BE1023747B1 - Verpakking voor een confiserieproduct en werkwijze voor het verpakken van een confiserieproduct - Google Patents

Abstract

De huidige uitvinding betreft een verpakking voor een confiserieproduct. Deze verpakking omvat een omhulsel, vervaardigd met minstens één lasnaad, dat het confiserieproduct bevat en een houder met een grondvlak en een rugvlak. Het omhulsel, dat met een lasnaad op het grondvlak rust, wordt losmaakbaar bevestigd aan de houder. In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het verpakken van een confiserieproduct zoals een chocolade holfiguur.

Description

VERPAKKING VOOR EEN CONFISERIEPRODUCT EN WERKWIJZE VOOR HET VERPAKKEN VAN EEN CONFISERIEPRODUCT

TECHNISCH DOMEIN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het aantrekkelijk verpakken van confiserieproducten zoals chocolade holfiguren. Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een inrichting en werkwijze waarbij de chocoladefiguur verpakt wordt in een omhulsel en dit omhulsel in een houder wordt geplaatst.

STAND DER TECHNIEK

Industrieel geproduceerde confiserieproducten zoals chocolade holfiguren worden vaak aangeboden in een aantrekkelijke verpakking als stukgoed bij bijvoorbeeld bakkers of chocolatiers. Hierbij worden de chocoladefiguren bijvoorbeeld verpakt in een zakje met een strikje of in een doosje. Een aantrekkelijke presentatie in de winkel geeft het product een zekere kwaliteitsuitstraling en indruk van ambachtelijke productie naar het cliënteel. Dit kan het koopgedrag van de klant positief beïnvloeden.

De gekende verpakkingsmethodes hebben echter vaak een aanzienlijke productiekost en zijn arbeidsintensief. Voor confiserieproducten die op industriële schaal worden gemaakt, is deze kost vaak niet te verdedigen. Het is wenselijk om de productiekost van de verpakking tot een minimum te beperken zonder hierbij in te boeten aan de kwalitatieve uitstraling van het product.

Industriële verpakkingen zoals folieverpakkingen waarbij confiserieproducten hermetisch worden ingesloten zijn gekend in de Stand der Techniek en vormen een betaalbaar alternatief. Voorbeelden van dergelijke omhulsels zijn onder meer flowpacks, waarbij het product hermetisch wordt verpakt in een folieverpakking. Deze flowpacks op zich bieden doorgaans echter een weinig aantrekkelijk alternatief voor de gekende kwaliteitsvolle verpakkingen op de markt: door de aanwezige lasnaden in de folie en de bolle verpakking is het immers quasi onmogelijk om een confiserieproduct zoals een holfiguur mooi rechtopstaand te presenteren in een winkel: de folieverpakking is weinig stabiel, waardoor het product kan kantelen en niet mooi tot zijn recht komt. Vaak overheerst de verpakking het geheel en komt de afwerking van de chocolade holfiguur niet tot zijn recht. EP O 685 407 beschrijft chocoladeproducten die in een wikkel verpakt zijn en waarbij de wikkel wordt omhuld door een kartonnen windsel. EP 0 685 407 laat echter niet toe om holfiguren op een aanvaardbare visuele manier rechtop tentoon te stellen.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor minstens enkele van bovenvermelde problemen.

Er is nood aan een verbeterde presentatie met een betaalbare kostprijs voor industrieel geproduceerde confiserieproducten zoals chocolade holfiguren. Hierbij is het belangrijk dat het confiserieproduct op een aantrekkelijke en elegante wijze aan het cliënteel wordt voorgesteld, waarbij de uitstraling van het product volledig tot zijn recht komt. In het geval van chocolade holfiguren is het hierbij belangrijk dat het holfiguur rechtopstaand wordt gepresenteerd, waarbij het uitzicht van het holfiguur volledig tot zijn recht komt. De kennis en knowhow van de chocolatier, die de consument wil verleiden met vernieuwende vormen voor de lekkernijen, gaan zo verloren. Daarom is het van belang een alternatief met aanvaardbare productieprijs aan te bieden om confiserieproducten zoals chocolade holfiguren rechtopstaand, stabiel en mooi zichtbaar te presenteren.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De uitvinding betreft een verbeterde verpakking voor een confiserieproduct zoals een chocolade holfiguur volgens conclusie 1. Bij voorkeur omvat deze verpakking omvat een omhulsel, vervaardigd met minstens één lasnaad, dat het confiserieproduct bevat en een houder met een grondvlak en een rugvlak.

Het omhulsel, dat met een lasnaad op het grondvlak rust, wordt losmaakbaar bevestigd aan de houder: als het omhulsel vasthangt aan de houder, staat het omhulsel met het confiserieproduct stabiel en wordt het mooi gepresenteerd, maar het omhulsel kan ook eenvoudig losgekoppeld worden van de houder. Deze verpakking heeft een lagere kostprijs dan gelijkaardige verpakkingen gekend in de Stand der Techniek. Door huidige verpakkingsmethode wordt ook vermeden dat de consument het confiserieproduct meeneemt zonder het omhulsel of de houder.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het verpakken van een confiserieproduct zoals een chocolade holfiguur volgens conclusie 21. Deze werkwijze omvat het maken van de genoemde chocoladefiguur, het minstens gedeeltelijk omhullen van de chocolade holfiguur met folie, het voorzien van een houder geplooid uit een plano en het losmaakbaar bevestigen van het omhulsel met de chocolade figuur aan de houder.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 toont een vooraanzicht van een uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm.

Figuren 3 en 4 tonen mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding, waarbij de houder zijvlakken omvat.

Figuur 5 toont een omhulsel met lasnaden dat een chocolade holfiguur bevat.

Figuren 6 tot en met 8 beelden verschillende uitvoeringsvormen af van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuren 9 tot en met 11 tonen mogelijke uitvoeringsvormen van plano's voor de kartonnen houder.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een verpakking voor een confiserieproduct zoals een chocolade holfiguur. De verpakking zorgt ervoor dat het confiserieproduct duidelijk tot zijn recht komt en aantrekkelijk aan de klant kan worden voorgesteld, terwijl tegelijkertijd de productiekostprijs laag wordt gehouden. Aldus wordt een kwaliteitsvolle en ambachtelijke uitstraling verkregen.

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technisch en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. Voor een betere beoordeling van de beschrijving van de uitvinding, worden de volgende termen expliciet uitgelegd.

Met de term 'flowpacker' wordt in onderhavige uitvinding een verpakkingsapparaat aangeduid waarbij uit een rol folie (bv. polypropyleenfilm, zoals coex polypropyleen, gecoate polypropyleen en gemetalliseerde polypropyleen, of polyester, gemetalliseerde polyester of polyethyleen) de verpakking wordt gevormd. De sluiting van de folie omvat een "hot" of "cold seal" (i.e. een warme of koude afsluiting of verzegeling). Dit resulteert in één of meerdere lasnaden, die ontstaan bij het warmtelassen van de folie of het aanbrengen van een koude verzegeling. De lengte en breedte kunnen variabel zijn en men kan de producten horizontaal of verticaal verpakken. Wanneer er een gasmengsel aan het proces wordt toegevoegd is het product langer houdbaar. In dit document wordt verwezen naar een flowpack als zijnde een verpakking met drie lasnaden vervaardigd uit een folie zoals hierboven beschreven. De drie lasnaden, die zich bevinden aan de bovenkant, aan de onderkant en op de rugzijde van de folie, kunnen de folie hermetisch afsluiten. Alternatief kunnen de drie lasnaden zich bevinden aan de bovenkant en de twee zijkanten van het omhulsel.

Met een "losmaakbare" bevestiging wordt verwezen naar een bevestiging, waarbij object A wordt vastgemaakt aan object B door een bevestigingsmethode, maar waarbij beide objecten ook eenvoudig kunnen losgekoppeld worden, op manuele wijze en zonder gebruik van gereedschap. Bij voorkeur wordt hierbij het omhulsel niet beschadigd of opengemaakt.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een verpakking voor minstens één confiserieproduct zoals een chocolade holfiguur. In het bijzonder zal deze verpakking een omhulsel omvatten voorzien van minstens één lasnaad dat het confiserieproduct bevat en een houder die het omhulsel ontvangt. Deze houder omvat een grondvlak en een rugvlak, dat zich uitstrekt weg van het grondvlak. Bij voorkeur rust het omhulsel met de lasnaad op het grondvlak van de houder. Het omhulsel zal hierbij losmaakbaar bevestigd zijn aan de houder, die zorgt voor de stabiliteit van de verpakking. De bevestiging van het omhulsel aan de houder wordt losmaakbaar genoemd, omdat het omhulsel vasthangt aan de houder bij de productie, maar later eenvoudig kan losgekoppeld worden van de houder door de gebruiker, bij voorkeur zonder hierbij de verpakking te beschadigen.

Volgens een uitvoeringsvorm staat het rugvlak van de houder loodrecht op het grondvlak. Deze uitvoeringsvorm is uitermate geschikt om confiserieproducten zoals chocolade holfiguren rechtop te laten staan. In een alternatieve uitvoeringsvorm staat het rugvlak in een hoek ten opzichte van het grondvlak, bij voorkeur een hoek tussen 91° en 120°, bij verdere voorkeur een hoek tussen de 95° en de 115°, bij verder geprefereerde voorkeur tussen de 100° en de 110°. Het omhulsel, dat één of meerdere chocolade holfiguren omvat, kan losmaakbaar aan het rugvlak worden bevestigd, maar ook aan het grondvlak of één of meerdere van de zijvlakken. Het omhulsel kan eveneens bevestigd worden aan een combinatie van voorgenoemde vlakken met een combinatie van bevestigingsmiddelen, die hieronder worden besproken. Door het omhulsel te bevestigen aan de houder, wordt het verpakte confiserieproduct mooi rechtopstaand gepresenteerd (zonder dat het hierbij kantelt of omvalt) en wordt de zichtbaarheid vergroot. Daarnaast zorgt de verbinding ervoor dat het product tenminste tijdelijk bevestigd is aan de houder, die op zijn beurt informatie kan bevatten over het verpakte product (ingrediënten, houdbaarheidsdatum, prijs, barcode...). De verbinding zal hierbij tevens zorgen dat het omhulsel mooi strak getrokken wordt, waardoor de visibiliteit van het confiserieproduct opnieuw vergroot wordt.

Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat de houder één of meerdere zijvlakken of een voorvlak. Deze vlakken kunnen loodrecht op elkaar en op het grondvlak staan en zo een open balkvormige container vormen met een rugvlak dat het confiserieproduct bevat. In een alternatieve uitvoeringsvorm vormen de verschillende vlakken een hoek met het grondvlak tussen 91° en 179° en vormen deze vlakken een soort schaal of kuip, waar het confiserieproduct kan in geplaatst worden.

Bij voorkeur zullen de zijvlakken een kleiner oppervlak beslaan dan het rugvlak. Meer in het bijzonder zal de hoogte van de zijvlakken, gemeten vanaf het grondvlak, kleiner zijn dan de hoogte van het rugvlak.

In voorkeursvorm zal het rugvlak een hoogte hebben die groter is dan de maximale lengte van het confiserieproduct.

Het confiserieproduct kan hierbij zowel bevestigd worden aan het rugvlak van de houder, alsook aan het grondvlak (naast of op de lasnaad) of aan de zijvlakken. Het omhulsel kan aan de houder bevestigd worden met nieten of kleefstoffen zoals lijm. Alternatief kunnen één of meerdere lipjes of sleufjes voorzien worden in één of meerdere vlakken van de houder, waarbij het omhulsel tussen de één of meerdere lipjes kan geschoven worden. De stabiele houder zorgt ervoor dat het omhulsel met het confiserieproduct niet kan kantelen. Deze verzorgde, aantrekkelijke en duidelijke presentatie van het product kan consumenten over de streep trekken om het product aan te kopen.

De genoemde vlakken, omvattende het grondvlak, het rugvlak, de eventuele zijvlakken en het eventuele voorvlak kunnen regelmatige veelhoeken zijn, maar dit is niet noodzakelijk. De vlakken kunnen voorzien zijn van insnijdingen en inkepingen, die opnieuw voor een betere presentatie van het product kunnen zorgen.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het omhulsel een flowpack, bestaande uit een folie afgesloten door drie lasnaden. De folie is in een verdere voorkeursvorm minstens gedeeltelijk transparant, zodat het confiserieproduct goed zichtbaar is, maar kan ook bedrukt worden. Volgens een verder geprefereerde uitvoeringsvorm is de verpakking hermetisch afgesloten. De houder kan vervaardigd worden uit materialen omvattende karton, licht hout, papier, plastiek en dergelijke.

Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt het rugvlak van de houder naar voor geplooid waardoor een deel van het rugvlak uit twee tegen elkaar bevestigde vlakken bestaat. In het geval dat het naar voor geplooide deel van het rugvlak korter is dan de hoogte van het rugvlak, kan het omhulsel in de naad tussen de overlappende vlakken van het rugvlak bevestigd worden. Op deze manier is de bovenste storende naad van de het omhulsel niet meer zichtbaar en is het geheel beter afgewerkt. De merknaam of het label van het confiserieproduct kan mooi worden weergegeven op het bovenste deel van het rugvlak, terwijl een informatiedrager, zoals de ingrediëntenlijst, op de achterkant van het rugvlak kan gedrukt worden.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het verpakken van een chocolade holfiguur, omvattende het maken van de genoemde chocoladefiguur, het minstens gedeeltelijk omhullen van de chocolade holfiguur met folie, het voorzien van een houder geplooid uit een plano en het losmaakbaar bevestigen van het omhulsel met chocolade figuur aan de houder.

Een bekende industriële werkwijze voor het vervaardigen van holle voorwerpen uit chocolade of ander confiserie materiaal is rotatiegieten of slingeren. Hierbij worden slechts de uitsparingen van één malhelft van de mal gevuld met gesmolten chocolade, waarna de mal gesloten wordt en waarbij beide malhelften perfect op elkaar passen door positioneringsmiddelen. Hierna wordt de gesloten mal in verschillende richtingen in kanteling gebracht waardoor uiteindelijke zowel de eerste als de tweede malhelft gevuld word met een laagje chocolade. Na afkoeling ontstaat aldus een holfiguur. BE 1 020 266 is een mogelijke referentie voor meer geavanceerde technieken om chocolade holfiguren te maken.

Bij voorkeur is het holfiguur een meerlagig holfiguur, voorzien van een basislaag chocolade en één of meerdere secundaire kleuren. Het holfiguur kan tevens voorzien zijn van een tampon-bedrukking.

In een volgende stap wordt de chocolade holfiguur minstens gedeeltelijk verpakt in een folie. Deze folie wordt rond de chocolade holfiguur gevouwen en, bij voorkeur hermetisch, afgedicht door middel van lasnaden, die ontstaan bij het warmtelassen van de folie of bij het aanbrengen van een koude verzegeling onder druk. Deze lasnaden kunnen bijvoorbeeld worden aangebracht aan de bovenkant, de onderkant en de rugzijde van het omhulsel.

De chocoladefiguur kan verpakt worden in een folie omhulsel zoals een flowpack. Een flowpack wordt doorgaans gevormd in een flowpacker. In deze machine wordt een folie (bv. polypropyleenfilm, zoals coex polypropyleen, gecoate polypropyleen en gemetalliseerde polypropyleen, of polyester, gemetalliseerde polyester of polyethyleen) van een rol toegevoerd aan een eerste vouweenheid, waar de folie wordt gevormd in de vorm van een buis. De zijkanten van de folie, die aan de buitenkant van de gevormde buis hangen, worden samen afgedicht met een verzegeling zoals de 'inside-inside seal' en vormen hierna een vinvormige lasnaad. De buis wordt daarna afgevlakt middels een bovenste en onderste vouw, waardoor de gevormde vinvormige lasnaad zich ergens in het midden van de afgevlakte buis bevindt. Hierna wordt de buis afgesloten in de dwarsrichting door middel van een verzegeling (ook wel 'cross seals' genoemd), omvattende 'hot' of 'cold seals' (i.e. een warme of koude afsluiting of verzegeling). Dit resulteert in lasnaden, die ontstaan bij het warmtelassen van de folie of het aanbrengen van een koude verzegeling. Wanneer er een gasmengsel aan het proces wordt toegevoegd is het product langer houdbaar. Met versnijdingen, eveneens 'cross cuts' genoemd, worden de individuele verpakkingen afgebakend.

In dit document wordt verwezen naar een flowpack als zijnde een verpakking met drie lasnaden vervaardigd uit een folie zoals hierboven beschreven. De drie lasnaden, die zich bevinden aan de bovenkant, aan de onderkant en op de rugzijde van de folie, kunnen de folie hermetisch afsluiten.

De houder, die een grondvlak en een zich van het grondvlak uitstrekkend rugvlak omvat, kan geplooid worden uit een kartonnen plano. Hierbij kunnen de verschillende zijvlakken aan elkaar vastgemaakt worden aan de hand van lipjes en andere inhaaksystemen die in het karton werden gesneden bij het vervaardigen van de plano. Om de houder verder te verstevigen kunnen de inhaaksystemen en lipjes voorzien worden van een kleefstof.

Zo worden de verschillende zijvlakken via de geplooide lipjes aan elkaar gekleefd worden.

In een laatste stap wordt het omhulsel met chocolade holfiguur losmaakbaar bevestigd aan de houder. Hierbij kan het omhulsel verlijmd worden aan de houder, of geniet, of er kunnen één of meerdere sleufjes voorzien zijn in één of meerdere vlakken van de houder, waartussen een deel van het omhulsel kan geklemd of geschoven worden. Men kan het rugvlak van de houder ook dubbel plooien en het omhulsel met de chocoladefiguur bevestigen in de naad tussen de twee deelvlakken van het rugvlak. Combinaties van de hier genoemde bevestigingsmethodes behoren ook tot de bevestigingsmogelijkheden.

Deze bevestigingen worden 'losmaakbaar' genoemd, omdat genoemde bevestigingen het omhulsel vastmaken aan de houder, maar het omhulsel ook op een eenvoudige, manuele manier kan losgekoppeld worden van de houder, zonder dat daarvoor gereedschap nodig is.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven a.d.h.v. niet-limiterende voorbeelden die de uitvinding illustreren, en die niet bedoeld zijn of geïnterpreteerd mogen worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELDEN

In Figuur 1 wordt het vooraanzicht van een eerste voorkeursvorm van de onderhavige uitvinding getoond, waarbij de houder bestaat uit een rugvlak (2) en een grondvlak (1). Het omhulsel (3), dat meerdere chocoladefiguren (4) bevat, is bevestigd tegen het rugvlak (2) met een kleefstof, zoals lijm (9). De onderste lasnaad (7) van het omhulsel (3), dat in dit geval een flow pack is, rust op het grondvlak (1). Ook deze lasnaad kan geplakt worden tegen het grondvlak, wat voor extra stevigheid en stabiliteit van het geheel kan zorgen.

In Figuur 2 wordt het zijaanzicht van een andere voorkeursvorm getoond. In dit geval wordt slechts 1 chocolade holfiguur (4) verpakt. Het zijaanzicht van een houder zonder zijvlakken illustreert hoe de onderste lasnaad (7) van het omhulsel (3) op het grondvlak (1) rust. Deze lasnaad (7) zorgt ervoor dat holfiguren (4) verpakt in folie verpakkingen niet zelfstandig rechtop kunnen staan. Dit probleem wordt verholpen door het bevestigingen (9) van het omhulsel (3) aan het rugvlak (2) van de houder met een kleefstof zoals lijm. Op de achterkant van het rugvlak is er ruimte voor een informatiedrager (13). In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen één of meerdere lasnaden aan de houder worden bevestigd, wat opnieuw kan zorgen voor extra stevigheid van het geheel.

In Figuur 3 wordt een alternatieve voorkeursvorm getoond. De houder in deze figuur bevat naast een grondvlak (1) en een rugvlak (2) ook zijvlakken (5) en een voorvlak (6). Deze vlakken staan loodrecht op elkaar en vormen een soort balkvormige container die een stevig geheel vormt, waarin de chocoladefiguur (4) met omhulsel (3) wordt geplaatst. In het voorvlak (6) werd een uitsparing of inkeping (10) voorzien, om zo de chocoladeholfiguur mooier te presenteren. De folieverpakking, die opnieuw met een lasnaad (7) op het grondvlak (1) rust, is bevestigd met een nietje (9) aan het rugvlak (2) van de houder. In deze uitvoering van onderhavige uitvinding zijn de zijvlakken (5) even hoog als het rugvlak (2). Een uitvoering met zijvlakken die een andere hoogte hebben, bijvoorbeeld de hoogte van het voorvlak, is een gelijkwaardige uitvoering van de huidige uitvinding.

In Figuur 4 wordt een andere voorkeursvorm getoond, waarbij chocolade eitjes (4) verpakt worden door het omhulsel en de houder opnieuw een grondvlak (1), een rugvlak (2), zijvlakken (5) en een voorvlak (6) bevat. In deze uitvoeringsvorm staan de zijvlakken (5) en het voorvlak (6) niet loodrecht op het grondvlak (1) en niet loodrecht op elkaar. De zijvlakken en het voorvlak vormen een hoek ten opzichte van het grondvlak, bij voorkeur een hoek tussen 91° en 179°, bij verdere voorkeur een hoek tussen 91° en 135°, bij nog verdere voorkeur een hoek tussen 100° en 120°, bij nog verdere voorkeur een hoek tussen 105° en 115°. Op deze manier vormen de zijvlakken en het voorvlak een soort open koker oftrechter (Fig. 4a), of, een schaal of kuip (Fig. 4b), waarin het omhulsel met de confiserieproducten kan geplaatst worden. Ook het rugvlak hoeft niet loodrecht op het grondvlakte staan. In huidige uitvoeringsvorm staat het rugvlak in een niet-lood rechte hoek ten opzichte van het grondvlak, bij voorkeur een hoek tussen 91° en 120°, bij verdere voorkeur een hoek tussen de 95° en de 115°, bij verder geprefereerde voorkeur tussen de 100° en de 110°. Het omhulsel (3) kan tegen het rugvlak (2) bevestigd worden, maar kan ook met de onderste lasnaad (7) tegen het grondvlak (1) bevestigd worden.

Bij deze figuur is het relevant op te merken dat verschillende hoekcombinaties tot de mogelijkheden behoren. Zo kan het rugvlak loodrecht op het grondvlak staan, terwijl de zijvlakken niet loodrecht staan. Een ander alternatief is een schuine hoek voor het rugvlak en het voorvlak, maar loodrechte hoeken voor de zijvlakken.

In Figuur 5 wordt een flowpack (3) met een chocoladefiguur (4) in detail getoond. De lasnaden (7), aanwezig aan de bovenkant, onderkant en achterkant van de flowpack (3) zijn duidelijk zichtbaar. De lasnaden aan de boven- en onderkant zijn gekarteld als een gevolg van het versnijden van de folie. De lasnaad aan de achterkant is niet gekarteld, aangezien de folie daar niet versneden wordt. In Fig. 5a wordt de voorzijde van de flowpack getoond, terwijl Fig. 5b de achterzijde illustreert.

In Figuur 6 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm van onderhavige uitvinding getoond, waarbij de zijvlakken (5) van de houder een container met open bovenvlak vormen waar het omhulsel met de chocoladeholfiguren (4) in past. Het rugvlak (2) van deze houder werd voorzien van een lipje (14), waarin de bovenste lasnaad (7) van het omhulsel kan geschoven worden. Zo wordt het omhulsel (3) met de chocoladeholfiguren gefixeerd. Door het fixeren en het deels onzichtbaar maken van de bovenste lasnaad, wordt de aandacht meer getrokken naar het label (8) van de producent.

In Figuur 7 wordt een uitvoeringsvorm getoond waarbij het rugvlak (2) van de houder dubbel wordt geplooid naar voor, waarbij een naad (11) ontstaat aan de voorkant van het rugvlak (2) tussen de twee geplooide vlakken van de plano. De bovenste lasnaad (7) van het omhulsel (3) werd bevestigd tussen de twee vlakken van het geplooide rugvlak (2). Het omhulsel werd bevestigd met nieten (9), maar kan ook bevestigd worden met lijm. In onderhavige uitvoeringsvorm is de bovenste lasnaad (7) niet meer zichtbaar voor de consument, wat zorgt voor een stijlvollere presentatie. Bovendien kan een informatiedrager (13) aangebracht worden op het geplooide rugvlak.

In Figuur 8 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding gedemonstreerd. In deze uitvoeringsvorm heeft de folie slechts 1 lasnaad, die zich aan de onderkant van het omhulsel (3) bevindt. De onderkant van de lasnaad rust opnieuw op het grondvlak (1). De bovenkant van het omhulsel werd niet afgesloten door middel van een lasnaad, de bevestiging (11) met lijm (9) van het omhulsel tussen het geplooide rugvlak (2) van de houder zorgt ervoor dat de confiserieproducten niet uit het omhulsel kunnen genomen worden. Dit geplooide rugvlak werd opnieuw voorzien van een informatiedrager (13). Het omhulsel is bevestigd met een kleefstof zoals lijm.

In Figuur 9 wordt een mogelijke uitvoeringsvorm getoond van een plano voor het vormen van een houder. Het grondvlak (1), het rugvlak (2), het voorvlak (6) en de zijvlakken (5) kunnen via lipjes (15) aan elkaar bevestigd worden. Het voorvlak (6) is voorzien van een insnijding (10), waardoor het omhulsel met de chocoladefiguur beter gepresenteerd wordt.

In Fig. 10 wordt een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een plano voor het vormen van een houder. In deze figuur zijn enkele ril- of vouwlijnen (16) aangeduid als dubbele lijnen. De minimale rillijnverzwakking bedraagt tussen de 30% en de 40%, bij voorkeur ongeveer 35%. In deze uitvoeringsvorm bestaan het rugvlak (2), het grondvlak (1), het voorvlak (6) en de zijvlakken (5) uit dubbel geplooide wanden, wat voor extra stevigheid van de houder zorgt. De vereiste stevigheid is bv. afhankelijk van het gewicht van de chocolade holfiguren. Het grondvlak moet immers stevig genoeg zijn om het gewicht van de holfiguren te dragen. Verschillende lipjes en insnijdingen (15) voor de bevestiging van de vlakken zijn voorzien in de plano. De verschillende vlakken van de houder kunnen naast de bevestigingen met de lipjes verder vastgemaakt worden met behulp van een kleefstof zoals lijm en nieten. Door de beperkte hoogte van het voorvlak, is de chocoladefiguur in het omhulsel bijna volledig zichtbaar en wordt de chocoladefiguur bijgevolg mooi gepresenteerd met behulp van de houder.

In Fig. 11 wordt een andere uitvoeringsvorm van een plano voor het vormen van een houder getoond. Deze plano is geschikt voor het vormen van een houder die vergelijkbaar is met de houder getoond in Fig. 7. Het voorvlak (6) van de plano heeft immers een diepe inkeping (10) en de plano is voorzien van een hoog rugvlak (2), dat een plooi (12) omvat om het rugvlak gedeeltelijk dubbel te plooien. Een omhulsel met een chocoladefiguur kan vastgemaakt worden tussen de dubbele wand van dit rugvlak. Verder is de plano voorzien van bevestigingssystemen (15), omvattende lipjes en insnijdingen, geschikt voor het vastmaken van de verschillende vlakken en voor het vormen van de houder.

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de cijfers gebruikt in de figuren: 1 Grondvlak van de houder 2 Rugvlak 3 Omhulsel (vb. flowpack): de folie of het omhulsel van de chocoladefiguur 4 Confiserieproduct(en) (vb. chocolade holfiguur) 5 Zijvlak van de houder 6 Voorvlak 7 Lasnaad 8 Label of merknaam 9 Bevestiging van het omhulsels aan de houder, met een kleefstof, één of meerdere nietjes of lipje (14) 10 Inkeping, insnijding of uitsparing in een van de vlakken van de houder. 11 Bevestiging van lasnaad tussen het geplooide rugvlak 12 Plooi in het karton van het rugvlak 13 Informatiedrager (vb. ingrediëntenlijst) 14 Lipje 15 Bevestigingssysteem met lipjes en insnijdingen voor de bevestiging van de vlakken van de houder 16 Ril- of vouwlijn

Het is verondersteld dat de huidige uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvormen die hierboven beschreven zijn en dat enkele aanpassingen of veranderingen aan de beschreven voorbeelden kunnen toegevoegd worden zonder de toegevoegde conclusies te herwaarderen. Het is bijvoorbeeld duidelijk dat een vakman de afmetingen en dimensies van de houder kan variëren. Zo kunnen de hoogte en breedte van de verschillende vlakken aangepast worden afhankelijk van de inhoud van het omhulsel (bv. het aantal of het gewicht van de chocolade holfiguren).

Claims (26)

1. CONCLUSIES

   1. Een verpakking voor een confiserieproduct zoals een chocolade holfiguur (4), omvattende: a) een omhulsel voorzien van één of meerdere confiserieproducten (4), waarbij het omhulsel (3) minstens gedeeltelijk een folie omvat en voorzien is van minstens één lasnaad (7), en b) een houder, voor het ontvangen van de folie met één of meerdere confiserieproducten, waarbij de houder een grondvlak (1) en een rugvlak (2), dat zich uitstrekt weg van het grondvlak, omvat, met het kenmerk dat het omhulsel met de lasnaad (7) op het grondvlak rust en waarbij het omhulsel losmaakbaar is bevestigd aan de houder.
2. 2. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het omhulsel (3) minstens losmaakbaar wordt bevestigd aan het rugvlak (2) en/of het grondvlak (1) en/of één of meerdere van de eventuele zijvlakken (5) van de houder.
3. 3. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bevestiging (9) van het omhulsel aan de houder één of meerdere verankeringen omvat, omvattende een verlijming van het omhulsel aan de houder, het nieten van het omhulsel aan de houder en/of het inschuiven van het omhulsel in één of meerdere lipjes (14), sleufjes of naden voorzien in één of meerdere vlakken van de houder.
4. 4. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het rugvlak (2) van de houder loodrecht op het grondvlak (1) van de houder staat.
5. 5. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het confiserieproduct volledig omvat wordt door het omhulsel (3) en hermetisch verpakt wordt.
6. 6. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de folie een thermoplastisch materiaal omvat.
7. 7. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het thermoplastisch materiaal gekozen wordt uit coex polypropyleen, gecoate polypropyleen, gemetalliseerde polypropyleen, polyester, gemetalliseerde polyester of polyethyleen.
8. 8. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de folie is verzegeld middels één of meerdere lasnaden (7), die zijn ontstaan bij het warmtelassen van de folie of bij het aanbrengen van een koude verzegeling onder druk.
9. 9. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de folie voorzien is van een lasnaad (7) op de rugzijde van het omhulsel.
10. 10. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het omhulsel (3) drie lasnaden (7) omvat.
11. 11. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder één of meerdere zijvlakken (5) en/of een voorvlak (6) bevat, omvattende een container met open bovenvlak.
12. 12. Een verpakking volgens voorgaande conclusie 11, met het kenmerk dat de genoemde één of meerdere zijvlakken (5) of het voorvlak (6) loodrecht staan op het grondvlak (1) en/of het rugvlak (2).
13. 13. Een verpakking volgens voorgaande conclusie 11, met het kenmerk, dat genoemde één of meerdere zijvlakken (5), het voorvlak (6) en/of het rugvlak (2) verschillende of gelijke hoeken vormen ten opzichte van het grondvlak (1), bij voorkeur hoeken tussen 91° en 179°, bij verdere voorkeur hoeken tussen 91° en 135°, bij nog verdere voorkeur hoeken tussen 100° en 120°, bij nog verdere voorkeur hoeken tussen 105° en 115°.
14. 14. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder vervaardigd is uit materialen omvattende karton, papier, licht hout en/of plastiek.
15. 15. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de folie minstens gedeeltelijk transparant is.
16. 16. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het omhulsel (3) losmaakbaar aan het rugvlak (2) wordt bevestigd.
17. 17. Een verpakking voor een confiserieproduct volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het rugvlak (2) minstens gedeeltelijk uit twee geplooide, tegen elkaar bevestigde vlakken bestaat.
18. 18. Een verpakking volgens conclusie 17, met het kenmerk dat het omhulsel is bevestigd in een naad (11) tussen de twee gedeeltelijk overlappende vlakken van het rugvlak (2).
19. 19. Een verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder is voorzien van een label (8) en/of informatiedrager (13).
20. 20. Een verpakking volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één of meerdere van de vlakken van de houder insnijdingen, inkepingen of uitsparingen (10) hebben.
21. 21. Een werkwijze voor het verpakken van een confiserieproduct zoals een chocolade holfiguur (4), omvattende volgende stappen: - het voorzien van minstens één confiserieproduct zoals een chocoladeholfiguur (4), - het minstens gedeeltelijk verpakken van het confiserieproduct in een omhulsel (3) omvattend een folie, waarbij het omhulsel (3) voorzien wordt van een lasnaad (7), - het voorzien van een houder, die een grondvlak (1) en een zich van het grondvlak uitstrekkend rugvlak (2) omvat, - het voorzien van één of meerdere in een omhulsel (3) verpakte confiserieproducten (4) in de houder, met het kenmerk dat het omhulsel (3) losmaakbaar wordt bevestigd aan de houder.
22. 22. Een werkwijze voor het verpakken van een confiserieproduct volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de chocolade holfiguur (4) wordt vervaardigd door het gieten van gesmolten chocolade in mallen en het slingeren van die mallen.
23. 23. Een werkwijze voor het verpakken van een confiserieproduct volgens één van de voorgaande conclusies 21 tot en met 22, met het kenmerk, dat de folie rond de confiserieproducten wordt gevouwen en wordt afgedicht door middel van minstens één lasnaad (7), die ontstaat bij het warmtelassen van de folie of bij het aanbrengen van een koude verzegeling onder druk.
24. 24. Een werkwijze voor het verpakken van een confiserieproduct volgens één van de voorgaande conclusies 21 tot en met 23, met het kenmerk, dat de folie hermetisch wordt afgedicht door middel van drie lasnaden (7), omvattende een flowpack.
25. 25. Een werkwijze voor het verpakken van een confiserieproduct volgens één van de voorgaande conclusies 21 tot en met 24, met het kenmerk, dat een houder wordt geplooid uit een kartonnen plano en één of meerdere vlakken worden vastgemaakt met behulp van een kleefstof zoals lijm, nieten en/of met systemen middels lipjes (15).
26. 26. Een werkwijze voor het verpakken van een confiserieproduct volgens één van de voorgaande conclusies 21 tot en met 25, met het kenmerk, dat het omhulsel wordt bevestigd aan de houder met nietjes (9), met een kleefstof zoals lijm en/of het omhulsel geschoven of geklemd wordt tussen één of meerdere sleuven (14) voorzien in één of meerdere vlakken van de houder.