit polyester (PES) ketting - en PES inslagdraden en een binnenzijde gevormd uit ketting- en inslagdraden. De uitvinding betreft in het bijzonder een meerlagig weefselmateriaal geschikt voor de productie van beschermkledij voor spoorwegarbeiders, in het bijzonders lassers die werken aan het spoor en die voldoet aan de norm ISO 11611 klasse II voor zowel lasspatten als stralingswarmte.

Gezien de zichtbaarheid van spoorwegarbeiders uiterst belangrijk is, heeft het weefselmateriaal overeenkomstig te uitvinding bij voorkeur een fluorescerende oranje of fluorescerende rode kleur overeenkomstig de norm ISO 20471.

Deze uitvinding betreft meer in het bijzonder een meerlagig weefselmateriaal geschikt voor de productie van beschermkledij te verschaffen, waarvan het totale gewicht gelegen is tussen 230 g/m² en 450 g/m².

Om lassers te beschermen tegen o.a. lasspatten en stralingswarmte tijdens het uitvoeren van laswerkzaamheden dragen ze spéciale beschermkledij. Traditioneel droegen lassers een lederen voorschoot die het lichaam en kledij beschermen. Gezien dergelijke voorschoten niet echt comfortabel zitten, een beperkte zichtbaarheid vertonen en omslachtig in gebruikt, wordt meer en meer geopteerd voor beschermkledij vervaardigd uit een textielmateriaal dat 65 à 100 % katoen omvat. Voor de brandwerendheid wordt de voorkeur gegeven het gehalte katoen zo hoog mogelijk te houden, aangezien katoen voor nagenoeg 100% cellulose bevat, zodat lasspatten (gesmolten ijzer) niet zullen blijven kleven aan cellulose eens het gecarboniseerd (door contact met het gesmolten ijzer) is. Terwijl lasspatten wel aan kunststofvezels zoals aramides, PES, PA, ... blijven kleven waardoor de kledij op die

BE2017/5332 plaatsen waar kunststofvezels aanwezig is plaatselijk sterk kan opwarmen en brandwonden kunnen veroorzaken.

Katoen heeft echter het nadeel dat het kan niet gekleurd kan worden in de fluorescerende kleuren oranje en rood. Daarom wordt veelal Polyester toegepast omdat PES wel fluorescerend rood of oranje kan uitgevoerd worden. Echter PES heeft dan weer het nadeel dat het zal smelten en ontbranden, en eventueel brandwonden zal veroorzaken aan de drager, bij contact met lasspatten.

Deze uitvinding heeft daarom tot doel een meerlagig weefselmateriaal geschikt voor de productie van beschermkledij voor lassers te vervaardigen, die voldoet aan de norm ISO 11611 klasse II, comfortabel is om te dragen en die voldoende zichtbaar kan uitgevoerd worden, bij voorkeur in het fluorescerend oranje of rood overeenkomstig de norm ISO 20471.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een meerlagig weefselmateriaal geschikt voor de productie van beschermkledij voor lassers, omvattende een buitenzijde gevormd uit polyester (PES) ketting - en PES inslagdraden en een binnenzijde gevormd uit ketting- en inslagdraden, waarbij de kettingdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van polyamide-imide en Modacryl vezels en de inslagdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van vlamvertragende cellulose vezels, para-aramide vezels en Polyamide vezels. Doordat de buitenzijde uit polyester is gemaakt kan deze makkelijk ingekleurd worden. Omdat achteraf (eens het weefselmateriaal is vervaardigd) verven niet aangewezen is omdat hierbij hoge temperaturen vereist zijn die de andere vezels van het weefselmateriaal kunnen aantasten is de buitenzijde van het weefselmateriaal voigens deze uitvinding in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm daarom gevormd uit vooraf (met name reeds vôôr het weven) ingekleurde PES ketting- en inslagdraden. Deze kunnen in de massa ingekleurd worden of de draden worden zelf

BE2017/5332 op bobijn gekleurd. De verbinding tussen buiten- en binnenzijde gebeurt ook met (ingekleurde) PES draden.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het weefselmaterateriaal volgens de uitvinding is de buitenzijde fluorescerend oranje of fluorescerend rood volgens de norm EN ISO 20471 gekleurd.

Bij het weefselmateriaal overeenkomstig de uitvinding is binnenzijde gevormd uit ketting- en inslagdraden, waarbij de kettingdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van polyamide-imide en Modacryl vezels, bij voorkeur in een verhouding 60/40 en de inslagdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van vlamvertragende cellulose vezels, para-aramide vezels en Polyamide vezels, bij voorkeur in een verhouding 75/15/10. De binnenzijde is op deze manier uitgevoerd om het weefselmateriaal de nodige brandwerendheid te geven. Hierbij zorgen de Modacryl vezels voor de brandwerendheid. De vlamvertragende cellulose vezels, bij voorkeur van het type Lenzing FR ® , die aanwezig zijn in de inslagdraden, zal de brandwerendheid van de Modacryl vezels verder verhogen. De genoemde cellulose vezels zullen ook de LOI van het weefselmateriaal laten stijgen. De gebruikte vlamvertragende vezels hebben bovendien een hoog vochtopnemend vermögen waardoor tevens het comfort van het weefselmateriaal zal verhogen.

Ook de toevoeging van een minimale hoeveelheid, bij voorkeur 5 à 10 %, Polyamide verhoogt de brandwerendheid van het Modacryl. Polyamide heeft echter het nadeel dat het zorgt voor een extra hitte krimp. De octrooihouder kwam echter verrassenderwijs tot de vaststelling dat deze krimp vermeden kon worden door de Polyamide (PA) niet in dezelfde garens te stoppen als deze waarin Modacryl in verwerkt zit, en tevens para-aramide vezels toe te voegen aan de garens waarin de PA zit om de hittekrimp te neutraliseren.

BE2017/5332

De polyamide-imide (kermel®) vezels zullen samen met de para-aramide zorgen voor het behoud van een rooster na blootstelling aan een vlam.

Het weefselmateriaal voigens deze uitvinding heeft in het bijzonder een gewicht gelegen is tussen 230 g/m² en 450 g/m², bij voorkeur zal er een doek geproduceerd worden van 260 g/m² en van 350 g/m². Meer in het bijzonder is het gewicht van de buitenzijde (laag) maximaal 100 g/m².

Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het weefselmateriaal voigens de uitvinding is de afstand tussen de bindingsmunten van de buiten- en binnenzijde gelegen tussen 2 en 5 mm. Dankzij deze afstand is er een luchtlaag aanwezig tussen de buiten- en binnenzijde. De binnenzijde (laag) van het doek en de luchtlaag tussen binnen- en buitenzijde (laag) zorgt ervoor dat de drager van de beschermkledij vervaardigd uit betreffend materiaal toch voldoende beschermd is tegen de grote hitte afkomstig van metaalspatten die blijven kleven tegen de buitenzijde.

Bij het weefselmateriaal voigens de uitvinding zullen de inslagdraden van de binnenzijde verder antistatische filamentgaren uit koolstof omvatten. Hierdoor is het doek ook conform de norm EN 1149/5.

In het weefselmateriaal (doek) overeenkomstig de uitvinding zitten zowel filamenten, kortstapelige garens en langstapelige garens. Een deel van de vezels, bij voorkeur de para-aramide vezels, zijn gekraakte vezels. Dergelijke gekraakte vezels zijn minder elastisch, fijner en sterker.

Het weefselmateriaal overeenkomstig deze uitvinding is een dubbel geweven (twee laags structuur) doek waarbij de buiten- en binnenzijde samengesteld is uit kettingen inslagdraden zoals hierboven omschreven. Het is evident dat de hierboven beschreven samenstelling van de ketting- en inslagdraden kan omgekeerd worden.. Eénmaal geweven wordt het doek nog afgewerkt met een fluorcarbon (C6technologie) ten einde conform te worden aan de norm EN 13034 (bescherming

2017/5332

BE2017/5332 tegen vloeibare chemicaliën). Tot slot wordt het doek gesanforiseerd ten einde de kettingkrimp onder de -3% (na 5x industrieel wassen voigens EN 15797) te krijgen. Na testen is gebleken dat het weefselmateriaal overeenkomstig deze uitvinding voldoet aan de norm ISO 11611 klasse II voor zowel lasspatten als stralingswarmte.

BE2017/5332

Claims (9)

1. CONCLUSIES

   1. Een meerlagig weefselmateriaal geschikt voor de productie van beschermkledij voor lassers, omvattende een buitenzijde gevormd uit polyester (PES) ketting en PES inslagdraden en een binnenzijde gevormd uit ketting- en inslagdraden, met het kenmerk dat de kettingdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van polyamide-imide en Modacryl vezels en de inslagdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van vlamvertragende cellulose vezels, para-aramide vezels en Polyamide vezels.
2. 2. Meerlagig weefselmateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de kettingdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van polyamide-imide en Modacryl vezels in een verhouding 60/40.
3. 3. Meerlagig weefselmateriaal volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de inslagdraden van de binnenzijde gesponnen vezels omvatten gevormd uit een mengsel van vlamvertragende cellulose vezels, para-aramide vezels en Polyamide vezels in een verhouding 75/15/10.
4. 4. Meerlagig weefselmateriaal volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het gewicht van het weefselmateriaal gelegen is tussen 230 g/m² en 450 g/m².
5. 5. Meerlagig weefselmateriaal volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de buitenzijde gevormd is uit vooraf ingekleurde PES ketting- en inslagdraden.

   2017/5332

   BE2017/5332
6. 6. Meerlagig weefselmateriaal volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de buitenzijde fluorescerend oranje of fluorescerend rood volgens de norm EN ISO 20471 gekleurd is.

   5
7. 7. Meerlagig weefselmateriaal volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de afstand tussen de bindingspunten van de buiten- en binnenzijde gelegen is tussen 2 en 5 mm.
8. 8. Meerlagig weefselmateriaal volgens één van de voorgaande conclusies, met het

   10 kenmerk dat de para-aramide vezels gekraakte of gesneden vezels zijn.
9. 9. Meerlagig weefselmateriaal volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inslagdraden van de binnenzijde verder antistatische filamentgaren uit koolstof omvatten.

   2017/5332

   BE2017/5332