BE1024354B1 - Stator support, turbine systeem, transmissie systeem, werkwijze voor het vervaardigen van een stator support - Google Patents

Abstract

Statorondersteuning voor een stator van een koppelomvormer omvattende een statorondersteuning-as met daarin een axiale boring voor het ontvangen van de turbine as; een statorondersteuning-flens als integraal onderdeel van de statorondersteuning-as en radiaal naar buiten uitstrekkend om samen te werken met een transmissiehuis; waarbij de statorondersteuning-flens ten minste één hydraulisch vloeistofkanaal omvat waarvan ten minste één van de hydraulische vloeistofkanalen is ingericht voor het toevoeren van hydraulische vloeistof naar de koppelomvormer; waarbij de statorondersteuning-as ten minste één hydraulisch vloeistofkanaal omvat in vloeistofverbinding met het hydraulisch vloeistofkanaal van de statorondersteuning-flens voor het toevoeren van hydraulische vloeistof naar de koppelomvormer; waarbij het hydraulische vloeistofkanaal van de statorondersteuning-as een schuine oriëntatie heeft ten opzichte van het hydraulische vloeistofkanaal van de statorondersteuning-flens.

Description

(30) Voorrangsgegevens :

(73) Houder(s) :

PUNCH POWERTRAIN naamloze vennootschap

3800, SINT-TRUIDEN

België (72) Uitvinder(s) :

PENTTILA Heikki 3800 SINT-TRUIDEN België (54) Stator support, turbine systeem, transmissie systeem, werkwijze voor het vervaardigen van een stator support (57) Statorondersteuning voor een stator van een koppelomvormer omvattende een statorondersteuning-as met daarin een axiale boring voor het ontvangen van de turbine as; een statorondersteuning-flens als integraal onderdeel van de statorondersteuning-as en radiaal naar buiten uitstrekkend om samen te werken met een transmissiehuis; waarbij de statorondersteuningflens ten minste één hydraulisch vloeistofkanaal omvat waarvan ten minste één van de hydraulische vloeistofkanalen is ingericht voor het toevoeren van hydraulische vloeistof naar de koppelomvormer; waarbij de statorondersteuning-as ten minste één hydraulisch vloeistofkanaal omvat in vloeistofverbinding met het hydraulisch vloeistofkanaal van de statorondersteuning-flens

voor het toevoeren van hydraulische vloeistof naar de koppelomvormer; waarbij het hydraulische vloeistofkanaal van de statorondersteuning-as een schuine oriëntatie heeft ten opzichte van het hydraulische vloeistofkanaal van de statorondersteuning-flens.

BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI

FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie

Dienst voor de Intellectuele Eigendom

Publicatienummer: 1024354 Nummer van indiening: BE2016/5576

Internationale classificatie: F16H 41/30 Datum van verlening: 06/02/2018

De Minister van Economie,

Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;

Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;

Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 08/07/2016.

Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.

Besluit:

Artikel 1. - Er wordt aan

PUNCH POWERTRAIN naamloze vennootschap, Industriezone Schurhovenveld 4125, 3800 SINTTRUIDEN België;

vertegenwoordigd door

JAEKEN Annemie, Gaston Geenslaan 11, 3001, HEVERLEE;

BIJVANK Koen Mattijs Lodewiek, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;

BOX Cornells , Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;

LUYS Marie-José, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;

MOLLING Matheus Catharina, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;

NIESTADT Bart Jan, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;

OUDSHOORN Otto Leonard, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;

VAN MELLE Johannes Carol Christopher, Gaston Geenslaan 11, 3001, LEUVEN;

een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor: Stator support, turbine systeem, transmissie systeem, werkwijze voor het vervaardigen van een stator support.

UITVINDER(S):

PENTTILA Heikki, c/o Industriezone Schurhovenveld 4125, 3800, SINT-TRUIDEN;

VOORRANG:

AFSPLITSING :

Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :

Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).

Brussel, 06/02/2018,

Bij bijzondere machtiging:

BE2016/5576

Stator support, turbine systeem, transmissie systeem, werkwijze voor het vervaardigen van een stator support.

De uitvinding heeft betrekking op een statorondersteuning voor het ondersteunen van een stator van een koppelomvormer voor een automatische transmissie.

In een automatische transmissie, zoals een continue variabele transmissie (CVT), is er een koppelomvormer voorzien tussen de motor, zoals een verbrandingsmotor of een elektrische motor, en de transmissie. De koppelomvormer wordt gebruikt om roterend vermögen over te brengen van de motor naar de aangedreven last. De koppelomvormer omvat een stator welke is ondersteund door een statorondersteuning. De koppelomvormer omvat ook een turbine die de turbine-as aandrijft.

Een statorondersteuning omvat typisch een statorondersteuning-as met daarin een axiale boring voor het ontvangen van een turbine-as en heeft een statorondersteuning-flens die radiaal naar buiten uitstrekt van de statorondersteuning-as om samen te werken met het transmissiehuis om de statorondersteuning vast te monieren aan het transmissiehuis en het voorkomen van rotatie daarvan ten opzichte van het transmissiehuis.

De statorondersteuning wordt vaak gebruikt om hydraulische vloeistof, bijvoorbeeld olie, toe te voeren naar verschillende componenten van de transmissie. Daartoe omvat de statorondersteuning-flens ten minste een hydraulisch vloeistofkanaal uitstrekkende door de statorondersteuningflens.

Er zijn verschillende uitvoeringsvormen van statorondersteuningen bekend. Bijvoorbeeld, is het bekend om een separate statorondersteuning-as en een separate statorondersteuning-flens te voorzien. De statorondersteuning-flens is voorzien van een olieboring en de statorondersteuning-as is ook voorzien van een olieboring. Omdat de statorondersteuning-as en de statorondersteuning-flens twee afzonderlijke

BE2016/5576 onderdelen zijn, wordt er bij het assembleren bij voorkeur een vloeistofdichte koppeling verkregen tussen de twee onderdelen, zodat de olie van de olieboring in de statorondersteuning-flens naar de olieboring in de statorondersteuning-as stroomt. De olie kan dan strömen van het radiale buitenuiteinde van de statorondersteuning-as naar het radiale binnenuiteinde, vervolgens in de olieboring van de statorondersteuning-as welke eindigt in een ruimte tussen de statorondersteuning-as en de turbineas, verder door een andere olieboring in de statorondersteuning-as in de koppelomvormer. Deze uitvoeringsvorm, zoals bijvoorbeeld toegepast door Jatco, voorziet in een relatief lange axiale lengte van de statorondersteuning-as, en daarom ook van de transmissie. Ook is er een nadeel bij het gebruiken van twee separate onderdelen voor de assemblage van de statorondersteuning.

In een ander voorbeeld, is er een statorondersteuning uit één stuk gebruikt, welk betekent dat de stator-as is geïntegreerd in de statorondersteuning. Het oliekanaal in de statorondersteuning-flens eindigt dan radiaal buitenwaarts van de statorondersteuning-as. Dus de oliestroom continueert radiaal buitenwaarts van de statorondersteuning-as tussen de statorondersteuning-as en de rotornaaf van de koppelomvormer om dan de koppelomvormer binnen te gaan. Dit resulteert in gecompliceerde afdichtingen en lageringen voor het oliekanaal, als ook een relatief lange axiale lengte van de statorondersteuning-as, resulterend ook in een relatief lange axiale lengte van de transmissie.

Het is een doel van de uitvinding om te voorzien in een verbeterde statorondersteuning. In het bijzonder, is het een doel van de uitvinding om te voorzien in een statorondersteuning met een gereduceerde lengte en/of minder complexiteit.

Daartoe voorziet de uitvinding in een statorondersteuning voor een stator van een koppelomvormer omvattende een statorondersteuning-as met daarin een axiale boring voor het ontvangen van de turbine as; een

BE2016/5576 statorondersteuning-flens als integraal onderdeel van de statorondersteuning en radiaal naar buiten uitstrekkend om samen te werken met een transmissiehuis; waarbij de statorondersteuning-flens ten minste één hydraulisch vloeistofkanaal omvat, waarvan ten minste één van de hydraulische vloeistofkanalen is voorzien voor het toevoeren van hydraulische vloeistof naar de koppelomvormer; waarbij de statorondersteuning-as ten minste één hydraulisch vloeistofkanaal omvat in vloeistofverbinding met de hydraulisch vloeistofkanaal van de statorondersteuning-flens voor het toevoeren van hydraulische vloeistof naar de koppelomvormer; waarbij het hydraulische vloeistofkanaal van de statorondersteuning-as een schuine oriëntatie heeft ten opzichte van het hydraulische vloeistofkanaal van de statorondersteuning-flens.

Door te voorzien in een statorondersteuning met een statorondersteuning-as en een statorondersteuning-flens die een integraal onderdeel zijn van de statorondersteuning, kan een statorondersteuning uit een enkel stuk worden verschaff. Dit is voordelig voor het vervaardigen, assembleren, afdichten etc.

Door te voorzien in een hydraulisch vloeistofkanaal in de statorondersteuning-flens dat schuin is ten opzichte van het hydraulisch vloeistofkanaal van de statorondersteuning—as, kan een hydraulisch vloeistofkanaal worden voorzien in de statorondersteuning zonder dat er complexe en/of additionele afdichtingen nodig zijn. Ook, door te voorzien in een dergelijk schuin vloeistofkanaal, kan de axiale lengte van de statorondersteuning worden gereduceerd en dus kan de gehele lengte van de transmissie korter worden.

In de stand van de techniek, wanneer een statorondersteuning uit één stuk wordt toegepast, is het een probleem hoe het hydraulische vloeistofkanaal door de statorondersteuning te voorzien. In de statorondersteuning uit één stuk volgens de stand van de techniek is geen vloeistofkanaal in de in de statorondersteuning-as voorzien, de

BE2016/5576 vloeistofstroom wordt radiaal buitenwaarts ervan geleid, resulterend in complexe afdichtingen, lageringen en een relatief lange statorondersteuning-as. De uitvinder heeft nu gevonden dat wanneer een schuin vloeistofkanaal wordt toegepast in de statorondersteuning-as, de vloeistofstroom geleid kan worden door het vloeistofkanaal in de statorondersteuning-flens door het schuine kanaal in de statorondersteuning-as en via een ruimte tussen de axiale boring van de statorondersteuning-as en de turbine-as naar de koppelomvormer.

Complexe afdichtingen kunnen als zodanig worden weggelaten, als ook, op voordelige wijze, kan de axiale lengte van de statorondersteuning-as en dus van de transmisse korter worden.

Bij voorkeur, strekt het schuine kanaal in de statorondersteuningas zieh uit door de hele statorondersteuning-as, zoals gezien in een richting längs de centrale as van de axiale boring, dus vanaf één zijde van de statorondersteuning-as naar de tegenoverliggende zijde van de statorondersteuning-as. Dit laat het toe om de boring eenvoudig te vervaardigen en te hören om het vloeistofkanaal te voorzien in de statorondersteuning-as. Dit betekent dat, wanneer gezien in een richting längs de axiale boring van de statorondersteuning-as, de boring voor het vloeistofkanaal kan worden geboord vanaf één zijde van de stator-as, doorheen de wand van de stator-as, door de tegenoverliggende wand van de stator-as en door de tegenoverliggende wand van de stator-as ten einde te eindigen in de kanaalboring van de statorondersteuning-flens. Boren van de boring door de gehele statorondersteuning-as is een groot voordeel in het voorzien van een vloeistofkanaal in de statorondersteuning uit één stuk.

In een voorkeursuitvoeringsvorm, omvat de statorondersteuning-as een verder vloeistofkanaal gericht naar de koppelomvormer, zodanig dat, in gebruik, het verdere vloeistofkanaal eindigt in de koppelomvormer. Bij het voorzien van een dergelijk additioneel, of een verder, hydraulisch vloeistofkanaal, in de statorondersteuning-as, kan de stroom van de

BE2016/5576 hydraulische vloeistof als volgt zijn. De hydraulische vloeistof kan in een situatie wanneer er druk wordt geleverd aan de koppelomvormer, van een radiaal buitenuiteinde van het hydraulische vloeistofkanaal van de statorondersteuning-flens naar een radiaal binnenuiteinde van het hydraulisch vloeistofkanaal in de het hydraulisch vloeistofkanaal van de statorondersteuning-as strömen. Dan continueert de vloeistofstroom in een ruimte tussen de binnenwandzijde van de statorondersteuning-as en een buitenwandzijde van de turbine-as, naar een additioneel of verder hydraulisch kanaal dat eindigt in de koppelomvormer.

Bij voorkeur, omvat dit additionele of verdere hydraulisch vloeistofkanaal in de statorondersteuning-as meerdere boringen die bij voorkeur ongeveer gelijk zijn verdeeld over de omtrek van de statorondersteuning-as. Zo kan de hydraulische vloeistof de koppelomvormer binnengaan op meerdere locaties, verdeeld over de omtrek van de statorondersteuning-as.

Het is in het bijzonder voordelig dat, door het boren van een doorgaande boring door de ondersteuning-as, de boring door de wand aan één zijde van de ondersteuning-as eindigt in het kanaal van de ondersteuning-flens, waarbij deze boring voorziet in een vloeistofverbinding met het hydraulisch vloeistofkanaal van de ondersteuning-flens. Bovendien, kan de boring doorheen de wand aan de overstaande zijde an de ondersteuning-as een verder vloeistofkanaal verschaffen dat kan verbinden met de koppelomvormer.

Bij voorkeur, is de hoek van een schuin hydraulisch vloeistofkanaal in de statorondersteuning-as tussen ongeveer 20 graden en ongeveer 80 graden ten opzichte van het hydraulisch kanaal van de statorondersteuningflens, meer bij voorkeur tussen ongeveer 30 graden en ongeveer 70 graden, nog meer bij voorkeur rond 45 graden. Dus, een optimale hoek kan worden verkregen tussen een relatief korte statorondersteuning en een vloeistofstroomkanaal met minder weerstand voor de vloeistof.

BE2016/5576

De uitvinding heeft verder betrekking op een turbinesysteem, een automatische tranmissie en een werkwijze voor het vervaardigen van een statorondersteuning-as.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn weergegeven in de volgconclusies.

De uitvinding zal verder worden verduidelijkt op basis van de voorbeelduitvoeringsvormen welke zijn weergegeven in een tekening. De voorbeeld uitvoeringsvormen worden gegeven bij wijze van niet-limitatieve toelichting.

In de figuur toont:

Fig.l een schematisch aanzicht van een dwarsdoorsnede door een vlak omvattende het “toevoer” vloeistofstroomkanaal van een turbine systeem omvattende een statorondersteuning volgens de uitvinding;

Fig. 2 een detail van de statorondersteuning van Fig.l;

Fig. 3 een schematisch aanzicht van een axiale dwarsdoorsnede van de statorondersteuning volgens de uitvinding;

Fig. 4 een schematisch aanzicht van een radiale dwarsdoorsnede van de statorondersteuning van de uitvinding;

Fig. 5 een schematisch aangezicht door een vlak omvattende het “vrijgave”-vloeistofstroomkanaal van het turbinesysteem van Fig.l

Fig. 6 een schematisch perspectief aanzicht van de statorondersteuning verbonden met het transmissiehuis.

Opgemerkt wordt dat de figuren alleen een schematische weergave zijn van de uitvoeringsvormen van de uitvinding die zijn gegeven bij wijze van een niet-limitatief voorbeeld. In de figuren zijn dezelfde of corresponderende onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers.

Figuur 1 toont een schematische uitvoeringsvorm van turbinesysteem 1 omvattende een koppelomvormer 2, een turbine-as 3, een statorondersteuning 4. De werking van een koppelomvormer is bekend, en zal hier niet worden herhaald.

BE2016/5576

Zoals bekend, ontvangt de koppelomvormer 2 input van een motor, zoals een verbrandingsmotor en/of een elektrische machine via een flexplaat (niet getoond). Een uitlijningsbus 5 aan de voorzijde is voorzien om de koppelomvormer uit te lijnen ten opzichte van een krukas. De koppelomvormer 2 omvat aan de binnenkant, een lock-up plaat, een turbine en een stator. Deze componenten zijn hier niet getoond, omwille van de eenvoud. De turbine van de koppelomvormer 2 is gekoppeld via turbinenaaf 6 aan de turbine-as 3, welke een input voorziet aan de transmissie via het as-einde 3a. De stator van de koppelomvormer 2, is gekoppeld via een eenrichtingskoppeling en een statornaaf 7 aan de statorondersteuning 4.

De statorondersteuning 4 omvat een statorondersteuning-as 8 en een statorondersteuning-flens 9. Volgens de uitvinding, is de statorondersteuning 4 een component uit één enkel stuk, betekenende dat de statorondersteuning-flens een integraal onderdeel is van de statorondersteuning-as 8.

De statorondersteuning-as 8 heeft een axiale boring 10 die is geconfigureerd voor het ontvangen van een turbine-as 3. De axiale boring 10 heeft een centrale aslijn C. De statorondersteuning-as 8 strekt zieh axiaal uit in een richting längs de centrale aslijn C. Dit is ook getoond in figuur 3.

De statorondersteuning-flens 9 strekt zieh radiaal naar buiten uit ten opzichte van de statorondersteuning-as 8, in een richting dwars op de centrale aslijn C. De statorondersteuning-flens 9 heeft een radiaal buiteneinde lia dat is ingericht voor bevestiging aan een transmissiehuis, zoals getoond in figuur 6. Door het monteren van de statorondersteuningflens 9 aan het transmissiehuis 100, dat wil zeggen aan de vaste wereld, wordt de statorondersteuning 4 stationair gehouden in het transmissiehuis 100. Als dusdanig, door de verbinding met de statornaaf van de koppelomvormer 2, kunnen statorschoepen van de koppelomvormer ook stationair worden gehouden, ten minste in een conditie wanneer de , welke voorziet in een verbinding tussen de statorschoepen en de statornaaf, is

BE2016/5576 gekoppeld. In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 6, is de statorondersteuning 4 verbonden met het transmissiehuis 100 door middel van bouten 101. Hier, zijn acht bouten 101 gebruikt, maar ook meer of minder, of andere verbindingsmaatregelen, zoals lassen of perspassing of klemmen of schroeven etc., kunnen worden gebruikt.

Aan een radiale buitenzijde van de statorondersteuning-as 8, is een flens 21a van een rotornaaf 21 van de koppelomvormer 2 gelagerd ondersteund op de statorondersteuning-as 8 door lagerbussen 21b. De rotornaaf 21 drijft verder een oliepompsysteemtandwiel 22 aan voor het aandrijven van een oliepomp. De werking daarvan is welbekend en wordt daarom niet verder uitgewerkt.

De statorondersteuning-flens 9 omvat ten minste één hydraulisch vloeistofkanaal om hydraulisch vloeistof toe te voeren naar de componenten van de transmissie. Gebruikelijk zijn er meerdere hydraulische vloeistofkanalen, ingericht voor het toevoeren van hydraulische vloeistof naar meerdere componenten van de transmissie. Bij voorkeur zijn de hydraulische vloeistofkanalen van de statorondersteuning-as 8 en de statorondersteuning-flens 9 met elkaar in een vloeistofverbinding om hydraulische vloeistof naar de respectievelijke component van de transmissie te voeren.

Ten minste één van deze hydraulische vloeistofkanalen van de statorondersteuning 4 is ingericht voor het toevoeren van hydraulische vloeistof naar de koppelomvormer 2. Er is een vloeistofkanaal 12 voorzien voor de ‘toevoer’-mo de van de koppelomvormer waarbij de lock-up plaat van de koppelomvormer 2 is opgesloten tegen het frictieoppervlak op een rotor van de koppelomvormer 2. In deze ‘toevoer’ —mode, wordt de hydraulische vloeistof toegevoerd bij een relatief hoge druk. Er is een vloeistofstroomkanaal 12a dat zieh uitstrekt doorheen de statorondersteuning-as 9 en een vloeistofstroomkanaal 12b in de statorondersteuning-as 8. Bij voorkeur, zijn de vloeistofstroomkanalen 12a,

BE2016/5576

12b in vloeistofverbinding met elkaar. In figuur 1, is het ‘toevoer’vloeistofstroomkanaal getoond, omdat de doorsnede van de statorondersteuning 4 is getoond in een vlak door het ‘toevoer’vloeistofstroomkanaal 12a.

Bovendien, omvat de statorondersteuning 4 een vloeistofstroomkanaal 13 voor de ‘vrijgave’-mode van de koppelomvormer. In de ‘vrijgave’-mode van de koppelomvormer 2, is de lock-up plaat vrijgegeven en weggeduwd van de frictieoppervlakken. In de ‘vrijgave’-mode, wordt de hydraulische vloeistof toegevoerd met een relatief hoge stroomvolume om de lock-up plaat weg te kunnen du wen. Er is een vloeistofstroomkanaal 13a dat zieh uitstrekt door de statorondersteuning-flens 9 en een vloeistofstroomkanaal 13b in de statorondersteuning-as 8. Bij voorkeur, is het vloeistofstroomkanaal 13 in vloeistofverbinding met elkaar. In figuur 5, is het ‘vrijgave’-vloeistofstroomkanaal 13 getoond, omdat de doorsnede van de statorondersteuning 4 is getoond in een vlak door het vrijgavevloeistofstroomkanaal 13. In figuur 4 is een doorsnede van een stator-as 8 weergegeven, die meerdere vloeistofstroomkanalen toont, waaronder het ‘toevoer’-vloeistofstroomkanaal 12a en het ‘vrijgave’-vloeistofstroomkanaal 13a. Het ‘vrijgave’-vloeistofstroomkanaal 13 eindigt in de turbine-as 3, waarin een boring 30 is voorzien die in vloeistofverbinding is met het vloeistofkanaal 13 van de statorondersteuning 4 aan één einde en met de koppelomvormer 2 aan het andere eind.

Volgens de uitvinding, heeft het vloeistofstroomkanaal 12b in de statorondersteuning-as 8 een schuine oriëntatie ten opzichte van het vloeistofstroomkanaal 12a in de statorondersteuning-flens 9, als kan worden gezien in figuur 1 of figuur 2. De hoek a tussen het vloeistofstroomkanaal 12b en het vloeistofstroomkanaal 12a, is ongeveer tussen de 20 graden en 80 graden, bij voorkeur tussen ongeveer 30 graden en ongeveer 70 graden, nog meer bij voorkeur rond 45 graden. De ‘toevoer’-uitgang via kanalen 15 en 14b2, heeft bij voorkeur een voorgedefinieerde axiale locatie, zodanig dat de

BE2016/5576 toevoerstroom de koppelomvormer kan binnengaan. Vanaf deze locatie kan de boring 14b schuin worden geboord naar de radiale boring 14a van de statorondersteuning-flens 9.

Het vloeistofstroomkanaal 12a is voorzien van een boring 14a die 5 zieh uitstrektin de statorondersteuning-flens tussen het radiale binneneinde lib en het radiale buiteneinde 11a. Het vloeistofstroomkanaal 12b is voorzien van een boring 14b, welke bij voorkeur zieh uitstrekt vanaf één zijde 8a van de statorondersteuning-as 8 naar een andere zijde 8b van de statorondersteuning-as 8, wanneer gezien in een richting längs de centrale aslijn C. Met andere woorden, de boring 14b die het vloeistofstroomkanaal 12 vormt, strekt zieh uit doorheen de hele statorondersteuning-as 8, zoals gezien kan worden in bijvoorbeeld figuur 1,2 of 3. De boring 14b is dus, volgens de uitvinding, schuin georiënteerd ten opzichte van de boring 14a. De hoek a tussen de boringen 14b, 14a, en daarvoor, tussen de kanalen 12b,

12a, is bij voorkeur de hoek tussen respectievelijke centrale as van de boringen 14b, 14a en dus van de kanalen 12b, 12a.

Door de boring 14b te voorzien door de hele statorondersteuning-as 8, kan de boring makkelijk vanaf één zijde 8a van de statorondersteuning-as 8 worden geboord in een boorrichting B naar de boring 14a en tot de boring

14b eindigt in de boring 14a om te voorzien in een vloeistofverbinding tussen de vloeistofstroomkanalen 12b en 12a. Als zodanig, omvat de boring 14b twee delen, een eerste deel 14bl dat eindigt in een boring 14a en een tweede deel 14b2 dat eindigt in de koppelomvormer. Door te voorzien in een schuin vloeistofstroomkanaal 12b in de statorondersteuning-as 8 in een statorondersteuning 4 uit één stuk, kan een relatief korte statorondersteuning worden voorzien, terwijl additioneel de voordelen van een statorondersteuning uit één stuk kunnen worden behouden, bijvoorbeeld een simpele afdichting en/of simpele verbinding naar de koppelomvormer.

BE2016/5576

Door een dergelijke schuin vloeistofstroomkanaal 12b in de statorondersteuning-as 8 te voorzien, kan de axiale lengte van de statorondersteuning-as 8 korter worden. In het bijzonder, is de lengte A tussen de tiens 21a van de rotornaaf 21 en een einde 8c van de statorondersteuning-as 8 ingericht voor het ontvangen van een druklager 23 om een tiens 3b van de turbine-as 3 gelagerd te ondersteunen. Deze lengte A bepaalt een inbouw axiale afmeting en des te korter deze lengte A, des te korter de transmissie kan worden. Een relatief korte transmissie is voordelig voor assemblage- en inbouw-doeleinden.

Op voordelige wijze omvat de statorondersteuning-as 8 een verder vloeistofkanaal 15 dat is gericht naar de koppelomvormer 2, en welke eindigt in een koppelomvormer 2 wanneer geassembleerd. Op voordelige wijze, omvat het kanaal 15 meerdere boringen, van welke boring 14b2 in deze uitvoeringsvorm al één boring is. Verdere boringen 15a, 15b kunnen gelijk over de omtrek van de statorondersteuning-as verdeeld worden voorzien. Bijvoorbeeld, wanneer vier boringen zijn voorzien, kunnen deze op gelijke afstand van elkaar zijn over een hoek van ongeveer 90 graden, zoals bijvoorbeeld gezien kan worden in figuur 3. Bij voorkeur, is de hoek van het kanaal 15 ten opzichte van de centrale aslijn van het kanaal 12a dezelfde of vergelijkbaar met de hoek a van het kanaal 12b ten opzichte van de centrale aslijn van het kanaal 12a.

De boring 14b2 kan nabij een einde 8 van de ondersteuning-as 8 worden vervaardigd. Bij voorkeur is de vervaardiging van de boring 14b2 niet toegepast over een lengte 8f van de statorondersteuning-as 8, aangezien deze lengte wordt bij voorkeur gebruikt om de lagerbus 21b te ondersteunen. Ook, als het toevoerkanaal zou lekken, dan is het toevoerkanaal-gat buiten het lagerondersteuning-gebied 8f, vermits de lagerbus 21b ook als afdichting fungeert. Des te dichter de boring 14b2 begint nabij het lagerondersteuning-gebied 8f, des te kleiner de hoek a kan worden, welke voordelig kan zijn voor de toevoerstroom. Dan kan de

BE2016/5576 toevoerstroom niet te veel worden verstoord. Daarnaast, laat de toevoerboring 14bl bij voorkeur voldoende ruimte beschikbaar voor een landingsgebied L van een afdichtingsring 140 die de toevoerkamer 110 afdicht vanaf de vrijgavekamer 120. Het landingsgebied L kan rond ongeveer 1-4 mm zijn, bij voorkeur rond ongeveer 2 mm.

In de ‘toevoer’-mode, wordt de hydraulische vloeistof toegevoerd via een opening 16, vanuit een hydraulisch ventielblok via een kanaal in het transmissiehuis naar de opening 16, in het vloeistofstroomkanaal 12a en stroomt radiaal binnenwaarts in het vloeistofstroomkanaal 12b. Vervolgens stroomt de vloeistof in een toevoerkamer 110 tussen een wand 17 van de axiale boring 10 en een buitenwand 18 van de turbine-as 3. Deze toevoerkamer 110 is verschaff door een uitsparing in de turbine-as 3 over een axiale lengte corresponderend met een axiale afstand tussen kanalen 12b en 15 van de statorondersteuning-as 4. De vloeistof continueert dan in de boringen 15a, 15b, 14b2, 15c van het kanaal 15 in de koppelomvormer 2 via een opening 19a tussen de rotor 21 en de eenrichtingskoppeling 7. De vloeistof verlaat de koppelomvormer 2 via een opening 19b tussen de rotor 21 en de rotornaaf 6 en gaat een boring 30 binnen van de turbine-as 3 die in vloeistofverbinding is met het vloeistofstroomkanaal 13 van de statorondersteuning-flens 9.

In de ‘vrijgave’-mode, gaat de vloeistof het vloeistofstroomkanaal binnen via een opening 31 door het vloeistofstroomkanaal 13 door de boring 30 van de turbine-as 3. Dan gaat de vloeistof de koppelomvormer binnen via een opening 19b en verlaat de koppelomvormer 2 via een opening

19a om het kanaal 15 binnen te gaan en te continueren via een vrijgavekamer 120 gevormd door de wanden 17 en 18 van de axiale boring 10 en van de turbine-as 3 respectievelijk bij de positie van het vrijgavekanaal 13. Via de hellende boring 14b gaat de vloeistof in de boring 14a om de statorondersteuning te verlaten via opening 16.

BE2016/5576

Verder, zoals gezien kan worden in figuur 1 en in figuur 2, is een primaire drukkamer 130 voorzien tussen de buitenwand 17 van de axiale boring en een uitsparing in de turbine-as 3. Vloeistof stroomt door deze kamer 130 wanneer de variator van de transmissie onder druk staat. Dit wordt verder niet toegelicht in deze beschrijving.

Tussen de opeenvolgende kamer 110, 120, 130, zijn afdichtingsringen 140 voorzien om de verschillende hydraulische vloeistoftoevoerkanalen 12, 13 en bijvoorbeeid een kanaal voor de primaire druk te scheiden, gebruikmakend van de turbine-as 3 en de statorondersteuning 4 op hun route.

In het bovenstaande, is het schuine kanaal in de statorondersteuning-as 8 toegelicht ten opzichte van vloeistofstroomkanalen die de koppelomvormer voorzien. Het is te begrijpen dat ook andere vloeistofkanalen in de statorondersteuning-as kan worden uitgevoerd als scheve of schuine kanalen.

Met het doel van een duidelijke en beknopte beschrijving, zijn maatregelen hierin beschreven als deel van dezelfde of separate uitvoeringsvormen, echter, het wordt geacht dat de beschermingsomvang van de uitvinding uitvoeringsvormen kan omvatten met combinaties van een gedeeite of alle beschreven maatregelen. Het mag worden begrepen dat de getoonde uitvoeringvormen dezelfde of vergelijkbare componenten hebben, losstaand van of ze als verschillend zijn beschreven.

In de conclusies, zijn enige verwijzingscijfers tussen haakjes geplaatst en deze zullen niet worden uitgelegd om de conclusies te limiteren.

Het woord ‘omvatten’ sluit de aanwezigheid van andere maatregelen of andere stappen dan deze genoemd in een conclusie niet uit. Voorts zal het woord ‘een’ niet worden uitgelegd als limiterend tot ‘één’, maar wordt in het gebruik bedoeld als ‘ ten minste één’, en sluit een meervoud niet uit. Het enkele feit dat specifieke maatregelen zijn voorgedragen in onderling

BE2016/5576 verschillende conclusies is geen indicatie dat een combinatie van deze maatregelen kunnen worden gebruikt voor een voordeel.

Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding niet gelimiteerd is tot de beschreven uitvoeringsvormen. Vele alternatieven zijn mogelijk binnen de beschermingsomvang zoals hierna geformuleerd in de conclusies.

BE2016/5576

Claims (10)

1. Conclusies

   1. Statorondersteuning voor een stator van een koppelomvormer omvattende:

   - een statorondersteuning-as met daarin een axiale boring voor het ontvangen van de turbine as.

   5 - een statorondersteuning-flens als integraal onderdeel van de statorondersteuning-as en radiaal naar buiten uitstrekkend om samen te werken met een transmissiehuis; waarbij de statorondersteuning-flens ten minste één hydraulisch vloeistofkanaal omvat waarvan ten minste één van de hydraulische vloeistofkanalen is ingericht voor het toevoeren van

   10 hydraulische vloeistof naar de koppelomvormer,

   - waarbij de statorondersteuning-as ten minste één hydraulisch vloeistofkanaal omvat in vloeistofverbinding met het hydraulisch vloeistofkanaal van de statorondersteuning-flens voor het toevoeren van hydraulische vloeistof naar de koppelomvormer;

   15 - waarbij het hydraulische vloeistofkanaal van de statorondersteuning-as dezelfde schuine oriëntatie heeft ten opzichte van het hydraulische vloeistofkanaal van de statorondersteuning-flens.
2. 2. Statorondersteuning volgens conclusie 1, waarbij het hydraulische vloeistofkanaal van de statorondersteuning-as zieh uitstrekt

   20 doorheen de hele statorondersteuning-as, als gezien in een richting längs de centrale aslijn van zijn axiale boring, van één zijde van de statorondersteuning-as naar de andere zijde van de statorondersteuning-as.
3. 3. Statorondersteuning volgens conclusie 1 of 2, waarbij de statorondersteuning-as een verder hydraulisch vloeistofkanaal omvat,

   25 gericht naar de koppelomvormer, zodanig dat, in gebruik, het verdere hydraulische vloeistofkanaal eindigt in de koppelomvormer.

   BE2016/5576
4. 4. Statorondersteuning volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de schuine hoek van het hydraulische kanaal in de statorondersteuning-as ten opzichte van het hydraulische kanaal in de statorondersteuning-flens tussen ongeveer 20 graden en ongeveer 80 graden
5. 5 is, bij voorkeur tussen ongeveer 30 graden en ongeveer 70 graden, meer bij voorkeur rond 45 graden.

   5. Statorondersteuning volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verdere hydraulische kanaal in de statorondersteuning-as verschillende boringen heeft die gelijk zijn verdeeld over de omtrek van de

   10 statorondersteuning-as.
6. 6. Statorondersteuning volgens conclusie 5, waarbij het verdere hydraulische kanaal in de statorondersteuning vier boringen omvat die elk op 90 graden ten opzichte van elkaar zijn verdeeld over de omtrek van de statorondersteuning-as.

   15
7. 7. Turbine systeem omvattende een koppelomvormer, een statorondersteuning volgens één van de voorgaande conclusies, en een turbine-as.
8. 8. Turbinesysteem volgens conclusie 7, waarbij over een axiale lengte tussen het hydraulische kanaal in de statorondersteuning-as en het

   20 verdere hydraulische kanaal in de statorondersteuning-as, de turbine-as een smallere diameter heeft dan de axiale boring van de statorondersteuning-as om een vloeistofverbinding tussen het hydraulische kanaal en het verdere hydraulische kanaal van de statoronderstuning-as te vormen.
9. 9. Automatisch transmissiesysteem omvattende een

   25 koppelomvormer en een statorondersteuning volgens één van de voorgaande conclusies 1-6.
10. 10. Werkwijze voor het produceren van een statorondersteuning-as volgens één van de voorgaande conclusies 1-6, omvattende:

    BE2016/5576

    - voorzien van een statorondersteuning-as met daarin een axiale boring en een statorondersteuning-flens als integraal onderdeel van de statorondersteuning-as en zieh radiaal naar buiten uitstrekkend;

    - voorzien van een kanaal in de statorondersteuning-flens van een radiaal

    5 buitenste einde van de statorondersteuning-flens naar een radiaal binnenste einde van de statorondersteuning-flens;

    - voorzien van een kanaal in de statorondersteuning-as die schuin is ten opzichte van het kanaal in de statorondersteuning-flens, door het kanaal vanaf één zijde te hören, als gezien in een richting längs de axiale boring,

    10 van de statorondersteuning-as naar de andere zijde van de statorondersteuning-as tot aan het bereiken van het kanaal in de statorondersteuning-flens.

    BE2016/5576

    12a

    BE2016/5576

    12a

    BE2016/5576