BE1024717B1 - Filtereenheid met verbeterde vezelvanger - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft enerzijds een filtereenheid (1) voorzien voor het filteren van met stof verontreinigde lucht afkomstig van de bastvezelverwerkende nijverheid, omvattende een behuizing (2) met een inlaatopening (3) voor met stof verontreinigde lucht en een uitlaatopening (4) voor gefilterde lucht, waarbij de behuizing (2) voorzien is van een aantal filterelementen (5) voor het uitfilteren van het stof uit de via de inlaatopening (3) toegevoerde lucht, waarbij de genoemde filterelementen (5) tijdens filtratie van buiten naar binnen doorstroombaar zijn met van stof verontreinigde lucht, en waarbij ter hoogte van de inlaatopening (3) een vezelvanger (10) voorzien is voor het uitfilteren van stofpartikels groter dan 500 micron. Anderzijds betreft deze uitvinding een afzuigsysteem voor het filteren van met stof verontreinigde lucht.

Description

(73) Houder(s) :

CASTELLINS NV 8560, MOORSELE België (72) Uitvinder(s) :

VANDECASTEELE Yves 8560 MOORSELE België (54) FILTEREENHEID MET VERBETERDE VEZELVANGER (57) Deze uitvinding betreft enerzijds een filtereenheid (1) voorzien voor het filteren van met stof verontreinigde lucht afkomstig van de bastvezelverwerkende nijverheid, omvattende een behuizing (2) met een inlaatopening (3) voor met stof verontreinigde lucht en een uitlaatopening (4) voor gefilterde lucht, waarbij de behuizing (2) voorzien is van een aantal filterelementen (5) voor het uitfilteren van het stof uit de via de inlaatopening (3) toegevoerde lucht, waarbij de genoemde filterelementen (5) tijdens filtratie van buiten naar binnen doorstroombaar zijn met van stof verontreinigde lucht, en waarbij ter hoogte van de inlaatopening (3) een vezelvanger (10) voorzien is voor het uitfilteren van stofpartikels groter dan 500 micron. Anderzijds betreft deze uitvinding een afzuigsysteem voor het filteren van met stof

Fig. 2 verontreinigde lucht.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Publicatienummer: 1024717 Nummer van indiening: BE2016/5821

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Internationale classificatie: B01D 46/00 B01D 46/02 B01D 46/12 Datum van verlening: 08/06/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 04/11/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteid, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

CASTELLINS NV, Drieslaan 4, 8560 MOORSELE België;

vertegenwoordigd door

CHIELENS Kristof, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

OSTYN Frans, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

HOSTENS Veerle, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

CARDOEN Annelies, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: FILTEREENHEID MET VERBETERDE VEZELVANGER.

UITVINDER(S):

VANDECASTEELE Yves, Drieslaan 4, 8560, MOORSELE;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 08/06/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2016/5821

FILTEREENHEID MET VERBETERDE VEZELVANGER

Deze uitvinding betreft enerzijds een filtereenheid voorzien voor het filteren van met stof verontreinigde lucht, omvattende een behuizing met een inlaatopening voor met stof verontreinigde lucht en een uitlaatopening voor gefilterde lucht, waarbij de behuizing voorzien is van een aantal filterelementen voor het uitfilteren van het stof uit de via de inlaatopening toegevoerde lucht, die tijdens filtratie van buiten naar binnen doorstroombaar zijn met van stof verontreinigde lucht, en waarbij ter hoogte van de inlaatopening een vezelvanger voorzien is voor het uitfilteren van stofpartikels groter dan 500 micron. Anderzijds betreft deze uitvinding een afzuigsysteem voor het filteren van met stof verontreinigde lucht.

Deze uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een filtereenheid voor toepassing in bedrijven die werkzaam zijn bij de verwerking van basthoudende vezels, zoals bijvoorbeeld vlas, hennep, kokos, jute, ...

Tijdens de verwerking van vlas, zoals breken, fijnkaarden en kämmen, komt heel wat stof vrij onder vorm van vezels (vlokvezels), kleine partikels, .... Gezien dergelijke stofhoeveelheden nefast zijn voor de gezondheid, heeft de octrooihouder onlangs een specifieke filtereenheid ontwikkeld die aile stofdelen opvangen die vrij komen gedurende de verschillende processen, om zo de luchtkwaliteit van de werkomgeving te verbeteren en de stofoverlast te beperken. Hierbij stroomt de verontreinigde lucht van buiten naar binnen door het filterelement, waar men vroeger van binnen naar buiten ging filteren, waardoor het stof achterbleef in de filterzakken.

Om te vermijden dat de filterelementen te vlug verzadigd zouden raken, wordt ter hoogte van de inlaatopening van de filtereenheid, een vezelvanger voorzien voor het uitfilteren van stofpartikels groter dan 500 micron. De aangebrachte vezelvanger omvat een metalen ring met twee steunribben waarop een filtermedium is bevestigd met een doorlaatbaarheid van 500 micron, veelal een geweven doek. Om de uitgefilterde stofpartikels te verwijderen is er aan de buitenzijde (dit is de zijde waar

BE2016/5821 de uitgefilterde stofpartikel zieh verzamelen) een afzuiginrichting met een vlakke afzuigmond geplaatst die voorzien is om op geregelde tijdstippen de uitgefilterde stofpartikels van het filtermedium te verwijderen.

Ondanks de goede werking van de filtereenheid is echter gebleken dat het stof na verioop van tijd niet goed meer kon worden verwijderd van de vezelvanger, omwille van de volgende reden: bij het aanschakelen van de filtereenheid wordt met stof verontreinigde lucht door de poriën van het filtermedium van de vezelvanger aangezogen Wanneer de poriën voldoende vervuild/verstopt zijn, zal het filtermedium zieh bol trekken (d.w.z. dat de filter bol in de richting van de achterzijde van het filtermedium staat). Echter, doordat het filtermedium bol staat kan de afzuigmond niet meer aile plaatsen van het filtermedium bereiken, waardoor niet meer aile uitgefilterde stofpartikels verwijderd worden, zodat na verioop van tijd de filtereenheid zichzelf uitschakelt.

Deze uitvinding heeft nu tot doel een verbeterde filtereenheid te verschaffen waarbij de uitgefilterde stofpartikels nagenoeg volledig van het filtermedium van de vezelvanger verwijderd kunnen worden.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een filtereenheid voorzien voor het filteren van met stof verontreinigde lucht, omvattende een behuizing met een inlaatopening voor met stof verontreinigde lucht en een uitlaatopening voor gefilterde lucht, waarbij de behuizing voorzien is van een aantal filterelementen voor het uitfilteren van het stof uit de via de inlaatopening toegevoerde lucht, die tijdens filtratie van buiten naar binnen doorstroombaar zijn met van stof verontreinigde lucht, en waarbij ter hoogte van de inlaatopening een vezelvanger voorzien is voor het uitfilteren van stofpartikels groter dan 500 micron, waarbij de vezelvanger samengesteld is uit minstens zes deelelementen die elk voorzien zijn van een filtermedium. Bij voorkeur is de vezelvanger samengesteld uit twaalf deelelementen.

BE2016/5821

Door de opbouw van de vezelvanger grondig te wijzigen en de vezelvanger te vormen uit deelelementen, wordt een stabiele vezelvanger bekomen die niet meer komt bol te staan, wanneer deze verzadigd raakt met stof, zodat het mogelijk blijft het fdteroppervlak op geregelde tijdstippen te reinigen. Hierdoor zal de vezelvanger niet meer verzadigd raken zodat ook de fdtereenheid kan blijven werken.

In een voorkeurdragende uitvoering van de fdtereenheid voigens de uitvinding is het fdtermedium vervaardigd uit metaal, bij voorkeur roest vast staal. Het fdtermedium heeft in het bijzonder fdteropeningen gelegen tussen 500 en 800 micron.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de fdtereenheid voigens de uitvinding omvatten de fdterelementen een draagstructuur waartegen een metalen gaas is voorzien. Het metalen gaas wordt bij voorkeur gevormd door een aantal elkaar kruisende metalen draden. Het fdtermedium heeft in het bijzonder een doorlaatbaarheid van 300 à 700 micron. Een dergelijk gevormd fdtermedium biedt voldoende stevigheid en zal buikvorming tegen gaan. De fdterelementen zijn bij voorkeur buisvormig uitgevoerd. De fdtereenheid omvat in het bijzonder 500 tot 800 fdterelementen.

Verder omvat de draagstructuur in een bijzondere uitvoeringsvorm een aantal zieh in langsrichting uitstrekkende langsstaven. De langsstaven zijn bij voorkeur vervaardigd uit metaal. Een dergelijke opgebouwde fdtereenheid heeft het voordeel dat het verstoppen zal tegen houden doordat het “buikvorming” voorkomt.

Voigens een bijzondere uitvoeringsvorm van de fdtereenheid overeenkomstig de uitvinding omvat de behuizing een afvoeropening en omvat de fdtereenheid afvoermiddelen om het door de fdterelementen uitgefdterde stof via deze afvoeropening af te voeren. Het stof wordt afgevoerd in de richting van een opvangbak waar het verzameld zal worden. De afvoermiddelen omvatten bij voorkeur een transportschroef. De transportschroef is in het bijzonder een Archimedes schroef. De transportschroef is voorzien in een transportgoot of

BE2016/5821 transportkanaal. Ook de door de vezelvanger uitgefilterde stofpartikels worden ook door de afvoermiddelen afgevoerd.

Bij een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de filtereenheid voigens de uitvinding omvat de filtereenheid ventilatiemiddelen voorzien om op geregelde tijdstippen een onderdruk in de filterelementen te creëren om deze filterelementen te reinigen. Hierbij wordt op willekeurige sequenties perslucht tussen de 4 à 7 bar door de trechtervormige inlaat gestuwd waardoor een minicycloon ontstaat.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de filtereenheid voigens de uitvinding is het vochtgehalte van de via de inlaatopening toegevoerde lucht gelegen tussen 62% en 75%, bij voorkeur tussen 62% en 68%, meer in het bijzonder 65%. Dergelijk vochtgehalte zorgt voor optimale filtratie omstandigheden. Te vochtige lucht zou de poriën van het filtermedium verstoppen, bij te droge lucht zou er te weinig stof uitgefilterd worden.

De temperatuur van de via de inlaatopening toegevoerde lucht is bij voorkeur gelegen tussen 19°C en 23°C, in het bijzonder is deze temperatuur 21°C.

Aangezien het vochtgehalte van de lucht zal dalen als gevolg van het filteren, omvat de filtereenheid voigens deze uitvinding in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm een bevochtiger voor het bevochtigen van de gefilterde lucht.

Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een afzuigsysteem voor het filteren van met stof verontreinigde lucht, waarbij het genoemde systeem volgende elementen omvat:

één of meerdere Ventilatoren voor het opwekken van een zuigstroom;

een aantal afzuigeenheden voor het opzuigen van met stof verontreinigende lucht; en een filtereenheid omvattende een behuizing met een inlaatopening voor de opgezogen met stof verontreinigde lucht en een uitlaatopening voor gefilterde lucht, waarbij de behuizing voorzien is van een aantal filterelementen voor het uitfilteren van het stof uit de via de inlaatopening toegevoerde lucht, waarbij de

BE2016/5821 genoemde filterelementen tijdens filtratie van buiten naar binnen doorstroombaar zijn met van stof verontreinigde lucht;

een vezelvanger voorzien ter hoogte van de inlaatopening voor het uitfilteren van stofpartikels groter dan 500 micron, waarbij de vezelvanger samengesteid is uit minstens zes deelelementen die elk voorzien zijn van een filtermedium.

Het afzuigsysteem volgens deze uitvinding omvat in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm een filtereenheid volgens de uitvinding zoals eerder omschreven.

Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een filtereenheid volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van de filtereenheid en het afzuigsysteem aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij :

- figuur 1: een schematische voorstelling van de filtereenheid volgens de uitvinding;

- figuur 2: een detailvoorStelling van de verbeterde vezelvanger voorzien ter hoogte van de inlaatopening van de in figuur 1 afgebeelde filtereenheid;

- figuur 3: een voorstelling is van een filterelement waartegen deels een filtermedium in de vorm van een geweven doek is bevestigd;

- figuur 4: verduidelijkt de werking van de filterelementen tijdens het filteren van met stof verontreinigde lucht.

De filtereenheid (1) overeenkomstig deze uitvinding, en zoals afgebeeld op figuur 1, werd ontwikkeld om de lucht in bedrijfsgebouwen die met stof is verontreinigd te reinigen. De eenheid werd specifiek ontwikkeld om met stof verontreinigende lucht

BE2016/5821 ten gevolge van de verwerking van basthoudende vezels, zoals bijv. vlas, hennep, kokos, jute, enz... te reinigen. De filtereenheid heeft een capaciteit van 150.000 à 200.000 mVuur. De te reinigen lucht zal in de praktijk verontreinigd zijn met vezels, lernen en stofpartikels.

De met stof verontreinigde lucht komt tot bij de filtereenheid (1) d.m.v. een afzuigsysteem (niet afgebeeld) dat voorzien is van één of meerdere Ventilatoren voor het opwekken van een zuigstroom en een aantal afzuigeenheden voor het opzuigen van met stof verontreinigende lucht. Dergelijke afzuigeenheden kunnen bij wijze van voorbeeld staan opgesteid ter hoogte van inrichtingen die toegepast worden bij de verwerking van vlas, zoals bijvoorbeeld brekers, fijnkaarden, Rieter - Trutschler lijn.

De filtereenheid (1) omvat een (2) behuizing met een inlaatopening (3) voor met stof verontreinigde lucht en een uitlaatopening (4) voor gefilterde lucht. De behuizing (2) wordt gevormd uit gei'soleerde panelen. Dit om te vermijden dat er zieh condens zou vormen tegen de binnenwand van de behuizing (2). Om te vermijden dat de filterelementen (5) te vlug verzadigd zouden raken, worden de partikeis die groter zijn dan 500 micron ter hoogte van de inlaatopening (3) verwijderd. Hiertoe omvat de filtereenheid (1) een vezelvanger (10) met een doorlaatbaarheid van 500 micron, die staat opgestaald aan de inlaatopening (3). Een dergelijke vezelvanger (10) staat afgebeeld op figuur 2 en omvat een stalen frame dat opgebouwd is uit twaalf deelelementen (12) die elk voorzien zijn van een filtermedium (13). Eventueel kan er, vooraleer de met stof verontreinigde lucht de vezelvanger (10) bereikt, nog een voorfiltratie gebeuren d.m.v. een condensor. Een dergelijke condensor omvat een trommel waarvan de trommelwand voorzien is van openingen van 1 à 2 mm. Op deze manier worden de grootste partikeis (vezels) reeds verwijderd.

Het filtermedium (13) is vervaardigd uit roestvast staal en heeft filtreeropeningen gelegen tussen 500 en 800 micron, bij voorkeur is de grootte van de filtreeropeningen 650 micron. Door de vezelvanger (10) op deze manier op te bouwen, blijft hij gedurende de werking van de filtereenheid (1) in een stabiele

BE2016/5821 positie, zodat de door de vezelvanger uitgefilterde stofpartikels op geregelde tijdstippen verwijderd kunnen worden, voor de verwijdering van de betreffende stofpartikels omvat de filtereenheid verder een reinigingssysteem (14) met een vlakke afzuigmond (15) die beweegbaar is over het filtreeroppervlak van de vezelvanger (10). De vezelvanger (10) zelf is roteerbaar. Tijdens de rotatie van de vezelvanger (10) zal de afzuigmond (15) op en neer bewegen over een afstand die overeenkomt met de diameter van de vezelvanger (10) om zo het filtreeroppervlak van de vezelvanger (10) volledig te reinigen.

Om de overige partikels, bij voorkeur deze gelegen tussen 300 en 500 micron, uit de met stof verontreinigde lucht te filteren zijn er in de binnenruimte van de behuizing (2) een aantal filterelementen (5) geplaatst. In de praktijk zullen er zo’n 500 à 800 filterelementen (5) per filtereenheid (1) voorzien worden. Overeenkomstig deze uitvinding worden de verschillende filterelementen (5) tijdens filtratie van buiten naar binnen doorstroomt met van stof verontreinigde lucht (zie figuur 4).

De filterelementen (5) zijn bij voorkeur buisvormig uitgevoerd en hebben een draagstructuur (6) waarop of waarover een filtermedium is bevestigd. De draagstructuur (6) is vervaardigd uit metaal en is zoals blijkt uit figuur 3, opgebouwd uit een aantal op een afstand van elkaar geplaatste steunringen waartegen een aantal zieh in langsrichting uitstrekkende langsstaven zijn bevestigd. Het filtermedium is een geweven doek (7) vervaardigd uit polyester met een doorlaatbaarheid van 300 à 700 micron ofwel een metalen gaas met een gelijkaardige doorlaatbaarheid..

Gedurende de filtratie zullen de uitgefilterde partikels grotendeels op het geweven doek (7) achterblijven waardoor ze zullen dichtslibben. Om capaciteitsverlies te vermijden dienen deze achtergebleven partikels op geregelde tijdstippen verwijderd te worden. Hiertoe omvat de filtereenheid (1) ventilatiemiddelen die op sequentiële tijdstippen afhankelijk van de hoeveelheid input een onderdruk in de filterelementen zullen creëren. Dit zal ervoor zorgen dat de achterbleven stofpartikels van de filterelementen verwijderd worden.

BE2016/5821

Om deze stofpartikels vervolgens af te voeren, is er in de zijwand van de behuizing (2) een afvoeropening (8) voorzien en omvat de filtereenheid (1) tevens afvoermiddelen (9) in de vorm van een transportschroef (Archimedes schroef) die voorzien is in een transportgoot. Het stof afkomstig van de filterelementen (5) wordt afgevoerd in de richting van een opvangbak (11) waar het verzameld zal worden. Ook het stof afkomstig van de vezelvanger (10) wordt via deze transportschroef afgevoerd in de richting van de opvangbak (11).

Om een goede filtratie te realiseren is het van belang dat de met stof verontreinigde lucht de goede vochtigheid, bij voorkeur tussen 62% en 75%, en de goede temperatuur, bij voorkeur tussen 19°C en 23°C, heeft. Aangezien het vochtgehalte van de lucht zal dal en als gevolg van het filteren, omvat de filtereenheid (1) een bevochtiger (12) voor het bevochtigen van de gefilterde lucht. Op deze manier zal de lucht die terug stroom in de fabrieksgebouwen terug de goede vochtigheid hebben om later opnieuw gefilterd te kunnen worden.

BE2016/5821

Claims (14)

1. CONCLUSIES

   1. Filtereenheid (1) voorzien voor het filteren van met stof verontreinigde lucht, 5 omvattende een behuizing (
2. 2) met een inlaatopening (3) voor met stof verontreinigde lucht en een uitlaatopening (4) voor gefilterde lucht, waarbij de behuizing (2) voorzien is van een aantal filterelementen (5) voor het uitfilteren van het stof uit de via de inlaatopening (3) toegevoerde lucht, die tijdens filtratie van buiten naar binnen doorstroombaar zijn met van stof verontreinigde lucht, en

   10 waarbij ter hoogte van de inlaatopening (3) een vezelvanger (10) voorzien is voor het uitfilteren van stofpartikels groter dan 500 micron, met het kenmerk dat de vezelvanger (10) samengesteld is uit minstens zes deelelementen (12) die elk voorzien zijn van een filtermedium (13).

   15 2. Filtereenheid (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het filtermedium (13) vervaardigd is uit metaal.
3. 3. Filtereenheid (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het filtermedium (13) filteropeningen heeft gelegen tussen 500 en 800 micron.
4. 4. Filtereenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vezelvanger (10) samengesteld is uit twaalf deelelementen (12).
5. 5. Filtereenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk

   25 dat de filterelementen (5) een draagstructuur (6) omvatten waartegen een metalen gaas is voorzien.

   BE2016/5821
6. 6. Filtereenheid (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de draagstructuur (6) een aantal zieh in langsrichting uitstrekkende langsstaven omvat.
7. 7. Filtereenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk

   5 dat de behuizing (2) een afvoeropening (8) omvat en dat de fdtereenheid (1) afvoermiddelen (9) omvat om het door de filterelementen (5) uitgefilterde stof via deze afvoeropening (8) af te voeren.
8. 8. Filtereenheid (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de afvoermiddelen

   10 (9) een transportschroef omvatten.
9. 9. Filtereenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de filtereenheid (1) ventilatiemiddelen omvat voorzien om op geregelde tijdstippen een onderdruk in de filterelementen (5) te creëren om deze

   15 filterelementen (5) te reinigen.
10. 10. Filtereenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het vochtgehalte van de via de inlaatopening (3) toegevoerde lucht gelegen is tussen 62% en 75%.
11. 11. Filtereenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de filtereenheid (1) een bevochtiger (
12. 12) omvat voor het bevochtigen van de gefilterde lucht.

    25 12. Filtereenheid (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de temperatuur van de via de inlaatopening (3) toegevoerde lucht gelegen is tussen 19°C en 23°C.

    BE2016/5821
13. 13. Afzuigsysteem voor het filteren van met stof verontreinigde lucht, met het kenmerk dat het genoemde systeem:

    - één of meerdere Ventilatoren voor het opwekken van een zuigstroom;

    - een aantal afzuigeenheden omvat voor het opzuigen van met stof

    5 verontreinigende lucht;

    - een filtereenheid (1) omvattende een behuizing (2) met een inlaatopening (3) voor de opgezogen met stof verontreinigde lucht en een uitlaatopening (4) voor gefilterde lucht, waarbij de behuizing (2) voorzien is van een aantal filterelementen (5) voor het uitfilteren van het stof uit de via de

    10 inlaatopening (3) toegevoerde lucht, waarbij de genoemde filterelementen (5) tijdens filtratie van buiten naar binnen doorstroombaar zijn met van stof verontreinigde lucht;

    - een vezelvanger (10) voorzien ter hoogte van de inlaatopening (3) voor het uitfilteren van stofpartikels groter dan 500 micron, waarbij de vezelvanger

    15 (10) samengesteld is uit minstens zes deelelementen (12) die elk voorzien zijn van een filtermedium (13).
14. 14. Afzuigsysteem volgens conclusie 13, met het kenmerk dat het afzuigsysteem een filtereenheid (1) volgens één van de conclusies 1 t/m 12 omvat.

    BE2016/5821